20.11.2014 Views

Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...

Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...

Deel I De dialectisch-materialistische filosofie van Joseph Dietzgen ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

In ‘Streifzüge eines Sozialisten in das Gebiet der Erkenntnistheorie’ sluit <strong>Dietzgen</strong> aan bij Spinoza’s<br />

opvatting dat er één oneindige substantie bestaat.[46] Dit begrip substantie gebruikt hij zelf over het<br />

algemeen niet, maar Spinoza’s uitdrukking vindt hij acceptabel. Alle eindige dingen ‘stammen von<br />

ihr ab’, zijn ‘Modi’ <strong>van</strong> de substantie; hierin verklaart <strong>Dietzgen</strong> het met Spinoza eens te zijn. Want<br />

zoals de natuurwetenschap laat zien, is alles afhankelijk <strong>van</strong> de ‘Ewigkeit des Stoffs und die<br />

Unvergänglichkeit der Kraft’. Spinoza’s opvatting over het bestaan <strong>van</strong> twee oneindige absolute<br />

attributen <strong>van</strong> de ene absolute substantie wijst <strong>Dietzgen</strong> af: ‘ – Das ist gefehlt, namentlich das<br />

absolute <strong>De</strong>nken hat nichts für sich. Auch mit der absolute Ausdehnung ist wenig gesagt. (...)<br />

Unsere heutige Wissenschaft vom <strong>De</strong>nken und vom Gedanken geht über die spinozistische an<br />

Klarheit und Bestimmtheit weit hinaus. Wir wissen nunmehr, daß das <strong>De</strong>nken oder Bewußtsein kein<br />

mysteriöser Behalter der Wahrheit ist, ...’[47] Dus met betrekking tot de verhouding <strong>van</strong> zijn en<br />

denken meent <strong>Dietzgen</strong> Spinoza te moeten corrigeren.<br />

<strong>De</strong> spinozistische uitleg <strong>van</strong> de verschijningsvormen <strong>van</strong> de absolute natuur wordt door <strong>Dietzgen</strong><br />

geaccepteerd, maar naast de ‘substantie’ en haar verschijningsvormen mag men geen begrippen of<br />

‘dingen’ accepteren die de status <strong>van</strong> het absolute hebben. Alleen de totale samenhang en haar<br />

ideële uitdrukking kan men als absoluut, onbeperkt, onbegrensd of oneindig definiëren. ‘Die Welt<br />

oder das Absolute oder die Natur oder das Universum oder wie man sonst das Ding der Dinge, das<br />

Einzige und Unendliche noch nennen will, dehnt sich endlos aus, im Raume und in der Zeit; aber<br />

dennoch ist jedes Räumchen des Raumes und jedes Stückchen der Zeit, wie auch jedes andere Ding,<br />

was darin enthalten, ein individuelles, veränderliches, vergängliches, beschränktes Ding, und macht<br />

das <strong>De</strong>nken von dieser Beschränktheit und Endlichkeit keine Ausnahme.’[48]<br />

<strong>Dietzgen</strong> vindt de <strong>dialectisch</strong>-<strong>materialistische</strong> kentheorie nauwkeuriger dan de spinozistische. Want<br />

de mysterieuze uitdrukkingsvorm die <strong>Dietzgen</strong> bespeurt in de spinozistische opvatting met<br />

betrekking tot het denken of bewustzijn, en het nog on<strong>dialectisch</strong>e begrip ‘absolute Ausdehnung’,<br />

worden in de kentheorie overwonnen. Het denken is weliswaar een oneindig kenvermogen, dat<br />

‘aber doch nicht unendlicher sein will als jeder andere besondere Stoff und jede andere Kraft.’[49]<br />

Oneindige kennismogelijkheid houdt bij <strong>Dietzgen</strong> materiële gebondenheid, en in die zin<br />

veranderlijkheid, eindigheid en beperktheid in. <strong>Dietzgen</strong> verwerpt aldus de spinozistische oneindige<br />

‘attributen’, waarin hij een verouderd metafysisch restant ziet.<br />

Spinoza’s bepaling <strong>van</strong> de substantie als God en natuur leidt tot een dubbel perspectief waarin zijn<br />

werk kan worden uitgewerkt, hetgeen daadwerkelijk is gebeurd in idealistische en <strong>materialistische</strong><br />

<strong>filosofie</strong>ën.[50] Beide gezichtspunten leiden in een consequente uitleg tot bepaalde<br />

tegenstrijdigheden in Spinoza’s werk.<br />

Uitgaande <strong>van</strong> een <strong>materialistische</strong> of idealistische interpretatie kan niet worden ontkomen aan de<br />

idee dat uiteindelijk de materiële werkelijkheid de ideële werkelijkheid bepaalt, of omgekeerd.<br />

Spinoza gaat uit <strong>van</strong> een parallellisme tussen denken en lichamelijke werkzaamheid, niet <strong>van</strong> een<br />

directe wederzijdse invloed.[51] Als dit parallellisme consequent wordt genomen is het de vraag of<br />

er uiteindelijk een monisme over kan blijven. <strong>Dietzgen</strong> denkt hier wezenlijk anders over, al wordt<br />

bij hem de tegenspraak tussen zijn en denken niet in alle opzichten systematisch ontwikkeld. Naar<br />

zijn mening ontstaat het denken uit de natuur en is de invloed <strong>van</strong> de materiële werkelijkheid op het<br />

denken als ideële activiteit primair, terwijl de omgekeerde invloed <strong>van</strong> het denken op de materiële<br />

werkelijkheid secundair is.<br />

<strong>Dietzgen</strong> spreekt niet over een substantieleer, wél over een wereldbeschouwing waarin de wereld<br />

zelf het ene bepalende beginsel is. Ook Spinoza blijft niet bij de substantie als abstractum alleen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!