31.08.2013 Views

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Gemiddeld aantal bladluizen per halm<br />

Gemiddeld aantal natuurlijke vijanden <strong>op</strong> 10 halmen<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

<strong>Onderzoek</strong> <strong>naar</strong> <strong>het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>akkerranden</strong> <strong>op</strong> <strong>functionele</strong> biodiversiteit en natuurlijke plaagbeheersing<br />

Dichtheid <strong>van</strong> bladluizen en natuurlijke vijanden (Koksijde)<br />

KO_Le onbehandelde strook<br />

0<br />

17/mei 24/mei 31/mei 7/jun 14/jun 21/jun<br />

Datum<br />

bladluizen<br />

natuurlijke vijanden<br />

<strong>op</strong> de halmen<br />

aandeel<br />

bladluismummies<br />

Insecticidebehandeling<br />

in <strong>het</strong><br />

omliggende perceel<br />

Figuur 7.10c: Verlo<strong>op</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemiddeld aantal bladluizen (oranje) en <strong>het</strong> gemiddeld aantal aanwezige<br />

natuurlijke vijanden (= eitjes of larven <strong>van</strong> zweefvlieg of gaasvlieg, larven of adulten <strong>van</strong> lieveheersbeestje<br />

of bladluismummies geparasiteerd door sluipwespen) per 100 halmen (groen) gedurende de zomer in 2011<br />

<strong>op</strong> een onbehandelde strook <strong>van</strong> een perceel wintertarwe zonder bloemenrand in Koksijde<br />

De droogte <strong>van</strong> april tot juni 2011 en de hoge druk <strong>van</strong> <strong>het</strong> graanhaantje zorgden voor uitzonderlijke<br />

omstandigheden die ook hun impact hadden <strong>op</strong> de bladluisontwikkeling in <strong>het</strong> gewas en de schade die<br />

ze aanrichtten. Bij de eerste waarnemingen <strong>op</strong> 17 mei waren <strong>op</strong> de percelen in Vlissegem en Sint-Jan-in-<br />

Eremo reeds bladluizen aanwezig. Daarnaast waren ook al natuurlijke vijanden gesignaleerd. Een<br />

bespuiting met een pyrethroïde tegen <strong>het</strong> graanhaantje interfereerde dus reeds met de <strong>op</strong>bouw <strong>van</strong> de<br />

natuurlijke vijanden <strong>van</strong> bladluizen. Andere, niet-selectieve middelen zijn echter niet beschikbaar en niet<br />

behandelen zou in veel gevallen tot te veel schade leiden.<br />

Op <strong>het</strong> perceel in Vlissegem is in mei niet gespoten tegen <strong>het</strong> graanhaantje. Tot eind mei bleef de<br />

bladluisdruk laag (zie Fig. 7.10a). Begin juni, tijdens bloei <strong>van</strong> de tarwe, nam <strong>het</strong> aantal bladluizen <strong>op</strong><br />

de bladeren sterk toe en zaten <strong>op</strong> 5 % <strong>van</strong> de halmen ook bladluizen in de aar. De dichtheid <strong>van</strong> 2,6<br />

bladluizen per halm was iets hoger dan <strong>het</strong> piekniveau in 2010. Volgens <strong>het</strong> waarschuwingsbericht uit<br />

Gembloux (Bertel, http:/cadcoasbl.be) is dit nog steeds een laag niveau waarbij nog geen behandeling<br />

nodig is, zolang natuurlijke vijanden actief zijn. Eitjes en larven <strong>van</strong> zweefvlieg waren hier duidelijk in<br />

<strong>op</strong>mars. Gezien echter de slechte gewasstand en de reeds aangerichte schade door <strong>het</strong> graanhaantje,<br />

heeft de teler beslist toch te behandelen <strong>op</strong> 12 juni. Een week later was de bladluisdichtheid gedaald,<br />

maar ook <strong>het</strong> aantal eitjes en larven <strong>van</strong> zweefvlieg. Twee weken later namen ze echter weer toe en<br />

bleven de bladluizen onder controle.<br />

In Sint-Jan-in-Eremo is wel gespoten tegen graanhaantje, <strong>op</strong> 17 mei. Twee weken later, <strong>op</strong> 2 juni, is<br />

<strong>op</strong>nieuw gespoten tegen bladluizen. Deze twee vroege bespuitingen hebben de <strong>op</strong>bouw <strong>van</strong> de<br />

p<strong>op</strong>ulatie natuurlijke vijanden in <strong>het</strong> perceel vertraagd. Als gevolg daar<strong>van</strong> nam de bladluisdichtheid<br />

verder exponentieel toe, tot een piekdichtheid <strong>van</strong> meer dan 9 bladluizen/halm gedurende <strong>het</strong><br />

bloeistadium. Het aantal aanwezige natuurlijke vijanden nam na de bespuitingen wel <strong>op</strong>nieuw toe, maar<br />

kon de bladluisp<strong>op</strong>ulatie niet meer onderdrukken. Vooral de eiafleg door zweefvliegen kwam te laat.<br />

Ten <strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> voorgaande jaren worden er weinig eitjes en larven <strong>van</strong> zweefvlieg waargenomen.<br />

Verder waren <strong>het</strong> vooral sluipwespen die voor beperkte reductie zorgden via parasitering. Ongeveer 5<br />

% <strong>van</strong> de getelde bladluizen waren mummies (= „zichtbaar‟ geparasiteerd). Het <strong>effect</strong> <strong>van</strong> de<br />

85

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!