08.09.2013 Views

Leer Siddoer - Kabbalah-arizal.nl

Leer Siddoer - Kabbalah-arizal.nl

Leer Siddoer - Kabbalah-arizal.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

INLEIDING TOT SIDDOER<br />

met<br />

Rabbi Michael ben Pesach Portnaar<br />

Verkabbala Uitgevers<br />

1


Vereniging tot Bevordering van Kennis van Kabbala<br />

Het Centrum voor Luriaanse Kabbala<br />

E-mail: verkabbala@planet.<strong>nl</strong><br />

Internetpagina: www.kabbalah-<strong>arizal</strong>.<strong>nl</strong><br />

Spuistraat 293<br />

1012 VS Amsterdam<br />

the Netherlands<br />

Telephone: +31 (0)20 620 26 31<br />

Alle rechten voorbehouden<br />

© Uitgeverij Verkabbala Uitgevers, 2011<br />

Eerste uitgave<br />

Niets uit deze digitale uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt in enige<br />

vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever,<br />

uitgezonderd voor eigen gebruik of ten behoeve van artikelen en recensies ongewijzigd<br />

met vermelding van de bron.<br />

ISBN:<br />

2


Oproep aan de lezer<br />

Als u vast komt te zitten bij een deel van de tekst ondanks dat u zelf van alles heeft<br />

geprobeerd om er uit te komen, dan mag u vrijblijvend contact met mij opnemen via:<br />

verkabbala@planet.<strong>nl</strong><br />

Dit e-book moest zo snel mogelijk beschikbaar zijn voor onze studenten en lezers,<br />

waardoor er nog enkele taalfouten in kunnen voorkomen.<br />

3


Les 1<br />

I<strong>nl</strong>eiding<br />

In Prie Ets Chajiem leren we de geheimen van de gebeden in de taal van kabbala.<br />

De taal van gebed zelf verschilt van taal van kabbala, dat is werelden, partsoef,<br />

geestelijke processen. Hier is de taal anders: mens tegenover hogere kracht, welke<br />

hogere kracht/de schepper, wordt gezien als gesprekspartner. Ik weet niet waar Hij is -<br />

degene die kabbala leert weet wel waarvandaan hij het licht ontvangt, maar in taal van<br />

siddoer weten we het niet. Het is wel een speciale manier van communicatie met Hasjem.<br />

Het is een vorm van ma'n.<br />

Meesten doen het lo lisjma, maar we spreken niet van wat er in synagogen wordt<br />

gedaan, maar we spreken van de tekst zelf en niet over de houding van degene die een<br />

gebed zegt. Alleen Hasjem oordeelt over hoe jouw gebed is.<br />

De tekst is heilig, is opgemaakt door de laatste mannen uit de Grote<br />

Vergadering/Sanhedrin waarvan de boeken ook zijn opgenomen in de Tenach. Zij<br />

wisten verhouding tussen geestelijke wortel en het woord zelf. Zij wisten<br />

instinctief/intuitief door al het werk dat zij aan zichzelf deden en de Roeach haKodesj<br />

die op hen rustte... De geestelijke krachten konden zij overbrengen waardoor men gebed<br />

omhoog doet; zij konden dat in volgorde van gebeden doen.<br />

Er zijn verschillende siddoeriem, verschillende nuances in siddoeriem in de wereld. Dat<br />

is bewijs dat alles wel rust op eerste siddoer van de groten van Sanhedrin, 500/600 jaar<br />

voor onze jaartelling.<br />

Waarom was het nodig om in deze taal van verhouding tussen mens en wat men G'd<br />

noemt... eeuwige, almachtige, koning etc., het zijn allemaal hogere traptreden, krachten<br />

in het heelal die inbedding van het licht is in een bepaalde wereld, in een bep. partsoef<br />

e.d.<br />

' Gezegend ben Jij onze Elokiem...' , dat is taal van Thora waarin kabbalistische<br />

krachten schuilen. Kracht ingebed in de werelden noemen wij Hasjem. Aanduidingen<br />

zijn er dat het oude grijze man is, en soms is het een ruiter, een jonge man met zwaard<br />

op paard...Het zijn allemaal weergaven van de kracht van Hasjem die zich manifesteert<br />

in de voorstellingen van de mens en vastgelegd in de letters van Hasjem.<br />

We hebben geleerd van de vier naturen in de mens. De mens is niet alleen het geestelijke.<br />

Hasjem heeft vier naturen geschapen. Dit is terug te vinden in de taal van de siddoer.<br />

Baroeg ata... ata is Hasjem, is biena, en dat het jetsiera is...dat is alleen naar geestelijke<br />

krachten. De geestelijke natuur in de mens sporen we aan door de taal van de kabbala,<br />

correcties van onze geestelijke natuur, het meest innerlijke. Maar daar omheen zijn nog<br />

3 naturen in de mens. De dichtstbijzijnde is psychische aard, daar omheen is emotionele<br />

natuur en dan het lichamelijke.<br />

Daarvoor is deze siddoer opgemaakt, om al deze vier naturen een stimulans/inpuls te<br />

geven, ook al zien we in deze woorden in de siddoer niet expliciet/in concreto het<br />

weergegeven, het zit verborgen in de constructie van de boom des levens.<br />

4


Het heeft een sterke inwerking op de drie uiterlijke vlakken van het menselijk zijn.<br />

Daarom hebben we ook het gebed nodig in de vorm zoals in de siddoer. Dan zijn we<br />

compleet. We leren Prie Ets Chajiem, het meest innerlijke, en hier met de siddoer vullen<br />

we het aan.<br />

Door Prie Ets Chajiem komt ook uitwerking op de andere naturen, want alle vier zitten<br />

in taal van kabbala, maar onder paraplu van het geestelijke dat het meest innerlijke van<br />

de mens aanspreekt. En de taal van de siddoer heeft accent meer de drie overige naturen<br />

van de mens, maar ook het geestelijke, het vierde component is er in verweven, ook al<br />

ervaren we het indirect, dus anders dan bij Prie ets chajiem. We leren hier dus wat we<br />

in essentie/in de wortel leren bij Prie ets chajiem.<br />

In de siddoer worden verzen genomen van verschillende delen van Tenach op de<br />

wonderlijke manier dat het brengt tot een intiem contact met het hogere.<br />

Pag. 1 <strong>Siddoer</strong> Dasberg<br />

(Dasberg schrijft dat volgend gebed alleen voor jonge kinderen is nadat zij 's ochtends<br />

de handen hebben gewassen.<br />

Maar Iedereen moet 's morgens bij opstaan de handen wassen (opheffen) en niet alleen<br />

jonge kinderen zoals Dasberg schrijft.)<br />

Baroeg ata adonaj Elohejnoe melech ha-olam asjer kidsjanoe b' mitswotaw w' tsiwanoe<br />

al n' tielat jadajiem.<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze elokiem koning van de wereld die ons heeft geheiligd<br />

door Zijn voorschriften en ons heeft opgedragen over/aangaande het verheffen van de<br />

handen.<br />

Deze regel is wel specifiek voor jonge kinderen:<br />

Thora tsiva lanoe mosje morasja k' hilat ja' akow.<br />

De Thora heeft ons Mosje opgedragen als erfenis van de gemeenschap van ja'akov.<br />

B'rachot jachoeloe al rosji.<br />

Moge de zegeningen rusten over/op mijn hoofd.<br />

woorden uit spreuken van Salomo:<br />

Sjma bnej moesar awiecha w' al titosj torat imecha.<br />

Hoor mijn zoon leer de aanwijzingen/tucht van jouw vader en verstoot niet de leer van<br />

je moeder.<br />

5


(Een kind denkt dat het gaat over vader en moeder van vlees en bloed. Een kind leert<br />

het op deze manier om later zijn eeuwige vader en moeder te leren: aw' i, en dat<br />

natuurlijk via z'a en noekwa naar biena (met biena bedoelen we aw'i, er is lagere aw'i en<br />

hogere aw'i). Het helpt jouw ziel niet om de aanwijzingen van jouw vleselijke vader en<br />

moeder te volgen, wel dat je niet zomaar moet oversteken, aardse gevaren, maar het<br />

geeft geen voedsel aan je ziel).<br />

6


Les 2<br />

Pag. 1 Dasberg r.5 na dubbele punt.<br />

Dubbele punt in klassieke verzen die uit de Thora, Tenach komen, die hebben dubbele<br />

punt en dat is einde vers.<br />

De bedoeling is om elke vrijdag voor Sjabbat zo'n les maken. De hoofdzaak voor ons is<br />

Prie ets chajiem. We leren daar het geestelijke bij uitstek. Hier is het in een heel andere<br />

taal, bedekte vorm. Het komt overeen met kabbala maar opgemaakt door leden van de<br />

Grote Vergadering.<br />

Thora t' hie emoenatie w' el sjaddaj b' ezratie.<br />

Thora zal zijn mijn geloof en El Sjaddaj tot mijn hulp.<br />

El melech ne'eman<br />

El trouwe koning.<br />

(Zie je dat het a.h.w. gesproken taal is? De taal van de mens. De kabbala, de geheime<br />

betekenis is a.h.w. omhuld. Men richt zich tot Hasjem als koning en allerlei begrippen<br />

die de mens dienen te verheffen boven hun normale bestaan. Ze zien Hasjem dan als<br />

koning. Koning is vlees en bloed. Hoe kan je Hasjem dan als koning zien? Door<br />

geestelijke verbeelding, maar op generlei manier kan men het helder maken anders dan<br />

door de kabbala.)<br />

1e keer sjma:<br />

Sjma Jisraël adonaj Elohejnoe adonaj echad.<br />

Hoor Jirael Hawajah is onze Elokiem Hawajah is Eén.<br />

Antwoord van malchoet:<br />

Baroeg sjem k'wod malchoeto l'olam wa-ed<br />

Gezegend is de naam van Zijn glorieuze koninkrijk voor altijd en eeuwig.<br />

W' atem had'wekiem ba-adonaj eloheechem chajiem koelchem hajom.<br />

En jullie die aanhechten aan Hawajah jullie elokiem jullie leven allemaal vandaag.<br />

(Dit zijn de woorden van Thora. Mosje heeft dit gezegd in Dwariem, het laatste boek.<br />

Degenen die aanhechten aan Hawajah die leven allemaal vandaag. Niet in het verleden,<br />

niet in de toekomst, maar nu).<br />

7


Liesjoeatecha kiwiti adonaj.<br />

Op Jouw hulp hoop ik Hawajah.<br />

(We hebben in Prie Ets Chajiem geleerd les 436? dat elk voorschrift bestaat uit oefda oemieloela,<br />

handeling en woord. Dus voordat men een kleine talliet aandoet - kleine<br />

kinderen kunnen het doen om te oefenen voor als ze volwassen worden - onder zijn<br />

hemd, dan zegt hij deze bracha (zegening). (<strong>Leer</strong> de begrippen aan in de heilige taal<br />

zodat ze gaan leven in jou).<br />

Voordat hij de handeling doet, zegt hij de bracha. Waarom? Het is dan niet zomaar een<br />

handeling, maar hij is daarmee bewust dat het een mitswa/voorschrift van Hasjem is.<br />

Op deze manier is het leven geordend dat als het een voorschrift van Hasjem is, dat het<br />

hem brengt tot lisjma, tot geven.<br />

Een mens uit het volk Jisraël moet telkens vanuit kawanna geven doen. Dat is Jisraël,<br />

dat is jood, dat is Hebreeër die op aarde is gezet om dat te introduceren. Zoals Hasjem<br />

doet, zo dient Jisraël te doen. Eerst Jisraël naar vlees en bloed, maar in de ontwikkeling<br />

van de mens kwam een moment waar niet meer 'wij' geldig is maar 'ik'. Elk mens heeft<br />

Jisraël in zichzelf.<br />

De siddoer richt zich tot Jisraël in de mens. Hoor je wat ik zeg? Het is niet een siddoer<br />

voor een jood van vlees en bloed. Hoeveel joden slaan de siddoer open en dat hun ogen<br />

dan dicht zijn? Wat helpt het hen? Vanaf de tijd van Ari was het tijdperk van 'ik' al<br />

aangebroken.<br />

In elk mens zit Jisraël en de volken der wereld. Probeer dat steeds voor ogen te hebben.<br />

Je zal dan zien dat alles wat we leren algemeen menselijk is. Het is voor elk mens. Het<br />

geestelijke, de heilige boeken, ook Hasjem, richt zich alleen tot Jisraël. Indirect ook tot<br />

de volken der wereld en allemaal in één mens. Waarom? Omdat Jisraël in de mens is<br />

boven de chaze en dat zijn de keliem van Hasjem. Onder de chaze zijn de keliem van de<br />

mens zelf. De mens moet wel zijn keliem corrigeren op de manier dat hij ze boven de<br />

chaze brengt op de manier zoals we leren in het algemene aspect om de heilige vonken<br />

uit te trekken uit de kliepot en ze omhoog te brengen door ma'n omhoog te doen naar<br />

Atsieloet<br />

‘Baroeg ata adonaj Elohejnoe melech ha-olam asjer kid'sjanoe b'mitswotaw w'tsiwanoe’<br />

zijn 10 woorden en dat is niet toevallig. De meeste zegeningen gaan vooraf met deze 10<br />

woorden die natuurlijk overeenkomen met 10 sfirot en achteraf komt dan de concrete<br />

mitswa.<br />

Lofzegging over arba knafot (4 schouwdraden. Bedoeld wordt kleine talliet).<br />

Baroeg ata adonaj Elohejnoe melech ha-olam asjer kid'sjanoe b'mitswotaw w'tsiwanoe<br />

al mitswat tsitsit<br />

8


Gezegend ben Jij Hawajah onze elohiem koning van de wereld die ons heeft geheiligd<br />

met zijn voorschriften en ons heeft opgedragen over het voorschrift van tsietsiet.<br />

(Melech ha-olam, koning van de wereld... olam komt van het woord elem, verborgene.<br />

De diepe betekenis van melech ha-olam is koning van het verborgene in de mens en in<br />

het heelal.)<br />

(Niet na, maar voor het intreden in het gebedenhuis zegt men:<br />

Mah towoe ohalecha ja’akow misjknotecha Jisraël.<br />

Dit betekent niet per se een synagoge of een andere plek waar men geregeld komt om te<br />

bidden. Het is goed als het kan om thuis een vaste plek te hebben waar je kabbala leert,<br />

siddoer, bidden, van alles. In elke ruimte kan het, maar het is beter om het op één<br />

bepaalde plek te doen. Dat is de plaats van jouw bedehuis. Je hoeft niet buiten jouw huis<br />

te gaan om het te doen, want wat bereik je daar? Kan jij je daar concentreren? Wie kan<br />

zich concentreren in een bedehuis? Geen mens, want men kijkt naar anderen. Men<br />

wordt ingenomen door iets wat buiten mijzelf is, iemand die voorleest... Wat heb je met<br />

hem te maken? Absoluut niets. Wat helpt het jou? Wat voor goeds zal er komen door<br />

die lummel die daar staat? Absoluut niets. Jij bent degene die begint en eindigt. Jouw<br />

hart telt en niet één of andere lummel die daar staat, die door de gemeente is aangesteld<br />

om dat te doen. Ze betalen hem daar extra voor en zijn eer enz... Het geeft jou niets. Je<br />

hebt thuis jouw eigen bedehuis. Synagoge is Grieks en in het Hebreeuws is het beth<br />

haknesset, huis van samenkomst. Maak ergens in jouw huis... het hoeft geen kamertje te<br />

zijn, maar een plekje, dat je weet: dat is mijn plek, de plek waar ik in de regel mijn<br />

geestelijk werk doe. Dat is dan jouw beth haknesset. Wie komt daar samen? Jij komt<br />

daar samen. Jij brengt al jouw krachten samen wanneer je daar komt.<br />

Wanneer je in je zitkamertje zit met jouw vrouw, man, kennissen, vrienden, televisie<br />

kijken of wat dan ook...jouw zinnen zijn dan een beetje verstrooid. Je geeft een beetje<br />

aan jouw hond, kat...je bent bezig met je werk of wat dan ook. Maar wanneer je in Beth<br />

haknesset komt, jouw kamertje, dan weet je automatisch van binnen al 'ah, hier is de<br />

plaats waar ik al mijn zinnen, al mijn krachten, bij elkaar breng'. Alle vectoren/pijltjes<br />

van mijn energieën kijken allemaal omhoog naar die Ene, naar Hasjem.<br />

Jouw hart, al die steentjes die jij gegooid had en dat nodig is overdag voor allerlei<br />

andere zaken...een mens is niet alleen geestelijk zoals we geleerd hebben maar vier<br />

naturen... je brengt ze dan in dat kamertje van jou weer bij elkaar.<br />

Dus voordat je binnenkomt, en niet erna zoals Dasberg zegt, zeg je:)<br />

Mah-towoe ohalecha ja'akow misjknotecha Jisraël.<br />

Hoe goed zijn jouw tenten ja’akow misjknotecha Jisraël.<br />

(Dit zijn de woorden die over Jisraël werden gezegd in de thora...Bilham wilde het<br />

tegenovergestelde doen aan het volk Jisraël dan zegenen, vervloeken, en hij heeft hen<br />

gezegend. Hij keek naar de plaats waar Jisraël stond, zijn lippen gingen open en i.p.v.<br />

vervloeking kwam er zegening uit. Vervloeking is datgene wat uit de mond van de s'a, de<br />

wens om voor zichzelf te ontvangen, komt. De woorden van zegening komen uit de mond<br />

van die lisjma doet, die zegt vanuit de wens omwille van het geven.)<br />

(Mah-tovoe ohalecha ja'akow misjknotecha Jisraël.<br />

9


Kijk nou, het zijn twee dingen: ohalecha, tenten van ja'akov, maar woonplaatsen van<br />

Jisraël. Tent is wat nog zwak is, is nog onderhevig aan schommelingen; door de wind<br />

gaat hij heen en weer, met gemak wordt hij weggerukt.<br />

Misjk'notecha, jouw woningen, daar waar de mens al permanent woont dat is van<br />

Jisraël.<br />

Ja'akov is een klein partsoef, van onder de chaze.<br />

Jisraël is de hele partsoef, van gadloet van z'a, of van de mens die dit niveau bereikt. De<br />

hele partsoef van tien sfirot staat stevig als een stenen gebouw.)<br />

W' ani b'row chasdecha awo bejtecha esjtachawe el hejchal kadsj'cha b'jiratecha.<br />

En ik met veel chessed/genade zal Jouw huis binnenkomen (het heiligdom) en ik zal<br />

neervallen bij de zaal van Jouw heiligheid met ontzag.<br />

(Dat is helemaal terecht dit te doen in jouw kamertje. Kijk naar Mosje, die heeft niet<br />

anders gedaan. Voor het volk moest hij die mobiele tempel opbouwen, maar hij had ook<br />

zijn eigen tent. In zijn tent had hij een speciale plaats waar hij ontmoeting had met<br />

Hasjem. Duidelijk? Dat is een mooi voorbeeld voor ons. Dat is jouw heiligdom. Niet dat<br />

kamertje, maar jij in dat kamertje. Wat je van dat kamertje maakt...het heeft vier<br />

muren en jij hebt a.h.w. ook jouw vier ama enz.)<br />

Adonaj ahawtie m'on bejtecha oem'kom misjkan k'wodecha.<br />

Adonaj ik had lief het vertrek (me'on is vertrek en is een prachtige naam voor dat<br />

kamertje waar jij je intiem met het geestelijke bezighoudt.) van Jouw huis en de plaats<br />

vanwaar Jouw glorie is gezegend.<br />

W'ani esjtachawe w'echra-a ewr'cha lifnee adonaj osie.<br />

En ik zal neervallen en buigen knielen voor Hawajah die mij gemaakt heeft.<br />

(Dasberg vertaalt het met geschapen, maar dan zou er het woord bori staan en niet osie.<br />

