Inhoud 65-78 HW Singor Africa Romana: een overzicht 79 ... - Tresoar
Inhoud 65-78 HW Singor Africa Romana: een overzicht 79 ... - Tresoar
Inhoud 65-78 HW Singor Africa Romana: een overzicht 79 ... - Tresoar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
onnenmateriaal van de donatisten zelf weegt echter niet op tegen wat in katholieke<br />
kringen over hen is overgeleverd. Dat kent nogal wat sombere literaire kleuren. Een<br />
objectief historisch <strong>overzicht</strong> is daarom niet gemakkelijk te schilderen.<br />
Reacties op Romeinse christenvervolging<br />
De oorsprong van deze christelijke tweespalt plaatst men meestal in 303. In februari<br />
van dat jaar werd onder keizer Diocletianus voor de laatste keer <strong>een</strong> edict tegen<br />
christenen uitgevaardigd: zij moesten de Romeinse keizer nu officieel als <strong>een</strong> god<br />
gaan vereren, alle kerkelijke bezittingen laten registreren en bovendien hun heilige<br />
boeken ter vernietiging afstaan. Natuurlijk werd er verschillend gereageerd. Sommige<br />
christelijke voorgangers boden manmoedig verzet, al dan niet ondergronds; maar er<br />
waren ook bisschoppen die uit angst voor vervolgingen min of meer aan het decreet<br />
gehoorzaamden.<br />
Twee jaar later deed Diocletianus afstand van de troon en werd het edict her-<br />
roepen. Het christelijk geloof werd opnieuw door de Romeinse overheid getolereerd,<br />
maar als gevolg hiervan ontstonden er nu spanningen tussen christenen onderling.<br />
De groep die de politieke druk had weerstaan, beschuldigde de andere van collaboratie<br />
met de heidense overheid en beschouwde de zwakke broeders als traditores, uitleveraars<br />
(van heilige boeken en liturgische voorwerpen) en verraders (van het geloof).<br />
In Carthago bleef het conflict onder bisschop Mensurius aanvankelijk aardig<br />
binnen de perken. Maar toen in 309 zijn diaken Caecilianus tot opvolger werd gekozen,<br />
groeide er onenigheid, omdat <strong>een</strong> van de bisschoppen die aan de wijdingsplechtigheid<br />
had deelgenomen als traditor bekend stond. Tegenstanders van Caecilianus vonden<br />
steun bij de primaat van Numidië. In het jaar daarop belegde deze Secundus van<br />
Tigisi met zeventig bondgenoten <strong>een</strong> synode in Carthago. De deelnemers verklaarden<br />
de wijding van Caecilianus ongeldig en benoemden in zijn plaats Maiorinus.<br />
Vanzelfsprekend hield Caecilianus met zijn aanhangers vast aan zijn eigen bisschops-<br />
verkiezing en -wijding. Daarmee was de kerkscheuring <strong>een</strong> feit, vooral toen<br />
Maiorinus enkele jaren later overleed en rond 312 werd opgevolgd door Donatus van<br />
Casae Nigrae. Die bleef in Carthago aartsbisschop tot 347.<br />
Romeinse steun aan christenen: escalatie<br />
Aan deze bisschop Donatus ontl<strong>een</strong>den de donatisten later hun naam. Die hadden zij<br />
natuurlijk niet zelf verzonnen, want naar hun eigen mening vertegenwoordigden zij het<br />
ware christelijke geloof. De tweespalt in de tweede stad van het Romeinse rijk werd <strong>een</strong><br />
groot probleem, toen Constantijn keizer van Rome werd en zich in 312 tot het katholieke -<br />
dat wil zeggen algem<strong>een</strong> verbreide - christendom bekeerde. Het jaar daarop werd in het<br />
zogenaamde edict van Milaan aan het christendom <strong>een</strong> gelijkwaardige positie toe-<br />
gekend en spoedig erna zelfs <strong>een</strong> bevoorrechte plaats. Keizerlijke initiatieven om het<br />
conflict te helpen oplossen hadden g<strong>een</strong> succes.<br />
Nog in hetzelfde jaar 313 werd <strong>een</strong> synode in Rome belegd en <strong>een</strong> jaar later diende<br />
<strong>een</strong> hoger beroep in Arles. Beide vergaderingen liepen weliswaar uit op <strong>een</strong> steunbetuiging<br />
aan bisschop Caecilianus, maar afgekondigde keizerlijke maatregelen tegen de kringen<br />
rondom Donatus hadden in de jaren erna niet het beoogde effect. Integendeel, zij droegen bij<br />
aan verdere escalatie. Slachtoffers van disciplinaire regelingen versterkten het<br />
martelaarsimago van de donatisten: zij zagen zichzelf nu als vervolgden door de Romeinse<br />
overheid omwille van het ware geloof. De keizerlijke instructies bleken evenmin afdoende,<br />
omdat aan de noord- en oostkant van de Middellandse Zee <strong>een</strong> andere onenigheid, namelijk<br />
die tussen katholieke en ariaanse christenen, steeds grotere aandacht verlangde. Gevolg van<br />
<strong>een</strong> en ander was dat