10.07.2015 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BIAXiaal 185 9met daarop verschillende kapsporen van een bijl. De kapsporen waren maximaal ca. 5,5cm breed. Wellicht is dit kapvlak ontstaan bij het omkappen van de boom.3.3.7 Steenakker 1999 waterkuil (contextnr. 23-2)De waterkuil is gedateerd in de late Bronstijd of de vroege IJzertijd. In de vulling van dekuil is veel hout en houtskool aangetroffen. Het hout was in vrij slechte staat. Er isdaarom geen onderzoek naar bewerkingssporen gedaan en er zijn geen maten genomen.Een tiental stukken is gedetermineerd. Dat leverde de volgende houtsoorten op: eik, els,es en wilg.3.4 WATERPUTTEN UIT DE IJZERTIJD3.4.1 Emerakker 2000 waterput (contextnr. 1-1)Tijdens de opgravingscampagne in 2000 op Emerakker is een waterput aangetroffen dieop grond van het aardewerk en de structuur is gedateerd op midden-IJzertijd. De waterputwas rechthoekig van vorm en mat één bij ruim één meter. De beschoeiing bestond uitpalen die vrijwel aaneengesloten naast elkaar in de grond waren geslagen. Tussen depalen waren geen verbindingen aangebracht. Van twee zijden waren in totaal 28 palenbewaard gebleven. Deze zijn beschreven en gedetermineerd. Op twee palen vanwilgenhout na, was in de constructie elzenhout gebruikt. De palen zijn in meerdere delengekloofd en aangepunt. De puntvorm was afhankelijk van de paalvorm en bestondmeestal uit twee tot vier kapvlakken. Het lijkt erop dat voor het bewerken een bijl met eenconvexe bijlsnede is gebruikt. De kapsporen waren opvallend hol en doen vermoeden dathier stenen of bronzen bijlen zijn gebruikt.Uit de vulling van de waterput zijn twee stukken hout gedetermineerd. Eenmaal ginghet om vergaan hout waarvan alleen de schors was overgebleven. Het tweede object waseen elzenhouten tak met een diameter van 3 cm, die aan één uiteinde was aangepunt.3.4.2 Moskes 1998 waterput (contextnr. 4-199)Deze fraaie waterput stond oorspronkelijk te boek als kuil 10 en is gedateerd in de vroegeIJzertijd. De wanden waren versterkt met een kleine veertig palen die op regelmatigeafstand van elkaar schuin in de grond waren geslagen. 10Twee van de 38 onderzochte vondsten (de nummers 7/27 en 7/?) bleken geen hout(meer) te bevatten, maar heel harde brokken humeus materiaal in de vorm van een paal.Van de overige 36 onderzochte palen, waren er 35 van eik en één van berk (Betula). Deberk is in het midden van de kuil gevonden, en was door de bodem heen geslagen.Voor de bouw van de beschoeiing zijn eikenstammen gebruikt met diameters van 12tot 17 cm. De meeste stammen zijn eerst in zes tot acht parten per stam gekloofd, daarnaop lengte gemaakt en vervolgens aangepunt. De palen waren aan de bovenzijde verweerd.Toch kon van één paal (nr. 7/6) nog de totale lengte worden vastgesteld, 154 cm. Het lijktaannemelijk dat de andere palen van vergelijkbare lengte waren.De puntvorm was afhankelijk van de vorm van de paal. In principe werd de puntgemaakt aan de schorszijde van het hout. Wanneer de paal bestond uit een zesde deel vande stam (stamvorm VI in bijlage 4), werd de punt met twee afslagen gemaakt, één aan deschorszijde en één aan de keerzijde van de schors. Enkele palen waren wel aangepunt,maar liepen niet in een punt uit. De punten eindigden in een vlak stukje van circa 1 bij 1cm. Eén paal, vondstnummer 7/18, is als het ware op zijn kop gebruikt. Dat wil zeggendat niet de wortelkant van de stam of tak is aangepunt, maar de kant waar de kruin zichbevindt.De palen zijn aangepunt met behulp van een wisselend aantal bijlslagen. De gebruiktebijl of bijlen hadden een vrij vlakke en rechte snede. De lengte van de bijlsnede kon niet10 Zie ook Kooistra & Van den Eijnde 2001.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!