Osie komt van oseh, doen, assieja. Hier dus: die gemaakt heeft. Er staat ook niet '<br />

gevormd' heeft. Niet van brieja of jetsiera, maar van assieja want we staan hier nog in<br />

het prille begin, in assieja.)<br />

W'ani t'filatie l'cha adonaj et ratson elohiem b'rov chasdecha aneenie.<br />

En ik (wat mij betreft) mijn gebed is voor Jou adonaj/Hawajah op de tijd van<br />

welwillendheid elohiem met veel chessed antwoordt mij, waarlijk is Jouw redding.<br />

10


Les 3<br />

/Pag. 2 van Dasberg r.4/<br />

Voordat we verder gaan kijken we even naar wat we tot nu toe hebben geleerd. Er is iets<br />

waar wij geen aandacht aan hebben geschonken. De eerste plaats waar het staat is pag. 1<br />

regel 10:<br />

יי יִתיִוִּק ָךְתָעוּשׁיִל Lisjoeatcha kiwiti adonaj.<br />

Binnen het woord lisjoeatcha zit het woord jesjoea. Overal in de siddoer vertaalt<br />

Dasberg het woord jesjoea met hulp. Ook ik heb mij versproken door het te vertalen<br />

met hulp terwijl uiteraard de betekenis jesjoea redding is. Hulp is ezer. Zoals hij het<br />

vertaalt ‘op Uw hulp hoop ik Hasjem’, dan zal het zijn: l’ezracha kiviti Hasjem. Ezer is<br />

het woord voor hulp.<br />

Dus overal waar wij woorden tegen zullen komen die afgeleid zijn van de stam jesjoea,<br />

daar is de geheime betekenis dat het slaat op Masjiach, Jesjoea die te verwachten was.<br />

Sanhedrin heeft alle teksten opgemaakt voor de siddoer. Dat was nog voor de komst van<br />

Jesjoea. Het was grof genomen vijfhonderd zoveel voor deze jaartelling. Er was wel de<br />

vraag naar Hasjem om Jesjoea Zijn profeet te zenden waarover Mosje heeft gesproken<br />

‘na mij zal een profeet komen en naar hem moet je luisteren’. Dat is ook terug te vinden<br />

in de gebeden die opgemaakt waren door de Grote Vergadering, Sanhedrin. Door hun<br />

roeach hakodesj geïnspireerd hadden zij in hun gebeden gesmeekt om te zenden Zijn<br />

zoon om van hem te leren de wetten van het koninkrijk der hemel. Door roeach<br />

hakodesj wisten zij dat door de komst van Jesjoea een heel ander tijdperk zou<br />

aanbreken, een tijdperk van individuele relatie met Hasjem. We kunnen dat<br />

terugvinden in de gebeden zelf. Sommige verzen gaan over wij en andere over ik, het iktijdperk.<br />

Daarom vroegen zij Hasjem om Jesjoea naar hen te zenden, want hoe kan men<br />

redding ontvangen anders dan door de vertegenwoordiger van Hasjem in de schepping?<br />

Kether is de vertegenwoordiger van Hasjem en dat is Jesjoea. Door Jesjoea verkrijgen<br />

wij de redding, want wanneer men zijn aviejoet verdunt tot de klie kether komt men tot<br />

de wens om te geven. Dat is de klie kether, de wens om te geven. Alleen de wens om te<br />

geven verlost de mens. Erg eenvoudig. Alleen de wens om te geven.<br />

Hoe kunnen wij geven als we alleen de wens om te ontvangen zijn? Alleen door ons te<br />

verbinden met die Jesjoea. We hebben die ook in onze kether die rondom ons is. Het is<br />

geen deel van ons. Wij zijn 9 sfirot net zoals z’a. Kether betekent kroon. Kroon is niet<br />

een deel van een koning of een mens. Het is iets buiten de mens. We hebben dat geleerd.<br />

Kether is een omhulsel waarin die mochin zijn. Het behoort a.h.w. niet bij de overige 9<br />

sfirot, bij de vier stadia.<br />

Op pag. 1 in dat korte versje hebben we het voor het eerst: יי יִתיִוִּק ָךְתָעוּשׁיִל<br />

De eerste letter lamed is een voorvoegsel dat in het Nederlands het voorzetsel<br />

aan/voor/tot en in het Nederlands ook ‘op’ is. Jesjoea zit daar en aan het einde tav en<br />

kav. Kav met een kamats, cha, geeft een bezit aan: ‘van jou’ en de tav die verbindt<br />

jesjoea met die cha, want anders zou het zijn jesjoea cha. Volgens de vocalisatiewetten<br />

waar ik voorlopig niet op in ga is het onmogelijk, er moet een tav ingelast worden.<br />

Letterlijk is het ‘voor/op Jouw redding heb ik gehoopt’. Dat is de directe betekenis,<br />

maar natuurlijk door de profetie van de leden van de Sanhedrin, de Grote Vergadering,<br />

11


hadden ze ook op deze manier geprofeteerd over Jesjoea. Ze zeggen dan: ‘ik heb<br />

gehoopt op Jesjoea, Hasjem’.<br />

Waarom staat er niet ‘ik hoop’? Waarom staat het in verleden tijd? Je ziet dat Dasberg<br />

het netjes vertaalt met tegenwoordige tijd, maar er staat geschreven: ik heb gehoopt.<br />

Waarom is dat zo? Het is correct dat het hier in de verleden tijd staat: ik heb gehoopt op<br />

Jesjoea, ik heb gehoopt op de redding. Het resultaat van mijn hopen op Jesjoea is mijn<br />

optrekken van ma’n. Daarom doe ik de ma’n nu opstijgen. De verbinding tussen mijn<br />

vorige toestand, mijn huidige en mijn toekomst. In die hoop zit ‘ik heb gehoopt Hasjem<br />

op Jouw redding’. Het is al zo zeker als dat het al geweest was. In de tegenwoordige tijd<br />

is alsof ik nog niet zeker ben, nog niet voldoende emoena, geloof, heb. Kijk in welke<br />

vorm ze het hebben opgemaakt. Het is zo zeker voor mij, het is alsof ik al gekregen heb<br />

Jouw redding. De leden van de Grote Vergadering hadden deze redding nog niet, maar<br />

zij wisten wel in hun geest, in hun profetie, met alle zekerheid dat die redding zal<br />

komen. Daarom drukken zij het uit met een werkwoord in het verleden. Kiviti, ik heb<br />

gehoopt. Alsof mijn hoop al gerealiseerd is, alsof ik al verhoord werd en Jesjoea heb<br />

ontvangen nog voor zijn komst hier op aarde. Duidelijk?<br />

Twee betekenissen van lisjoeatcha…. op Jouw redding hoopte ik. Men richt zich dan tot<br />

Hasjem. De geheime betekenis nog is: op Jouw Jesjoea, Jouw Masjiach, Jouw zoon die<br />

Je nog naar ons toe zal zenden, zo hoop ik, want via Hem zal ik mijn Redding<br />

ontvangen. Dat is lisjoeatcha.<br />

Op een andere plaats, ik heb niet zo bij mij waar dat staat, hebben we lisjoeatecha. Niet<br />

lisjoeatcha, maar lisjoeatecha. Wat is het verschil? Is er verschil semantisch,<br />

inhoudelijk? Nee, dat is er niet. Het zijn twee vormen van vocalisatie, zoals ik dat noem:<br />

beklinkering. In de normale toestand, dat betekent de toestand waar lisjoeatcha staat<br />

‘jouw redding’ als we de eerste betekenis van het woord nemen… als dat staat aan het<br />

begin van een woord of in het midden waar geen volle stop is, waar de melodie van het<br />

vers even stopt…waar het voor de pauze staat, dan wordt gebruikt lisjoeatcha. Ik geef<br />

dit als voorbeeld. Lisjoeatecha staat voor een pauze en dat kan zijn in het midden van<br />

een zin. Hoe kan je in het midden van een zin zien of er een pauze is? Door de<br />

zangtekens, de cantillatietekens. Er staat dan onder het woord een omgekeerd vinkje.<br />

Hoe het heet doet er niet toe. Daar is zo’n verschijnsel dat men een extra vocaal geeft<br />

zoals in dit geval lisjoeatecha.<br />

Ik geef even een voorbeeld: wij zijn in onze Prie ets chajiem bijna aangekomen bij Sjma<br />

Jisraël. Als je op pagina 39 van Dasberg kijkt, zie je onderaan Sjma Jisraël, Hoor<br />

Jisraël. Als we naar de eerste, bekende, zin kijkt na Sjma: w’ahavta et Hasjem elokeicha<br />

b’chol l’wawcha oev’chol nafsjcha oevchol m’odecha. En je moet liefhebben Hawajah<br />

jouw Elokiem. En dan staat er: b’chol lewawcha, net zoals lisjoeatcha. Er staat niet<br />

lewawecha. B’chol lewawcha, met al jouw hart. Oev’chol nafsjcha en niet nafsjecha, net<br />

zoals in ons geval met lisjoeatcha.<br />

Voor het einde van de pasoek, vers, is het anders: oev’chol m’odecha en niet m’odcha.<br />

Volgens de normale regels van vocalisatie zou het zijn m’odcha. Waarom staat er<br />

m’odecha? Omdat aan het einde van een vers de Masoret, de traditie ongeveer achtste<br />

eeuw van deze jaartelling, hadden zangtekens ingevoerd. Door de roeach hakodesj<br />

wisten zij wel hoe die klinkers/klanken te plaatsen. Er waren geen klanken. Men wist<br />

hoe de Thora te leren, maar de Thora was niet beklinkerd. De Masoret hebben dat wel<br />

gedaan. Het was een groep van geleerden die toen de gaven hadden en de opdracht van<br />

12


oven hadden om dat te doen. Zij hadden op deze manier klinkers, nekoedot, ingevoerd<br />

in de Thora, zoals we ook zien in onze siddoer en ook de kroontjes. Hier zien we de<br />

kroontjes niet, maar wel de zangtekens. Volgens de loop van de zinnen in de heilige taal<br />

treedt vlak voor de pauze, één lettergreep voor de pauze, dit verschijnsel op dat er een<br />

klinker bijkomt en in de regel is het de klinker segol, dus drie puntjes.<br />

Duidelijk? Ik heb een beetje geprobeerd zo op de vingers dat uit te leggen zonder<br />

gecompliceerde uitleg te geven. Belangrijk is de houvast, dat je concreet, praktisch weet<br />

hoe en wat.<br />

We keren nu terug naar pag. 1 naar lisjoeatcha kiviti Hasjem. Als ik mij niet vergis is<br />

dat het eerste geval dat we de naam Jesjoea tegenkomen, hier in de siddoer. Naarmate<br />

wij verder vorderen zullen we telkens stil staan bij de gebruiken van deze naam in<br />

allerlei afleidingsvormen. Als je naar de regel zes kijkt zie je dat Dasberg niet<br />

consequent is. Nu is het duidelijk voor ons waarom hij niet consequent is. Het woord<br />

redding/verlossing durft hij niet in zijn mond te nemen omdat hij deze verbondenheid<br />

met Jesjoea niet kent. Daarom ziet hij dat niet. In de regel zes, vierde woord, daar is<br />

ִתָרְז עְב b’ezrati met mijn hulp. רזע Ezra is hulp. b’ezrati met mijn hulp, je kan zeggen: in<br />

mij tot hulp. Letterlijk is het in mij of mij. Wat ik wilde zeggen is dat ezra hulp is en niet<br />

jesjoea want dat is redding.<br />

Dat was dus het eerste begrip van Jesjoea, redding.<br />

Op pag. 2 het laatste woord is jisjecha, dat komt ook van Jesjoea. De letter waw van<br />

Jesjoea is weg. De letter waw is zo’n letter die verschijnt en vervlucht. Dat is interessant<br />

in de naam van Jesjoea dat die soms aanwezig is en soms niet. Jisjecha…normaal zou<br />

het jisjcha zijn, maar omdat het einde van een vers is komt één lettergreep voor het<br />

einde dat verschijnsel van Masoret dat men in de regel een segol, de klank è, i<strong>nl</strong>ast.<br />

Hij zegt hier b’emet jisjecha, waarlijk is Jouw hulp. Je kan ook zeggen: waarlijk is Jouw<br />

Jesjoea, door de waarheid, in de waarheid is Jouw Jesjoea. Ook hier twee betekenissen:<br />

de redding die van Hasjem komt… en hoe komt de redding? Door het zenden van de<br />

profeet, de zoon van Hasjem die de wegen van Hasjem zal laten zien aan de hele<br />

mensheid.<br />

De volgende verzen vanaf regel vier ken ik niet. Het is minhag, Nederlandse traditie. In<br />

mijn siddoer heb ik het niet. Het doet er niet toe. We gaan proberen alles te doen wat we<br />

tegenkomen…sommige dingen misschien niet, maar we proberen het wel te doen. Elk<br />

woord, ook hier, is uit psalmen van David genomen uit verschillende plaatsen. Het is dus<br />

verstandig om die wel te doen.<br />

Ani k’ratiecha ki ta’aneenie el hat aznecha li sjma imratie.<br />

Ik heb tot Jou geroepen want Jij zal mij beantwoorden Kel, Hasjem die vol van chessed<br />

is, leun Jouw oor naar mij hoor naar wat ik zeg.<br />

Ani k’tsedek echeze fanecha esb’a w’hakets t’moenatecha.<br />

13


Ik in rechtvaardigheid zal Jouw gezicht aanzien mij zal verzadigen bij het wakker<br />

worden Jouw beeld.<br />

(Het doet er niet toe dat ik het niet zo mooi vertaal. Ik probeer het naar geest te vertalen<br />

en zo letterlijk mogelijk. Onder de leden van de Grote Vergadering waren nog enkele<br />

grootste profeten, profeten die ook gecannoniseerd waren, profeten van Tanach.)<br />

W’ani alecha watachtie adonaj amartie elohaj ata.<br />

En ik, wat mij betreft, op Jou is mijn hoop Adonaj, ik heb gezegd Jij bent mijn G’d,<br />

mijn Elohiem.<br />

Sjma kol tachanoenaj b’sjawie elecha b’nasie jadaj el d’wier kadsjecha.<br />

Hoor de stem van mijn smeekgebeden bij mijn geschrei naar Jou toe bij het opheffen<br />

van mijn hand naar het verheven vertrek van Jouw heiligdom<br />

Adonaj elohaj sjiwa-atie elecha watirpaeeni<br />

Adonaj mijn Elohiem, mijn geschrei is tot jou en… genees mij.<br />

(Kijk wat we leren van gebeden. Wat moeten wij vragen? Uit de siddoer kunnen we ook<br />

leren waar om we Hasjem moeten vragen. Genees mij… hij bedoelt hier niet genezen<br />

van fysieke ziekten. Als je Hasjem vraagt jouw aspecten die niet gecorrigeerd zijn<br />

binnen jezelf te genezen dan zal je automatisch ook genezing krijgen van jouw uiterlijke<br />

ziekten waarvoor je een dokter kan roepen en niet Hasjem aanroepen. Voor je fysieke<br />

ziekten kan je gewoon een dokter aanroepen. Pak een telefoon en haal je de dokter of ga<br />

je zelf naar een dokter. Maar hier vragen we Hasjem om innerlijke genezing).<br />

Elecha adonaj ekra w’el adonaj etchanan.<br />

Jou Hawajah zal ik aanroepen en tot Hasjem zullen mijn smeekgebeden zijn.<br />

Ha-iera panecha el awdecha hosjieenie w’chasdecha.<br />

Doe Jouw gezicht stralen naar Jouw dienaar, red mij met Jouw chessed/genade.<br />

(Hosjie-eenoe, breng mij redding. Ook hier zit Jesjoea. Breng redding tot mij. Hoe?<br />

Hasjem doet het door naar mij Jesjoea te sturen zodat ik mijn redding via Jesjoea zal<br />

ontvangen. We leren dan ook wat de redding is. Hosjie-eenoe w’chasdecha…wat is dan<br />

de redding waar ik om vraag? De redding zit in het ontvangen van chasdecha, Jouw<br />

genade. Dat is wat we ook hebben ontvangen van Jesjoea. Van Jesjoea komt alle genade<br />

in onze wereld.)<br />

Ki l’cha adonaj hochaltie ata ta’ane adonaj elohaj.<br />

14


Want op Jou heb ik mijn hoop geweest (naar Jou heb ik uitgekeken). Jij zal mij<br />

antwoorden Adonaj mijn Elokiem.<br />

(Jij zal mij antwoorden. 100%. Ik weet dat zeker. Als jij je richt tot Hasjem in jouw<br />

gebed…Jouw gebed moet zijn alsof Hasjem het al heeft ontvangen. Jij moet de<br />

zekerheid hebben van binnen dat Hasjem jouw gebed zal ontvangen en jou redding zal<br />

geven. Dan ontvang je ook de redding. Kijk nou hoe een gebed is opgebouwd, hoe David<br />

dat heeft opgebouwd door zijn roeach hakodesj. ‘Ik heb naar Jou uitgekeken en Jij zal<br />

mij antwoorden’. Ik weet 100% zeker dat Jij mij zal antwoorden. Met absolute<br />

zekerheid zal je ervaren dat Hasjem met jou is.<br />

Sjim’a t’filatie adonaj w’sjawatie ha’aziena el dimatie el techarasj.<br />

Luister naar mijn gebed Adonaj en mijn geschrei verhoor. Blijf niet doof voor mijn<br />

traan.<br />

(…el-diem'atie al techerásj...Ik had even moeite met het vertalen van dit fragmentje<br />

omdat het een beetje 'vreemd' in mijn oren klonk. '(Blijf niet) doof voor mijn traan'.<br />

Hoe kan dat? Je zou eerder verwachten: 'blijf niet blind voor mijn traan'. Maar nee, het<br />

vers zegt: '(blijf niet) doof voor mijn traan'...want Hasjem hóórt een traan van een<br />

smekend mens: een traan die uit het hart komt en niet uit oogjes. De tranen uit oogjes<br />

kunnen immers bedrieglijk zijn...Daarom hoort Hasjem een traan! Wat een pareltje!)<br />

Sjma adonaj w’chaneenie adonaj heje ozer li.<br />

Hoor Hawajah en wees genadig tot mij Adonaj wees mij tot hulp.<br />

(Hier is het ‘hulp’. Merkwaardig is dat deze verzen hier in deze siddoer van Dasberg<br />

niet worden vertaald. (Er wordt op de ‘vertalingspagina’ wel precies aangegeven waar<br />

deze verzen vandaan komen. Maar zou het iemand helpen om midden van zijn gebed te<br />

gaan zoeken naar die verzen eldersin een ander boek?) Ook 13 tot 18 wordt niet<br />

vertaald. Doet er niet toe. We doen wat in mijn armoedige bewoordingen…het doet er<br />

niet toe, je weet dan de essentie van die gebeden.<br />

En nog even voor de sluiting van de les…Mirjam heeft mij een mailtje gestuurd met een<br />

vers dat we nog zullen tegenkomen, ik weet niet precies waar het staat in Dasberg, het<br />

klinkt zo:<br />

העושיל םיפצמו םויה לכ וניוק ךתע ושיל יכ … ki lisjoeatcha kivinoe kol hajom oem’tsapiem<br />

lisjoea. Dit is een geweldige vers waarbij twee woorden zijn afgeleid van Jesjoea,<br />

redding. We kunnen het hier als volgt vertalen: …want op Jouw redding hebben wij<br />

gehoopt de hele dag. Hetzelfde is het in tegenwoordige tijd: ki lisjoeatcha kivinoe kol<br />

hajom, want op Jouw redding hopen wij de hele dag.<br />

Dan gaat het verder, let op wat hij ons zegt. Nog een keer: Op Jouw redding hopen wij<br />

de hele dag. Oem’tsapiem lisjoea, en wij kijken uit (dit is een ander woord voor hopen)<br />

naar Jesjoea (naar onze Masjiach).<br />

15


Les 4<br />

pag. 2, regel 13<br />

Sjier hama’alot l’david samachtie b’omriem li bet adonaj nelech.<br />

Lied van traptreden voor/aan David (niet ‘van’ David zoals men dat normaal wil zien,<br />

maar ‘aan’ David. David heeft het ontvangen. Het dient ook aan David om daarmee op<br />

te stijgen langs de geestelijke traptreden. Koning David heeft al zijn psalmen ontvangen<br />

door de Roeach haKodesj, de Heilige Geest. In totaal 150 psalmen opgebouwd in één<br />

boek en daar bestaat ook een Zohar voor. We zullen dat stap voor stap bekijken.) ik<br />

verheugde mij wanneer men mij zegt wij zullen gaan naar het huis van Hasjem.<br />

