'Soldaat ende Zeemanschap' - Nederlands-Russisch Archief Centrum
'Soldaat ende Zeemanschap' - Nederlands-Russisch Archief Centrum
'Soldaat ende Zeemanschap' - Nederlands-Russisch Archief Centrum
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
voeren de 7 schampavien naar buiten om de drie jag<strong>ende</strong> schepen te assisteren. De overige 5<br />
bleven stil liggen. Om half elf signaleerde de vice-admiraal Cruys De Bozzis om direct met de<br />
overige 5 schampavien te komen. Uiteindelijk kwamen 4 schampavien boegseren. Om 11 uur<br />
nam de wind toe en om 12 uur werden de zeilen bijgezet en maakten de brigantijnen en<br />
schampavien los. Op dat moment bevond de vijand zich 3 mijlen bovenwinds van Hauk.<br />
Korte tijd daarna kregen kapiteins Walrondt, Wessel en luitenant Jermolij orders om onder<br />
zeil te gaan en hun best te doen om de vice-admiraal te volgen. 192<br />
Luitenant Court Jensen die op het schip De Samson di<strong>ende</strong>, maakte in zijn verslag<br />
melding dat de <strong>Russisch</strong>e brigantijnen bij hen kwamen toen de wind ging liggen. Daarnaast<br />
kwamen 2 Griekse brigantijnen om te helpen met boegseren. Vanwege de kou konden de<br />
manschappen op deze schepen geen dienst doen. Wat voor bevel de Griekse officieren hadden<br />
wist de luitenant niet. 193 Luitenant Gries die samen met kapitein luitenant Bredaal en de<br />
luitenants Meijer en Schelling met de 4 brigantijnen bij de kruisers kwam, schreef dat hij de<br />
schampavien wel had gezien, maar niet wist wat ze gedaan hadden. 194 Luitenant Hans Jurgen<br />
Schelling die bij de snauw Lizette van luitenant Sinavin voer, wist ook niet wat de<br />
schampavien hadden gedaan. 195<br />
Luitenants Peter Harbo en Pieter Flaming die met de kapiteins Turnhoudt en Van Gent<br />
op de brigantijnen di<strong>ende</strong>n, schreven dat zij op bevel van kapitein-commandeur Scheltinga het<br />
schip van de vice-admiraal hadden geboegseerd. Peter Harbo wist niet hoeveel schampavien<br />
zich bij de kruisers hadden vervoegd en wat ze hadden gedaan. 196 Waarschijnlijk kwamen de<br />
schampavien te laat omdat de wind alweer begon op te zetten.<br />
Na de verhoren van de zeelieden over het verloop van de missie in 1712, raakte de<br />
vice-admiraal opnieuw in een schriftelijk conflict met de Griekse schout-bij-nacht De Bozzis.<br />
De Griek wilde 4000 matrozen oproepen om tegen de vice-admiraal te getuigen. Hierop<br />
antwoordde Cruys dat geen matroos noch soldaat over bevelen of signalen tegen een vlagman<br />
kon getuigen omdat ze niet wisten wat de bevelen waren. Daarnaast zou het grootste gedeelte<br />
van de matrozen en soldaten zeeziek zijn geweest. Cruys ontk<strong>ende</strong> wederom correspondentie<br />
met de Finse boeren te hebben gehad omdat hij toen in Taganrog was en prins Mensjikov de<br />
vloot had gecommandeerd. De Bozzis stelde voor om de Finse boeren nog eens te pijnigen,<br />
zodat ze zouden bekennen. De Bozzis maakte bezwaar tegen het handelen van de viceadmiraal,<br />
die volgens hem de vijand had moeten aanvallen. Cruys bleef bij zijn standpunt dat<br />
de vijand te ver weg was en met geen mogelijkheid ingehaald kon worden. De bovenstaande<br />
getuigenverklaringen lijken deze veronderstelling te bevestigen.<br />
De vier jag<strong>ende</strong> kruisers waren volgens De Bozzis nadat Cruys de witte vlag hees en<br />
een kanonschot loste omgedraaid. Cruys was van mening dat de kapiteins Bezemacker,<br />
Edwards, Blarij en Sinavin op dat moment bleven drijven met kleine zeilen. De kapiteins<br />
bevestigden dit in hun geschriften. Het lijkt er op dat De Bozzis Cruys inderdaad valselijk<br />
had beschuldigd. Over de beschuldiging van De Bozzis dat Cruys officieren had aangemaand<br />
om zijn Majesteits dienst te verlaten blijkt niets. De vice-admiraal had in een brief om uitleg<br />
gevraagd van deze beschuldiging, maar De Bozzis zweeg hier verder over. 197<br />
192 RGVAMF Fond 223, inv. 1, zaak 18; Antwoord op de pointen door kapitein luitenant Christoffel Hauk<br />
(Ritzaard 19 februari 1713 O.S.) 427-434.<br />
193<br />
RGVAMF Fond 223, inv. 1, zaak 18; Antwoord op de pointen door luitenant Court Jensen (Ritzaard 20<br />
februari 1713 O.S.) 451-454.<br />
194<br />
RGVAMF Fond 223, inv. 1, zaak 18; Antwoord op de pointen door luitenant Marcus Gries (St. Petersburg 13<br />
februari 1713 O.S.) 447-448.<br />
195 RGVAMF Fond 223, inv. 1, zaak 18; Antwoord op de pointen door luitenant Hans Jurgen Schelling (18<br />
februari 1713 O.S.) 455-456.<br />
196 RGVAMF Fond 223, inv. 1, zaak 18; Antwoord op de pointen door luitenant Pieter Flaming (St. Petersburg<br />
24 februari 1713 O.S.) 469. Fond 223, inv. 1, zaak 18; Antwoord op de pointen door luitenant Peter Harbo (St.<br />
Petersburg 15 februari 1713 O.S.) 473-474.<br />
197 RGVAMF Fond 223, inv. 1, zaak 18; brief van Cruys aan Apraksin (..O.S.) 489-497.<br />
39