afst.bundel 8 MEI 07 - Technische Universiteit Eindhoven
afst.bundel 8 MEI 07 - Technische Universiteit Eindhoven
afst.bundel 8 MEI 07 - Technische Universiteit Eindhoven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Afbeelding 2 Maquette; bovenaanzicht en zijaanzicht<br />
Afbeelding 3 Plattegrond<br />
<strong>afst</strong>udeer<strong>bundel</strong> faculteit bouwkunde<br />
Afbeelding 5 Detail dak dicht (links) en dak open (rechts)<br />
om deze openheid te behouden.<br />
Het gebouw is in tweeën gedeeld. Hierbij worden in het ene<br />
gebouwdeel de Europese vogels geplaatst en worden in het<br />
andere gebouwdeel de Afrikaanse vogels en dieren geplaatst.<br />
Omdat de daklijn en de lijnen in de gevel vloeiend in elkaar over<br />
gaan, oogt het toch als één geheel. Elk gebouwdeel is tachtig<br />
meter lang. De grootste bogen maken een overspanning van<br />
63 meter en hebben een hoogte van 15,5 meter. Hart op hart<br />
staan de bogen acht meter uit elkaar. De afmetingen van de<br />
bogen zijn in eerste instantie bepaald door de functionele eisen,<br />
de gebogen begrenzing van het kavel ten gevolge van het achtergelegen<br />
spoor en het behoud van de organische vorm door het<br />
toepassen van - voor het oog - vloeiende lijnen. Vervolgens zijn<br />
er twee ontwerpsystemen toegepast op dit ontwerp, om een systematische<br />
oplossing te vinden voor een organisch ontwerp. De<br />
twee ontwerpprincipes zijn het systeem van concentrische cirkels<br />
en het systeem van de verschoven cirkels (zie afbeelding 4).<br />
Bij het systeem van de concentrische cirkels is elke strook tussen<br />
twee bogen een deel van het oppervlak van een kegel, waarbij<br />
de as van de kegel door het centrum van de bogen gaat.<br />
De ruimte tussen de bogen kan opgevuld worden met vlakke<br />
vierhoekige - trapeziumvormige - elementen. Deze elementen<br />
zijn per strook aan elkaar gelijk. Ook de koppeling van twee<br />
bogen bestaat per strook uit dezelfde secundaire liggers.<br />
Bij het tweede systeem van de verschoven cirkels is elke strook<br />
tussen twee bogen een deel van het oppervlak van een verschoven<br />
cilinder, waarbij de stralen van de bogen aan elkaar gelijk<br />
zijn. De ruimte tussen de bogen kan opgevuld worden met vlakke<br />
vierhoekge - parallelvormige - elementen. Bij dit systeem verschillen<br />
de elementen van het dakvlak per strook wel van vorm,<br />
maar zijn de secundaire liggers nog steeds gelijk aan elkaar.<br />
Het uiteindelijke ontwerp is een afwisseling van deze twee systemen.<br />
Er is gekozen om gebruik te maken van deze twee systemen,<br />
omdat de combinatie van deze twee de mogelijkheid<br />
geeft tot vrijere vormen.<br />
Afbeelding 6 Detail aansluiting dakconstructie, fundering en vloer<br />
Er zijn twee overgangsstukken toegepast zonder deze systematiek.<br />
Dit laatste is gedaan om te kunnen blijven voldoen aan de<br />
eerder gestelde uitgangspunten, waarbij vooral het esthetische<br />
aspect van de vloeiende lijnen doorslaggevend is geweest.<br />
De dakhuid is onder de bogen gehangen, om een zo rustig<br />
mogelijk beeld binnenin het gebouw te creëren. Deze dakhuid<br />
bestaat voor het grootste deel uit glasplaten. Een deel van het<br />
gebouw is dichtgezet met een houten afwerking. Dankzij het<br />
toegepaste systeem van de concentrische cirkels is het mogelijk<br />
geweest om in het gebouwdeel Europa een deel van de dakconstructie<br />
verrijdbaar te maken en dus te kunnen openen.<br />
Dit verrijdbare dak loopt onder de boog door en verdwijnt boven<br />
het vaste dakdeel in geopende toestand (zie afbeelding 5).<br />
Constructief bestaat het gebouw dus uit evenwijdig aan elkaar<br />
geplaatste bogen, gemaakt van ronde stalen buizen. De bogen<br />
zijn aan de uiteindes scharnierend verbonden met de fundering.<br />
Elke boog is aan de uiteindes gekoppeld door een trekstang om<br />
de spatkrachten op te kunnen vangen.<br />
De verticale afdracht van de belastingen gebeurd door middel<br />
van tweepaalspoeren (zie afbeelding 6).<br />
De bogen zijn onderling gekoppeld door middel van vierkante<br />
stalen kokerprofielen. De stabiliteit wordt in het vlak van de<br />
boog verzorgd door de bogen zelf. Uit het vlak van de bogen<br />
wordt de stabiliteit verzorgd door windverbanden. Per gebouwdeel<br />
zijn twee windverbanden toegepast, waarbij de horizontale<br />
belasting vanuit de gevel via de secundaire liggers door de windverbanden<br />
afgedragen wordt naar de fundering. De bogen worden<br />
in twee delen aangeleverd. Ze worden getransporteerd via<br />
het water, waarna het laatste deel van het transport over de<br />
openbare weg plaats vindt. Deze delen worden op de bouwplaats<br />
aan de voet van de uiteindelijke locatie van de boog gelost, geassembleerd<br />
en geplaatst. Dit alles kan gedaan worden met één<br />
kraan. De secundaire constructie en de windverbanden worden<br />
met een kleinere mobiele kraan geplaatst.<br />
25