(Interessant is hier ook deze vorm samachti, ik heb mij verheugd bij het zeggen<br />

van…Wij zijn zo’n constructie al eerder tegengekomen bij een profeet, zoals hier koning<br />

David, die een werkwoord stelt in de verleden tijd. Dat geeft aan dat hij zeker weet, erop<br />

vertrouwt dat iets op deze manier gebeurt. M.a.w.: ‘telkens verheug ik mij wanneer men<br />

mij zegt wij gaan naar het huis van Hasjem’. Hij bedoelt in het algemene aspect. In zijn<br />

tijd was er nog geen Tempel. De eerste Tempel heeft zijn zoon opgemaakt. We zien wat<br />

hij bedoelt met bet Hasjem: niet de Tempel zelf, maar de geestelijke traptrede die hem<br />

brengt naar het huis van Hasjem.<br />

Wat is huis van Hasjem, bet Hasjem? Kijk en niet blind zoals het volk duizend jaar<br />

doet. We raken alleen maar topjes van die gebeden aan. Ik heb ook geen taak op mij<br />

genomen om hier in de siddoer toelichtingen te geven. Ik beroep mij op Ari, op Prie Ets<br />

Chajiem, dat onze maatstaf is. Maar even tussendoor, wat ik zie en wat bruikbaar voor<br />

ons kan zijn op ons niveau, wat ik zie zonder mij voor te bereiden op de les… Ik zie dan<br />

iets dat mijn ogen doet openen en dat vertel ik jullie.<br />

Wat is bet Hasjem? Hawajah is z’a en bet, huis, zijn behuizing, zijn huis is malchoet. Hij<br />

zegt: we zullen opstijgen naar bet Hasjem, naar de malchoet van de wereld Atsieloet.<br />

Het huis van Hasjem is malchoet, Sjechiena.)<br />

Sas anochi al imratecha k’motsee sjalal rav.<br />

Ik jubel over Jouw woord als iemand die een grote schat vindt.<br />

Hak’sjiva l’kol sjavii malki w’elohaj ki elecha etpalal.<br />

Leun je oor naar de stem van mijn geschreeuw mijn Koning en mijn Elokiem want tot<br />

Jou zal ik bidden.<br />

(Aan het einde van dit vers hebben we ook dit verschijnsel dat er een extra klinker<br />

komt. I.p.v. itpalel komt er itpalal. Normaal is het onmogelijk om een kamats te<br />

plaatsen, r.15, in een gesloten letter. In de regel komt er patach, maar omdat het einde<br />

van de regel is…We hebben dat al eerder gezien met lisjoeatecha, daar kwam een extra<br />

segol aan het einde, voor een pauze en hier is het kamats).<br />

16


Hawajah boker tisjma koli boker e’erach l’cha wa’atsape.<br />

(Kijk hoe hij zijn gebed opbouwt. Het is een dialoog. Hij praat met Hasjem.)<br />

Hawajah/Hasjem ’s ochtends zal Jij luisteren naar mijn stem in de ochtend zal ik mij<br />

opmaken voor Jou en ik zal er naar uitkijken (naar Jou).<br />

(Kijk hoe eenvoudig, hoe openhartig en intiem zijn gebed is).<br />

Ani k’ratiecha ki ta’aneenie el hat aznecha li sjma imrati.<br />

(We horen weer de bekende wending van hem):<br />

Ik heb naar Jou geroepen/Jou aangeroepen want Jij zal mij antwoorden El mijn<br />

genadevolle Hasjem wendt Jouw oor naar mij toe hoor wat ik zeg.<br />

Ragli amda b’misjor b’makheliem awarecha adonaj.<br />

Mijn been stond met mate/in de juiste mate (op een goede manier. Mijn been ging a.h.w.<br />

de goede kant op, Jouw wegen bewandelen) in gemeenten/verzamelingen/samenkomsten<br />

zal ik Hawajah zegenen. (Makheliem, het samenkomen, het verzamelen van alle<br />

krachten in mijzelf. Kijk wat hij ons zegt: Wanneer ik al mijn krachten in mijzelf<br />

terugbreng, volledig geconcentreerd ben op mijn gebed tot Jou zal ik Hawajah<br />

zegenen.).<br />

Jigdal<br />

(Jigdal…We hebben gezegd dat we het zoveel mogelijk gaan vertalen zonder selecties te<br />

maken ongeacht wat Ari wel of niet had gezegd. We leren hier van gebeden en<br />

natuurlijk is alles… Al zegt Ari dat men Jigdal niet zegt… Het is van een joodse dichter.<br />

Ze hadden natuurlijk wel kracht om het op te maken. Zijn naam is Daniël ben Jehoeda<br />

uit Rome, 14 e eeuw. Hoe dan ook werd het geïnspireerd, maar zo’n dichter kende niet de<br />

éénduidige verbondenheid tussen de wortel en zijn tak hier op aarde, om die te<br />

koppelen. Ik zeg het niet over hem, maar in de regel als Ari ons zegt om al die<br />

piejoetiem… dat hij al die geestelijke poëzie niet had gezegd, dan wist hij dat het<br />

prachtig opgemaakt was maar dat daar deze éénduidige verbondenheid met de wortel<br />

ontbreekt. Wij gaan het wel zeggen, leren, omdat we ons hebben voorgenomen om dat<br />

wel te doen, deze siddoer Dasberg).<br />

Jigdal elohiem chaj w’jisjtabach, nimtsa w’ejn et el-m’tsioeto.<br />

Laat groot zijn de levende Elokiem en geprezen (Je kan ook zeggen: Moge levende<br />

Elokiem groot en geprezen zijn. We proberen zoveel mogelijk nuances in te brengen.<br />

Dasberg zegt: groot en geprezen is de levende G’d. Ik probeer de volgorde te<br />

handhaven, ook bij het vertalen: Laat groot zijn de levende Elokiem en<br />

gehuld/geprezen.)<br />

17


(Puntje in de heilige boeken betekent een komma. Hier is het ook opgemaakt als heilig<br />

boek).<br />

Hij bestaat en er is geen tijd/geen limieten aan Zijn realiteit/bestaan.<br />

(Zie je hoe Dasberg het vertaalt? Ik zei nog dat ik niet zou kijken en niet naar zijn<br />

fouten ga wijzen. Hij zegt: Hij bestaat en Zijn bestaan is niet aan tijd gebonden. Dat is<br />

mooi, maar het staat niet in de tekst.)<br />

Echad w’een jachied b’jichoedo, nelam w’gam ejn sof l’achdoeto.<br />

Hij is één en er is geen ene die is als Zijn enigheid, Hij is verborgen en er is ook geen<br />

einde aan Zijn eenheid.<br />

Ejn lo d’moet hagoef w’eeno goef, lo na’aroch elav k’doesjato.<br />

Hij heeft geen gelijkenis van lichaam (men kan niet in Hem iets bepalen dat lichamelijk<br />

zou zijn. Hij heeft niet iets dat op een lichaam zou lijken.) en er is geen lichaam (niets<br />

materieels zit in Hem. Wij hebben bijv. vier naturen en in Hasjem zit geen één. Onze<br />

geestelijke natuur is wel het dichtst bij Hem, maar ons geestelijke natuur is ondenkbaar<br />

zonder bekleding. Bij ons zitten er altijd lagen van bekleding. De ziel kan niet hier op<br />

aarde komen zonder bekleding, maar bij Hasjem zit absoluut geen lichaam, geen<br />

omhulsels.), men kan niet bepalen/inschatten bij Hem Zijn heiligheid. (Dus ook de mate<br />

van Zijn heiligheid kan men niet inschatten. Als men iets kan inschatten dan is het al<br />

eindig.)<br />

(In de Kabbala leren we over de eigenschappen van z’a, de hele Boom des levens is z’a<br />

van de wereld Atsieloet. We leren daar eigenschappen van z’a in hele andere<br />

terminologie. En hier, de dichter die geïnspireerd werd schrijft Hasjem eigenschappen<br />

toe vanuit het aardse.<br />

Het is geen gebed. Het is a.h.w. geloofsbetuiging wat we hier in dit fragment, Jigdal,<br />

leren.<br />

Vanaf regel 4 zijn i<strong>nl</strong>eidende psalmen die ons eige<strong>nl</strong>ijk voorbereiden op het eige<strong>nl</strong>ijke<br />

gebed en dat begint pas op de volgende pagina. Dit is een warming-up a.h.w.).<br />

Kadmon l’chol dawar asjer nivra, risjon w’ejn resjiet l’resjieto.<br />

Hij gaat vooraf aan alles wat geschapen is Hij is de eerste en er is geen begin aan Zijn<br />

eerste zijn. (Of het geen goed Nederlands is, dat doet er niet toe, het zijn de woorden.<br />

Kijk hoe die dichter het Oneindige weergeeft. Hij doet dat geweldig. Je kan zeggen<br />

Hasjem is de eerste, maar als Hij de eerste is dan zit er toch wel ergens een begin van<br />

iets. Hij zegt ons erbij: er is geen begin aan zijn eerste zijn, er is geen uitgangspunt van<br />

zijn eerste zijn. Dat is geweldig. Ons verstand kan het niet grijpen. Uberhaupt, het<br />

mediteren over de oneindigheid van Hasjem geeft enorme oerkrachten aan de mens en<br />

verbondenheid met het eeuwig leven.)<br />

18


Hino adon olam l’chol-notsar jore g’doelato oemalchoeto.<br />

Ziehier Hij is de heer van de wereld voor alles wat gevormd is/voor elke vorming (het is<br />

moeilijk om ‘notsar’ weer te geven. Men zal het vertalen met ‘alles wat geschapen is’,<br />

maar wij zien dat het is van alles wat gevormd werd in de scheppingsdaad.) Hij<br />

leert/onderwijst Zijn grootheid en Zijn koningschap.<br />

Sjefa n’voeato n’tano, el ansjee s’goelato w’tifarto.<br />

De overvloed van Zijn kracht van profetie gaf Hij aan de mensen (mensen en niet<br />

mannen) van Zijn bijzondere keus en Zijn pracht.<br />

(pag.3 r.1)<br />

Lo kam b’Jisraël k’mosje od navie oemabiet et-t’moenato.<br />

Er stond geen ander in Jisraël op zoals Mosje (lett: Er kwam op in Jisraël geen ander als<br />

Mosje) een profeet en degene die Zijn beeld heeft gezien (lett: de ziener van Zijn beeld).<br />

Torat emet natan l’amo el, al-jad n’vieo ne’eman beito.<br />

De leer van de waarheid gaf aan Zijn volk Kel (de Genadige Hasjem) door Zijn profeet,<br />

vertrouweling van Zijn huis. (Wat is Zijn huis? Malchoet natuurlijk. De kracht van<br />

malchoet. Vertrouweling, vertrouwde van de malchoet).<br />

Lo jachalief hael w’lo-jamier dato, l’olamiem l’zoelato.<br />

(Derde woord is ha-Kel en niet Kel. Onze vriend Dasberg kan niet uitleggen waarom het<br />

op één plaats Kel is en zoals hier ha-Kel. Ha is een bepaald lidwoord. Wat betekent het<br />

dat hier haKel, de G’d, dus als bepaalde Hasjem die genadig is, en Kel is zonder artikel.<br />

Het is merkwaardig dat hij dat doet. We gaan het eerst vertalen.<br />

HaKel, Hasjem ingebed in chessed, dus genadige Hasjem. Chessed is sfira van z’a en die<br />

is verbonden met ha, met malchoet. We hebben dan Zo’N. HaKel is Zo’N. Als we Kel<br />

zien dan weten we dat het z’a is, zijn sfira chessed, de kracht van Hasjem in de sfira<br />

chessed. En als we zien haKel, dan is het de eenheid tussen z’a en noekwa, wanneer de<br />

noekwa naar hem opstijgt.)<br />

HaKel (Zo’N) zal niet doen veranderen en zal Zijn geloof/trouw (hij zegt hier Zijn wet,<br />

maar dat is het niet.) niet doen vervangen (causatief werkwoord: doen…. Hij bedoelt<br />

Zichzelf, Zijn aard) t.a.v. de werelden naar een anderץ (Het betekent dat Hij nooit zal<br />

veranderen, vervangen voor een andere. Maar wat voor een andere? L’olamiem vertaalt<br />

hij traditioneel met nooit. Hier staat Zijn wet en Zijn geloof zal niet veranderen en<br />

vervangen voor Zijn werelden. Vijf werelden zoals wij leren.<br />

Kijk nou wat een geweldig antwoord wij hebben voor al die geleerden. Zij gaan in de<br />

kosmos…Net gingen zij met ruimtevaart in de kosmos en zei zeggen dat zij beloven dat<br />

als ze andere wezens, civilisaties zullen zien, zij zich goed, naar behoren zullen gedragen.<br />

Er zijn geen andere civilisaties in de wereld, want Hasjem blijft trouw aan Zijn<br />

schepping, aan de wetmatigheid waarmee Hij de werelden heeft geschapen. We weten<br />

19


dat in die lege ruimte die ontstond bij het scheppen van de wereld, het centrale punt,<br />

daar kwam vervolgens de kav binnen en het blijft altijd zonder verandering en<br />

vervanging van de kant van Hasjem. Van onze kant is permanente verandering en<br />

vervanging. Geen toestand lijkt op een ander. Elk moment is veranderlijk vanuit onze<br />

invalshoek, vanuit ons perspectief. Maar vanuit Zijn perspectief verandert er niets.)<br />

Tsofe w’jodeea s’tareenoe, mabiet l’sof dawar b’kadmato.<br />

Hij ziet aandachtig en weet onze geheimen, Hij ziet het einde van dingen vooraf.<br />

Gomeel l’iesj chessed k’mif’alo, noten l’rasja ra k’risjato.<br />

Hij bewijst aan een mens genade naar zijn daden, Hij geeft aan de boosdoener kwaad<br />

naar zijn kwaaddoenerij/slechtheid.<br />

(Het is vreemd wat hij nu zegt dat Hasjem kwaad geeft aan de boosdoener dus m.a.w.<br />

dat hij de boosdoener vergeldt naar zijn slechtheid. Kunnen wij dat verwachten van<br />

Hasjem? Daarom zegt hij het anders. Hij zegt niet dat Hasjem kwaad geeft aan een<br />

boosdoener of dat – zoals hij het vertaalt – hij een slechte vergeldt naar zijn slechtheid,<br />

G’d verhoede dat Hij dat zou doen. Het is een slechte vertaling. Hij kent de<br />

eigenschappen van Hasjem niet. Hasjem vergeldt nooit iemand. Hoe kan de<br />

pottenbakker zijn aardewerk, dat hij zelf maakt, vergelden? Hij maakt aardewerk en<br />

stel dat die valt of dat er iets aan de hand is met het aardewerk dat die van de tafel is<br />

gevallen of zo…gaat hij het dan verbrijzelen of iets anders? Natuurlijk niet. Hoe kan een<br />

vader dat doen tegen zijn zoon? Hoe kan Hasjem dat dan doen aan Zijn schepselen?<br />

Hasjem kan nooit vergelden. Van boven kan nooit kwaad komen. Hoe kan er kwaad<br />

komen van een Perfecte? Daarom is het raar, zeer slecht vertaald. De vertaling is:<br />

Hij geeft aan de boosdoener het kwaad te ervaren naar zijn kwaadheid.<br />

Duidelijk? Hasjem laat aan de boosdoener zijn eigen kwaadheid ervaren. Wat betekent<br />

dat? De mens doet iets kwaads… Een boosdoener draait zich van Hasjem, ontvangt voor<br />

zichzelf. Wat doet Hasjem dan? Hij doet G’d verhoede geen kwaad aan die boosdoener,<br />

maar omdat die boosdoener zich van Hasjem keert, zijn rug naar Hem toekeert, doet<br />

Hasjem precies hetzelfde. Niet om G’d verhoede die boosdoener te vergelden…dat is<br />

allemaal kinderlijke voorstelling van religie, van de volkeren. Hasjem doet precies<br />

hetzelfde. Waarom draait Hasjem dan ook Zijn rug naar de schepping als de schepping<br />

zijn rug naar Hasjem draait? Waarom? Waarom blijft Hasjem niet genadig, de mens<br />

stimuleren, aaien, steeds overtuigen om zich om te draaien naar Hasjem toe. Waarom<br />

doet Hasjem dat niet? Omdat er anders geen sprake zou zijn van vrije keuze. Hasjem<br />

heeft Zijn wet zo opgemaakt dat er geen geweld is in het geestelijke. De mens bepaalt<br />

zelf of hij boosdoener wil zijn of rechtvaardige. Daarom dat als een mens zijn gezicht<br />

van Hasjem afkeert, doet Hasjem hetzelfde. Dat is wat hij zegt:<br />

Hij geeft aan de boosdoener het ervaren van zijn kwaadheid naar zijn kwaadheid.<br />

Jisjlach l’kets jamien m’sjiecheenoe, lifdot m’chakee kets j’sjoeato.<br />

20


Hij zal zenden aan het einde der dagen onze Masjiach, om een verlossing te geven aan<br />

degene die wachten het einde van Zijn redding. (En een andere betekenis:…het einde<br />

van Zijn Jesjoea, Jesjoea van Hasjem).<br />

Meetiem j’chajee el b’rov chasdo, baroeg adee ad sjem t’hilato.<br />

De doden zal Kel (Hasjem, de Genadige) doen opleven door Zijn grote genade, gezegend<br />

is de naam van Zijn hulde voor altijd en eeuwig<br />

21


Les 5<br />

pag. 3 van Dasberg r.8<br />

Ochtendgebed.<br />

Het gebed heet Adon en dit wordt normal vertaald met Heer, Meester. Malchoet in haar volle<br />

toestand heeft de naam adni, maar de mannelijke vorm is adon, heer.<br />

Wanneer z’a bij malchoet komt dan is zij ook adon, heer. Hij is adon en zij is adni.<br />

Het woord adon in de r.9 moeten we verbinden met het eerste woord in r.10.<br />

Adon olam asjer malach, beterem kol j’tsier niwra.<br />

De Heer van de wereld die regeerde/koning was, alvorens elk wezen geschapen werd.<br />

L’et na’asa w’cheftso kol, azaj melech sjmo nikra.<br />

Tegen de tijd toen door Zijn wil/wens werd gemaakt alles, toen werd Zijn naam koning<br />

genoemd.<br />

W’acharee kichlot hakol, l’wado jimloch nora.<br />

En wanneer alles zal voorbijgaan (vergaan, zoals men dat traditioneel vertaalt), dan alleen<br />

