Voorontwerp bestemmingsplan - Gemeente Borger-Odoorn

Autonome ontwikkeling
Milieueffectrapport Bedrijfslocaties Tweederdeweg Zuid Nieuw Buinen
Het natuurbeleid en de natuurbeschermingswet- en -regelgeving worden verondersteld niet
te wijzigen. De belangrijkste te verwachten ontwikkeling is het beschikbaar komen van
beheerplannen Natura 2000, gevolgd door definitieve aanwijzingsbesluiten.
De provincie Drenthe heeft in het plangebied een aantal EHS-gebieden aangewezen (zie
afbeelding 19). Concrete uitwerking van deze gebieden zal nog moeten plaatsvinden.
De voormalige vloeivelden van AVEBE zijn door de provincie aangewezen als EHS. De
strook bestaat uit zwakgebufferd ven of moeras en bos van arme zandgrond. Deze liggen op
een afstand van circa twee kilometer van het plangebied.
De Zuiderblokplaatsen – ten noorden van het plangebied – zijn eveneens als EHS begrensd.
De afstand naar dit gebied is ongeveer 3500 meter. Op een afstand van ongeveer 3000 meter
is het als EHS begrensde gebied Buinenhornse Bos gelegen. Ten westen van het plangebied
loopt, gelijk met de weg van Buinerveen naar 1e Exloërmond (Zuiderstraat) een bruto-EHS
beschermingsgebied. Een bruto EHS-beschermingsgebied is door het rijk globaal
aangewezen EHS. De provincie is vervolgens verantwoordelijk voor de verdere uitwerking
(exacte begrenzing en beschrijving van de gewenste natuurkwaliteit), we spreken dan van
een (netto) ecologische hoofdstructuur. In dit geval is de bruto-EHS door de provincie
aangewezen als robuuste EHS-verbindingszone.
Effectbeschrijving
In de beoordeling is bepaald in hoeverre de drie alternatieven leiden tot aantasting van
Natura 2000-gebieden, Wav-gebieden en EHS-gebieden tengevolge van stikstofdepositie.
Daarnaast is de invloed van de drie alternatieven op de soortenbescherming bepaald.
De effecten die kunnen optreden tengevolge van emissies naar de lucht door de drie
alternatieven omhelsen alleen stikstof. Deze komt vrij in de vorm van ammoniak (uit de
veehouderij) en in de vorm van NOx (uit de WKK-installatie van de vergister, indien directe
levering van groen gas aan het net plaatsvindt vindt geen NOx-emissie aan de lucht plaats).
OVERIGE EMISSIES VERGISTER
Er is geen sprake van zwavelemissie uit de vergister. Zwavel klontert samen bij de productie van het
biogas en deze klonten worden opgenomen in het digestaat. Een klein deel van het zwavel komt in
het biogas terecht. Alvorens het biogas in te zetten ten behoeve van de WKK-installatie zal het
overgrote deel van het zwavel in het biogas verwijderd worden met een actief koolfilter. Deze filtering
vindt plaats tot een dusdanig laag niveau, dat het zwavelgehalte niet meer dan 50 mg/liter bedraagt.
Deze filtering is noodzakelijk, omdat zwavel sterk negatieve consequenties voor de levensduur van de
verbrandingsmotor heeft.
Voor de opwerking van het biogas voor directe levering aan het gasnet zijn ook enkele bewerkingen
nodig. Daarbij komt CO2 vrij.
Stikstofdepositie Natura 2000-gebieden
Om eventuele effecten op Natura 2000-gebieden te beoordelen, is een Passende Beoordeling
opgesteld in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw). Deze Passende
Beoordeling is opgenomen in bijlage 2. In bijlage 4 zijn de stikstofdepositie kaarten
075575869:0.4 ARCADIS 58