Voorontwerp bestemmingsplan - Gemeente Borger-Odoorn
Voorontwerp bestemmingsplan - Gemeente Borger-Odoorn
Voorontwerp bestemmingsplan - Gemeente Borger-Odoorn
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Detaillering effectbeschrijving<br />
Passende Beoordeling MER Bedrijfslocaties Tweederdeweg Zuid Nieuw-Buinen<br />
Voor een aantal alternatieven is een geringe toename van de stikstofdepositie voorzien.<br />
Deze toename van stikstof in een overbelast systeem leidt tot negatieve effecten die mogelijk<br />
significant zijn. Hier zijn echter de volgende kanttekeningen bij te plaatsen:<br />
0,3 mol N/ha/ja is zeer gering ten opzicht van de achtergronddepositie (0,025% in 2010<br />
en 0,027% in 2020 voor 0,3 mol N/ha/ja, voor de andere alternatieven zijn de percentages<br />
zelfs lager). 0,3 mol N/ha/ja valt binnen de jaarlijks fluctuaties van stikstofdepositie.<br />
Bovendien valt deze waarde ook ruim binnen de drempelwaarde van 0,5 % van de<br />
kritische depositiewaarde (1,5 mol N/ha/ja depositie is 0,20 % voor de kritische<br />
depositiewaarde van Zandverstuivingen [H2330]).<br />
0,3 mol N/ha/ja is te laag om proefondervindelijk in het veld te kunnen meten. De<br />
ecologische effecten zijn zeer gering.<br />
Ten aanzien van de aanwezige habitattypen waarvan een overschrijding van kritische<br />
depositiewaarden is voorzien (dus niet voor Jeneverbesstruwelen en Vochtige alluviale<br />
bossen):<br />
Stuifzanden (habitattypen H2310, H2330) zijn een dynamisch systeem dat zich door<br />
overstuiving van begroeide delen en begroeiing van overstoven delen ontwikkelt. Het<br />
aanplanten van bossen heeft ervoor gezorgd dat de stuifzanden vast kwamen te<br />
liggen. Dit proces, in combinatie met een versnelde successie van vegetatie door een<br />
verhoogde stikstofdepositie, heeft ervoor gezorgd dat verstuiving verder afnam.<br />
Overstuiving van bestaande vegetaties vond daardoor ook niet meer plaats, waardoor<br />
het areaal stuifzanden snel is afgenomen. Onder de huidige achtergronddepositie zijn<br />
ingrepen nodig voor een duurzaam behoud van stuifzanden (Ministerie van LNV,<br />
2008c).<br />
Habitattypen van heide (habitattypen H2320 en H4010A)zijn afhankelijk van actief<br />
menselijk beheer voor het voortbestaan (Janssen & Schaminée, 2003). De lage<br />
kwaliteit van heide is niet alleen het gevolg van verzuring en vermesting, maar ook<br />
inadequaat beheer. Ondanks een verbetering van de luchtkwaliteit en het<br />
(kleinschalige) plagbeheer leiden vergrassing, verbossing en te grootschalige<br />
verbossing tot een slechte staat van instandhouding. Dit is voornamelijk het gevolg<br />
van te eenvormig en ontoereikend beheer (Ministerie van LNV, 2008d). Beheer speelt<br />
ook een belangrijk rol voor vochtige heide, naast de hydrologische situatie, vooral<br />
voor schommelingen is dit habitattype bijzonder gevoelig (Janssen & Schaminée,<br />
2003). Voor beide soorten betekent dit dat actief beheer een belangrijke rol speelt in<br />
het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen. In het bijzonder kleinschalig<br />
plagbeheer heeft een positieve invloed. Plaggen leidt tot een verschraling van de<br />
situatie en leidt tot een afname van stikstof die vele malen groter is dan de verwachte<br />
toename per jaar. Voor vochtige heide is verdroging ook een belangrijke factor die<br />
moet worden tegengegaan voor een goede staat van instandhouding.<br />
075416911:0.15 ARCADIS 23