Hij die ontzagwekkende is zal regeren.<br />

(Het woordje ‘kol’ hebben we in de r.11 gehad, het duidt op jessod. Hier in het midden duidt<br />

het op de verbinding tussen jessod en malchoet. Hej is malchoet en kol is jessod. Vijf<br />

chassadiem die hij aan haar geeft.<br />

De diepe geheime betekenis van hakol...Hakol zal beëindigen…wanneer z’a en noekwa – de<br />

essentie van de schepping – voltooid/volbracht zal zijn…eige<strong>nl</strong>ijk: zal vol-einden, dan zal<br />

alleen Hij regeren. Hasjem zal regeren, want tijdens de 6000 jaar van de schepping hechten<br />

zich kliepot aan die hakol, maar wanneer hakol – z’a en noekwa, zijn volbracht in de gmar<br />

tiekoen zal alleen Hasjem heersen en geen kliepa. Zijn bijnaam is ontzagwekkende. Nora,<br />

ontzagwekkende komt van jira, vrees. In het woord nora zit ook licht. Vrees is klie en<br />

wanneer klie vrees heeft voor het hogere dan ervaart die ook licht. Schittering komt in de klie,<br />

dat is het woord nora. Men vertaalt het gewoon met Ontzagwekkende.)<br />

W’hoe haja w’hoe howe, w’hoe jihje b’tifara.<br />

En Hij was en Hij is, en Hij zal zijn in pracht.<br />

(Wat betekent dat? Hij, Hasjem, is z’a. De essentie van z’a zit in tieferet. Tieferet is het<br />

lichaam in tien sfirot en de verbindende sfira, die alles in zichzelf verbindt. Daarom zijn de<br />

woorden ‘w’hoe haja’, en Hij was…Wat betekent ‘en Hij was’? Dat is wat boven de chaze is,<br />

boven de tieferet. W’hoe howe, en Hij is, dat is de sfira tieferet zelf. W’hoe jihje, en Hij zal<br />

zijn, dat is wat onder de tieferet is. Eige<strong>nl</strong>ijk slaat het in eerste instantie op de sfira tieferet<br />

zelf, die drie delen heeft zoals we weten: bovenste 1/3 e deel van tieferet is boven de chaze<br />

wordt in de taal van de siddoer in Adon olam weergegeven door ‘w’hoe haja’, Hij was.<br />

22


Vanaf de chaze tot de taboer is het middelste stuk van de chaze en komt overeen met ‘w’hoe<br />

howe’ en Hij is. En het onderste 1/3 e van de tieferet dat onder de taboer is, komt overeen met<br />

w’hoe jihje, en Hij zal zijn. Dat zijn de drie delen van de tieferet in gewoon taalgebruik, in<br />

tijd weergegeven als Hasjem die eeuwig is, die in zichzelf verleden, heden en toekomst<br />

verbindt. Hawajah, dat is de volledige sfira tieferet. We weten dat de sfira tieferet de kracht<br />

heeft van de naam Hawajah, JKWK.)<br />

W’hoe echad w’ejn sjenie, l’hamsjiel lo l’hachbiera.<br />

En Hij is één (zoals we geleerd hebben: Sjma jisrael hasjem elokejnoe hasjem echad, Hoor<br />

Jisraël Hawajah is onze Elokiem Hawajah is Eén. We hebben geleerd over die één, echad,<br />

gematria 13. Hij is één, in Hem is de hogere eenheid.) en er is geen ander (met Hem verbindt<br />

zich malchoet, mannelijk en vrouwelijk en er is geen ander), die zich met Hem zou kunnen<br />

vergelijken om zich met Hem te verbinden.<br />

(Wat betekent dat? Hij is Eén. Eén is de eenheid van kedoesja. In kedoesja de eenheid tussen<br />

z’a en noekwa en er is geen ander. Het één zijn komt nog van partsoef A’A, die één is, die<br />

wel noekwa heeft maar als één wordt gezien, er is geen tweede bij de A’A. Een wonderlijke<br />

verbinding heeft A’A tussen zijn mannelijk en zijn vrouwelijk, zij zijn één.<br />

En er is geen tweede, dat betekent dat er geen kliepa is die tot daar kan strekken om zich met<br />

Hem te vergelijken, om zich met Hem gelijk te stellen – dat betekent om te komen tot<br />

dezelfde traptrede als Hij. En om zichzelf te verbinden met Hem om te komen tot de<br />

verbinding met Hem. In verbinding kan men alleen komen wanneer men dezelfde<br />

eigenschappen, dezelfde strekking…omwille van het geven.)<br />

Bli resjiet bli tachliet, w’lo haoz w’hamisra.<br />

Zonder begin zonder einde, en in Hem is de kracht en de heerschappij.<br />

(‘Zonder begin en zonder einde’ slaat op Ejnsof, de wortel waaruit al het goede komt, boven<br />

de hele schepping.)<br />

: הרצ תיב ילבח רוצו , ילאג יחו ילא אוהו<br />

W’hoe eli w’chaj goali, w’tsoer chewli b’et tsara.<br />

En Hij is mijn genade (van Hem komt alle genade tot mij. Ejnsof die ingebed is in de sfira<br />

chessed.) en mijn levende verlosser, en mijn rotsvaste steun in de tijd van benauwdheid.<br />

W’hoe nisi oemanos li, m’nat kosi b’jom ekra.<br />

En Hij is mijn vlag/vaandel (Een andere betekenis is: mijn wonder) en mijn toevlucht, een<br />

maat van mijn beker op de dag wanneer ik tot Hem zal roepen. (Wat betekent dat? Mijn<br />

beker is eige<strong>nl</strong>ijk mijn klie. M’nat komt van het woord m’na, de mate van mijn ma’n die ik<br />

opbreng op de dag dat ik tot Hem zal roepen.)<br />

23


B’jado afkied roechi, b’et iesjan w’a-iera.<br />

In Zijn hand zal ik mijn roeach toevertrouwen, in de tijd van mijn slaap en wanneer ik<br />

wakker zal worden.<br />

(Interessant is dat hij zegt… Dit gedicht is gemaakt door goddelijke inspiratie – natuurlijk<br />

door kabbalistische inspiratie, maar eige<strong>nl</strong>ijk hoort het niet in de siddoer te staan. Het is<br />

toegevoegd. We hebben dat geleerd. Ze hebben het toch wel geplaatst in de siddoer eige<strong>nl</strong>ijk<br />

vanwege de geweldige omschrijving van de eigenschappen van Hasjem. En wanneer een<br />

mens dat voorleest dan kan het bij een mens helpen om al zijn krachten als pijltjes te richten<br />

naar dat beeld van Hasjem, beeld qua krachten, qua eigenschappen.<br />

Kijk wat hij ons zegt in r.18 ‘In zijn hand zal ik mijn roeach toevertrouwen’, ik die onder de<br />

chaze is, trekt zijn ma’n omhoog met de vraag om reddend licht van Hasjem. Van onder de<br />

chaze naar de hand van Hasjem…In Zijn hand zal ik mijn roeach toevertrouwen. Het komt<br />

naar Zijn hand en dat is chessed van Hasjem…chessed en gwoera zoals wij weten. Daar zal ik<br />

mijn roeach…daar is de plaats voor de roeach, in het lichaam van de partsoef. Alles gebeurt<br />

binnen mijzelf. Als ik zeg ‘b’jado afkied roechi’, mijn roeach zal ik toevertrouwen in Zijn<br />

hand, dan is het niet iets abstracts dat alleen ergens in de hemel is. Alles gebeurt in mijzelf.<br />

Door die instellingen te maken, door mijn innerlijk werk aan mijzelf, door de<br />

voorbereidingen, de juiste kawanot, breng ik de ma’n vanuit de plaats waar geen licht is -<br />

onder de chaze, wat onder de paraplu staat van de malchoet die aan de chaze staat – breng ik<br />

het omhoog naar het lichaam. Mijn eigen lichaam boven de chaze. Daardoor ga ik mij ervaren<br />

in de plaats boven de chaze en daardoor kom ik ook in contact met de plaats boven de chaze<br />

van de hogere. Wie is eige<strong>nl</strong>ijk mijn Adon? Wie is mijn Hasjem? Hoe kan ik Hem ervaren? In<br />

mijn ervaring is mijn belendende hogere traptrede mijn Adon olam, de Heer van de wereld die<br />

ik ervaar in mijn keliem. Natuurlijk bestaat Adon olam in het algemene aspect, dat weet ik,<br />

maar dat weten helpt mij weinig als ik het niet ervaar in mijzelf. Als ik alleen maar uit mijn<br />

hoofd weet dat Hasjem de Heer over de wereld is enz… Het is buiten mijn keliem, alleen<br />

maar door mijn weten, door mijn intellect, door mijn hersenen. Zal dat mij helpen in mijn<br />

correctie-proces? Zal het mij doen uittrekken uit de kliepot? Hasjem wil graag dat wij dat<br />

correctiewerk doen, tiekoen, want alleen door mijzelf te corrigeren, corrigeer ik de wereld.<br />

Door tiekoen aan mijzelf draag ik bij aan tiekoen haolam. Alleen op deze manier. Probeer niet<br />

te denken dat jij door dingen naar buiten te doen jij de wereld helpt te komen naar het hoge<br />

doel van Hasjem. Dat is alleen maar wishful thinking. Horizontaal doen helpt absoluut niet.<br />

De mens moet eerst aan zichzelf werken, innerlijk werk doen in het gebed en in het leren van<br />

het Operationeel systeem om in eerste instantie zichzelf te corrigeren. Elke correctie van<br />

jezelf is indirect ook…want wat je aan jezelf corrigeert is een bijzondere correctie en<br />

uiteraard wordt alles ook vertaald in het algemene aspect, algemene correctie. Hou dit steeds<br />

in de gaten. Het is niet onze taak om bij een gebed onze keliem, ons lichaam, te verlaten,<br />

ergens te laten zweven boven ons lichaam. Het is allemaal fantasie, denkbeelden van allerlei<br />

religie dat het zo gaat. Nee, het is altijd binnen mijzelf. ‘Mi besari echeze eloka’, vanuit mijn<br />

vlees zal ik het Goddelijke zien, en niet búiten mijn vlees zal ik het Goddelijke zien.<br />

Duidelijk? Goed opletten. Geen komedie maken, denken dat het anders kan zijn, naar jezelf<br />

kijken vanuit jouw ziel die jouw lichaam verlaat…het zijn allemaal beelden. Waarom denken<br />

sommige dat zij wel…of laten jou geloven dat zij wel op deze manier dat doen…Het kan wel<br />

natuurlijk. Let op wat ik zeg: het kan een ervaring zijn wanneer men alleen met zijn hoofd het<br />

goddelijke denkt, maar niet ervaart, en dat is geen Thora. Duidelijk? Dat is een soort<br />

afgoderij. Hoe doet men dat? Alleen denken en dat denken blijft in het hoofd, boven in het<br />

hoofd en daarom geeft het een illusie aan degene die denkt Hasjem dat zijn ziel zijn lichaam<br />

verlaat, want het hoofd is eige<strong>nl</strong>ijk geen lichaam. Hij heeft dan een ervaring…het lijkt hem<br />

24


dan dat het boven zijn hoofd is, ergens aan zijn kroon, boven zijn hoofd en het is dan net of de<br />

ziel hem verlaat en a.h.w. boven zijn lichaam hangt. Dat is geen Thora. Het is ons ook niet<br />

gegeven het op deze manier te doen, want wat is de relatie met Hasjem? Is de relatie met<br />

Hasjem in het hoofd? Geen sprake van, want in het hoofd hebben we geen keliem. We hebben<br />

alleen mochin in het hoofd. Mochin hebben ook wel omhulseltjes – we hebben dat geleerd –<br />

net zoals tvoena, lagere iema, dat zij mochin, chaba’d, brengt in het hoofd van de z’a. Hoe?<br />

Door haar nh’j. Haar nh’j dienen aan die mochin als omhulseltje. Op geen andere manier kan<br />

het licht, de mochin, binnenkomen tot de mens, de schepping. De schepping is zo”n, zejr<br />

anpin en noekwa van de wereld atsieloet en de rest. Wij zijn daar ook een product van. Wat is<br />

dan de relatie tussen de mens en Hasjem? Alleen in ons lichaam. Niet de Schepper denken,<br />

want daardoor doen we geen dienst aan Hem, laat staan aan jezelf. Hasjem moet je ervaren,<br />

smaken in jezelf. Wat heeft Jesjoea aan ons gezegd? Hij brak de matsa door en zei: ‘dat is<br />

mijn lichaam dat ik geef aan jou’, dus eet mijn lichaam. En hij dronk wijn en zei: ‘dat is mijn<br />

bloed dat ik vergiet’ voor de mensheid. En dat betekent ook dat alleen binnen jezelf, binnen<br />

jouw keliem, binnen jouw chaga’t nhi’m dat zijn onze keliem en daar moeten we Hasjem<br />

voelen, Hasjem ervaren, Hasjem smaken en niet Hasjem denken in het hoofd.<br />

W’im roechi g’wieati, adonaj li w’lo ira.<br />

En samen met mijn roeach/geest ook mijn lichaam vertrouw ik in Jouw hand (Hoe kan<br />

ik mijn lichaam toevertrouwen? Door de ma’n die ik doe opstijgen van mijn lichaam. Hij<br />

gebruikt een ander woord dan goef: g’wieati, en dat komt van onder de chaze.) Hawajah is<br />

aan mij (niet met mij, zoals in Dasberg, maar voor mij. Li is aan mij) en ik zal niet vrezen.<br />

(Als Hasjem voor mij is en van mij is… Dat betekent dat pas als ik mijn roeach aan Hem<br />

toevertrouw en mijn lichaam aan Hem toevertrouw, dan voel ik dat Hasjem van mij is en voor<br />

mij is. En uiteraard heb ik dan niets te vrezen.<br />

25


pag. 4 Dasberg regel 1<br />

Les 6<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam asjer kidsjanoe b'mitswotav w'tsivanoe al<br />

n'tilat jadajiem.<br />

(Deze zegenening is ons bekend. We hebben hem eerder gedaan op pag. 1 r.1 en 2, het gebed<br />

voor jonge kinderen, het wassen van de handen. Maar hier is het bedoeld voor een volwassen<br />

persoon die 's ochtends opstond en het ochtendgebed begon te zeggen. Hij heeft eerst Adon<br />

olam gezegd om eerst, voor alles, al zijn pijltjes van zijn energieën te richten naar de<br />

onzichtbare Meester/Heer van de wereld.<br />

De instelling…Waarom zien we dat het ochtendgebed begint met Adon olam, Heer/Meester<br />

van de wereld? Als de mens 's morgens opstaat is hij zeer gebonden aan zijn lichamelijke en<br />

eerst moet een mens zich onttrekken daarvan, alle krachten omhoog brengen. Dan pas wordt<br />

een mens in staat gesteld om met een hogere te communiceren. Wanneer wij ons alleen<br />

bevinden in onze keliem van ontvangen waar ook aanhechting van de kliepot zijn...we kunnen<br />

daaruit niet communiceren met Hasjem. Duidelijk? Eerst onze krachten van beneden omhoog<br />

brengen, onze pijltjes kijken dan omhoog en stap voor stap kunnen we ontwaakt raken voor<br />

het geestelijke en in verbinding komen met Adon olam, omdat we dan een soort<br />

overeenkomst naar eigenschappen hebben bereikt.)<br />

r.3)<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam asjer jatsar et ha-adam b'chochma oewara<br />

wo n'kaviem n'kaviem chaloeliem chaloeliem giloej w' jadoea lifnee chisee chwodecha<br />

26


sje-iem jipateach echad meehem o jisatem echad meehem ie efsjar l'hitkajam w' la'amod<br />

l'fanecha,<br />

baroeg ata adonaj rofe chol basar oemaflie la'asot.<br />

Deze zegening, r.3 – r.9, zegt men eige<strong>nl</strong>ijk na het gebruik maken van een toilet. Het heeft<br />

natuurlijk niets te maken met zich schoonmaken van de lage fysieke onreinheid, maar het gaat<br />

er wel mee gepaard dat als een mens zich zuivert na het gebruik maken van een toilet -<br />

ongeacht wat hij daar doet. Als een mens daarna deze zegening uitspreekt, dan wordt hij door<br />

deze zegening er aan herinnerd om uit het gevolg van het gebruiken van het toilet te komen.<br />

We kunnen dat niet zien, we zijn gewend het zo te doen, maar het onreine, het gebruiken van<br />

een toilet - wat wij daar ook doen - dat blijft ons achtervolgen, het heeft invloed op onze<br />

algehele gesteldheid en ook op het geestelijk component in ons en ook op al het andere.<br />

Als een mens in gebed staat, staat daar alleen het geestelijke? Vergeet het maar. Een mens<br />

heeft vier naturen, hebben wij geleerd. Als een mens in gebed staat en geestelijk zo verheven<br />

wil zijn of te willen komen ...als hij een druk in zijn buik voelt om welke reden dan ook dat<br />

hij naar het toilet moet, denk je dat hij dan zijn gebed moet volhouden en uitspreken, want hij<br />

is geestelijk bezig? Wat heb je aan het geestelijke als één van de overige drie delen van zijn<br />

naturen onrein is, reinigingsprocedure nodig heeft? Duidelijk?<br />

Daarop duidt Jesjoea steeds, op andere soorten onreinheid. Als een mens onrein is in zijn<br />

handen, dat hij steelt of op andere manieren onrein is. Het is allemaal van directe invloed op<br />

zijn gebed. Als iemand in gebed komt te staan en wij staan hier aan het begin van het gebed<br />

dan moeten we natuurlijk zorgen dat we de woorden van Hasjem en woorden gericht aan<br />

Hasjem zullen uitspreken dat we ons in het reine brengen in alle opzichten. Onze lichamelijke<br />

natuur rein maken, zuiver maken, emotionele, psychische... Een goede stemming hebben, niet<br />

bedrukt zijn over iets of iemand en psychisch ook in evenwicht komen. Dan werken alle drie<br />

naturen mee in mijn gebed.<br />

Hasjem die het hart van een mens hoort, Die begrijpt dan, die ziet dan die zuiverheid van een<br />

mens en dan kan Hij met hem in relatie komen, Als een mens onrein is, ook fysiek,<br />

zwetend.... zoals zij ’s middags na het werk lopen, met zweet en tranen…tranen/emotioneel<br />

gedreven, gejaagd naar die gebedenplaatsen gaat om het even snel af te maken om weer snel<br />

weg wezen. Is dat gebed?<br />

Zuiver jezelf, was je gezicht, was je handen, met de kawanna dat jij alle vier naturen van jou<br />

in overeenstemming brengt. Alle vier moeten meewerken in jouw gebed. Dat is de bedoeling<br />

van deze zegening.<br />

r.3) Gezegend ben Jij Hawajah onze Elokiem Koning van de wereld die vormde de mens<br />

met chochma (wijsheid zoals wij dat noemen, maar wij weten dat het niet alleen wijsheid,<br />

chochma is, met het licht chochma.) en Hij schiep in hem allerlei openingen (Voordat wij<br />

verder gaan, kijk eerst naar de werkwoorden. ‘Asjer jatsar….’, vormde de mens met chochma.<br />

