20.11.2014 Views

Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...

Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...

Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>van</strong>uit de stand <strong>van</strong> zaken in de ‘Arbeiterbildungsvereine’ naar een wetenschappelijk socialisme in<br />

de tijd waar het utopisch socialisme weliswaar over zijn hoogtepunt is, maar nog dominant<br />

aanwezig blijkt te zijn.<br />

<strong>Dietzgen</strong>s bewustzijn deelt in de overgangsverhoudingen waarin het kapitalisme en het industrieel<br />

proletariaat in Duitsland ontstaan, die nieuwe theoretische invalshoeken mogelijk maken. Bijzonder<br />

is dat hij beseft dat de klassieke <strong>filosofie</strong> gekend moet worden om de <strong>filosofie</strong> überhaupt te kennen.<br />

Hij verwerpt niet slechts het oude, om vervolgens iets nieuws te ontwerpen, maar maakt de<br />

verandering zelf tot thema in een tijd waarin Hegel nauwelijks meer wordt gelezen. <strong>Dietzgen</strong><br />

probeert de in veel opzichten beslissende maatschappelijke veranderingsprocessen en daarmee<br />

samenhangende ideologische veranderingen in een theoretische samenhang te brengen, consequent<br />

Marx’ voorwoord bij ‘Zur Kritik der politischen ökonomie’ volgend.[10] Hij wil doordringen tot<br />

een nieuw wetenschappelijk inzicht waarin de praktische ervaringen <strong>van</strong> de arbeiders als klasse<br />

tijdens de opkomst <strong>van</strong> de kapitalistische maatschappij in de periode 1800-1870 worden<br />

meegewogen.<br />

In de geschiedenis <strong>van</strong> het socialistisch denken neemt <strong>Dietzgen</strong> een eigen positie in. Hij is geen<br />

representant <strong>van</strong> ‘het socialisme voor Marx’, maar ook niet <strong>van</strong> dat <strong>van</strong> ‘na Marx’. Hij is als<br />

tijdgenoot <strong>van</strong> Marx een der zeer weinigen die zich, op Marx en de arbeidersbeweging zich<br />

oriënterend, uitvoerig met <strong>filosofie</strong> bezighouden. Inhoudelijk leidt <strong>Dietzgen</strong>s inspanning tot de<br />

presentatie <strong>van</strong> een <strong>materialistische</strong> dialectiek en een <strong>dialectisch</strong>-<strong>materialistische</strong> kennistheorie.<br />

<strong>De</strong>ze studie is als volgt onderverdeeld. <strong><strong>De</strong>el</strong> I en II, hoofdstuk 1 tot en met 6, bevatten na een<br />

nadere inleiding in de problematiek en een precisering <strong>van</strong> de probleemstellingen, een analyse <strong>van</strong><br />

de inhoud <strong>van</strong> <strong>Dietzgen</strong>s <strong>filosofie</strong>.<br />

Het IIIe deel, hoofdstuk 7, beschouwt de onderlinge verhoudingen tussen de ideeën <strong>van</strong> Feuerbach,<br />

Marx en Engels, en <strong>Dietzgen</strong>. <strong>De</strong>ze theoretische problematiek is mede <strong>van</strong> belang om tot een<br />

beoordeling te komen <strong>van</strong> de ‘dietzgenisme’-discussies die in het begin <strong>van</strong> deze eeuw plaatsvinden<br />

binnen de arbeidersbeweging. <strong>Dietzgen</strong> laat zich zowel door Feuerbachs werk als door dat <strong>van</strong><br />

Marx inspireren. Als introductie <strong>van</strong> zijn <strong>filosofie</strong> was dus de behandeling <strong>van</strong> de verhouding <strong>van</strong><br />

beider invloed op <strong>Dietzgen</strong>s werk goed verdedigbaar geweest. Toch is ervoor gekozen eerst<br />

<strong>Dietzgen</strong>s denken filosofisch-systematisch tot zijn recht te laten komen en pas dan op genoemde<br />

problematiek in te gaan.<br />

<strong><strong>De</strong>el</strong> IV biedt een uitwerking naar de ethische, religie-kritische en economisch-filosofische kant <strong>van</strong><br />

<strong>Dietzgen</strong>s werk en de betekenis <strong>van</strong> zijn <strong>filosofie</strong> voor de geschiedenis <strong>van</strong> de revolutionaire<br />

arbeidersbeweging. Dit deel geeft bovendien meer zicht op belangrijke aspecten <strong>van</strong> de verhouding<br />

tussen het denken <strong>van</strong> <strong>Dietzgen</strong>, Feuerbach en Marx. Het sluit af met een beschouwing over<br />

interpretaties omtrent <strong>Dietzgen</strong> na diens dood.<br />

Citaten <strong>van</strong> <strong>Dietzgen</strong> worden in het Duits weergegeven. <strong>Dietzgen</strong> heeft een eigen stijl <strong>van</strong><br />

uitdrukken. Het leek wenselijk deze in de tekst te behouden. Tijdens het schrijven <strong>van</strong> de<br />

uiteindelijke tekst heb ik geaarzeld bij de vraag: weinig of veel citeren? Weinig <strong>Dietzgen</strong> zelf aan<br />

het woord laten heeft tot nadeel dat men vrijwel geen indruk krijgt <strong>van</strong> zijn tegenwoordig immers<br />

vrijwel onbekende geschriften en men zijn authentieke stijl voor een belangrijk deel mist. Veel<br />

citeren werkt onleesbaarheid in de hand. Uiteindelijk heb ik toch gekozen voor een presentatie <strong>van</strong><br />

vrij veel tekstfragmenten <strong>van</strong> <strong>Dietzgen</strong>, ondanks mogelijke nadelen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!