ŠKODA Citigo Instructieboekje - Media Portal - Škoda Auto
ŠKODA Citigo Instructieboekje - Media Portal - Škoda Auto
ŠKODA Citigo Instructieboekje - Media Portal - Škoda Auto
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Meer informatie » pagina 62, Stabiliseringscontrole (ESC).<br />
Let op<br />
Als de accukabels zijn losgemaakt en weer zijn aangesloten, gaat na het inschakelen<br />
van het contact het controlelampje branden. Na even te hebben gereden,<br />
moet het controlelampje doven.<br />
Tractiecontrole (TC) <br />
Het controlelampje gaat bij het inschakelen van het contact enkele seconden<br />
branden.<br />
Als tijdens het rijden een regelproces plaatsvindt, gaat het controlelampje knipperen.<br />
Als in het TC-systeem een storing aanwezig is, brandt het controlelampje continu.<br />
Omdat het TC-systeem met het ABS werkt, brandt bij het uitvallen van het ABS<br />
ook het TC-controlelampje.<br />
Als het controlelampje direct na het starten van de motor gaat branden, kan de<br />
TC om technische redenen uitgeschakeld zijn. In dit geval kunt u de TC door het<br />
uit- en inschakelen van het contact opnieuw inschakelen. Wanneer het controlelampje<br />
dooft, werkt de TC weer naar behoren.<br />
Meer informatie » pagina 63, Tractiecontrole (TC).<br />
Let op<br />
Als de accukabels zijn losgemaakt en weer zijn aangesloten, gaat na het inschakelen<br />
van het contact het controlelampje branden. Na even te hebben gereden,<br />
moet het controlelampje doven.<br />
Antiblokkeersysteem (ABS) <br />
Het controlelampje gaat na het inschakelen van het contact resp. tijdens het starten<br />
enkele seconden branden. Het lampje dooft als de automatische controleprocedure<br />
is voltooid.<br />
Storing in het ABS<br />
Als het ABS-controlelampje binnen enkele seconden na het inschakelen van<br />
het contact niet dooft, helemaal niet gaat branden of tijdens het rijden gaat branden,<br />
vertoont het systeem een storing. Voor het afremmen van de wagen wordt<br />
20 Bediening<br />
<br />
<br />
alleen nog het gewone remsysteem gebruikt. Direct een specialist opzoeken en<br />
uw rijstijl overeenkomstig aanpassen, omdat u niet op de hoogte bent van de<br />
exacte omvang van de schade.<br />
Meer informatie » pagina 63, Antiblokkeersysteem (ABS).<br />
Storing in het gehele remsysteem<br />
Als het ABS-controlelampje samen met het controlelampje van het remsysteem<br />
gaat branden, is niet alleen het ABS maar ook een ander onderdeel van<br />
het remsysteem defect » .<br />
ATTENTIE<br />
■ Als om technische redenen moet worden gestopt, parkeer de wagen dan op<br />
een veilige afstand van het verkeer, zet de motor af en schakel de alarmlichten<br />
in » pagina 34.<br />
■ Als het controlelampje van het remsysteem samen met het ABS-controlelampje<br />
gaat branden, direct stoppen en het remvloeistofpeil in het reservoir<br />
controleren » pagina 115, Remvloeistofpeil controleren. Als het vloeistofpeil<br />
tot onder de MIN-markering is gedaald, rijd dan niet verder - gevaar voor ongevallen!<br />
De hulp van een specialist inroepen.<br />
■ Let bij het openen van de motorkap en het controleren van het remvloeistofpeil<br />
op de aanwijzingen » pagina 110, Motorruimte.<br />
■ Als het remvloeistofpeil in orde is, is de regelfunctie van het ABS uitgevallen.<br />
De achterwielen kunnen dan bij het remmen zeer snel blokkeren. Dit kan<br />
onder bepaalde omstandigheden tot het uitbreken van de achterkant van de<br />
wagen leiden - slipgevaar! Voorzichtig naar de dichtstbijzijnde specialist rijden<br />
en de storing laten verhelpen. <br />
Gordelwaarschuwingslampje <br />
Het controlelampje gaat branden na het inschakelen van het contact, als herinnering<br />
dat de bestuurder resp. bijrijder de veiligheidsgordel moet omgespen. Het<br />
controlelampje dooft pas als de bestuurder resp. bijrijder de veiligheidsgordel<br />
heeft omgegespt.<br />
Als de bestuurder resp. bijrijder de veiligheidsgordel niet heeft omgegespt, klinkt<br />
bij wagensnelheden boven 25 km/h een continue waarschuwingstoon en knippert<br />
tegelijkertijd het controlelampje .<br />
Als de bestuurder resp. bijrijder de veiligheidsgordel vervolgens niet binnen<br />
90 seconden omgespt, wordt de waarschuwingstoon uitgeschakeld en brandt<br />
het controlelampje continu. £