Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...
Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...
Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hegels historisch-<strong>dialectisch</strong> begrip wordt door <strong>Dietzgen</strong> in Marx’ politiek-economische analyse<br />
herkend: ‘Wir haben das dem listigen Weltgeist zu danken, der den Eigennutz der Kapitalisten für<br />
die Verwirklichung seiner Zwecke braucht.’[28] Het eigenbelang <strong>van</strong> de kapitalisten dient ongewild<br />
uiteindelijk nog een ander doel. <strong>De</strong> maatschappelijke ontwikkeling, waarin de belangrijkste dragers<br />
er<strong>van</strong>, de kapitalisten en arbeiders, zich aan<strong>van</strong>kelijk nog niet bewust zijn <strong>van</strong> hun eigen rol, zet<br />
zich door en wordt in Marx’ werk volledig inzichtelijk gemaakt. Hegel leert ons de ‘Weltgeist’<br />
kennen. <strong>De</strong> <strong>materialistische</strong> lezing <strong>van</strong> Hegels werk leert de ‘Geist’ kennen als het menselijk<br />
denken, dat de ‘Geist der Welt’ is.[29]<br />
<strong>De</strong>ze gedachte <strong>van</strong> <strong>Dietzgen</strong> overstijgt het kantiaans subjectivisme omdat deze uitdrukt dat alle<br />
vormen <strong>van</strong> denken noodzakelijk verbonden zijn met de wereld en dat de wereld hierin werkelijk<br />
wordt gekend. <strong>De</strong> onbegrensdheid <strong>van</strong> het kenproces als uitdrukking <strong>van</strong> de onbegrensde wereld<br />
wordt op basis <strong>van</strong> de Hegellezing beter begrepen, omdat Hegel de ontwikkeling <strong>van</strong> de idee als<br />
alles omvattende beweging heeft begrepen. Hegels ‘mysterieuze’ uitdrukkingswijze moet door de<br />
sociaaldemocratie worden gerectificeerd. Dan leert men kennen wat Hegels ‘Geist’ werkelijk is.<br />
Aan Hegel wordt nog enkele keren gerefereerd, getuige de opmerking naar aanleiding <strong>van</strong> de<br />
bekende uitspraak uit ‘Grundlinien des Rechts’: ‘Hegel behauptet, in der Welt sei alles vernünftig,<br />
also auch Widersprüche. Unter konservativen Scheine verbirgt sich darin eine sehr revolutionäre<br />
Erkenntnis, welche die “destruktiven” Geister sich zunutze machen, um den Weisen und ihrer<br />
stabilen unlebendigen, ungeordneten Ordnung, die keinen Widerspruch vertragen kann, gründlich<br />
zu widersprechen.’[30] Elders trekt <strong>Dietzgen</strong> conclusies uit Hegels <strong>filosofie</strong> met betrekking tot de<br />
vraag <strong>van</strong> de verhouding <strong>van</strong> zijn en denken: ‘Hegel hat recht: Die Vernunft sitzt im Kopfe, sie ist<br />
in aller Welt, “alles ist vernünftig”. Ich wiederhole: Das All ist “der wahre Jacob”.’[31] <strong>De</strong> ‘ware<br />
Jacob’ wordt er vaker bijgehaald. <strong>Dietzgen</strong> doelt op de oplossing <strong>van</strong> de vraag naar de verhouding<br />
<strong>van</strong> zijn en denken, die gevonden kan worden door de materiële werkelijkheid, die de subjectiviteit<br />
bepaalt en omvat, als uitgangspunt te nemen.<br />
<strong>Dietzgen</strong> schrijft in 1867 aan Marx dat het fundament <strong>van</strong> de wetenschap in het algemeen bestaat<br />
uit de kennis <strong>van</strong> het denkproces.[32] Hegel biedt een vergelijkbaar inzicht, meent hij kennelijk,<br />
wanneer hij later schrijft: ‘und wenn nun Hegel zeigte, “daß es nur darauf ankommt, unsern eigenen<br />
Geist zu begreifen, um damit auch den Geist der Welt zu erfassen”, so sind wir vollkommen<br />
einverstanden.’[33]<br />
Volgens <strong>Dietzgen</strong> geeft Hegel de zelfontwikkeling <strong>van</strong> de natuur de meest omvattende theoretische<br />
grondslag. Daarom waardeert hij diens werk zo, wanneer hij Hegel en Darwin vergelijkt. ‘Hegel hat<br />
die Entwicklungslehre viel universeller vorgetragen als Darwin.’[34] Darwin doorbreekt<br />
metafysische scheidslijnen in de zologie, Hegel universeel. <strong>De</strong>ze vergelijking gaat weliswaar niet<br />
geheel op, want Darwin beweegt zich op zijn terrein, zoals Hegel op het zijne. <strong>Dietzgen</strong> richt zich<br />
hier echter eigenlijk tegen Haeckel die zijn natuurmonisme <strong>van</strong> de evolutietheorie afleidt. Haeckels<br />
natuurmonisme is te beperkt, zo meent <strong>Dietzgen</strong>, omdat hierin de kernvragen <strong>van</strong> de <strong>filosofie</strong>, en<br />
met name de actieve rol <strong>van</strong> de subjectiviteit daarin, eenzijdig worden behandeld. Hier tegenover<br />
erkent <strong>Dietzgen</strong> Hegels verdienste <strong>van</strong>wege de universaliteit <strong>van</strong> zijn <strong>filosofie</strong>. Hij verbindt<br />
vervolgens deze beoordeling met zijn kritiek op Kant.[35] Kants metafysische kloof tussen een<br />
kenbare wereld en de dingen ‘an sich’ wordt in Hegels universele benadering opgeheven, althans:<br />
‘(...) unser Hegel hat dazu einen sehr wesentlichen Beitrag geliefert.’[36]<br />
Weinig positief is <strong>Dietzgen</strong>s oordeel wanneer hij spreekt over Hegels theoretische ontwikkeling <strong>van</strong><br />
het begrip. Hij stelt in dat verband dat Hegels idealisme neerkomt op een ‘undurchdringlichen