4. Implementatieplannen4.1 Het plan van aanpakOm de invoering van het landelijk elektronisch medicatiedossier (EMD) te realiseren op 1 januari2006, heeft VWS op 1 maart 2005 een plan van aanpak opgesteld. Uitgangspunt hierbij is dat inprincipe het veld – de zorgverleners en zorgverzekeraars – zelf verantwoordelijk is <strong>voor</strong> de inzet vanICT ten behoeve van (de verbetering van) het zorgverleningsproces. Dit betreft de implementatie, deuitvoering en het veilig en betrouwbaar communiceren volgens NEN-norm 7510. De overheid isverantwoordelijk <strong>voor</strong> het creëren van de <strong>voor</strong>waarden die leiden tot betrouwbare en veiligeinformatie-uitwisseling. Het gaat dan om de realisatie van een identificerend stelsel van patiënten,zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Daarnaast is de overheid, in casu de IGZ, verantwoordelijk <strong>voor</strong>het toezicht op de kwaliteit van de zorgverlening. Aangezien de gewenste versnelling van ICTontwikkelingen naar een landelijk medicatiedossier en <strong>EPD</strong> achterwege blijft, heeft VWS deverantwoordelijkheid op zich genomen om de totstandkoming van de genoemde basisinfrastructuurte bewerkstelligen. Daartoe wordt onder meer NICTIZ gefaciliteerd door VWS. Ook zal VWS eroptoezien dat het landelijk schakelpunt wordt ingericht. Uitgangspunt blijft hierbij dat het beheer engebruik van het schakelpunt in principe een kwestie van het veld zelf is. Het EMD wordt gezien alseen eerste hoofdstuk van het <strong>EPD</strong>. Het uiteindelijke doel is dan ook de realisatie van een landelijk<strong>EPD</strong>. 61 Tevens zal toegang tot het elektronisch dossier van de patiënt zelf geregeld worden. Tenbehoeve van de eerste implementatiestappen in 2005 wordt een implementatiestuurgroep onderleiding van de Directeur-Generaal Gezondheidszorg van VWS met vertegenwoordigers uit het veld enNICTIZ opgericht. 62 Deze stuurgroep rapporteert periodiek aan de minister van VWS. 63Het opgestelde plan van aanpak dat minister Hoogervorst hanteert <strong>voor</strong> de invoering van eenlandelijk medicatiedossier op 1 januari 2006, roept vraagtekens op in de Tweede Kamer. Hoogervorstgeeft aan dat de volledige, landelijke invoering van EMD per 1 januari 2006 niet haalbaar is, maar datin ieder geval wel een begin zal worden gemaakt met het systeem. De navolgende moties wordeningediend op 25 maart 2005 en zijn aangenomen op 29 maart 2005. 64• Motie van het lid Omtzigt c.s.: De regering wordt verzocht het gebruik van het EMD vanaf 1januari 2006 op te leggen aan allen die medicijnen <strong>voor</strong>schrijven aan of distribueren onderpatiënten, en dit te doen in overleg met de betrokken zorgverleners. 65• Motie van het lid Timmer: De regering wordt verzocht te garanderen dat bij de ontwikkelingen implementatie van het EMD, en later het <strong>EPD</strong>, wordt voldaan aan de gesteldekwaliteitseisen en dat de patiënt eigenaar is van de gegevens. 6661 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2005). ICT in de zorg. Van elektronisch medicatie dossiernaar elektronisch patiënten dossier. Plan van aanpak. Den Haag: 1 maart 2005.62 In de implementatiestuurgroep nemen de volgende organisaties deel: VWS, NICTIZ, NHG, KNMP, NVZ, NFU,NPCF, IGZ, Orde van Medisch Specialisten en ZN.63 Hoogervorst, J.F. (2005). Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Den Haag, 2maart 2005. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 27 529, nr. 7.64 Tweede Kamer. Stemmingen. Den Haag, 29 maart 2005. TK 65.65 Omtzigt, Schippers, Koşer Kaya, Timmer en Van der Vlies (2005). Motie van het lid Omtzigt c.s.. Den Haag, 23maart 2005. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 27 529, nr. 8.32
