Voorontwerp bestemmingsplan - Gemeente Borger-Odoorn

Tabel 9
Beoordeling leefklimaat voor
geur aan de hand van de
Wgv-classificatie
(procentueel)
Extreem
slecht
Objecten geurnorm 8 ou*
Milieueffectrapport Bedrijfslocaties Tweederdeweg Zuid Nieuw Buinen
1 1 1 1 1
Zeer goed 131 131 125 128 128
Goed 20 20 20 22 22
Redelijk goed 3 3 7 4 4
Matig 0 0 2 0 0
Huidige
situatie
Objecten geurnorm 2 ou
Referentiesituatie Alternatief
nulplus
Alternatief 1 Alternatief
2
Zeer goed 92,3 92,3 91,5 92,3 92,3
Goed 4,5 4,5 4,9 4,5 4,5
Redelijk goed 1,4 1,4 1,8 1,4 1,4
Matig 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8
Tamelijk
slecht
0,2 0,2
075575869:0.4 ARCADIS 62
0,2
0,2 0,2
Slecht 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4
Zeer slecht 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
Extreem
slecht
Objecten geurnorm 8 ou*
0,2 0,2
0,2
0,2 0,2
Zeer goed 85,1 85,1 81,2 83,1 83,1
Goed 3,9 3,9 3,9 4,3 4,3
Redelijk goed 0,6 0,6 1,4 0,8 0,8
Matig 0 0 0,4 0 0
* De classificatie tamelijk slecht, slecht, zeer slecht en extreem slecht is niet aanwezig buiten de
bebouwde kom en is om die reden niet opgenomen in bovenstaande tabellen.
Effectbeschrijving
De locaties Zuiderdiep 14a en Exloërmond 86 kunnen nog groeien wat betreft geuremissie.
Dit is niet het geval voor de locaties Noorderdiep 101 en Zuiderdiep 102. In het alternatief
nulplus zijn voor de locaties Zuiderdiep 14a en Exloërmond 86 de maximaal toelaatbare
geuremissies gehanteerd. In alternatief nulplus verslechtert het leefklimaat binnen en buiten
de bebouwde kom ten opzichte van de referentiesituatie maar ook ten opzichte van
alternatief 1 en 2. Het alternatief nulplus scoort daarmee voor zowel binnen als buiten de
bebouwde kom negatief (-) ten opzichte van de referentiesituatie.
Binnen de bebouwde kom vindt er geen verandering plaats in het leefklimaat voor
alternatief 1 en 2 ten opzichte van de referentiesituatie (zie bovenstaande tabellen en bijlage
3). Beide alternatieven scoren neutraal (0) ten opzichte van de referentiesituatie.
Buiten de bebouwde kom vindt er in alternatief 1 en 2 juist een verslechtering plaats van het
leefklimaat. De verslechtering van het leefklimaat is in beide alternatieven even groot maar
is kleiner dan bij alternatief nulplus. Dit leidt tot een licht negatief (0/-) effect voor alternatief
1 en 2 ten opzichte van de referentiesituatie.