Uitleg CAR-teksten hervorming FLO - CAR-UWO
Uitleg CAR-teksten hervorming FLO - CAR-UWO
Uitleg CAR-teksten hervorming FLO - CAR-UWO
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Voor huidige medewerkers is overgangsrecht afgesproken:<br />
- medewerkers die zijn geboren vóór 1950 en sinds 1 april 1997 deelnemer zijn bij het ABP<br />
kunnen nog gebruik maken van de FPU-achtige-regeling van het ABP. Partijen hebben<br />
daarom besloten dat een regeling vergelijkbaar met de huidige <strong>FLO</strong>-regeling voor deze<br />
personen van kracht blijft. Wel zal de uittreedleeftijd drie maanden opschuiven (conform<br />
hoofdlijnenakkoord) en wordt de uitkering gemaximeerd op 80%. Op leeftijd 62 zal de<br />
uitkering worden verlaagd naar 70%.<br />
- Medewerkers met meer dan twintig dienstjaren op 1 januari 2006 en geboren na 1949<br />
ontvangen voor ieder jaar dat zij werkzaam zijn geweest in een huidige <strong>FLO</strong>-functie een<br />
persoonlijk budget van 2% van het salaris. Het persoonlijk budget wordt maximaal betaald<br />
over een periode van twintig dienstjaren. Dit budget kan gebruikt worden als inleg voor de<br />
levensloopregeling of anderszins.”<br />
Belangrijkste punten bij de uitwerking van de CAO-afspraken<br />
Deze rechten zijn van toepassing verklaard op alle mensen die een functie vervullen die, zonder<br />
bezwarend te zijn, wel recht gaf op <strong>FLO</strong>-ontslag.<br />
4.5.2 Voorwaarden<br />
Om onder deze overgangsgroep te vallen, moet de ambtenaar aan de volgende 4 voorwaarden<br />
voldoen. Hij moet:<br />
- op 31 december 2005 werkzaam zijn geweest bij een beroepsbrandweerkorps of bij een<br />
ambulancedienst; en<br />
- op 31 december 2005 een betrekking hebben vervuld, waarvoor door het college op grond van<br />
artikel 8:3, zoals dat luidde op 31 december 2005, leeftijdsgrenzen zijn bepaald; en<br />
- sinds 31 december 2005 onafgebroken een betrekking hebben vervuld, waaruit op grond artikel<br />
8:3, zoals dat luidde op 31 december 2005, ontslag werd verleend op de leeftijd van 55 jaar of<br />
ouder; en<br />
- een functie vervullen, die niet voldoet aan de definitie van ‘bezwarende functie’.<br />
Het belangrijkste verschil met de groepen die in paragraaf 4.2, 4.3 en 4.4 beschreven is, is dat deze<br />
ambtenaar een niet-bezwarende functie vervult, terwijl daaraan wel een <strong>FLO</strong>-leeftijd verbonden was.<br />
<strong>CAR</strong>-artikelen<br />
Artikel 9b:1 en 9b:50 <strong>CAR</strong>.<br />
4.5.3 Afspraken<br />
Voor de rechten van deze ambtenaren wordt een onderscheid gemaakt tussen ambtenaren die na<br />
1949 geboren zijn en die – op 1 januari 2006 – 20 dienstjaren 57 of meer had in een functie waaraan<br />
een <strong>FLO</strong>-leeftijd verbonden was en ambtenaren die voor 1950 geboren zijn.<br />
4.5.3.1 Ambtenaren geboren na 1949, met op 1 januari 2006 20 dienstjaren of meer<br />
De ambtenaar die geboren is na 1949 en die op 1 januari 2006 20 dienstjaren of meer had in een<br />
functie, waaraan een <strong>FLO</strong>-leeftijd verbonden was, ontvangt over de 20 dienstjaren voor 2006 een<br />
levensloopbijdrage van 2% van het voor de ambtenaar geldende jaarsalaris over het jaar dat de functie<br />
werd bekleed.<br />
Voor het berekenen van de periode van 20 jaar moet vanaf 2006 terug gerekend worden. Alle mensen<br />
die aan de voorwaarden voldoen, krijgen over die periode 2% van het in het betreffende jaar geldende<br />
jaarsalaris dat voor de ambtenaar gold. Mensen die vanaf 1986 onafgebroken in een oud-<strong>FLO</strong>-functie<br />
hebben gewerkt, krijgen dus 2% van het jaarsalaris in de jaren 1986 tot en met 2005.<br />
57 Zie voor de definitie van dienstjaren onderdeel b en c op pagina 16.