• Motie van het lid Schippers c.s.: De regering wordt verzocht alle normen en standaarden dienoodzakelijk zijn <strong>voor</strong> het gebruik van het elektronisch medicatiedossier zodanig vast testellen en het gebruik ervan dwingend op te leggen aan alle betrokkenen bij het elektronischmedicatiedossier dat invoering per 1 januari 2006 kan worden gegarandeerd. 67• Motie van het lid Koşer Kaya c.s.: De regering wordt verzocht vóór 1 januari 2006 het vullenvan het EMD als <strong>voor</strong>waarde te stellen <strong>voor</strong> financiering van de zorgverlener en de Kamer<strong>voor</strong> de zomer aanstaande te berichten over de wijze waarop dat is vormgegeven. 68• Motie van het lid Koşer Kaya c.s.: De regering wordt verzocht met concrete <strong>voor</strong>stellen <strong>voor</strong>financiële prikkels <strong>voor</strong> samenwerking te komen en deze op te nemen in het in mei 2005 uitte brengen spoorboekje <strong>voor</strong> implementatie, zodat de zorgmarkt zo wordt ingericht datsamenwerking wordt gestimuleerd door economische motieven, en op deze maniersamenwerking wordt beloond en financiële belemmeringen <strong>voor</strong> ketensamenwerkingworden opgeheven. 694.2 Het implementatieplanMinister Hoogervorst neemt deze moties mee in de verdere plannen van aanpak. In hetimplementatieplan dat wordt uitgegeven op 26 mei 2005 heeft de minister een aantal verplichtingenopgesteld om te voldoen aan de moties. In het Implementatieplan is sprake van vierprogrammalijnen, namelijk de ontwikkeling van het Landelijk Schakelpunt (LSP), het Burger ServiceNummer (BSN), de Unieke Zorgidentificatie pas (UZI) en de koploper instellingen die als eerstengebruik maken van het EMD/WDH. Het implementatieplan stelt verder dat aangezien professionalsin de zorg zelf richtlijnen ontwikkelen over hoe zij hun beroep dienen uit te oefenen, het gebruik vanhet medicatiedossier in de professionele standaarden opgenomen dient te worden. Ook komt er eenwettelijke verplichting <strong>voor</strong> het <strong>EPD</strong>/EMD. Het doel van deze wetgeving is om de introductie tebevorderen en om een juridisch kader te creëren. Tot slot stelt het implementatieplan dat VWS zichsamen met het College tarieven gezondheidszorg (CTG) en de Zorgautoriteit in oprichting (ZAio)oriënteert op tarieven <strong>voor</strong> financiële stimulansen <strong>voor</strong> zorgaanbieders, dat VWS samen metZorgverzekeraars Nederland (ZN) beziet in hoeverre zorgverzekeraars het gebruik van hetmedicatiedossier als <strong>voor</strong>waarde willen en kunnen stellen bij het contracteren van zorgaanbieders endat de IGZ toezicht houdt op het EMD. 70 Minister Hoogervorst geeft daarnaast in reactie op demoties aan dat hij niet meer hoeft in te gaan op de noodzaak van de invoering van het EMD en het66 Timmer (2005). Motie van het lid Timmers. Den Haag, 23 maart 2005. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 27 529, nr. 9.67 Schippers, Omtzigt, Koşer Kaya, Nawijn (2005). Motie van het lid Schippers c.s.. Den Haag, 23 maart 2005.Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 27 529, nr. 11.68 Koşer Kaya, Schippers, Omtzigt (2005). Motie van het lid Koşer Kaya c.s.. Den Haag, 23 maart 2005. TweedeKamer, vergaderjaar 2004-2005, 27 529, nr. 12.69 Koşer Kaya, Schippers, Omtzigt (2005). Motie van het lid Koşer Kaya c.s.. Den Haag, 23 maart 2005. TweedeKamer, vergaderjaar 2004-2005, 27 529, nr. 13.70 Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2005). Implementatieplan 2005. Elektronisch MedicatieDossier (EMD) en Waarneem Dossier Huisartsen (WDH). Den Haag, 26 mei 2005.33
- Page 1: Het EPD voorbij?Evaluatie Besluitvo
- Page 4 and 5: 5.5 Advies van CBP en Actal .......
- Page 6 and 7: ManagementsamenvattingDe afgelopen
- Page 8 and 9: verloopt de samenwerking met de LHV
- Page 10 and 11: eflectie op het besluitvormingsverl
- Page 12 and 13: overheid van de beweging van andere
- Page 14 and 15: om gegevens in te zien en dat allee
- Page 16 and 17: etrokken partijen in het besluitvor
- Page 18 and 19: DEEL 1: HET BESLUITVORMINGSPROCES18
- Page 20 and 21: Zorgonderzoek Nederland start in 19
- Page 22 and 23: In december 1998 stelt het RVZ nogm
- Page 24 and 25: singen in de zorg samen te laten sm
- Page 26 and 27: Gedurende deze periode blijft NICTI
- Page 28 and 29: vooral de snelheid van realisatie.