Waar is dat? Vorming vindt plaats door de krachten van de wereld jetsiera.<br />

In de regel vier gaat hij verder: ‘oewara wo nekaviem nekaviem', en Hij schiep in hem allerlei<br />

openingen' . Het woord schiep is het werkwoord bara, komt van het werkwoord brieja. De<br />

openingen in de mens schiep Hasjem in de brieja. Hasjem vormde de mens in de jetsiera door<br />

de chochma.<br />

‘…en Hij schiep in hem allerlei openingen /gaatjes’ waardoor de mens het licht kon<br />

ontvangen.)<br />

27


holle plaatsen het is onthuld en kenbaar voor de troon van Jouw glorie (Wat is chisee<br />

chwodecha? Wat is de troon van Jouw glorie? Dat zijn de vier bovenste, eerste, sfirot van de<br />

wereld Brieja: kether, chochma, biena en daat).<br />

(Het is onthuld en bekend voor de troon van Jouw glorie) dat indien één ervan open zou<br />

worden (zo moet je dat vertalen en niet literair) of één ervan verstopt zou worden dan is<br />

het onmogelijk om staande te blijven en te staan voor Jouw aangezicht/gezicht.<br />

(Aangezicht van Hasjem is plaats boven de chaze en al die plaatsen zijn onder de chaze.)<br />

Gezegend ben Jij Adonaj de Genezer van al het vlees (en tegelijkertijd:) die al het vlees<br />

geneest, en wonderen doet.<br />

(Duidelijk? En niet zoals hij het vertaalt: Eeuwige, die een ieder kan genezen. Er staat niet<br />

‘kan’. Wat betekent kan genezen? Een dokter die kan genezen maar het niet doet omdat<br />

misschien een patiënt bij hem komt die geen goede verzekering heeft of uit een andere streek<br />

komt enz. enz. Het woord ‘kan’ wat hij vertaalt is niet op zijn plaats, het staat niet in de tekst.<br />

Er staat: Baroeg ata adonaj rofe chol basar oemaflie la’asot, Gezegend ben Jij Hasjem die<br />

geneest elk vlees en doet wonderen. Elk vlees geneest Hij en niet vlees van een Jood wel en<br />

van een ander niet of alleen van een Jood die in een synagoge tot hem bidt en van een ander<br />

niet. Daarom had hij dat vrij geëngageerd vertaald met ‘kan’ genezen. Het ‘kan’ kwam bij<br />

hem uiteraard door de slang. Een mens ‘kan’ iets goeds doen dat het lijkt dat het een goede<br />

daad is. Dat kan. Duidelijk? Maar het woordje ‘kan’ past niet bij Hasjem.<br />

Hij geneest elk vlees ondanks het feit wat een mens doet. Hasjem geneest. Zelfs als een mens<br />

zichzelf naar de knoppen brengt, drugs gebruikt, overmatig drinkt, rookt etc. Hasjem doet ook<br />

dan alles op alles om hem te genezen. Alleen wanneer het niet anders kan…van de kant van<br />

Hasjem kan het altijd en Hasjem doet altijd. Het kunnen komt van de mens. Als een mens het<br />

niet kan, niet wil kunnen, dan...zoals we geleerd hebben, komt er van boven geen druk, geen<br />

geweld. In het geestelijke is geen geweld.<br />

Dus als een mens zichzelf kapot maakt dan gaat men hem van boven niet genezen tegen zijn<br />

wil. Dat is een geweldige barmhartigheid wat Hasjem deed. Stel van boven…dat als een mens<br />

iets slechts zou doen zoals veel drinken, roken etc. slecht leven op deze manier en men hem<br />

van boven verplicht zogenaamd zou genezen, waar is dan de vrije wil van de mens? Men zegt<br />

'Wij maken jou goed. Wij willen jou beter maken' , maar ik kom er nog niet aan toe, ik wil<br />

nog geen beterschap, bemoei je niet met mij.<br />

Ik herinner dat in mijn jeugd en later ik ook dikwijls protesteerde tegen Hasjem ' Laat mij met<br />

rust. Ik wil mijn eigen leven leiden. Ik wil dit of dat, ik wil uitproberen, dit of dat. Ik wil geen<br />

goed van jou en geen kwaad van jou. Laat mij gewoon met rust, laat mij eigen keuzen maken'.<br />

We zien dat ook dat goed kan zijn. Natuurlijk als een mens er nog niet aan toe is om zelf zijn<br />

Dokter der dokters te zoeken om alleen van Hem al het goede te ontvangen, dan is het goed<br />

voor hem om op zijn manier zijn krachten te verspillen om daardoor, door de klappen van de<br />

zweep, door dat mechanisme dat Hasjem had ingesteld in de wereld, door de s'a die het dan<br />

overneemt en de energieën die de mens investeert, doorgeeft aan de kliepa.. al die krachten<br />

die hij door zonde naar de kliepa doorsluist.<br />

Door de klappen van de zweep komt er weer een moment en weer een moment dat hij tot<br />

bezinning zal komen, tesjoewa zal doen. Duidelijk? Let op wat ik zeg: Tesjoewa...als een<br />

mens bewust tot Hasjem komt, zelfs na veel gezondigd te hebben, is veel hoger voor Hasjem<br />

dan zo een orthodox iemand die alleen maar automatisch dingen doet vanaf zijn kindertijd en<br />

zogenaamd niet zondigt, niet drinkt… Hij is onderontwikkeld. Een orthodoxe…Hij doet zijn<br />

28


ogen naar beneden alsof hij niet wil zien. Dat hij met zijn ogen naar beneden loopt betekent<br />

dat hij niet die vrouwen ziet die rondlopen? Of dat hij langs een winkel loopt en een slijter<br />

ziet…zou hij geen cognacje willen drinken, of een whiskeytje? Of dat hij ergens loopt, een<br />

slager ziet…zou hij geen varkenslapje willen, lusten? Natuurlijk, al die wensen zijn<br />

menselijk. Al die wensen zijn in een mens. En niet alleen dat. Duidelijk? Maar hij doet zo.<br />

Omdat het aangeleerd is doet hij het op deze manier, maar stiekem doen zij vele dingen.<br />

Denk je bijv. dat zij geen varken proeven? Vergeet het maar. Natuurlijk weten zij van<br />

varkensvlees. Wat denk je. Er bestaat zo’n verhaal in de Talmoed van zo’n rav – laat staan<br />

van het gewone volk. Natuurlijk proeven zij alles, maar dan stiekem. En onderontwikkeld<br />

zeggen zij: nee, ik heb geleerd het niet te doen, dus doe ik het niet. Wie is in de ogen van<br />

Hasjem meer waard om in relatie met Hem te komen? Iemand die dingen niet doet omdat het<br />

zo aangeleerd is, maar niet door zijn eigen geschrei van binnen: Hasjem, ik heb de hele<br />

wereld gezien, ik wil het niet, ik wil mij nu met Jou verbinden in het eeuwige leven. Ik heb<br />

alles gezien, alles ervaren en nu na alles gezien te hebben, na alles geproefd te hebben, neem<br />

mij onder Jouw hoede, bedek mij door Jouw vleugels van Jouw Sjechiena. Wie zal Hasjem<br />

ontvangen? Hij die elke dag vanaf zijn kindertijd ‘boe boe boe’ zegt, met die pijots, kiepa op<br />

zijn hoofd – ik zeg het even – een zwart pak en een hoed, die niets anders weet, het is<br />

aangeleerd, hij aapt na, net zoals zijn ouders hem hebben geleerd, of iemand die naar Hasjem<br />

komt met tesjoewa, inkeer. Natuurlijk zal Hasjem hem ontvangen.<br />

Natuurlijk zal het net zo plaatsvinden zoals Jesjoea ons vertelt in zijn parabel over de hoeder<br />

die 100 schapen had. Eén ervan ging verloren en hij liet de 99 staan en ging op zoek naar die<br />

ene. En wanneer hij hem gevonden had, welke vreugde had hij beleefd. Hij legde hem op zijn<br />

schouder, kuste hem en bracht hem terug naar die gehoorzame 99 schapen van zijn kudde. Op<br />

deze manier. Het is dan een volwassen terugkomt/terugkeer naar Hasjem).<br />

r.10<br />

Elohaj nesjama sjenatata bi tehora hi ata b'rata ata jetsarta ata nefachta bi w'ata<br />

m'sjamra b'kirbi w'ata atied litla mimeeni oelhachazira bi le-atied lawo.<br />

(Een mens namens ik gaat een dialoog aan met Hasjem. Hij spreekt met Hasjem over zijn ziel,<br />

want de ziel is gegeven door Hasjem. Nesjama is in de mens gegeven door Hasjem. En hij<br />

zegt:)<br />

Mijn elokiem de nesjama die Jij in mij gaf (let op: in mij gaf) is rein, Jij hebt haar<br />

geschapen (geschapen is van het woord bara: in de brieja), Jij hebt haar gevormd (dat is in<br />

de wereld jetsiera) Jij hebt haar in mij ingeblazen (r.12) en Jij hoedt over haar binnen mij<br />

(Jij beschermt haar in mijn binnenste) en in de toekomst Jij zal haar van mij ontnemen en<br />

Jij zal haar in mij teruggeven (in de toestand van) in de toekomst die zal komen<br />

(natuurlijk in de toestand van gmar tiekoen. En natuurlijk als een mens slaapt vertrekt zijn ziel<br />

29


van hem. Als een mens individueel aan zichzelf werkt komt zijn ziel terug naar de plaats die<br />

ook heet le-atied lawo, de toekomst die zal komen, de plaats van de biena).<br />

Kol zaman sjehanesjama b'kirbi mode ani l'fanecha adonaj elohaj we-elohaj we-elohee<br />

awotaj ribon kol hama'asiem adon kol hanesjamot, baroeg ata adonaj hamachazier<br />

nesjamot lifgariem meetiem.<br />

Alle tijd (telkens) wanneer de ziel is binnen mij dank ik (geef ik dank) voor Jouw<br />

aangezicht Hawajah mijn Elokiem en Elokiem van mijn vaderen (van chaga't) Meester<br />

van alle verrichtingen/daden, Heer van alle zielen, gezegend ben Jij Hawajah die de<br />

zielen doet terugkeren naar de dode karkassen/dode lichamen.<br />

(Het is zowel in het algemene aspect geldig als in het bijzondere. Dit gebed van de regel 10<br />

t/m 17 ' Elohaj nesjama' is geldig in het algemene aspect wanneer de mens doodgaat en<br />

daarna weer terugkomt bij het opleven uit de doden. Dat is de toestand waar hier degene die<br />

een gebed voert, zoals het opgemaakt is, zich in het algemene aspect richt tot Hasjem, dat na<br />

zijn overlijden en na al die gilgoeliem, incarnaties, Hasjem zijn ziel naar hem terug zal doen<br />

komen. De mens zegt het uit het perspectief van 'ik'. Daardoor getuigt hij van zijn geloof.<br />

Duidelijk? Een mens moet geloven dat het zo plaats zal vinden. Geloof moet natuurlijk<br />

onderbouwd zijn en dat is boven het verstand, door het leren van kabbala en niet geloof onder<br />

het verstand zoals de massa dat doet. Allen die op de traditionele manier leren is onder het<br />

verstand.<br />

In het bijzondere aspect is het telkens wanneer de mens opstaat na zijn slaap. Dat is een mini<br />

toestand a.h.w. van wat hier beschreven wordt. De toestand dat Hasjem 's nachts de ziel van<br />

de mens ontneemt d.w.z. de mens zelf geeft 's nachts zijn ziel als borg aan Hasjem, ter<br />

bescherming ’s nachts. En wanneer hij 's ochtends opstaat dan dankt hij Hasjem dat zijn ziel<br />

weer bij hem is teruggebracht. Hasjem zorgt er voor dat de mens zijn ziel terugkrijgt).<br />

30


Les 7<br />

Pag 4 r.18<br />

Ik werk vanuit de siddoer van Dasberg 6e druk, 2008. Voor wie een eerdere druk heeft:<br />

de pagina of regels komen misschien niet overeen. Ik werk dus vanuit de 6e druk.<br />

Voordat we verder gaan wil ik het voor de laatste keer hebben over de naam Dasberg en<br />

over wat ik nu en dan steeds blijf zeggen ' joden en orthodoxen'. Dit is de laatste keer,<br />

vanwege een reactie van één van onze studenten die mij blijft achtervolgen met al dat<br />

soort vragen die eige<strong>nl</strong>ijk bij het eerste studiejaar horen en niet bij iemand die langer<br />

dan zeven jaar bij ons zit en hard werkt, dat die mij dit soort vragen steeds stelt, want<br />

het is zeer zeer bedrukkend voor mij. Als ik het hoor is het net alsof die persoon niets<br />

leert van wat wij in al die jaren leren. Steeds herhaal ik het dat wij in de kabbala alleen<br />

van de wortels leren van alle verschijnselen en dingen die in onze wereld zijn. Geen<br />

woord wordt gesproken van een mens concreet van vlees en bloed en van groepen en<br />

hun ideeën enz. Als ik het hoor dan wil ik eige<strong>nl</strong>ijk zeggen....dan sta ik op het punt om<br />

tegen die persoon te zeggen ' ga maar naar die synagogen, ga maar naar die traditionele<br />

lui en ga met hen leren hoe zij dat leren. Als zij leren over een stier, dan denken zij aan<br />

een staart... Dat is hun manier van leren. Wij hebben nog één student die overgebleven<br />

is die zo opkomt voor die arme orthodoxen en joden enz. terwijl ik er absoluut niets mee<br />

te maken heb.<br />

En wat ik zeg over Dasberg is absoluut noodzakelijk. Elk woord wat ik zeg over Dasberg<br />

daarbij moet je meteen je oren aanscherpen en je afvragen: wat bedoelt hij daarmee? Ik<br />

heb absoluut niets te maken met Dasberg. Als ik iets zeg over Dasberg dan betekent het<br />

dat ik het heb over een bepaalde houding van een schrijver die schrijft vanuit een<br />

bepaalde invalshoek en een speciaal geëngageerd zijn bij het bewerken, vertalen, van<br />

geestelijke boeken zoals hier ook de siddoer. Ik heb absoluut niets te maken met een<br />

mens. Ik spreek nooit over een mens. Hoe lang kan ik het er nog over hebben? Ik zeg<br />

jullie allemaal, en tegen deze persoon heb ik het ook gezegd, voor het eerst dat het de<br />

aller allerlaatste keer is. Als ik nog een keer ontvang... Ik ben erg moeilijk met kwaad<br />

worden of moe worden van vragen, maar in dit geval zie ik een steeds terugkerend<br />

probleem. Die persoon moet daarvoor niet bij mij zijn, maar misschien bij een<br />

psychiater of een ander, maar ik heb niets te maken met toestanden van joden en nietjoden.<br />

Het interesseert mij absoluut niet.<br />

Iedereen is voor mij absoluut gelijk, of die orthodox is, Amerikaan, Papoea, Arabier,<br />

Palestijn, Israëliër...het is absoluut hetzelfde. Ik heb geen voorkeur meer voor die boven<br />

de ander. Duidelijk? Waarom niet? Hasjem heeft geen voorkeur voor een jood boven<br />

een Papoea. Absoluut niet. Een jood boven een bosneger, een jood boven een Amerikaan<br />

of boven een rus...of een christen boven een jood of omgekeerd. Het zijn allemaal<br />

bedenkselen van deze wereld.<br />

Elke kerk, die zegt alleen groetjes aan leden van onze kerk. Als ze daar bijv. in Ede, als<br />

voorbeeld omdat ik erg goed weet, als zij daar in straatjes, in welk gezin dan ook, dan<br />

houden ze een gebed voor de gemeente van die kerk. En niet alleen daar. Het staat in de<br />

statuten dat ze bidden alleen voor die naar die kerk gaan, want die betalen hun bijdrage<br />

enz. Duidelijk? Zo ook de joden, zij doen het op dezelfde manier. Anders gaan zij nog<br />

verder, zeggen zij...uiteindelijk bidden zij voor het hele Israël. Ik bid niet alleen voor die<br />

31


of voor die ander. Ik bid niet alleen voor Israël, want ik weet wat Israël is, wat in de<br />

siddoer staat, en niet die arme joden van vlees en bloed die geen millimeter beter zijn<br />

dan die naakte Papoea’s. Duidelijk? Het is de laatste keer dat ik het daar over heb. De<br />

volgende keer, ik zeg het jullie, vliegt die persoon er meteen uit. Met alle respect voor<br />

wat die persoon voor ons heeft gedaan. Gigantisch werk gedaan en nog steeds doet.<br />

Ik moet dat jullie zeggen, dat jullie getuigen blijven of die persoon bij ons blijft of dat<br />

die weggestuurd zal worden. Dan mag ze met die religieuze joden verder of waar die<br />

mee verder wil, moet die zelf weten. Ik ga mij niet corrumperen door bepaalde dingen<br />

eruit te halen uit mijn lessen, die ik aan jullie geef. Die persoon zegt: o, dat mag niet<br />

door de beugel. Wat zeg je dan van die Dasberg of over wat ik zeg van die orthodoxen.<br />

Ik zeg geen woord over die orthodoxen, zij interesseren mij helemaal niet. Ik ben niet<br />

boos op hen, op geen mens. Ik probeer welke boosheid dan ook steeds te overwinnen. Of<br />

het orthodox is liberaal is, een varken, een buurman of een kat, het doet er niet toe. Ik<br />

probeer waardig elk wezen in de ogen te kijken, elk schepsel in zijn waarde. Allen zijn<br />

zij schepselen van Hasjem. Ik heb absoluut niets te maken... Ik zeg het aan jullie en niet<br />

aan die persoon, want die begrijpt het toch niet. Over een paar weken dan krijgt die<br />

persoon weer een aanval van depressie of zoiets dergelijks en gaat die mij weer bestoken<br />

met eerstejaars vragen. Ik heb gezegd dat als ik nog een keer zo'n berichtje ontvang dan<br />

mag deze persoon naar huis. Jullie weten dat als ik iets zeg, als een kabbalist iets zegt<br />

dan doet hij dat zeker.<br />

Kijk nou wat ik had gezegd vorige keer over de orthodoxen. Heb ik gemikt op die<br />

orthodoxen, mensen die met baarden lopen, speciale orthodoxen. Heb ik op hen gemikt?<br />

G'd verhoede dat ik op een mens zou mikken. Ik herhaal het altijd. I.p.v. mij te vragen '<br />

Michael wat bedoel je ermee dat orthodoxen varkensvlees eten?' Wetend dat ik het niet<br />

over een mens heb. Ik zou het dan kunnen uitleggen. Dat zou een volwassen vraag zijn<br />

van iemand die van het tweede studiejaar zal zijn, terwijl deze persoon die mij dus<br />

bestookte, die leert bij ons al meer dan zeven jaar en ziet nog steeds in mijn woorden een<br />

‘anti-joods sentiment’, G'd verhoede. Ik heb absoluut niets te maken daarmee. Het was<br />

dus de laatste druppel die de emmer deed vol lopen. Ik zie dan dat deze mens niet bij<br />

deze studie hoort. Als iemand meent dat ik mik op een mens, dan hoort die mens<br />

absoluut niet bij onze studie, dan mag die naar huis, dan mag die al die sprookjes leren,<br />

al die kinderlijke dingen die zij leren en tevreden zijn, zo'n promoter van jodendom zijn<br />

enz.<br />

En nu richt ik mij tot jullie die wel proberen, steeds mijn woorden te rechtvaardigen.<br />

Ondanks het feit dat mijn woorden vaak zeer armoedig zijn. Het is absoluut niet<br />

belangrijk. De woorden die ik gebruik, ik probeer weer te geven de kracht die daar<br />

achter zit, de reddende kracht die ik zelf ontvang en die ik ook naar jullie doorsluis,<br />

probeer door te sluizen. Niet zozeer mijn woorden, maar mijn toelichting die er nu en<br />

dan bijkomen. En wanneer ik Dasberg noem, weet dat het jou ook zal helpen wat ik zeg.<br />

