20.11.2014 Views

Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...

Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...

Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 4<br />

<strong>De</strong> historische grondslag <strong>van</strong> J. <strong>Dietzgen</strong>s<br />

denken<br />

Hieronder komen enkele facetten <strong>van</strong> <strong>Dietzgen</strong>s denken in relatie tot de geschiedenis <strong>van</strong> de<br />

<strong>filosofie</strong> aan bod. Belangrijke te onderzoeken verbanden, zoals de verhouding <strong>van</strong> <strong>Dietzgen</strong>s<br />

denken tot Kant en neokantiaanse tendensen, tot andere <strong>materialistische</strong> filosofen en de voor ons<br />

onderwerp zo belangrijke verbanden met Feuerbachs en Marx’ denken, worden nog afzonderlijk<br />

behandeld.<br />

4.1 ‘Das Akquisit der Philosophie’<br />

Directe verwijzingen naar werk <strong>van</strong> anderen zijn in <strong>Dietzgen</strong>s geschriften betrekkelijk schaars. Of<br />

hij bepaalde gedachten ontleent aan anderen, en wie dat eventueel zijn, kan dikwijls moeilijk<br />

worden nagetrokken. Engels refereert hieraan wanneer hij opmerkt dat <strong>Dietzgen</strong>s werk soms<br />

geniaal is, als men er zeker <strong>van</strong> zou zijn dat hij zijn opvattingen zelf heeft gevonden.[1] Zeker is dat<br />

<strong>Dietzgen</strong> sommige formuleringen op Kant en de kantianen, Feuerbach en Marx baseert, en<br />

daarnaast soms termen uit de niet-<strong>dialectisch</strong>e <strong>materialistische</strong> traditie gebruikt. Daarnaast spelen<br />

secundaire bronnen een rol, zoals werken <strong>van</strong> de door Hegel en Kant beïnvloede <strong>filosofie</strong>historicus<br />

K. Fischer.[2]<br />

Al vroeg leest <strong>Dietzgen</strong> Aristoteles, Kant en Fichte.[3] Sporen <strong>van</strong> zijn Aristoteles-lectuur zijn terug<br />

te vinden in <strong>Dietzgen</strong>s behandeling <strong>van</strong> kennis als weerspiegeling <strong>van</strong> de realiteit en in zijn<br />

opvatting <strong>van</strong> kennis als categoriale indeling <strong>van</strong> de werkelijkheid. In hoeverre <strong>Dietzgen</strong><br />

geïnspireerd is door Fichte is niet zeker. Naar het werk <strong>van</strong> Fichte wordt nauwelijks inhoudelijk<br />

verwezen. Ongetwijfeld zijn eerder Kant en het kantianisme een bron <strong>van</strong> vruchtbare reflectie,<br />

tenminste in de tijd dat <strong>Dietzgen</strong> zijn eerste hoofdwerk schrijft.<br />

Een eigen formulering <strong>van</strong> <strong>Dietzgen</strong> treffen we aan in de constatering dat het vraagstuk <strong>van</strong> de<br />

verhouding <strong>van</strong> zijn en denken de meest wezenlijke inhoud <strong>van</strong> de geschiedenis <strong>van</strong> <strong>filosofie</strong> vormt.<br />

Dit vraagstuk beschouwt hij als de rode draad <strong>van</strong> alle theorievorming in de <strong>filosofie</strong>: ‘Die <strong>De</strong>batte<br />

zwischen Idealismus und Materialismus (...) bildet den Inhalt der Philosophie. <strong>De</strong>r Gegensatz<br />

zwischen <strong>De</strong>nken und Sein, zwischen Ideal und Material ist das Objekt, dessen überwindung ihre<br />

Aufgabe darstellt.’[4] Hij wijst erop dat deze vraag historisch de inhoud <strong>van</strong> de <strong>filosofie</strong> vormt,<br />

waaraan hij klassieke namen verbindt als Leibniz, Kant, Fichte en Hegel. In de marxistische<br />

literatuur wordt soms gesteld of gesuggereerd dat pas sinds Engels’ ‘Feuerbach’, in 1886 in ‘Die<br />

Neue Zeit’ verschenen, de fundamentele betekenis <strong>van</strong> dat vraagstuk duidelijk gesteld zou zijn.[5]<br />

Beter kan men stellen dat de betekenis <strong>van</strong> dit vraagstuk steeds duidelijker werd uitgelegd en ook<br />

<strong>Dietzgen</strong>s originaliteit hier betrekkelijk is. Een expliciete formulering er<strong>van</strong> als historisch<br />

fundamenteel vraagstuk zien we bij Feuerbach, <strong>Dietzgen</strong> en met grotere nadruk op het belang<br />

hier<strong>van</strong> bij Engels. In <strong>Dietzgen</strong>s werk bestaat een zekere tegenstrijdigheid: hij herkent dit<br />

fundamentele vraagstuk als een historisch essentieel vraagstuk, maar probeert zelf een klip en klaar<br />

antwoord te vermijden door zijn materialistisch geformuleerde oplossing niet consequent als<br />

materialistisch te bestempelen, uit vrees met het ‘vulgair’ materialisme te worden vereenzelvigd.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!