25.09.2013 Views

'Soldaat ende Zeemanschap' - Nederlands-Russisch Archief Centrum

'Soldaat ende Zeemanschap' - Nederlands-Russisch Archief Centrum

'Soldaat ende Zeemanschap' - Nederlands-Russisch Archief Centrum

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

genoeg tijd voor Cruys om zijn eed en plicht na te komen. De vijandelijke schepen hadden<br />

dan eenvoudig overmeesterd kunnen worden. 149<br />

Dat de seinen van de vice-admiraal genegeerd zouden zijn, kan volgens Scheltinga niet<br />

bewezen worden. De vice-admiraal was meer geïnteresseerd in zijn eigen leven en het behoud<br />

van zijn schip dan de vijand te overmeesteren. Anders was de vice-admiraal nadat De Riga<br />

vastliep, wel overgegaan op een ander schip. Scheltinga motiveerde dit met het 24 e artikel.<br />

Daarin staat dat als het admiraalsschip door averij geen dienst meer kan doen, de admiraal alle<br />

vlijt moet aanw<strong>ende</strong>n om over te gaan op een ander schip. Scheltinga vond het onbegrijpelijk<br />

dat toen De Riga weer vlot kwam, de vice-admiraal het bevel had gegeven om te ankeren<br />

terwijl er nog genoeg tijd was geweest om de vijand in te halen. 150<br />

Nadat de vloot bij Reval was aangekomen had de vice-admiraal volgens Scheltinga<br />

wederom bezwaarlijk gehandeld. Cruys zou een met zout beladen galjoot hebben laten<br />

bezorgen bij zijn huis. Waarschijnlijk om zichzelf te verrijken. 151 De vice-admiraal had veel<br />

meer aandacht gehad voor de veilige overtocht van het galjoot dan voor de vloot. De<br />

bemanning van het vernietigde schip De Wijburg was op bevel van de vice-admiraal<br />

overgegaan op het schip De Pernau. Dit schip stond onder het commando van de oudste<br />

kapitein Bezemacker. Uit respect had Scheltinga zich toen onder het bevel van deze kapitein<br />

geplaatst. In zijn verweer stelde Scheltinga dat Cruys tot 17 december vol lof was geweest<br />

over het gedrag van Scheltinga.<br />

Op het halve dek van het schip van de vice-admiraal had een ontmoeting<br />

plaatsgevonden tussen de kapiteins Eeckhof, Van Gent, commandeur Gosselaar, de viceadmiraal<br />

en kapitein-commandeur Scheltinga. De commandeur Gosselaar zou woorden<br />

hebben gehad met de vice-admiraal. Cruys had Gosselaar gezegd dat hij met zijn schip de<br />

vijand had moeten enteren. Gosselaar antwoordde dat hij dat ook wel van plan was indien de<br />

vice-admiraal het behoorlijke sein had gegeven. 152 Tijdens deze ontmoeting zou Cruys de<br />

aanwezigen hebben gevraagd te zwijgen over het gepasseerde. 153<br />

Scheltinga was van mening dat de vice-admiraal zich er niet op kon beroepen dat de<br />

vlagsignalen die hij gaf dezelfde waren als die in Engeland en Holland. In alle landen was het<br />

gebruikelijk dat de seinen bij de vlag getekend aan de officieren uitgedeeld werden. Dit had<br />

de vice-admiraal niet gedaan. 154<br />

Volgens kapitein-commandeur Rees liet een Engelse en Hollandse vloot als deze<br />

gerangeerd lag, een rode vlag van boven waaien als signaal om het gevecht aan te gaan. De<br />

vice-admiraal zou in een geschrift zelfs vermeld hebben dat in geval van enteren, eerst in een<br />

linie gevaren moest worden. Lukte dat niet dan zouden 2 schoten gelost worden om toch te<br />

gaan enteren. De vice-admiraal had wel een rode vlag gehesen, maar dit was volgens Rees<br />

geen signaal om te enteren. Rees had geen kennis van het mondeling bevel van Cruys van 8<br />

mei. Cruys had toen bevolen geen schietgevecht te houden, maar zo mogelijk de vijand te<br />

enteren. Volgens Rees was Scheltinga niet in staat geweest om de vijand te enteren. Het schip<br />

149<br />

RGAVMF Fond 223, inv. 1, zaak 18, antwoord op de artikelen door de heer vice-admiraal azijn memorie<br />

aan des hoog edle en gestrenge krijgsraad tegen mij ondergetek<strong>ende</strong> opgegeven, brief van kapitein-commandeur<br />

Scheltinga (St. Petersburg 21 december 1713 O.S.)169-174.<br />

150<br />

RGAVMF Fond 223, inv. 1, zaak 18, antwoord op de artikelen door de heer vice-admiraal azijn memorie<br />

aan des hoog edle en gestrenge krijgsraad tegen mij ondergetek<strong>ende</strong> opgegeven, brief van kapitein-commandeur<br />

Scheltinga (St. Petersburg 21 december 1713)169-174.<br />

151<br />

Zout was in die tijd erg kostbaar.<br />

152<br />

RGAVMF Fond 223, inv. 1, zaak 18; toelichting op de memorij van 22 december, kapitein-commandeur W.<br />

Scheltinga (St. Petersburg december O.S.)181-182.<br />

153<br />

RGAVMF Fond 223, inv. 1, zaak 18; memorij door den ondergeschreven tot speculatie van den hoogh edele<br />

gestrenge crijgsraad, capitein commandeur W. Scheltinga (St. Petersburg 22 december 1713 O.S.) 175-176.<br />

154<br />

RGAVMF Fond 223, inv. 1, zaak 18; toelichting op de memorij van 22 december, kapitein-commandeur W.<br />

Scheltinga (St. Petersburg december O.S.) 181-182.<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!