Het is geen persoo<strong>nl</strong>ijke aanval, maar het zal jou helpen bij alles wat ik zeg. Elk woord,<br />

mijn bedoeling is niet kritiek op die of die anderen.<br />

Wat betekent het dat orthodoxen varkensvlees eten? Hoe kan ik het zo zeggen?<br />

Menselijk gezien, er zijn ook integere mensen onder hen. Hoe weet ik dan dat zij<br />

allemaal varkensvlees eten? Dat zijn vragen van een beginneling die op het forum komt<br />

of in het eerste studiejaar zou zitten, maar bij iemand die al zoveel jaren zit en<br />

regelmatig naast mij zit, zoveel communicatie met mij had, zoveel berichten ook anders<br />

32


dan anderen die gewoon werken aan zichzelf zonder mij lastig te vallen, dat vind ik een<br />

staaltje van absolute onkunde en eige<strong>nl</strong>ijk een ziekelijke houding. Ik wil ons onthouden<br />

en behoeden voor zulk soort invloeden van ons kleine gemeenschap van leerlingen die er<br />

zijn.<br />

Hoe kom ik dan te zeggen dat alle orthodoxen varkensvlees eten? Wat betekent dat? Als<br />

ik andere dingen zeg die daar op lijken, dan moet je nadenken, wat zei hij, wat is de<br />

bedoeling van zijn woorden. Ik zeg geen ander woord dan door de kabbala zelf. Alles<br />

heeft zin. Wat betekent het dat orthodoxen varkensvlees eten? Ik zeg het tegen jullie.<br />

Deze persoon spreek ik niet aan, want wat ik ook zeg, over een paar weken heeft die<br />

persoon weer een aanval, zo dermate jode<strong>nl</strong>iefde dat die in mijn woorden een ‘anti-joods<br />

sentiment’ zou horen. Daarom richt ik mij aan jullie, die wel willen begrijpen, die<br />

rechtvaardigen hun leraar.<br />

Hoor wat ik zeg, erg eenvoudig, want wij moeten verder. Het is een verbod in de Thora<br />

om varkensvlees te eten en dat heet chok, onverklaarbare wet. Niemand begrijpt het en<br />

het staat ook niet uitgelegd waarom. Dat die niet aan bepaalde kenmerken voldoet van<br />

kosjer zijn, het is niet uit te leggen, maar het is een chok, onverklaarbaar.<br />

Onverklaarbaar voor wie? Voor de orthodoxe, de traditionele jood, maar in de kabbala<br />

is het natuurlijk verklaarbaar. Hasjem wil geen komedie spelen. Hasjem wil geen<br />

onverklaarbare wetten maken. Alle wetten die hij maakt zijn verklaarbaar binnen de<br />

geheime leer van hem. Binnen de ope<strong>nl</strong>ijke leer niet, maar binnen de geheime leer wel.<br />

Net zoals Jesjoea. Jesjoea sprak tot de menigte, tot het volk in parabels, in gelijkenissen<br />

omdat zij niet anders konden begrijpen maar met zijn uitverkorene sprak hij directe<br />

taal, de essentie van die parabels. Ook wat varkensvlees betreft...de Thora verbiedt dat.<br />

Wat betekent dat? Zit er iets verkeerds aan een varken op zichzelf? Spreekt de Thora<br />

van een materieel ding?<br />

Geen woord spreekt Thora over het materiële. Waarover dan? Altijd uitgaan van de<br />

Hebreeuwse benamingen van de woorden, de gematria, kijk goed naar de woorden.<br />

Varken is chazar en dat is gematria 215 met een kollel, algemeen lid, is het 216. We<br />

hebben geleerd over 216 dat elk woord in zichzelf iets heeft wat hem bruikbaar maakt<br />

en iets wat hem niet bruikbaar maakt, een goede destinatie in het woord, de essentie<br />

daarvan, of wat men moet mijden. In het woord chazar, dat varken is zit de gematria<br />

215 plus 1 algemeen lid en dat is 216, dat is gwoera, gematria van gwoera. Wat betekent<br />

gwoera? De Thora zegt ons dat het ontvangen voor zichzelf op de manier dat het naar de<br />

kliepot gaat, via de linkerlijk, dat is verboden. Dit verbod is verdinglijkt in dat dier dat<br />

men varken noemt. Alles is in overeenstemming met de krachten boven de chaze en<br />

onder de chaze. Keliem van het geven en keliem van het ontvangen.<br />

Waarom is het aan een jood wel verboden om varken te eten en aan een goj niet? Goj<br />

betekent van die zeven...soms zeg ik dan 3 bovenste is het hoofd en 7 onderste is het<br />

lichaam en soms zeggen wij boven de chaze en onder de chaze. Het is allemaal<br />

verschillende terminologie. De eerste terminologie is van tsimtsoem alef en de tweede is<br />

van tsimtsoem bet. Soms doe ik het door elkaar. Ik denk al in de verhoudingen van na<br />

de tsimtsoem, daarom gebruik ik vaak terminologie van de tweede tsimtsoem. Eige<strong>nl</strong>ijk<br />

de zeven onderste sfirot vormen het lichaam en dat zijn de volkeren der wereld. 7x10, 70<br />

volkeren. Zij mogen varkensvlees eten. Waarom? Omdat varken van onder de chaze is<br />

en wel bij elkaar past. Zij voeden zich door de wens om te ontvangen voor zichzelf en het<br />

varken is precies van dezelfde eigenschap. Maar Israël dat boven de chaze is mag geen<br />

33


varkensvlees eten. Dat betekent dat als Israël dat doet, dan trekt hij door het eten van<br />

varkensvlees, in de zin dat zij die chazar, gwoera, onder de chaze trekken. Zij zijn het<br />

hoofd van een partsoef van de mensheid en zij trekken dat dan naar beneden en via de<br />

linkerlijn. Dat betekent op een o<strong>nl</strong>egitieme manier trekken zij de gwoera naar de plaats<br />

waar Israël niet bijhoort en dan gaat het wel naar de kliepot.<br />

Erg eenvoudig wat ik had verteld. Zij mogen dat niet doen. In plaats daarvan moeten zij<br />

chassadiem aantrekken van de hoge kether, want de chassadiem komen van de biena<br />

natuurlijk en van de chessed, maar de bron daarvan zit in de kether. Dus in plaats<br />

daarvan moeten zij aantrekken via de kether chochma en biena 3x chassadiem, want<br />

chessed is gematria 72 en 3x72 maakt gematria chazar, varken. En daardoor wordt deze<br />

chazar verzoet. Dat is de tiekoen. Duidelijk? Ook een andere manier is dat de houding<br />

juist moet zijn om die gwoera te verzoeten en niet naar beneden te trekken via de<br />

linkerlijn, op o<strong>nl</strong>egitieme wijze. Dat is het woord jira, vrees en dat is gematria 216.<br />

Daarmee verzoet men deze kracht van varken, van gwoera, het ontvangen van de<br />

gwoera en die via de linkerlijn te trekken naar de kliepot. Daardoor, als men deze vrees<br />

van Hasjem heeft, daardoor draaien de letters van jiera en wordt het rieja, het zien.<br />

Men gaat dan zien. Dat is de tiekoen van het varken. De Thorageleerden hadden gezegd<br />

dat er in de toekomst een tijd komt dat het varken kosjer zal zijn. Wanneer varken door<br />

al deze correcties kosjer zal zijn, zal horen bij de plaats boven de chaze.<br />

Waarom zeg ik dan dat die orthodoxen varkensvlees eten? Omdat zij niet verbonden<br />

zijn, Jesjoea weigeren en dat heeft als gevolg dat men geen chassadiem kan aantrekken<br />

om dat varken a.h.w. te nivelleren, de kracht van de gwoera te verzoeten. En zolang men<br />

niet verbonden is met Jesjoea dan ontvangt men alles wat men doet, zelfs wanneer men<br />

Thora leert en zelfs wanneer men varkensvlees fysiek niet eet, dan toch overtreedt men<br />

de wet dat verbiedt het varkensvlees te eten door het ontvangen van de gwoera en die<br />

naar zichzelf toe te trekken, naar de keliem de kabbala. Dat is het verbod. En alles wat<br />

zij doen, zij trekken de gwoera die net als chochma in de linkerlijn is, chochma van de<br />

biena, want boven de gwoera is biena en dan trekt men die naar beneden, niet via de<br />

middelste lijn want dan zou die gwoera zijn verzoet.<br />

Zij kunnen dat niet doen omdat zij niet verbonden zijn met Jesjoea. Zij weigeren<br />

Jesjoea. Daarom dat alles wat zij doen, zij ontvangen voor zichzelf. Dat betekent dat zij<br />

ook het varken, geestelijk gezien, de wet steeds overtreden en dat zij varkensvlees wel<br />

eten. Eten betekent zievoeg, via de pe, de mond, iets in het lichaam brengen. Duidelijk?<br />

In uiterlijke woorden werd dan gezegd dat het verboden is om die kracht via de<br />

linkerlijn te trekken, maar alleen via de middelste lijn kan men dat doen en dat kan<br />

alleen maar door de chassadiem die men van Jesjoea aantrekt. En aangezien zij Jesjoea<br />

haten, Jesjoea nog steeds niet aannemen, automatisch betekent het dat zij de Thora niet<br />

naleven en dat zij de gwoera oftewel chazar, varkensvlees, opnemen in zichzelf zonder te<br />

verzoeten met de chassadiem en dat gaat naar de kliepot.<br />

Even zeer eenvoudig heb ik geprobeerd om in mijn armoedige bewoordingen jullie uit te<br />

leggen, toe te lichten, wat ik bedoelde te zeggen met orthodoxen eten varkensvlees.<br />

Duidelijk? Voor jullie die wel blijven leren, wil ik wel dat jij nu steeds in je hoofd<br />

inprent dat je jouw leraar altijd rechtvaardigt. Alles wat ik zeg betekent... ik zeg in<br />

andere bewoordingen die makkelijker zijn op te nemen, maar waarachter de<br />

kabbalistische kracht schuilt. Probeer dan een andere keer als je iets hoort, dat<br />

fenomeen waar ik het over zal hebben, een woord, een verschijnsel, uit het Hebreeuws te<br />

34


ekijken. Zoek dan zelf die schuilgaande betekenis. En als het onverhoopt niet kan, dan<br />

mag dat gevraagd worden. We hebben ook een forum. Alles mag op het forum en niet<br />

zoals deze persoon die zegt: hoe kunnen we dat op het forum plaatsen? Zij zullen<br />

denken dat het anti-joods sentiment is. Het interesseert mij niet wat zij zullen denken.<br />

Stel dat Jesjoea gewaarschuwd zal worden, gemuilkorfd zou worden om niet te spreken<br />

tegen die sadduceeën en farizeeën zoals hij tegen hen had gesproken, een harde taal. Stel<br />

dat hij niet zo zou spreken van addernest en allerlei andere dingen zoals hij hun essentie<br />

had bestempeld, dat zij dieven zijn en de zonen van dieven zijn. Absoluut wat hij had<br />

gezegd klopt wel, dieven en boeven. Waarom? Ontvangen voor jezelf betekent boef, dat<br />

je het licht dat geschapen was om constructief te gebruiken dat je die naar het onreine<br />

brengt. Wat heeft Jesjoea dan verkeerd gezegd? Stel dat Jesjoea een andere taal zou<br />

toepassen... Stel dat wij Briet Chadasja anders zouden moeten interpreteren en<br />

schrijven, dat we al die lastige woorden over die farizeeën en sadduceeën weg zouden<br />

halen, omdat het niet leuk, niet prettig zou zijn. Onder hen zijn ook integere<br />

mensen...Jesjoea heeft daar niets mee te maken. Jesjoea spreekt over de houding van<br />

hen en spreekt niet tegen de mens zelf. Stel dat wij dat weg zouden halen. Wat zou er<br />

dan overblijven van Briet Chadasja, chas w' sjalom? Er zou iets overblijven dat men<br />

uitkotst. Alleen dat zou overblijven. Zou dat helpen? Geen sprake van.<br />

Die persoon zegt mij: wat zullen zij die op het forum komen denken? Zij zijn niet<br />

voorbereid. Alsof die persoon die al zeven jaar leert, alsof die wel voorbereid is. Ik denk<br />

eerder dat een beginneling goed zal begrijpen, als die alleen de i<strong>nl</strong>eiding van Briet<br />

Chadasja, <strong>Leer</strong> over Dwaasheid, zou leren, zal daar in de i<strong>nl</strong>eiding lezen dat wij in de<br />

kabbala geen woord spreken over personen en groepen en religiën of wat dan ook van<br />

het materiële.<br />

Dat was wat deze les betreft. Ook deze les is leerzaam voor ieder van jullie en ook voor<br />

deze persoon. Ik heb gewaarschuwd en ieder heeft het gehoord. Probeer constructief om<br />

te gaan met elk woord wat ik zeg. Duidelijk? Rechtvaardig elk woord wat ik zeg. Ik<br />

spreek geen woord uit mijzelf, door mijn eigen wijsheid. Alles is er op gericht alleen om<br />

een stukje redding te halen naar mij toe en van mij toe ook naar jou toe.<br />

35


Pag. 4 regel 18<br />

Les 8<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam asjer natan lasechwi wiena l'hawchien ben<br />

jom oewen lajla.<br />

(Wij beginnen hier met een reeks van ochtendzegeningen en ik zou zeggen dat deze zegening<br />

het meest verborgen is. De betekenis ervan is absoluut verborgen voor het oog, hoe het<br />

gewoon in woorden is weergegeven.<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam, dit zijn vaste woorden die we altijd aantreffen<br />

in een zegening).<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die gaf aan de haan<br />

verstand (biena, het begrijpen) om onderscheid te maken tussen dag en nacht.<br />

(Zelfs hier in de siddoerles is geen plaats om over die haan te spreken. Het enige dat ik kan<br />

zeggen is dat het uiteraard niets met dat diertje te maken heeft. Dat het diertje, die haan,<br />

precies weet wanneer de dag aanbreekt daar wil ik het niet over hebben hier. De Zohar<br />

spreekt daarover en gebruikt niet de naam sechwi maar spreekt van tarnegol. Het normale<br />

woord is tarnegol. Waarom hier sechwi staat is ook onbegrijpelijk. We gaan gewoon verder.<br />

Natuurlijk heeft het ook een geestelijke betekenis. Voorlopig zeggen we het zonder<br />

commentaar, want als ik het ga uitleggen dan wordt het praten over praten. We moeten in een<br />

bepaalde context komen om het wel te behandelen.)<br />

r.20<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam sjelo asani nachri.<br />

(In het midden zijn drie woorden afgekort in de formule van de zegening.)<br />

Gezegend ben Jij Adonaj onze Elohiem Koning van de wereld dat Jij mij geen<br />

vreemdeling hebt gemaakt. (Nachri betekent niet geen-jood, goj, zoals Dasberg zegt. Nachri<br />

betekent letterlijk - let op wat ik zeg - een vreemde. Een ander woord voor vreemde is sar,<br />

maar ook nachri. Nog correcter is vervreemde.<br />

Als iemand vervreemd raakt bij iemand of iets dan gebruikt men ook het woord nachri,<br />

vervreemde. Wat wil deze zegening zeggen? Niet zoals Dasberg ons wil laten geloven dat we<br />

zeggen : Gezegend ben Jij Hasjem enz....die mij geen niet-jood heeft gemaakt. Het heeft<br />

absoluut niets te maken met joods en niet-jood. Het is een zegening, we zegenen Hasjem voor<br />

het feit dat Hij ieder van ons geen vreemde heeft gemaakt - maken in assieja. Hij vervreemde<br />

ons niet van Hem, niet vreemd gemaakt aan awodat Hasjem, het werk van Hasjem, dat wij<br />

wel mogen streven naar overeenkomst naar eigenschappen met het hogere. Daar slaat deze<br />

zegening op.)<br />

36


pag.5 r.1<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam sjelo asanie owed.<br />

(Ook hier gaat het in werkelijkheid om een hele diepe betekenis.)<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die mij niet als slaaf<br />

heeft gemaakt.<br />

(Wat betekent 'die mij niet als slaaf heeft gemaakt? Het betekent zoals we weten dat wij<br />

Hasjem danken voor het feit dat wij Zijn licht mogen ontvangen afkomstig van de wereld<br />

Atsieloet. Wie het licht van de wereld Atsieloet ontvangt die is geen slaaf meer van zijn wens<br />

om te ontvangen voor zichzelf. Natuurlijk moet iedereen werken aan zichzelf, blijven<br />

doorwerken aan zichzelf zelfs wanneer die het schijnen van het licht ontvangt uit de wereld<br />

Atsieloet, maar je hebt dan al een contact met Hasjem. Een contact van vader tot zoon en niet<br />

van meester tot zijn slaaf. Duidelijk?<br />

Waarvoor zegenen en danken we dan Hasjem in deze zegening? Eige<strong>nl</strong>ijk voor het feit dat wij<br />

Kabbala mogen aanraken, want alleen door de Kabbala te leren kunnen wij ons bevrijden van<br />

de slavernij van de wens om te ontvangen voor onszelf. Niet door religie, niet door Jodendom,<br />

niet door allerlei andere vormen van dom zijn, maar alleen door de ogenopener die eige<strong>nl</strong>ijk<br />

Kabbala is, de leer over het ontvangen, de leer over het bevrijden van de mens van zijn<br />

slavernij. Dat is waarvoor wij Hasjem danken.<br />

We zien wel dat de hele wereld verslaafd is met inbegrip van een religieus mens. Allemaal<br />

zijn zij verslaafd. Op allerlei manieren zijn zij slaven van hun wens om te ontvangen voor<br />

zichzelf. Ook een religieus mens doet alles lo lisjma. Hij of zij wil een beloning. ' Okay, ik<br />

ben bereid om bij één vrouw te blijven. Ik wil dat zo doen omdat religie mij dat zo zegt, maar<br />

ik wil daarvoor een beloning hebben'. Duidelijk? Een gewoon mens die niet religieus<br />

gebonden is die kan het niets schelen; komt er een gelegenheid dat hij zin heeft dan als slaaf<br />

zijnde - op welk niveau dan ook, topniveau in allerlei organisaties - wat er ook mag zijn, heeft<br />

hij zin dan wil hij een ander pakken. Het doet er niet toe voor hem. Niemand ziet hem,<br />

waarom niet pakken?<br />

Het is allemaal natuurlijk, maar om tot de zonen te behoren van Hasjem moeten wij onze<br />

moedernatuur steeds overwinnen. Daarover gaat deze zegening: Gezegend ben Jij Hawajah<br />

onze Elokiem Koning van de wereld die mij niet als slaaf heeft gemaakt. Jij geeft mij de<br />

kracht om steeds in elke toestand overwinning te boeken op mijn natuurlijke wens om te<br />

ontvangen alleen maar voor mijzelf.)<br />

(Voor de volgende lofzegging staat: ‘deze lofzegging zeggen de vrouwen niet’. Dat is zeer<br />

arrogant wat hij zegt, zeer onkundig. Hij zegt zo natuurlijk omdat hij de wereld vanuit het<br />

materiële beziet. Ook de siddoer bekijkt hij gewoon als een mens van vlees en bloed, alleen<br />

vanuit zijn aards verstand. Kijk die zegening luidt als volgt):<br />

37


.2<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam sjelo asanie iesja.<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die mij niet als vrouw<br />

heeft gemaakt.<br />

(Wat betekent dat? Dat is natuurlijk de reden geweest van Dasberg om deze zegening aan<br />

vrouwen te ontzeggen. Het kan niet anders dan dat een man dit gezegd moet hebben. Wij<br />

weten dat de wereld heel anders is gemaakt, dat alleen hier op aarde... In het laatste stukje bij<br />

het afdalen van de zielen naar deze wereld wordt de ziel gesplitst, wordt mannelijk en<br />

vrouwelijk en komt in het lichaam - met mannelijk en vrouwelijk - van een vrouw, of<br />

mannelijke en vrouwelijke komt in het lichaam van een mannelijke lichaam. Natuurlijk is het<br />

beide: mannelijk en vrouwelijk komen zowel naar een vrouw als naar een man. Alleen komt<br />

naar een vrouw mannelijk en vrouwelijk van een vrouwelijke essentie en naar een man komt<br />

mannelijk en vrouwelijk van een mannelijke essentie. Er is dus geen verschil in het hogere<br />

tussen man en vrouw.<br />

Wat is dan het verschil? Waarop duidt dan deze zegening? Een mens zegt daarmee: Gezegend<br />

ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die mij niet als vrouw heeft gemaakt,<br />

die mij niet alleen maar als ontvanger heeft gemaakt. We weten dat vrouw de ontvanger<br />

betekent. Het vrouwelijke ontvangt en het mannelijke geeft. Een vrouw heeft ook mannelijk<br />

en vrouwelijk gedeelte in zichzelf en elke vrouw moet ook geven op dezelfde wijze als een<br />

man dat doet. Hier op aarde hebben wij allerlei parallellen met het geestelijke. Een man, een<br />

vrouw, we zien dat ook in onze maatschappijen.<br />

Wie is gever? Het is nog een vraag wie een gever is. Soms verdient een vrouw meer en kan zij<br />

meer geven dan een man, ook qua karakter en alles. Het gaat dus niet om het aardse. Het gaat<br />

er om... wij zegenen Hasjem voor het feit dat Hij ons als gevers heeft gemaakt en niet als<br />

ontvangers. Natuurlijk ontvangen wij ook van Hasjem, natuurlijk zit ook een vrouw in ieder<br />

van ons, maar de bedoeling is dat als wij ontvangen dat is omwille van het geven. Daar draait<br />

deze zegening om, de geestelijke betekenis daarvan.<br />

Een vrouw mag het beslist zeggen, maar alleen als zij de juiste kawanna heeft.)<br />

(Bij de volgende zegening zegt hij in r.3 in kleine lettertjes, dat vrouwen die wel zeggen).<br />

r.3<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam sje-asani kiretsono.<br />

(Volgens hem zeggen zij dit wel. En wat is dat?)<br />

Gezegend ben Jij Hawajah Elohiem Koning van de wereld die mij gemaakt heeft naar<br />

Zijn wens.<br />

(Wat betekent dat? Wat is naar ZIjn wens / zoals Zijn wens is? We weten dat de wens<br />

malchoet is. Ki betekent als in verhouding, als iets vergeleken wordt. Kiretsono betekent<br />

38


gelijk/als malchoet heeft Hij mij gemaakt. Ik ontvang wel, maar omwille van het<br />

geven/doorgeven aan de werelden. De werelden zijn ook kinderen enz. enz.<br />

Duidelijk wat het verschil is? Niet dat het iets heeft te maken met verschil naar geslacht<br />

tussen manneke en vrouwke. Wat voor verschil is dat? Is het voor Hasjem iets<br />

noemenswaardig dat een man iets tussen zijn benen heeft dat uitsteekt en een vrouw dat niet<br />

heeft, dat zij borsten heeft? Heeft dat voor Hasjem iets te betekenen? Überhaupt iets<br />

materieëls...wat heeft het voor mannelijks en wat heeft het voor vrouwelijks intrinsiek?<br />

Een mens van binnen is een man of een vrouw en niet naar organen. Wat heeft een vrouw aan<br />

borsten en andere dingen die een man niet heeft? Een man heeft het ook, maar zijn borsten<br />

zijn niet ontwikkeld. Wat heeft zij er aan? Bepalen zij haar essentie? Natuurlijk niet.<br />

Natuurlijk zijn er altijd perverse vrouwtjes die aan hun borsten en allerlei andere organen<br />

prioriteit stellen, dat wordt hun essentie. Maar we spreken niet van perversie, we spreken van<br />

de wortels van de verschijnselen. Naar wortels spreken wij van de ziel: de ziel van een man en<br />

de ziel van een vrouw en daar hebben wij geen organen meer.<br />

Hier gaat het dus er over dat een vrouw het kan zeggen en ook een man het kan zeggen.<br />

Beiden kunnen het zeggen, alleen met de juiste bedoelingen. Een man kan ook zeggen:<br />

Gezegend ben Jij Hasjem enz. die mij heeft gemaakt naar Zijn wens. Naar Zijn wens,<br />

gelijk/zoals de malchoet. Ik ben dan de ontvanger van malchoet, maar ontvanger omwille van<br />

het geven.<br />

Ook interessant is de constructie hoe al die zegeningen, die wij net hebben gehad, opgebouwd<br />

zijn. Kijk nou goed hoe zij opgebouwd zijn. Aan het begin van de zegening richten wij ons<br />

tete a tete aan Hasjem: Baroeg ata, gezegend ben Jij. En het einde van elke zegening is in de<br />

derde persoon. We richten ons tot de tweede persoon 'Jij' en het einde is in de derde persoon<br />

dat Hij mij niet gemaakt heeft tot vrouw, niet gemaakt als slaaf, dat Hij mij gemaakt heeft<br />

naar Zijn wens. Ook dat is een bijzondere manier van opbouw van die zegeningen. Ook daar<br />

ga ik u niet op in. Natuurlijk viel het op aan de kabbalisten en wij zullen het ook leren op zijn<br />

plaats. Wanneer? We zullen zien. Wat wel noodzakelijk is bij de eerste lezing van de siddoer<br />

dat is wat ik geef, want anders gaan we teveel in op onderwerpen waardoor wij veel zullen<br />

afwijken van het doel waarvoor wij hier leren. Alleen in grote lijnen geef ik een<br />

toelichtingentje.)<br />

r.4<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam pokeeach iwriem.<br />

(Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die ogen doet openen).<br />

(Natuurlijk weten we hier wat voor eye-opener Hasjem is die onze ogen open doet. Eige<strong>nl</strong>ijk<br />

is het die de blinden ziende maakt. Eerst had ik het indirect vertaald, naar de zin ervan.<br />

Letterlijk staat er:)<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die blinden ziende<br />

maakt.<br />

(De bedoeling is, zoals ik het vertaalde, naar de innerlijke betekenis, dat Hij de mens ziende<br />

maakt...Zien betekent chochma. Door Hasjem ontvangen wij chochma en daardoor worden<br />

wij ziende. Zonder chochma zijn wij blinden. Blind betekent leven alleen naar de wetten van<br />

39


deze wereld, alleen naar de wetten van het materiële, alleen geleid in deze wereld door de<br />

bekende paar eigenschappen die het bestaan hier in deze materiële wereld bepalen. Zoet of<br />

bitter, dat is de wet van deze wereld. Als iets zoet is, een mens kan behagen, genot brengen,<br />

dan verkiest een mens dat boven iets dat bitter is. Iets verdragen is bitter. Een mens laat dat<br />

liggen, in plaats daarvan pakt hij iets dat genot brengt. Dat is deze wereld.)<br />

r.5<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam malbiesj aroemiem.<br />

(Ook deze zegening is natuurlijk niet letterlijk te begrijpen. Let op:)<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die naakten kleedt.<br />

(Natuurlijk wordt er niet over naakten gesproken dat er een stukje textiel ontbreekt en dat<br />

Hasjem ons een stukje textiel bezorgt. Naakten betekent naakt van het omhulsel van<br />

chassadiem. Dat betekent naakt, wanneer aan de linkerkant chochma schijnt - zoals we die in<br />

onze lessen noemde de snijdende chochma, zonder tiekoen, zonder bekleed te zijn in de<br />

keliem, omdat die chochma niet bekleed kan worden in de keliem zonder chassadiem.<br />

Daarom dient men dat via de middelste lijn aan te trekken. Als we dat via de middelste lijn<br />

hebben dan hebben we al een stukje chassadiem waarin ook die chochma binnen komt.)<br />

r.6<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam matier asoeriem.<br />

(Ook hier een geestelijke betekenis. Letterlijk betekent het):<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die gevangenen vrij<br />

maakt.<br />

(Dit is letterlijk. Matier betekent niet alleen vrij maken, maar los binden. Zij die gebonden<br />

zijn met touw, dikke touw, op allerlei manieren, licht of zwaar gebonden door de s'a door de<br />

zonde, door onwetendheid. Door het leren van Hasjem, door te leren van Zijn operationeel<br />

systeem, door de Kabbala leert men Zijn voorschriften lisjma te doen. Wanneer men lisjma,<br />

omwille van het geven, doet dan kunnen de kliepot dat niet aan. Dat werk omwille van het<br />

geven is verschrikkelijk voor hen, zij kunnen het niet verdragen en dan verlaten zij de mens.<br />

Zij geven de mens het gevoel alsof hij ontbonden wordt van al die verbindingen met touwen<br />

en wat dan ook. Dat is dan matier asoeriem, ontbinden, los maken van degenen die gebonden<br />

zijn. Asoeriem betekent niet per se gevangenen. Gevangenen is afgeleid als synoniem,<br />

secundaire betekenis. Asoeriem betekent gebonden zijn, niet vrij. Gebonden met touwen e.d.<br />

Daarvoor danken wij Hasjem, dat Hij ons los maakt. Juist in de ochtend omdat 's ochtends<br />

wanneer wij opstaan pas in ons dat dunne draadje van chessed binnen te komen. Wanneer wij<br />

ontwaakt worden... het merendeel is nog als dood. We hebben geleerd, zoals de<br />

Thorageleerden plachten te zeggen, dat slaap 1/60e van de dood is. Door ons dan 's ochtends<br />

te ontwaken voor het geestelijke komt chessed bij ons binnen. Door onze wil en bereidheid en<br />

daadwerkelijke verbondenheid met Hasjem. Door verbondenheid met Hasjem ontbinden wij.<br />

Door het streven naar verbondenheid worden wij ontbonden van de kliepot en de s'a.<br />

40


Pag. 5 van Dasberg<br />

r.7<br />

Les 9<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam zokef k’foefiem.<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die de de gebukten<br />

opricht.<br />

(Waar gaat het hier over? Waarvoor danken wij Hasjem hier? Wie zijn degenen die gebukt<br />

zijn? Een mens kan alleen gebukt zijn wanneer hij onder de macht staat van de kliepot. Zie je<br />

waarom gebukt? Hij kijkt a.h.w. naar beneden i.p.v. naar boven. Boven is kedoesja, het<br />

heilige en beneden is toem’a, onreine. Het is net of hij kijkt naar het onreine. Het is ook<br />

belangrijk wat we hier leren om in ons dagelijks leven het hoofd rechtop te houden, opgericht<br />

te lopen. Een teken van gebondenheid met Hasjem en niet met de kliepa. Vaak zie ik joodse<br />

mannen die met hun hoofd naar beneden lopen. Het is niet alleen dat het hen zo geleerd is om<br />

zo te doen, om niet te kijken naar andere dingen, naar vrouwen en alles - allerlei verboden die<br />

zij hebben en voor geen millimeter helpen - maar omdat zij gebukt gaan onder de last van de<br />

kliepot. Wie zich met Jesjoea verbindt, die moet wel opgericht lopen, rechtop lopen. Dat doen<br />

als teken van het feit dat Hasjem ons doet oprichten. Hij richt ons die gebukt zijn op.<br />

Het feit dat Hij ons doet oprichten is ook een toestand van staan, geen gebogen toestand maar<br />

een rechte toestand, rechtop staan en dat is ook een toestand van gadloet. Die grote toestand<br />

ontvangen wij van Hasjem, van tieferet, z’a, Die doet ons oprichten. Wij weten wie dat is.<br />

Van Hem ontvangen wij de chochma en de chochma doet de mens rechtop staan.<br />

Herinner jij je dat in de Thora wordt gesproken over Bil’am, de grootste van de wijzen van de<br />

gojim/volkeren was. Er staat over hem geschreven dat toen de de Heilige Geest op hem<br />

kwam, hij Hasjem zag, hij voor Hasjem neerviel. Waarom viel hij voor Hasjem neer? De<br />

Thorageleerden vertellen ons omdat hij niet voor Hasjem kon staan. Niet kunnen staan voor<br />

Hasjem betekent dat men verblind wordt door de kracht van Hasjem. Men kan dan niet staan<br />

en valt neer voor Hasjem. Let op wat ik probeer te zeggen: omdat hij de drager was van de<br />

kliepot. Hij voedde zich met de kliepot en daarom kon hij niet staan voor Hasjem.<br />

En op een andere plaats spreken de Thorageleerden over Awraham, het is hetzelfde idee. Er<br />

staat in de Thora dat toen hij Awram was, voor zijn besnijdenis, hij neerviel voor Hasjem. Dat<br />

wordt gezegd omdat hij niet besneden was. Niet besneden zijn betekent dat de kliepot hem<br />

gebukt maakten en ook dat hij niet kon staan voor Hasjem en voor Hasjem neerviel. Maar na<br />

de besnijdenis, in dat fragment zoals we weten dat drie engelen bij hem kwamen, hij zat voor<br />

zijn tent in de hitte van de dag na de besnijdenis – hoe geweldig pij<strong>nl</strong>ijk voor een oude man<br />

dat hij zit en nog uitkijkt om gasten/voorbijgangers gastvrijheid te tonen. Er is wel gezegd dat<br />

toen zij weggingen hij voor Hasjem stond. Hij kon al staan omdat hij tot die volmaaktheid<br />

kwam. Hij verkreeg gadloet, grote toestand.<br />

Dat zijn even een paar dingen die bij mij zijn aangewaaid alleen n.a.v. deze zegening.)<br />

41


.8<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam roka ha-arets al hamajiem.<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die de aarde boven het<br />

water heeft uitgespreid.<br />

(Roka komt van dezelfde stam/wortel als rakieja. Herinner jij je nog? Rakieja, uitspansel,<br />

hebben wij geleerd in de scheppingsdaad. Rakieja, uitspansel, heeft ook te maken met de<br />

parsa. Eige<strong>nl</strong>ijk is hier ook sprake van ha-arets, malchoet, naar de parsa en dan kwam de<br />

aarde boven de wateren, lagere wateren. Hasjem doet de malchoet die aarde is, opstijgen.<br />

Malchoet is koninkrijk en die definieert Hasjem, brengt die uit de onbepaalde toestand, de<br />

toestand van het verblijven onder wateren. Uit het water heeft Hij die uitgetrokken, zoals hij<br />

zegt: uitgespreid.<br />

Een moeilijk te begrijpen, niet voor de hand liggende zegening, die zonder kennis van<br />

Kabbala onmogelijk is te begrijpen. Eige<strong>nl</strong>ijk door het uitspreken van de aarde boven de<br />

wateren, daardoor zegenen wij Hasjem voor de tiekoen. Het is als een tiekoen, teken van<br />

tweede tsimtsoem, maar ook a.h.w. een teken van dank voor het scheppen van de wereld, in<br />

het algemene aspect. In het bijzondere aspect is het inderdaad de aarde die na de eerste<br />

tsimtsoem a.h.w. nog onbruikbaar was. Boven waren negen sfirot, de eigenschappen van<br />

Hasjem die wel het licht konden ontvangen en de malchoet was alleen maar volledig in<br />

duisternis. En door deze tiekoen, door rakieja, door de parsa te trekken door het midden –<br />

eige<strong>nl</strong>ijk in elke tien sfirot in het bijzonder. De parsa betekent dat de beëindigende malchoet<br />

was opgestegen naar tieferet in het lichaam, maar ook in elk deel van een partsoef. Daardoor<br />

kon de aarde, malchoet, licht ontvangen van die tieferet. Tieferet is biena van het lichaam.<br />

Onder malchoet blijven al die sfirot tanhj’m en dat betekent dat zij in staat werd gesteld om<br />

bij de juiste tiekoen, juiste manier van het ontvangen, het licht van die sfirot te ontvangen. Dat<br />

is al tiekoen en daarvoor danken wij Hasjem in deze zegening.<br />

Kijk wat voor zegening komt na deze zegeningen. In het bijzonder na deze tiekoen van de<br />

aarde, malchoet. De volgorde van die zegeningen is ook belangrijk. Wij moeten ook daar<br />

aandacht aan schenken. Ik laat dat aan jou over, aan jouw zelfstandig werk dat je gaat doen.<br />

Het doet er niet toe op welke manier jij dat interpreteert, belangrijk is de inspanning die jij<br />

levert. Je wil Hasjem leren kennen, maar hoe kan je Hem leren kennen? Natuurlijk uit de<br />

Kabbala, de siddoer en andere van onze bronnen, maar eige<strong>nl</strong>ijk draait het om jouw kawanna.<br />

Wie van ons, van vlees en bloed, kan überhaupt zeggen dat die Hasjem kent? Wie kan zo<br />

vermetel zijn om dat te zeggen? Niemand. Alleen Jesjoea kon dat zeggen omdat Jesjoea de<br />

wens is om te geven. Hij kon dat wel. Hij kon het eenvoudig en eerlijk, zeggen. Maar wie<br />

anders dan hij zou dat kunnen zeggen? Niemand! Hoor je wat ik zeg? Absoluut niemand.<br />

Wat is dan ons lot als wij zeggen: ‘Wij willen Hasjem leren kennen’. Leren wij in de Kabbala<br />

Hem kennen? Wij zeggen alleen dat wij door het leren, door de kawanna omwille van het<br />

geven dat wij proberen te doen, dat wij op die manier in overeenstemming willen komen met<br />

Zijn eigenschappen. Hij geeft en wij willen geven. Op deze manier hebben wij een<br />

gezame<strong>nl</strong>ijke eigenschap en daardoor kunnen wij ontvangen, maar Hasjem kennen… Wie<br />

zegt dat die Hasjem kent is een misdadiger. Duidelijk?<br />

42


Hoe kunnen wij zeggen dat wat wij doen hier… Eige<strong>nl</strong>ijk is hier een groot wonder verborgen.<br />

Hasjem ziet het anders. Van Zijn perspectief is het zo dat een mens alleen maar de juiste<br />

kawanna moet geven. Wat is de juiste kawanna? Hoe weten wij dat wij lisjma of lo lisjma<br />

doen? Hoe weten wij of onze kawanna oprecht is? Ik herinner ons de profeet Jermijahoe. Hij<br />

had gezegd over zichzelf: ‘Mijn hart, wie weet of die niet listig is, of het wel of niet eerlijk is’.<br />

Wij weten dat Hasjem… De enige houvast van de mens is het hart van de mens. Dat is wat<br />

wij moeten doen. Het is niet de kennis van sfirot die ons redding brengt. Wij leren wel de<br />

sfirot, wij leren al die leden van de G’ddelijke familie en hun relaties, maar alleen maar om op<br />

deze wijze ons in overeenstemming te brengen met Hasjem, het operationeel systeem en dat is<br />

zo’n van de wereld Atsieloet.<br />

Hoe kunnen wij dat doen? Wij kunnen niet rekenen op onze kennis. Alleen op wat? Niet op<br />

ons hoofd, maar alleen op ons hart dat wij proberen de kawanna te geven lisjma. Of het ons<br />

lukt of niet, het is niet aan ons gegeven. Ons is het niet gegeven. We horen het ook van<br />

