28.09.2013 Views

SEV-ADVIES INZAKE WATERWONEN - Nova

SEV-ADVIES INZAKE WATERWONEN - Nova

SEV-ADVIES INZAKE WATERWONEN - Nova

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>SEV</strong>-Advies inzake Waterwonen<br />

Bovendien is een aantal specifieke aspecten van drijvend wonen op dit niveau niet geregeld.<br />

Gedoeld wordt op de volgende onderwerpen:<br />

• Diepgang: minimale waterdiepte onder de woning.<br />

• Vrijboord: minimaal hoogteverschil tussen het ‘’drijvend maaiveld’’ en het water.<br />

• Drijfvermogen: resterend drijfvermogen van het drijflichaam waarop de woning is gebouwd.<br />

• Stabiliteit: maximale hellingshoek voor scheefliggen.<br />

• Zwaartepunt: getal dat de hoogte van het zwaartepunt ten opzichte van het waterniveau weergeeft.<br />

• Vervorming: maximaal toegestane vervorming van het drijflichaam.<br />

• Windbelasting: van belang voor de verankering van het drijflichaam.<br />

• Aantal woningen per drijflichaam.<br />

In Amerika zijn al deze onderwerpen geregeld in de bouwregelgeving en wel in het toegevoegde hoofdstuk<br />

voor drijvende woningen. In Nederland past dit type regels niet in de systematiek van het Bouwbesluit, dat<br />

slechts globale prestatie eisen stelt.<br />

De projectgroep regelkader komt tot de conclusie dat deze onderwerpen het beste geregeld kunnen worden in<br />

een KOMO productcertificaat voor drijflichamen waarop drijvende woningen gebouwd worden. De CUR zou<br />

hiertoe samen met de branche het initiatief kunnen nemen. De consument is dan verzekerd van een veilig<br />

product.<br />

Ruimtelijke Ordening<br />

‘Bij het opstellen van ruimtelijke plannen worden de mogelijkheden van watergebieden of peilgevoelige<br />

gebieden voor wonen vaak niet eens overwogen ook daar waar niets zich verzet tegen een dubbele<br />

bestemming van een dergelijk gebied’. (projectgroep regelkader)<br />

Het regelen van de dubbelfunctie (bijvoorbeeld door blauw en rood gekleurde balken) zorgt tevens voor een<br />

helder onderscheid tussen bestaande situaties (ligplaatsen van woonarken en woonschepen) en nieuwe<br />

situaties (gebied met drijvende woningen). Zo wordt voorkomen dat het nieuwe uitgangspunt (drijvende<br />

woning = onroerend goed) zonder meer van toepassing wordt verklaard op bestaande situaties.<br />

Bij het bestemmen van water voor wonen moet uiteraard rekening worden gehouden met landelijke kaders<br />

zoals de Beleidslijn Grote Rivieren en de Kaderrichtlijn IJsselmeergebied.<br />

Grotere waterwoonlocaties zouden ook aangegeven moeten worden in structuurvisies van provincies.<br />

Bestemmingsplannen voor gebieden met waterwonen zullen enkele bijzondere bepalingen moeten bevatten:<br />

• Aangeven van maximale en minimale peilhoogte volgens Peilbesluit van de waterbeheerder.<br />

• Minimale vloerhoogte van woningen t.o.v. NAP; dit geldt niet voor drijvende woningen maar voor<br />

woningen op palen, terpen, dijken of eilanden in gebieden met peilfluctuatie (met verwijzing naar:<br />

Richtlijnen voor bouwen in natte gebieden).<br />

• Buitendijks: eis van een Hoogwaterplan waarin fysieke en organisatorische maatregelen zijn vastgelegd<br />

in geval van hoogwater (toegankelijkheid woningen voor bewoners en hulpdiensten, sluiten van<br />

openingen, ontruiming geparkeerde auto’s); zie hiervoor de Duitse voorbeelddocumenten<br />

Hochwasservorsorge uit het Rijngebied en Hamburg.<br />

Nadere uitwerking van deze maatregelen kan zo nodig worden geregeld in de gemeentelijke<br />

Bouwverordening.<br />

41

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!