afst.bundel 8 MEI 07 - Technische Universiteit Eindhoven
afst.bundel 8 MEI 07 - Technische Universiteit Eindhoven
afst.bundel 8 MEI 07 - Technische Universiteit Eindhoven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
M. Kuhlmann<br />
En wat nou als...?<br />
Twijfel over het al dan niet kunnen wijzigen van een DBFMO<br />
contract.<br />
Afstudeerrichting<br />
Construction Management and Engineering<br />
Afstudeercommissie<br />
Prof. dr. ir. W.F. Schaefer<br />
Ir. E.G.J. Blokhuis<br />
Ir. L.J.A.M. van Griensven<br />
Naar Brits voorbeeld is de Nederlandse overheid begonnen met<br />
het stimuleren van geïntegreerde contracten in de utiliteitsbouw.<br />
Het Engelse PFI is voor Nederland vertaald in DBFMO (design,<br />
build, finance, maintain en operate). Dit zijn contracten waar<br />
een consortium van partijen een langdurige verantwoordelijkheid<br />
krijgt over de opdracht, ook na oplevering.<br />
Naast het ontwerp en de bouw van het project, waarbij de architect<br />
aan de zijde van de opdrachtnemer zit, zal het consortium<br />
ook de financiering op zich moeten nemen. Verder wordt na<br />
oplevering door het consortium een pakket aan onderhoudsdiensten<br />
en facility management geleverd. De opdrachtgever<br />
betaalt dit consortium voor de beschikbaarheid van het gebouw<br />
en de geleverde diensten, op basis van gestelde prestatie-eisen.<br />
Om duurzaamheid en innovatie te stimuleren, wordt de<br />
opdracht functioneel gespecificeerd.<br />
<strong>afst</strong>udeer<strong>bundel</strong> faculteit bouwkunde<br />
28<br />
Datum <strong>afst</strong>uderen<br />
29 januari 2008<br />
Samenvatting<br />
Met een geïntegreerd (DBFMO) contract gaat een opdrachtnemend<br />
consortium voor lange tijd de verplichting aan om de<br />
opdrachtgever een gebouw en bijbehorende diensten te leveren,<br />
op basis van een periodieke vergoeding.<br />
In de Nederlandse utiliteitsbouw gebeurt dit nog nauwelijks.<br />
De lange contractuele verbondenheid roept de vraag op of de<br />
opdrachtgever wel voldoende ruimte heeft om eventuele wijzigingen<br />
te kunnen doorvoeren. Daarom is gekeken naar invloeden<br />
op de positie van een opdrachtgever, wanneer deze in<br />
onderhandeling treedt met de opdrachtnemer over een verandering<br />
in het project gedurende de operationele fase. Dit is gedaan<br />
met gebruik van de vignetmethode, waarin fictieve cases aan<br />
respondenten worden voorgelegd.<br />
Trefwoorden<br />
Opdrachtgever<br />
Geïntegreerde contracten<br />
Onderhandelen<br />
Flexibiliteit<br />
Vignetmethode<br />
In dit onderzoek is op zoek gegaan naar de wisselwerking<br />
tussen een opdrachtgever en een opdrachtnemend consortium.<br />
Uitgangspunt hierbij was het complexe geïntegreerde contract.<br />
Uit interviews en een literatuurstudie kwam naar voren dat er<br />
getwijfeld werd aan de flexibiliteit van DBFMO contracten.<br />
Met andere woorden, of de opdrachtgever nog wel voldoende<br />
ruimte gelaten wordt om te kunnen reageren op veranderende<br />
omstandigheden. Omdat dergelijke contracten veelal door een<br />
complexe opdrachtgever zullen worden toegepast is hier behoefte<br />
aan. Het zullen grote (semi-)publieke of private opdrachtgevers<br />
zijn, die zowel in de organisatie zelf als in hun omgeving<br />
veel krachten kennen. Er kan bovendien spanning ontstaan<br />
tussen de projectorganisatie en de lijnorganisatie door deze<br />
dynamiek aan opdrachtgeverzijde.<br />
Daarom is een wijzigingssituatie beschreven waarin de<br />
opdrachtgever iets in ontwerp, bouwvolume, dienstenaanbod<br />
of functie van zijn gebouw wil veranderen zodanig dat het betalingsmechanisme<br />
dient te worden aangepast. Dit, terwijl het<br />
project al in de operationele fase is. De vraag wordt beantwoord<br />
wat invloed heeft op contractuele flexibiliteit voor een opdrachtgever<br />
en of er verschil bestaat tussen een "geïntegreerde" en<br />
een "traditionele" situatie.