- Page 30 and 31: te worden verscherpt om de juisthei
- Page 34 and 35: EPD, want: “Iedereen is er immers
- Page 36 and 37: van het EPD, en ten tweede het bied
- Page 38 and 39: 5. Formele advisering5.1 Proof of C
- Page 40 and 41: koploperregio’s (fase 1) en geeft
- Page 42 and 43: worden onderschat en de opbrengsten
- Page 44 and 45: in werking treedt en moeten gebruik
- Page 46 and 47: esproken met een medewerker van Act
- Page 48 and 49: huisarts, de thuiszorg, het ziekenh
- Page 50 and 51: De serrebouw en de beveiliging in l
- Page 52 and 53: 6. Landelijke uitrol6.1 Voortvarend
- Page 54 and 55: programma organiseert NICTIZ het pr
- Page 56 and 57: De intentie om alle apothekers aang
- Page 58 and 59: over het EPD is de LHV herhaaldelij
- Page 60 and 61: patiëntendossier niet is geregeld,
- Page 62 and 63: De vertraging van de invoering van
- Page 64 and 65: kinderziektes van het elektronisch
- Page 66 and 67: administratie. Ruim een kwart van d
- Page 68 and 69: onverantwoorde en onwetenschappelij
- Page 70 and 71: dan ook op 9 juli 2009 opengesteld.
- Page 72 and 73: veel zorgverleners een reëel persp
- Page 74 and 75: Habets van de LHV licht toe: “zij
- Page 76 and 77: het Rathenau Instituut ook aantoont
- Page 78 and 79: privacyeisen voor uitwisseling van
- Page 80 and 81: urgers inzake opname in het dossier
- Page 82 and 83:
toezicht door NICTIZ en het operati
- Page 84 and 85:
8. Einde van de Wet op het EPD8.1 B
- Page 86 and 87:
Motie van de leden Van Gerven en Le
- Page 88 and 89:
in de weg staat. 315 Tevens beantwo
- Page 90 and 91:
periode van het moratorium gewaarbo
- Page 92 and 93:
worden gestuurd. 336 Op 17 juni 201
- Page 94 and 95:
9. De besluitvorming9.1 InleidingIn
- Page 96 and 97:
te sturen. 343 De Tweede Kamer was
- Page 98 and 99:
eventuele risico’s die er aan kle
- Page 100 and 101:
worden en de noodzakelijke onderste
- Page 102 and 103:
daarbij steeds naar de beslissing v
- Page 104 and 105:
leden van de Eerste Kamer. De KNMG
- Page 106 and 107:
delijkheid voor de structurele cont
- Page 108 and 109:
ingediend, die zeer bepalend is voo
- Page 110 and 111:
opvattingen over het EPD lopen uite
- Page 112 and 113:
9.4 Centrale actoren rondom crucial
- Page 114 and 115:
verscheidene momenten plaats waarop
- Page 116 and 117:
Klankbordgroep. Andere partijen war
- Page 118 and 119:
wordt en de verschillen in opvattin
- Page 120 and 121:
vanuit VWS, verandert minister Bors
- Page 122 and 123:
de landelijke invoering van het EPD
- Page 124 and 125:
het idee hadden dat het ministerie
- Page 126 and 127:
maar dat ze veelzijdig en gecomplic
- Page 128 and 129:
omdat er evident bewijs was dat het
- Page 130 and 131:
11. De implementatie11.1 InleidingI
- Page 132 and 133:
gecoördineerde realisatie te komen
- Page 134 and 135:
amendementen van de Tweede Kamer va
- Page 136 and 137:
NICTIZ). Tevens verschaft Minister
- Page 138 and 139:
13. Conclusies en leermomenten13.1
- Page 140 and 141:
minister in zijn huidige vorm bij h
- Page 142 and 143:
de voorziening zich dient te beperk
- Page 144 and 145:
Partijen handelen vanuit verschille
- Page 146 and 147:
tijdspanne hebben partijen samen ee
- Page 148 and 149:
elangen en verantwoordelijkheden op
- Page 150 and 151:
ICZIGZIPZorgKBKKNGFKNMGKNMPLEDL-EPD
- Page 152 and 153:
Bijlage 2.Lijst van gesprekspartner
- Page 154 and 155:
Bijlage 3.Lijst van geraadpleegde d
- Page 156 and 157:
Concept verslag Stuurgroep d.d. 21
- Page 158 and 159:
Eerste Kamer der Staten-Generaal (2
- Page 160 and 161:
Hoogervorst, J.F. (2005). Brief aan
- Page 162 and 163:
Klink, A. (2007). Brief aan de Voor
- Page 164 and 165:
KNMP, LHV, VHN, NVZA, NHG en Nictiz
- Page 166 and 167:
Ministerie van Volksgezondheid, Wel
- Page 168 and 169:
PriceWaterhouseCoopers en Radboud U
- Page 170 and 171:
Schippers, E.I. (2011). Motie Mulde
- Page 172 and 173:
URL: www.volkskrant.nl (2011). Best
- Page 174 and 175:
Voorlopige conceptversie - niet ver