31.08.2013 Views

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

Onderzoek naar het effect van akkerranden op functionele ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

GAASVLIEGEN<br />

<strong>Onderzoek</strong> <strong>naar</strong> <strong>het</strong> <strong>effect</strong> <strong>van</strong> <strong>akkerranden</strong> <strong>op</strong> <strong>functionele</strong> biodiversiteit en natuurlijke plaagbeheersing<br />

Van eind juni tot ongeveer half juli zijn hoge aantallen gaasvliegen ge<strong>van</strong>gen. In de bloemenrand in<br />

Vlissegem wordt een piek<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> 40 vliegen per val gehaald in de week <strong>van</strong> 5 tot 12 juli. In de<br />

grasrand in Sint-Margriete worden meer gaasvliegen ge<strong>van</strong>gen dan in de bloemenrand en –stroken in<br />

St-Jan-in-Eremo.<br />

Volwassen gaasvliegen <strong>van</strong> Chrys<strong>op</strong>erla soorten hebben een suikerbron nodig (nectar of honingdauw) en<br />

pollen voor maximale overleving en reproductie (Wackers & <strong>van</strong> Rijn, 2012). Zonder pollen kunnen ze<br />

geen eitjes leggen en zonder suikers leven ze niet of minder lang. Wat betreft hun bloemenvoorkeur<br />

blijken ze <strong>op</strong>portunistische fourageurs te zijn die zich voeden <strong>op</strong> alle bloemen die gemakkelijk<br />

beschikbaar zijn. Verder blijkt dat ze ook voor enige tijd kunnen overleven <strong>op</strong> gemakkelijker<br />

beschikbare pollen, <strong>van</strong> bv. grassen (Meideiros et al., 2010).<br />

Vergeleken met de zweefvliegen, zijn ze minder sterk afhankelijk <strong>van</strong> nectar, wellicht omdat ze veel<br />

minder actief zijn in <strong>het</strong> rondvliegen. Bovengenoemde feiten ondersteunen onze <strong>van</strong>gstresultaten waarbij<br />

er soms wel maar niet altijd hogere aantallen aanwezig waren in de bloemenranden.<br />

Gemiddeld aantal per val<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

Figuur 7.3: Overzicht <strong>van</strong> de <strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> groene gaasvliegen (Chrys<strong>op</strong>idae) in de bloemenranden te<br />

Vlissegem (VL_EBL), St-Jan-in-Eremo (SL_E/MBL) en de meerjarige grasrand in Sint-Margriete (SL_MGR)<br />

gedurende juni – augustus 2011<br />

ZWEEFVLIEGEN<br />

Groene gaasvliegen<br />

VL_EBL groen SL_E/MBL groen SL_MGR groen<br />

21 - 28 jun 28 jun - 5 jul 5 - 12 jul 12 - 19 jul 19 - 26 jul 26 jul - 2 aug … 24 - 31 aug<br />

De zweefvliegen werden verder gedetermineerd tot <strong>op</strong> soort. Een overzicht <strong>van</strong> de gevonden soorten<br />

zweefvliegen is terug te vinden in Bijlage IV. Meer dan de helft <strong>van</strong> de ge<strong>van</strong>gen soorten zijn<br />

aphidofaag, d.w.z. dat de larven zich voeden met bladluizen. De andere soorten zijn saprofaag<br />

(afvaleters, b.v. verterend plantmateriaal of bacteriën) of fytofaag (planteneters). In aantal zijn<br />

ongeveer de helft <strong>van</strong> de ge<strong>van</strong>gen zweefvliegen bladluiseters. Zowel in aantal als in soorten is er<br />

duidelijk verschil tussen de <strong>van</strong>gsten in de grasrand en deze in de bloemenranden. In de bloemenranden<br />

werden 4 tot 6 keer zoveel zweefvliegen ge<strong>van</strong>gen als in de grasrand.<br />

74

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!