Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ontheemde Zielen Ontwaken<br />
De kwantumfysica bewees echter dat deze aanname niet klopte voor elementaire<br />
deeltjes op het microkosmische niveau. Gebleken is dat de natuur zich op het<br />
microkosmische niveau wazig begint te gedragen en in het geheel niet langer<br />
deterministisch te noemen is. Absolute zekerheid over de exacte toestand en<br />
eigenschappen van deeltjes kan niet langer bepaald worden, ze kunnen alleen<br />
nog berekend worden als een statistische waarschijnlijkheid. Dit principe is<br />
bekend geworden als het Heisenberg onzekerheidsprincipe, genoemd naar<br />
Werner Heisenberg. Het is van groot belang in te zien dat deze nondeterministische<br />
aard van de subatomaire deeltjes niet te wijten is aan een gebrek aan<br />
nauwkeurigheid van onze meetapparatuur, maar dat dit een inherente eigenschap<br />
van de natuur zelf is. Op het kwantumniveau springen de elektronen in een<br />
atoom zo maar willekeurig naar hogere elektronenbanen. Wanneer ze terugvallen<br />
naar de grondtoestand, wordt een foton (elektromagnetische lichtenergie)<br />
vrijgegeven. Dit gedrag is waarneembaar in al onze elektronische apparatuur,<br />
bijvoorbeeld als ruis in een elektronische versterker. Het willekeurige gedrag van<br />
de natuur op het kwantumniveau verbaasde en shockeerde wetenschappers<br />
omdat ze altijd geloofd hadden in het Newtoniaanse axioma dat de natuur zich<br />
houdt aan welbepaalde wetten. Fysici moesten vanaf nu leren leven met het<br />
onzekerheidsprincipe van de kwantumfysica. Einstein, die het niet kon geloven,<br />
heeft hierover ooit gezegd ‘God dobbelt niet’.<br />
Wat is de oorzaak van deze kwantumenergie-fluctuaties op het kwantumniveau<br />
die niet voorspeld kunnen worden?<br />
Erwin Schrödinger bepaalde de vergelijking waarmee ofwel de snelheid<br />
(momentum) ofwel de exacte locatie van een elektron in een elektronenwolk<br />
bepaald kan worden. Het is volgens Heisenberg’s onzekerheidsprincipe niet<br />
mogelijk om beide tegelijkertijd vast te stellen; of je weet de positie van het<br />
elektron en zijn snelheid (momentum) is onzeker, of je bepaalt de snelheid en<br />
zijn locatie is onzeker.<br />
Om het raadsel op te lossen van de dualistische natuur van de golfdeeltjes-<br />
materie, een deeltje dat tegelijkertijd een deeltje en een golf kan zijn, lichtte de<br />
kwantumfysica deze paradox toe door te zeggen dat het deeltje alleen<br />
denkbeeldig bestaat als een superpositie van alle mogelijkheden waar dit deeltje<br />
zich kan bevinden. In deze toestand heeft het deeltje een golfachtige waarschijnlijkheidsdistributie<br />
wanneer het niet wordt waargenomen. Zodra een waarnemer,<br />
in de meeste gevallen de wetenschapper in zijn laboratorium, het deeltje echter<br />
meet, vervalt de kwantumtoestand van dit deeltje. De superpositie van alle<br />
mogelijkheden eindigt hiermee in slechts één fysieke toestand ofwel één enkele<br />
<strong>werk</strong>elijkheid. Met andere woorden: het deeltje bestaat niet in de reële wereld<br />
voordat een waarnemer het waarneemt. Voor de observatie bestaat het slechts<br />
transcendent in een rijk der mogelijkheden. Wanneer het deeltje geobserveerd<br />
wordt, bevriest slechts één van deze mogelijkheden.<br />
Dit is bekend geworden als de Kopenhagen-interpretatie van de kwantumfysica<br />
zoals die werd voorgesteld door Niels Bohr. De Kopenhagen-interpretatie zegt dat<br />
het bewust observeren door de waarnemer het verval van de kwantumgolf, de<br />
toestand van de kwantumsuperpositie van alle mogelijkheden veroorzaakt. Met<br />
andere woorden de kwantumfysica zegt eigenlijk dat onze fysieke <strong>werk</strong>elijkheid<br />
subjectief is; de waarnemer speelt kennelijk een belangrijke rol in wat zich in de<br />
natuur manifesteert. In het domein van de subatomaire deeltjes zijn we dus<br />
medescheppers van onze eigen <strong>werk</strong>elijkheid!<br />
Einstein heeft ooit gezegd ‘Ik ben er niet meer zeker van of de maan er nog wel is<br />
wanneer ik mijn hoofd omdraai’. Hij bedoelde hiermee te zeggen dat de kwantumfysica<br />
aanneemt dat onze fysieke realiteit alleen bestaat wanneer deze<br />
22