Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...
Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...
Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
[9] In dit verband zijn ook de verschillen tussen Weitling en Marx rele<strong>van</strong>t. Zie hierover A. Meyer,<br />
‘Nachwort’, in W. Weitling, Garantien der Harmonie und Freiheit, mit einem Nachwort hrsg. v. A.<br />
Meyer, Stuttgart 1974, p. 355. Van dit boek <strong>van</strong> Weitling verschijnt de eerste druk in 1842. Engels<br />
schrijft over de (‘utopische’) Engelse en Franse, en de eerste Duitse socialisten, Weitling<br />
inbegrepen, dat zij het socialisme zien als de uitdrukking <strong>van</strong> de absolute waarheid, rede en<br />
gerechtigheid. Het socialisme behoeft volgens deze socialisten slechts ontdekt te worden om op<br />
eigen kracht de wereld te veroveren. Daar, vervolgt Engels, de absolute waarheid onafhankelijk is<br />
<strong>van</strong> tijd, ruimte en historische ontwikkeling is het zuiver toeval wanneer en waar zij wordt ontdekt.<br />
Zie MEW, Bd. 20, Berlin 1975, pp. 18-19. <strong>De</strong>ze karakterschets even verder volgend, kan men de<br />
vraag stellen of <strong>Dietzgen</strong> werkelijk boven een dergelijk vroeg-socialistisch denken uitstijgt. In<br />
voorliggende studie zal blijken dat hij dit ongetwijfeld wel doet, maar hierin niet altijd consequent<br />
is. Enerzijds ziet <strong>Dietzgen</strong> zijn theorie als theorie <strong>van</strong> de arbeidersklasse, gaat hij principieel uit <strong>van</strong><br />
een streng wetenschappelijk-socialistische stellingname, en gaat zijn dialectiek uit <strong>van</strong> de<br />
historiciteit <strong>van</strong> de wereld en het denken over de wereld. Inconsequent is dat <strong>Dietzgen</strong>s <strong>filosofie</strong><br />
niet in een duidelijk verband met deze historiciteit wordt ontwikkeld. Bovendien is ook de idee dat<br />
de waarheid, eenmaal gekend, haar eigen weg gaat, die als het ware automatisch doorzet en dus in<br />
hoge mate onafhankelijk <strong>van</strong> de historische en materiële voorwaarden daartoe is, een rationalistisch<br />
verlichtingsidee dat bij <strong>Dietzgen</strong> doorwerkt. Anders gezegd, <strong>Dietzgen</strong> verwacht, als leerling <strong>van</strong><br />
Feuerbach, wel erg veel <strong>van</strong> bewustwording op zich. Hiertegenover staan echter uitspraken waar<br />
<strong>Dietzgen</strong> realistisch het moeizaam verlopend bewustwordingsproces onder ogen ziet, bv. als hij stelt<br />
dat Marx’ theoretische therapie nog te sterk is voor deze wereld en de bevolking de waarheid in<br />
‘homeopathische’ hoeveelheden toegediend moet krijgen. Kortom, <strong>Dietzgen</strong>s positie is een andere<br />
dan die <strong>van</strong> Weitling <strong>van</strong> een aantal jaren eerder, al worden nog enkele utopisch-rationalistische<br />
trekken zichtbaar, of in ieder geval niet nadrukkelijk buiten het betoog gesloten.<br />
[10] Zie MEW, Bd. 13, Berlin 1975, pp. 8-11.<br />
[11] In verschillende stadia <strong>van</strong> mijn onderzoek heb ik gebruik mogen maken <strong>van</strong> kritische<br />
opmerkingen <strong>van</strong> mijn promotor Prof. Dr. Hans Heinz Holz, referent Jeroen Bartels, en <strong>van</strong> Jos<br />
Lensink, Herman Meijer, Betsy <strong>van</strong> Oortmarssen, <strong>De</strong>tlev Pätzold, Henk Schaaf en Piet<br />
Steenbakkers. Op het IISG te Amsterdam hielp de heer Götz Langkau me bij de inzage in<br />
authentieke brieven <strong>van</strong> <strong>Dietzgen</strong>; ook daarvoor dank. Aan het vertalen <strong>van</strong> de samenvatting hebben<br />
Karin Gellinek, Gerard Kingma en Arjo Vanderjagt bijgedragen.<br />
Samenstelling promotiecommissie: Prof. Dr. V.M. Bader, Prof. Dr. L.W. Nauta, Prof. Dr. G.H. ter<br />
Schegget