Inhoud 65-78 HW Singor Africa Romana: een overzicht 79 ... - Tresoar
Inhoud 65-78 HW Singor Africa Romana: een overzicht 79 ... - Tresoar
Inhoud 65-78 HW Singor Africa Romana: een overzicht 79 ... - Tresoar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
hem stabiliteit in de regio te kunnen brengen. Maar nog voordat Massiva echt actief<br />
kon worden, werd hij door <strong>een</strong> handlanger van Jugurtha uit de weg geruimd. De<br />
moordenaar werd door kompanen van Jugurtha stilletjes Italië uitgesmokkeld. Iedere<br />
hoop op <strong>een</strong> redelijk compromis was nu de bodem ingeslagen. Van de senaat kreeg<br />
Jugurtha het bevel Rome te verlaten. Eenmaal buiten de stad zou hij volgens Sallustius<br />
de woorden hebben gesproken: 'Stad te koop, klaar voor de ondergang! All<strong>een</strong> nog<br />
<strong>een</strong> koper!' (Sallustius, De oorlog tegen Jugurtha 35, 10)<br />
Intussen sleepte het conflict zich voort. In feite stonden de Romeinen voor <strong>een</strong><br />
onmogelijke opgave, want Numidië was <strong>een</strong> cliëntstaat van Rome, g<strong>een</strong> provincie.<br />
Een deel van de senaat koos voor <strong>een</strong> diplomatieke oplossing, anderen wensten <strong>een</strong><br />
voortzetting van het militaire ingrijpen om definitief <strong>een</strong> einde te maken aan de streken<br />
van Jugurtha. De haviken wonnen en de oorlogsinspanningen werden opgevoerd. Maar<br />
de acties die bevelhebber Aulus Postumius Albinus in Numidië ondernam haalden<br />
niets uit. Albinus was de verpersoonlijking van de nieuwe tijdgeest en zijn zucht naar<br />
rijkdom maakte hem kwetsbaar. Omdat ook zijn soldaten corrupt waren, kon Jugurtha<br />
zijn spelletje spelen en Romeinse officieren en soldaten met steekpenningen bewerken.<br />
Een nachtelijke overval op zijn kamp, gevolgd door de plundering daarvan, dwong<br />
Albinus tot <strong>een</strong> vernederende vrede:<br />
'De volgende dag had Jugurtha <strong>een</strong> ontmoeting met Aulus. Daarin zei hij dat hij hem<br />
weliswaar met leger en al in <strong>een</strong> wurggreep van honger en wapens had, maar er toch<br />
ook menselijke waarden op nahield. Als Aulus dus <strong>een</strong> verdrag wilde sluiten, zou hij<br />
alle mannen laten gaan, na hen onder het juk te hebben laten lopen. Verder diende<br />
Aulus dan binnen tien dagen Numidië te verlaten. Dit waren zware en ronduit ver-<br />
nederende voorwaarden, maar het alternatief was <strong>een</strong> wisse dood. Zo sloot men vrede<br />
zoals het de koning had beliefd.' (Sallustius, De oorlog tegen Jugurtha 38, 9-10)<br />
Het bericht van het smadelijke verdrag sloeg in Rome in als <strong>een</strong> bom. Consul Spurius<br />
Albinus, de broer van de verslagen Aulus Albinus, probeerde te redden wat er te redden<br />
viel. Binnen <strong>een</strong> paar dagen vertrok hij naar <strong>Africa</strong> om met het daar aanwezige leger de<br />
strijd tegen Jugurtha te hervatten, maar toen hij zag hoezeer het moreel van de soldaten<br />
was verzwakt, hoe losbandigheid en uitspattingen hun tol hadden geëist, moest hij van<br />
krijgshandelingen afzien. Zijn expeditie liep uit op <strong>een</strong> mislukking. Te lang hadden de<br />
soldaten zich aan de discipline onttrokken en in hun omzwervingen akkers verwoest.<br />
Ze hadden het buitgemaakte vee en de oogsten verkocht aan handelaren of geruild<br />
voor kruiken wijn en luxe artikelen. De kans dat de Romeinen met dit gedegenereerde<br />
leger Jugurtha zouden kunnen uitschakelen leek ver weg.<br />
Ommekeer<br />
Er waren in Rome nog genoeg invloedrijke personen die openlijk verkondigden dat<br />
de schande van de vernedering door <strong>een</strong> 'woestijnvorst', die in hun ogen weinig voor-<br />
stelde, gewroken moest worden. De ongelukkig verlopen gevechtshandelingen in<br />
<strong>Africa</strong> en Numidië beschouwden zij als <strong>een</strong> pijnlijk incident, maar ook niet meer dan<br />
dat. Een van hen was Quintus Caecilius Metellus, de consul van het jaar 109 v.Chr.<br />
Direct bij zijn aantreden liet hij zien dat de decadentie en hang naar luxe in het leger<br />
wel degelijk bestreden konden worden. Jugurtha kwam er al snel achter dat Metellus<br />
<strong>een</strong> bevelhebber was die niet ontvankelijk was voor steekpenningen en die aan officie-<br />
ren en soldaten die dat wel waren de zwaarste bestraffingen in het vooruitzicht stelde.<br />
De gevechtshandelingen kregen <strong>een</strong> ander karakter. Niet meer de Numidiërs maar de<br />
Romeinen hadden de regie in handen. De kansen keerden. Wat Jugurtha ook pro-<br />
beerde, hij werd langzaam in het defensief gedrongen. Zijn persoonlijke dapperheid