21.07.2015 Views

Odeon 47 4de proef - De Nederlandse Opera

Odeon 47 4de proef - De Nederlandse Opera

Odeon 47 4de proef - De Nederlandse Opera

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

aan het geheel. Daarom alleen al staat dekostumering haaks op de mode van alledag.Dat neemt niet weg dat er soms een wonderlijkeovereenkomst te zien is tussen de vormenop het toneel en op straat, althans:in een avant-gardistische modewinkel. <strong>De</strong>kostuumontwerpen van Figus voor <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><strong>Opera</strong> hebben bijvoorbeeld een opvallendeparallel met het werk van Japanseontwerpers als Rei Kawakubo van Commedes Garçons en Junya Watanabe, van hetzelfdehuis. Figus heeft met deze stijl inhet ontwerpen gemeen dat de stof zowel dekwetsbaarheid als de kracht van de drageronderstreept. Dit type ontwerpen is niet tevangen met makkelijke begrippen als ‘sexy’of ‘elegant’. Ze zijn geen van beide. Ze zijnmonumentaal aanwezig, en tegelijk vluchtig,doordat de knopen of de vouwsels heel tijdelijklijken, schijnbaar achteloos aangebrachten schijnbaar zo weer te vervormen. Hetdrukt een stil verzet uit tegen een modedie vrouwen en mannen te vaak en te snelopsluit in een vaste rol: als man, vrouw, verleider,consument. Die rol moet in de 21steeeuw juist steeds kunnen veranderen, en dekleding moet meebewegen.22Scènefoto Lohengrin (Foto: Ruth Walz) Angelo Figus (Foto’s: Hans van den Bogaard)Caleidoscopische kleurOok al benadrukt Figus dus dat er eigenlijkgeen overeenkomst is tussen zijn modeontwerpen– die hij elk half jaar onder andere inParijs presenteert – en zijn werk voor DNO,wat betreft deze essentie is er wel degelijkeen eenheid in handschrift. Figus: ‘Allesstaat wel in eenzelfde sfeer. Ik werk graagmet een natuurlijk kleurenschema, met eenzekere gevoeligheid voor het materiaal, datik graag vervorm. Al zou ik pottenbakker zijn,dan nog zou ik het aardewerk vouwen, denk ik.’Voor het overige hebben operakostuumsvoor Figus uiteraard een totaal andere functiedan de maatjes 36 en 38 die hij voor eencatwalk ontwerpt. ‘Een zanger of zangeresmoet in een kostuum kunnen bewegen, zingen,transpireren. Dat stelt zware eisen aaneen kledingstuk – en niet alleen esthetische.Ik vind het daarom gevaarlijk om opera enmode met elkaar te verwarren.’Voor Tea van Tan Dun ontwierp Figus kostuumswaarin niet zozeer de vorm als de –vervloeiende – caleidoscopische kleur centraalstaat. Hij maakt daarbij gebruik vantransparante lagen stof die steeds een anderkleureffect laten zien met behulp van ronde,vierkante en driehoekige vormen in de stof.Daardoor worden de zangers levende aquarellen,die steeds veranderen onder deinvloed van het (toneel)licht. Er waren veelkostuumtechnische ingrepen nodig om zo’neffect er moeiteloos uit te laten zien. Daarbijzijn de volumes heel belangrijk, waarbij dedriedimensionale kubistische vormen aansluitenbij het veelzijdige perspectief van degelaagde stof.Figus vat zijn werk voor de opera hoofdzakelijkop als experiment, als vorm van exclusieveresearch, waarbij hij het een grootvoorrecht vindt om met een veeleisenderegisseur als Pierre Audi te kunnen werken.‘Wat dat betreft ben ik in die korte tijd verwendgeraakt – zowel door Audi als doorde fantastische ateliers waar ik mee magwerken.’Pauline Terreehorst is directeur van hetAmsterdam Fashion Institute

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!