31.07.2013 Views

Inhoud 65-78 HW Singor Africa Romana: een overzicht 79 ... - Tresoar

Inhoud 65-78 HW Singor Africa Romana: een overzicht 79 ... - Tresoar

Inhoud 65-78 HW Singor Africa Romana: een overzicht 79 ... - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ij Diolcus in de noordelijke Nijldelta aan de kust van de Middellandse Zee. Waarom<br />

<strong>een</strong> verslag van pelgrims die uit Palestina komen niet in het noorden maar in Midden-<br />

Egypte begint, is <strong>een</strong> raadsel waarvoor <strong>een</strong> bevredigende verklaring nog steeds niet<br />

gevonden is. Hoe dat ook zij, het was in ieder geval g<strong>een</strong> gemakkelijke tocht. De<br />

auteur geeft zelf op verschillende plaatsen aan dat zij vaak onder barre omstandigheden<br />

hebben moeten reizen en bivakkeren. Aan het eind van zijn boek kan hij het niet<br />

nalaten <strong>een</strong> catalogus te geven van maar liefst acht situaties waarin ze in levensgevaar<br />

hebben verkeerd. Maar, zoals hij ook zegt (I, 19), alle gevaren en ontberingen werden<br />

ruimschoots goedgemaakt door het grote ‘nut voor hun ziel’ dat de reis hun heeft<br />

opgeleverd. De ontmoetingen en gesprekken met de vele monniken, hier kleurrijk<br />

beschreven, hebben hen gesticht en in hun geloof gesterkt. Immers zij ontmoetten<br />

mensen van wie zij geloofden dat 'terwille van hen de wereld nog bestaat en dankzij<br />

hen het menselijk leven door God in stand wordt gehouden en geëerd' (Proloog 9).<br />

Ook al hebben de woestijn-monniken zelf wellicht anders over hun eigen rol gedacht,<br />

voor onze auteur was het bezoek aan de Egyptische woestijn, ondanks alle ontberin-<br />

gen, <strong>een</strong> grootse geestelijke ervaring geweest waarvoor hij aan het begin en aan het<br />

eind van zijn werk God oprecht dank betuigt.<br />

Bronnen<br />

De anonieme auteur presenteert zijn geschrift als <strong>een</strong> ooggetuigeverslag. Toch heeft<br />

bronnenkritisch onderzoek aangetoond dat hij uit<strong>een</strong>lopende schriftelijke bronnen<br />

heeft gebruikt bij de compositie van het werk. Die bronnen heeft hij niet altijd volledig<br />

weten te harmoniseren en soms heeft hij ze zelfs evident misverstaan. Zo wordt over<br />

het aantal deelnemers aan de tocht nu <strong>een</strong>s als zeven, dan weer als drie personen<br />

gesproken, en soms wordt <strong>een</strong> verhaal all<strong>een</strong> in de eerste persoon enkelvoud verteld.<br />

Men kan dit proberen te verklaren door aan te nemen dat het groepje van zeven zich<br />

af en toe opsplitste in nog kleinere reisgezelschappen of zelfs <strong>een</strong>lingen. Het is echter<br />

waarschijnlijker, ook gezien andere duidelijke indicaties van gebruik van bestaande<br />

bronnen (bijvoorbeeld woordgebruik), dat de auteur naast zijn eigen ervaringen en die<br />

van zijn medebroeders ook nog andere, reeds bestaande en dus oudere reisverslagen<br />

van pelgrimages naar Egypte in zijn beschrijving heeft geïncorporeerd. De belevenissen<br />

die de auteur beschrijft vormen dus maar zeer ten dele <strong>een</strong> ooggetuigeverslag. Wellicht<br />

dat het gebruik van schriftelijke bronnen ook kan verklaren waarom het verslag begint<br />

in het midden in plaats van in het noorden van Egypte. Overigens zij hier terzijde<br />

opgemerkt dat het niet onwaarschijnlijk is dat ook in het stadium van de tekstover-<br />

levering (de vijf eeuwen tussen het ontstaan van ons geschrift en de oudste Griekse<br />

manuscripten ervan) er door kopiisten nog allerlei toevoegingen en verfraaiingen zijn<br />

gecreëerd, zoals zo vaak gebeurde met werken die vooral stichting ten doel hebben.<br />

Competitie<br />

Een zeer opvallende trek in veel van de verhalen is de competitie in de ascese. Ook al<br />

wordt nederigheid hoog aangeprezen, tegelijkertijd wordt er diverse keren melding van<br />

gemaakt dat de monniken om het hardst probeerden de beste reputatie van allen te<br />

hebben als het ging om ascese of het verrichten van wonderen; ja er is sprake van <strong>een</strong><br />

regelrechte 'rivaliteit in deugdzaamheid'. Dit doet ons vreemd aan, maar past geheel<br />

in de antieke mentaliteit die zeer hechtte aan het element van competitie. Het willen<br />

uitblinken, de beste van allen willen zijn, was <strong>een</strong> in brede kring geaccepteerd ver-<br />

schijnsel, en g<strong>een</strong> christelijke vermaning tot deemoedigheid of nederigheid vermocht<br />

daaraan iets te veranderen. Het christelijke ideaal van bescheidenheid of de-minste-<br />

willen-zijn werd hier al te krachtig tegengewerkt door het antieke ideaal onverbloemd

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!