31.08.2013 Views

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Onderzoek</strong> <strong>naar</strong> <strong>het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>akkerranden</strong> <strong>op</strong> <strong>functionele</strong> biodiversiteit en natuurlijke plaagbeheersing<br />

bespuiting <strong>op</strong> de sluipwespen komt in de tellingen niet meteen tot uiting. De getelde bladluismummies<br />

waarin een larve <strong>van</strong> een sluipwesp zit of waaruit reeds een sluipwesp is uitgekomen, blijven immers na<br />

een bespuiting nog aanwezig. De telling geeft <strong>op</strong> dat moment dus geen correct beeld <strong>van</strong> de natuurlijke<br />

vijanden in <strong>het</strong> perceel. Eitjes of larven in geparasiteerde, nog levende bladluizen kunnen zich echter niet<br />

meer verder ontwikkelen nadat de bladluizen zijn doodgespoten.<br />

Algemeen geven de resultaten <strong>op</strong> dit perceel (SL_E/MBL) aan dat een vroege bespuiting, gedurende de<br />

groeifase <strong>van</strong> de bladluisp<strong>op</strong>ulatie en gedurende de <strong>op</strong>bouw <strong>van</strong> de natuurlijke vijanden,<br />

contraproductief werkt. Het bestrijdings<strong>effect</strong> tegen de bladluizen is slechts <strong>van</strong> korte duur terwijl <strong>het</strong><br />

negatief <strong>effect</strong> <strong>op</strong> de werking <strong>van</strong> de natuurlijke vijanden veel langer doorwerkt. Een recente studie<br />

door Krauss et al. (2011) in 30 percelen met triticale toont aan dat insecticidebespuitingen enkel een<br />

korte-termijn <strong>effect</strong> hebben <strong>op</strong> de bladluisdichtheden. Als gevolg hier<strong>van</strong> waren later in <strong>het</strong> seizoen meer<br />

bladluizen en minder predators aanwezig in behandelde velden vergeleken met onbehandelde.<br />

De percelen in Zwevegem zijn vroeger gezaaid en staan reeds rond eind mei in volle bloei. Op dat<br />

moment wordt de maximale dichtheid aan bladluizen in <strong>het</strong> gewas bereikt (Fig. 7.10b). Op perceel<br />

ZW_Sa ontbreekt <strong>op</strong> 31 mei weliswaar een waarneming, maar analoog aan <strong>het</strong> andere perceel en<br />

overeenkomstig <strong>het</strong> normale patroon <strong>van</strong> de bladluisontwikkeling, mogen we veronderstellen dat zich<br />

dan ook een piek in <strong>het</strong> aantal bladluizen voordeed. Begin juni is in beide percelen gespoten tegen<br />

bladluizen, behalve in de strook waar de waarnemingen zijn uitgevoerd. In de onbehandelde strook <strong>op</strong><br />

perceel ZW_Pr zien we dat <strong>het</strong> aantal geparasiteerde bladluizen verder toeneemt tot 21 juni. Eitjes en<br />

larven <strong>van</strong> zweefvlieg komen in beide stroken echter maar in beperkte mate voor. Dit is mogelijk ook<br />

een <strong>effect</strong> <strong>van</strong> de bespuiting in <strong>het</strong> omringende perceel. Vermoedelijk kon hierdoor de bladluisdichtheid<br />

nog licht toenemen.<br />

In een onbehandelde strook <strong>op</strong> een perceel in Koksijde (Fig. 7.10c) bleven de aantallen bladluizen <strong>op</strong><br />

een laag niveau, minder dan 1 bladluis/halm. Ondanks deze beperkte dichtheid is <strong>op</strong> 10 juni, bij <strong>het</strong><br />

einde <strong>van</strong> de bloei, toch een insecticide gespoten. In dit late stadium en bij aanwezigheid <strong>van</strong> natuurlijke<br />

vijanden is deze bespuiting niet zinvol en niet rendabel. In de onbehandelde strook zien we de<br />

natuurlijke vijanden toenemen tot <strong>het</strong> melkrijpe stadium.<br />

Gezien de uitzonderlijke omstandigheden en de inzet <strong>van</strong> insecticiden tegen <strong>het</strong> graanhaantje en<br />

tegen bladluizen, konden we in 2011 geen duidelijk <strong>effect</strong> <strong>van</strong> de bloemenranden <strong>op</strong> de<br />

onderdrukking <strong>van</strong> bladluizen door natuurlijke vijanden waarnemen. Dit jaar is wel aangetoond dat<br />

een bespuiting tegen bladluizen contraproductief kan werken. Verder laten de resultaten <strong>op</strong>nieuw<br />

zien dat veldwaarnemingen noodzakelijk zijn als basis om te beslissen of een bespuiting nodig en<br />

voor een goede timing <strong>van</strong> de behandelingen.<br />

86

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!