31.08.2013 Views

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bladluizen<br />

<strong>Onderzoek</strong> <strong>naar</strong> <strong>het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>akkerranden</strong> <strong>op</strong> <strong>functionele</strong> biodiversiteit en natuurlijke plaagbeheersing<br />

In figuur 5.15a is <strong>het</strong> verlo<strong>op</strong> <strong>van</strong> de bezetting met bladluizen <strong>op</strong> de verschillende percelen in West- en<br />

Oost-Vlaanderen weergegeven met aanduiding <strong>van</strong> de gebruikte drempelwaarden in Vlaanderen en<br />

Nederland. LCG-Vlaanderen hanteert volgende drempelwaarden: 30 % halmen bezet met bladluizen<br />

bij begin aarstadium, 20 tot 25 % wanneer aren 100 % uit en tijdens bloei, 30 tot 35 % begin<br />

waterrijpstadium en meer dan 35 % begin deegrijpstadium. In Nederland is de drempelwaarde hoger<br />

<strong>van</strong>af de periode na bloei. Er wordt dan pas een bestrijdingsadvies gegeven als 70 % <strong>van</strong> de halmen<br />

bezet is met luis. Vóór of tijdens de bloei ligt de Nederlandse schadedrempel <strong>op</strong> 30 %. Deze<br />

schadedrempels zijn afkomstig uit <strong>het</strong> Epipré onderzoek en houden enkel rekening met de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> bladluizen in <strong>het</strong> gewas. Andere perceelsgebonden factoren zoals de gevoeligheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> gewas<br />

of <strong>het</strong> voorkomen <strong>van</strong> natuurlijke vijanden worden hierbij niet in rekening gebracht.<br />

Uit de figuur blijkt dat eind juni/begin juli alle <strong>op</strong>gevolgde velden de in Vlaanderen gebruikte<br />

schadedrempel overschrijden. Volgens gangbaar advies was <strong>het</strong> dus <strong>op</strong> dat moment economisch<br />

verantwoord om een behandeling uit te voeren tegen bladluizen. Op dat moment zaten er ook nog zeer<br />

weinig bladluizen in de aar, waar ze de meeste schade doen (zie grafieken links in Figuur 5.15b).<br />

Bovendien zie je dat één week later de bladluisdruk al gedaald is <strong>op</strong> de velden met de bloemenrand en<br />

de bloemenstroken.<br />

% halmen bezet met bladluizen<br />

% halmen bezet met bladluizen<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

9/jun 16/jun 23/jun 30/jun 7/jul 14/jul 21/jul<br />

9/jun 16/jun 23/jun 30/jun 7/jul 14/jul 21/jul<br />

Datum<br />

Datum<br />

bloemenrand<br />

grasrand<br />

drempelwaarde<br />

Vlaanderen (LCG)<br />

drempelwaarde<br />

Nederland<br />

bloemenstroken<br />

grasrand<br />

drempelwaarde<br />

Vlaanderen (LCG)<br />

drempelwaarde<br />

Nederland<br />

Figuur 5.15a: Verlo<strong>op</strong> <strong>van</strong> de bezetting met bladluizen <strong>op</strong> tarwehalmen gedurende de zomer in 2010 <strong>op</strong> de<br />

percelen wintertarwe in West-(boven) en Oost-Vlaanderen (onder)<br />

47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!