31.08.2013 Views

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Onderzoek</strong> <strong>naar</strong> <strong>het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>akkerranden</strong> <strong>op</strong> <strong>functionele</strong> biodiversiteit en natuurlijke plaagbeheersing<br />

Vliegende fauna<br />

Het monitoren <strong>van</strong> de vliegende insecten gebeurt met behulp <strong>van</strong> zgn. „combitraps‟ of „flight traps‟. Deze<br />

vallen zijn een combinatie <strong>van</strong> venstervallen die insecten in hun vlucht min of meer at random<br />

onder<strong>van</strong>gen en gele <strong>van</strong>gbakken die vooral bloembezoekende insecten aantrekken zoals bladluizen,<br />

sluipwespen en zweefvliegen. Deze vallen werden in 2010 in <strong>akkerranden</strong> <strong>op</strong> vier locaties geplaatst.<br />

Naast de drie eenjarige bloemenranden in Vlissegem, Sint-Jan-in-Eremo en Assenede werd ook een<br />

grasrand, gelegen naast een biologisch aardappelperceel in Waterland-Oudeman, bemonsterd (GPS:<br />

51.292096, 3.564302). De bemonsteringsperiode <strong>van</strong> vliegende insecten werd beperkt tot 5 weken in<br />

de periode <strong>van</strong> eind juni tot eind juli. In deze periode staan de bloemenranden vol<strong>op</strong> in bloei en zijn de<br />

meeste insecten actief.<br />

Natuurlijke vijanden in bloemenranden vs. grasrand<br />

De <strong>van</strong>gsten werden gedurende de winterperiode in <strong>het</strong> labo gesorteerd en geteld in reeksen<br />

<strong>functionele</strong> groepen. Hierbij werden onder meer de belangrijkste groepen natuurlijke vijanden <strong>van</strong><br />

bladluizen, o.a. lieveheersbeestjes, zweefvliegen, gaasvliegen en roofwantsen in de monsters<br />

gedetermineerd tot orde- of familieniveau. De resultaten <strong>van</strong> deze specifieke groepen zijn voor de<br />

verschillende <strong>van</strong>gstlocaties grafisch weergegeven in Figuur 5.9. De zweefvliegen werden verder<br />

gedetermineerd tot <strong>op</strong> soort zodat een onderscheid kon worden gemaakt tussen de bladluisetende<br />

zweefvliegen en de andere, niet-aphidofage soorten. In Figuur 5.9 zijn dan ook enkel de aantallen<br />

aphidofage zweefvliegsoorten <strong>op</strong>genomen. Een overzicht <strong>van</strong> de gevonden soorten zweefvliegen is<br />

terug te vinden in Bijlage II.<br />

Gemiddeld aantal per val<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

Groene gaasvliegen<br />

Roofwantsen<br />

Bloemenwantsen<br />

Aphidofage zweefvliegen<br />

Lieveheersbeestjes<br />

01-jul-10 07-jul-10 14-jul-10 22-jul-10 29-jul-10<br />

Figuur 5.9: Overzicht <strong>van</strong> de <strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> de belangrijkste groepen vliegende natuurlijke vijanden <strong>van</strong><br />

bladluizen in de bloemenranden te Vlissegem (VL_EBL), St-Jan-in-Eremo (SL_EBL) en Assenede (ASS_EBL) en<br />

in de meerjarige grasrand te Waterland-Oudeman (SL_MGR) gedurende juni – juli 2010<br />

39

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!