Jerimajahoe/Jeremieja. Hij heeft ook geschreven: hoe weet ik dat mijn hart niet liegt. Zo was<br />

het ook met de profeet Daniël. Hij had Hasjem ook iets dergelijks gevraagd: waar kom ik?<br />

Parafraserend…Hij vroeg Hasjem: ‘kom ik wel in Gan Eden, het Paradijs, of toch niet?’ Naar<br />

de ene kant of naar de andere kant. En dat na alles wat hij gedaan heeft. Hij was een trouwe<br />

dienaar van Hasjem. Hem werd verzekerd van wel. M.a.w.: ook hij kon niet voor 100% weten<br />

of zijn hart een kosjere kawanna had of niet.<br />

Ook wij moeten daarover geen problemen maken. Het is genoeg voor ons om steeds<br />

correcties te doen, trachten steeds de juiste kawanna te doen, eenvoudig in ons hart. Oprecht<br />

en zonder smoesjes. Zonder al die ingewikkelde dingen. Gewoon in eenvoud van onze nefesj,<br />

zo voor Hasjem staan, wetend dat wij niets hebben, dat wij niet kunnen rekenen op onze<br />

rechtvaardigheid, op ons werk of wat dan ook. Het is absoluut niets bepalends voor ons. We<br />

kunnen onze oprechtheid, onze waarlijke kawanna daarmee niet meten. M.a.w.: wij kunnen<br />

alleen maar ons best doen wat kawanna betreft en niet menen dat wij Hasjem bevatten, G’d<br />

verhoede. Niet dat wij Hem leren kennen.<br />

Het is zo overmoedig om te zeggen dat wij Hem leren kennen. Zo nu en dan zeggen we het<br />

wel zo, maar wat bedoelen wij daarmee? Dat is wat ik een beetje wil toelichten. Kan ik<br />

zeggen dat ik Hasjem ken? Wie ben ik. Zo weet ik dat niemand behalve Jesjoea kan zeggen<br />

dat hij Hasjem kent. Jesjoea had ook zo gezegd: ‘Niemand kent mijn Vader, anders dan ik’ en<br />

‘Niemand komt tot de Vader, anders dan door mij’. Iedereen moet door de kether komen om<br />

tot de Vader te komen. Duidelijk? Hoe weten wij dan dat we een relatie hebben met Hasjem?<br />

Hasjem wil één ding van ons: dat wij proberen de juiste kawanna te geven. Of het ons wel of<br />

niet lukt dat is niet aan ons te bepalen, dat wordt van boven gezien. Van boven waar geen<br />

materie is daar is het helder, ons hart staat daar helemaal in zijn ware toestand. De<br />

bedoelingen zoals die zijn ziet men alleen van boven en dat is voldoende.<br />

En als wij dat doen – let op wat ik probeer te zeggen – dan gebeurt er een wonder. Let op: dan<br />

gaat Hasjem die het hart van de mens kent en hoort…Hij luistert naar het hart van de mens en<br />

niet naar het hoofd. In die mate waarin het hart eerlijk is – en niet de kennis van de mens,<br />

maar de mate waarin het hart eerlijk verlangt naar Hasjem, in dezelfde mate gaat Hasjem zich<br />

onthullen aan de mens. Hasjem doet zich onthullen. Hasjem gaat a.h.w. een mens bevatten.<br />

Het is niet dat wij Hem, Zijn licht, gaan ervaren. Zijn licht dat smaakt naar geven in allerlei<br />

facetten waarbij de stoornissen weggepromoveerd worden, de s’a zich verstopt. Hasjem laat<br />

zich dan kennen en niet dat wij Hem leren kennen via onze instellingen, kennis of wat dan<br />

43


ook. Alleen maar door onszelf op de juiste wijze te kawanneren, intentie te geven…. Juist is<br />

natuurlijk betrekkelijk. Vanuit ons perspectief, zo eerlijk mogelijk, zo vol mogelijk als wij<br />

kunnen, op elk willekeurig moment, zoals momentopname. In dezelfde mate laat Hasjem zich<br />

leren kennen in onze keliem.)<br />

r.9<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam sje-asa li kol tsarkie.<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die maakte voor mij<br />

alles wat ik nodig heb.<br />

(Zie je: alles wat ik nodig heb. Dat is natuurlijk het resultaat van alle zegeningen die daar vóór<br />

waren. Die tien zegeningen waren nodig, tien zegeningen waar ik dank heb gegeven aan<br />

Hasjem voor verschillende aspecten van het werk van Hasjem waardoor ik de tiende…. ik<br />

Hem dank door te zeggen: Die alles gedaan heeft voor (lett: aan) mij, alles wat ik nodig heb.<br />

De wereld heeft Hij geschapen door de aarde, de malchoet, op te trekken naar de biena; dat is<br />

de tiende zegening. Daarmee heeft Hasjem alles gedaan voor mij wat ik nodig heb. Dat wat<br />

Hasjem gedaan heeft met ha-arets, de aarde: Hij bracht malchoet naar de biena. Malchoet was<br />

door de eerste tsimtsoem diena kasja, zware dien en Hij bracht die naar de biena die<br />

barmhartigheid is. De wereld kon dan voortbestaan. Dat betekent dat ook ik kan voortbestaan,<br />

tiekoeniem, correcties kan doen. Eige<strong>nl</strong>ijk heeft Hasjem daarmee alles gedaan wat ik nodig<br />

heb.<br />

r.10<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam asjer heechien mitsadee gawer.<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die heeft voorbereid de<br />

stappen van de mens. (Dit is letterlijk. Hij vertaalt het met: die de mens richting geeft in zijn<br />

gaan. Zoals ik het jullie vertaal: zoals die heeft voorbereid de stappen van de mens. Het lijkt<br />

wel op wat hij gezegd had, maar altijd kijken naar de letterlijke, woordelijke vertaling.<br />

Interessant is dat het laatste woord gawer is. Gawer is niet alleen mens, maar een mens die<br />

overwinningen boekt; van het woord gibor, held. Gawer, gwoera… dat hij gwoera toepast.<br />

Dat betekent dat hij werkt aan zichzelf om overwinningen te boeken over de kliepot. Hasjem<br />

bereidt zijn stappen. Wat betekent dat? Stappen kan men alleen maken wanneer men twee<br />

benen heeft. Met één been kan men geen stappen zetten. Twee benen moet je hebben.<br />

Er wordt gezegd dat Hasjem alle voorbereidingen voor een mens bereid om die stappen te<br />

zetten. De mens neemt stappen, dat zijn twee lijnen, rechts en links, twee benen, rechts en<br />

links, maar Hasjem bereid hem daar voor. Om ook die stappen te nemen heb je Hasjem nodig<br />

die de mens deze stappen bereid om door te gaan op de weg naar de vervulling. Daarom<br />

wordt het woord gawer gebruikt. Een mens die gwoera toepast, die overwint, die in twee<br />

lijnen werkt, die heet gawer. En Hasjem bereidt zijn stappen. Hij a.h.w. leidt een mens, die<br />

aan zichzelf werkt in twee lijnen, ertoe en blijft tussen die twee stappen, vormt in hem de<br />

middelste lijn. De middelste lijn geeft weer een impuls aan de mens om verder door te gaan.<br />

Zo stijgt een mens op langs de geestelijke traptreden in zijn eigen keliem.<br />

r.11 We hebben dan de bevestiging van die twee stappen die de mens doet langs de lijnen,<br />

rechts en links, en Hasjem is in het midden. In de regel 10 danken wij Hasjem dat Hij de<br />

44


stappen van de mens voorbereid, eige<strong>nl</strong>ijk begeleidt Hij de mens in zijn geestelijk werk. Nu<br />

wordt het a.h.w. gespecificeerd. Er wordt uitvoeriger over gesproken.):<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam ozer jisrael bigwoera.<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die Jisraël steunt/helpt<br />

met gwoera.<br />

(Duidelijk? Hij geeft gwoera/sterkte aan Jisraël. We weten dat gwoera meer dan sterkte is.<br />

Die Jisraël helpt met de gwoera. Jisraël is een toestand van chassadiem. Het kenmerk van<br />

Jisraël is eige<strong>nl</strong>ijk chassadiem/genade, maar dat is niet genoeg. Er moeten twee lijnen zijn.<br />

Hij zegt ons dan dat Hasjem de mens helpt met de andere lijn, met de linkerlijn. Een mens<br />

moet ook in de linkerlijn werken en dat is wat hij ook zegt: Jisraël heeft eigenschap van<br />

chassadiem en Hasjem helpt hem met gwoera, het tweede component. Ook daarvoor danken<br />

wij Hasjem.<br />

En in de regel 12 danken wij Hasjem voor het volgende):<br />

r.12<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam oter jisrael b’tifara.<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elohiem Koning van de wereld die bekroont Jisraël met<br />

tieferet/pracht. (In geen geval ‘met roem’ zoals Dasberg zegt. Roem is hier uit den boze.<br />

Hier wordt niets over roem gesproken, maar met pracht, tieferet, liefde, middelste lijn. Zo<br />

zien we dat de regel tien voorbereiding is op het werk. Hasjem loopt als een vader met een<br />

kind die hem helpt stapjes te doen, rechts en links, rechts en links, en hij houdt hem aan het<br />

handje.<br />

In de zegening in regel elf zien we dat Hij geeft aan Jisraël die genade als eigenschap heeft,<br />

die chessed heeft…Jisraël heeft als vader Awraham en Awraham is chessed. Hij geeft aan<br />

Jisraël gwoera. Hij helpt Jisraël met gwoera. Duidelijk voor ons. Hij heeft dan de tweede lijn.<br />

En in de regel twaalf bekroont Hij Jisraël met tieferet. Zie je dat? Bekroont: van boven komt<br />

tieferet in de middelste lijn.)<br />

45


Pag. 5 van Dasberg r.13<br />

Les 10<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam hanoten laja-ef koach.<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elokiem Koning van de wereld de gever van kracht aan<br />

de vermoeide.<br />

(Wat hier opvalt... Ten eerste moeten we niet alleen denken aan fysieke vermoeidheid. Er zijn<br />

vier naturen bij de mens en elke daarvan kan vermoeid raken: fysieke vermoeidheid,<br />

emotionele vermoeidheid, psychische vermoeidheid en geestelijke vermoeidheid. Geestelijke<br />

vermoeidheid bestaat niet in directe vorm, het bestaat alleen door het niet willen of kunnen<br />

overeenkomen met het Hogere. Daardoor komt men te staan met het licht/Hasjem in de<br />

toestand waarbij men het licht van Hasjem niet ervaart; men scheidt zich naar eigenschappen<br />

en dat wordt ervaren als vermoeidheid.<br />

Dat zijn dus vier vormen van mogelijke vermoeidheid waardoor wij Hasjem danken/zegenen<br />

als de Enige die ons - die vermoeide door discrepantie naar eigenschappen met Hem - kracht<br />

geeft. Kracht betekent het vermogen om het licht van Hasjem te ontvangen, het heilige te<br />

ontvangen.<br />

Kijk, het derde woord ' hanoten', dé Gever. Niets of niemand is in staat om een mens<br />

daadwerkelijk kracht te geven, een vermoeide kracht te geven alleen Hasjem. Een mens op<br />

zichzelf genomen, zoals wij weten, is alleen de wens om te ontvangen voor zichzelf en is bij<br />

uitstek vermoeid, vermoeid geboren. Door het werken aan jezelf, je in overeenstemming te<br />

brengen met het hogere, wordt deze vermoeidheid opgeheven. Wie doet dat? Het Licht,<br />

Hasjem doet het. Door jou innerlijk leeg te maken van jouw wens om te ontvangen voor<br />

jezelf, het huis schoon te maken, je te zuiveren en daarna jezelf op te bouwen. Door Thora,<br />

mitswot en goede daden vult men zich met kracht. Kracht, eige<strong>nl</strong>ijk van Hasjem.)<br />

r.14<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam hama'awier sjeena me-eenaj oetnoema miaf'apaj.<br />

(Ook hier in deze zegening zit een heimelijke/verborgen betekenis.)<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elokiem Koning van de wereld die de slaap van mijn<br />

ogen wegneemt (letterlijk: doet passeren. Niet 'verwijdert' zoals hij dat vrij vertaalt. Ma'awier<br />

betekent passeren, doet voorbijgaan.) en de sluimer van mijn oogleden.<br />

(We kunnen zeggen dat het dubbelop is gezegd, want slaap en sluimer zijn synoniem. De<br />

eerste in het algemene aspect en het andere in het bijzondere aspect. De eerste dekt het hele<br />

aspect van de ogen en de andere alleen een onderdeel: oogleden. Het is een dunne subtiele<br />

vorm van slaap. Geestelijke slaap uiteraard.<br />

Waarom die twee? We zullen zien op een andere plaats en niet hier waarom hij twee woorden<br />

voor slaap gebruikt en twee woorden waarop het betrekking heeft dat Hasjem voorbij doet<br />

46


gaan de slaap - sjeena is slaap - van de ogen. Een andere betekenis van sjeena... de stam van<br />

verandering, maar ik ga er hier niet verder op in.<br />

r.16<br />

Wiehie ratson milfanecha adonaj eloheenoe we-elohee awoteenoe sjetargieleenoe<br />

b'toratecha w'dabkeenoe b'mitswotecha w'al t'wie-eenoe lo liedee chet w'lo liedee<br />

aweera w'awon w'lo liedee nisajon w'lo liedee wizajon w'al (pag.6 r.1) tasjlet banoe<br />

jeetser hara w'harchiekeenoe mi-adam ra oemechawer ra w'dabkeenoe b'jeetser hatow<br />

oewema'asiem towiem w'chof et jitsreenoe l'hisjta'bed lach oetneenoe hajom oe-w'chol<br />

jom l' cheen oe-l'chessed oe-l'rachamiem b'eenecha oe-w'enee chol ro-eenoe<br />

w'tigmeleenoe chassadiem towiem, baroeg ata adonaj gomel chassadiem towiem l'amo<br />

jisrael.<br />

(We komen hier tot een gebruikelijke vorm van een soort gebed waarbij een mens Hasjem<br />

vraagt om een soort steun, een soort bevestiging van zijn verzoeken.)<br />

Moge het Jouw wil zijn voor Jouw aangezicht (gezicht van Hasjem. Wat betekent dat? Van<br />

zijn paniem) Hawajah onze Elohiem en Elohiem van onze Vaderen dat Jij ons doet<br />

gewend raken (letterlijk) aan Jouw Thora (targiel is gewenning, iets wat men regelmatig<br />

gaat doen. Dat zit hier, 'dat Jij ons regelmaat brengt in het bestuderen van de Thora'.<br />

Er staat nog meer. De stam van targiel is inderdaad gewenning, gewoonte, maar het komt ook<br />

van de stam van regel, voet, been. Sjetargieleenoe betekent dat Jij ons op onze voeten - beter:<br />

op twee benen zet in Jouw Thora. Thora heeft twee benen: chassadiem en gwoerot, rechterlijn<br />

en linkerlijn. Dat is eige<strong>nl</strong>ijk waar het over gaat. Wij willen graag dat Hasjem ons laat werken<br />

47


in de Thora, in de rechterlijn en in de linkerlijn en niet in één lijn blijven onder het verstand<br />

als zij die gewoon de Thora aangeleerd doen, na-apen. Zij doen wat zij geleerd hebben in hun<br />

kindertijd jaar in jaar uit. Dat helpt voor geen millimeter. Alleen wanneer een mens werk doet<br />

binnen zichzelf in twee lijnen, op twee benen lopen, dat is waar wij Hasjem nadrukkelijk om<br />

verzoeken.)<br />

(Kijk wat hij ons zegt):<br />

('w'dabkeenoe b'mitswotecha): en hecht ons aan Jouw voorschriften<br />

(Zie je, niet dat wij uit onszelf iets kunnen vervullen in de voorschriften. Wat kan een mens<br />

vervullen in de voorschriften? Elk voorschrift van alle 613 voorschriften is het voorschrift van<br />

geven. Elk staat in het teken van geven. Wat kunnen wij geven? Welk mens die door een<br />

vrouw geboren wordt was, is en zal zijn in staat om te geven? Van een vrouw geboren<br />

worden... ik bedoel niet alleen een vrouw van vlees en bloed, maar de wens om te ontvangen<br />

voor zichzelf. Geen mens was, is en zal zijn in staat om uit zichzelf de kracht te hebben om te<br />

geven, om zelf het kleinste voorschrift te vervullen.<br />

Dat is waar wij werkelijk om vragen, wij die bewust zijn in ons absolute onvermogen om te<br />

geven en Zijn voorschriften te vervullen. Daarom vragen wij: en doe ons aanhechten aan<br />

Jouw voorschriften. Elk voorschrift wekt Zijn wens om te geven in ons op. Wij worden dan<br />

verbonden alleen door onze kawanna om te geven. Wijzelf kunnen niets geven, maar door<br />

onze kawanna, gesteund door het geloof boven het verstand, kunnen wij hoogstens<br />

aanhechten aan Hasjem. Dabkeenoe, aanhechten, kan ook vertaald worden met aankleven.<br />

(W'al t'wie-eenoe lo liedee chet): en breng ons niet tot zonde<br />

(Wat betekent dat? Hoe kan je denken dat Hasjem ons tot zonde kan brengen? Hij vertaalt het<br />

ook zo. Hoe kan Hasjem ons tot zonde brengen? Wat betekent dat? Kan Hij ons dan tot zonde<br />

brengen? Wat denk je, kan Hasjem een mens tot zonde brengen? Hoe kunnen wij dat<br />

kabbalistisch uitleggen? Niet door ons verstand, maar kabbalistisch, wat wij leren van<br />

Hasjem. Kabbala is eige<strong>nl</strong>ijk Hasjem zelf, Zijn blik op de wereld, Zijn matrijs, blauwdruk van<br />

Zijn constructie/structuur van de wereld. Daaruit kunnen wij antwoorden krijgen, dat is wat<br />

wij leren in de Kabbala en niet door ons verstand. Ons verstand wil alleen maar één ding: met<br />

zo min mogelijk inspanning zoveel mogelijk te behalen, of: zo min mogelijk te lijden en in<br />

plaats daarvan zoveel mogelijk te genieten. Genieten in elementaire behoeften: eten, drinken,<br />

seks, rijkdom, macht en wetenschap; het zijn allemaal wensen van deze wereld.<br />

Wat betekent 'w'al t'wie-eenoe lo liedee chet'? Weet je dat ik voordat ik Kabbala begon te<br />

leren mij nooit had afgevraagd bij het lezen van dit stukje gebed waarom het er staat.'en breng<br />

ons niet tot zonde'. Kan van het goede het kwade komen? Een mens tot zonde brengen<br />

betekent kwaad doen. Waarom vragen wij dat aan Hasjem?<br />

Wij weten dat er een principe bestaat - ga altijd uit van geestelijke principes: er is geen<br />

geweld in het geestelijke. Dat betekent dat Hasjem in Zijn hoogste wijsheid, de enige wijsheid<br />

die de ware wijsheid is, de mens zelf keuzes laat maken op elk willekeurig moment. Dat is de<br />

mens zoals Hasjem hem heeft geschapen, die vrij is om te kiezen tussen goed en kwaad,<br />

tussen mitswa en zonde. Hier vragen wij Hasjem om ons te helpen de goede keuze te maken.<br />

'Breng ons niet tot zonde', wij vragen Hem ons te helpen bij onze keuzebepaling, want ook dat<br />

is moeilijk voor ons, ook dat is een enorme klus voor ons. We zijn ons ervan bewust dat ook<br />

dat moeilijk is voor ons. Wij kiezen wel voor het goede, maar wij hebben niet altijd de kracht.<br />

De kawanna om het goede te doen hebben wij. De kawanna om in onze keuze ons te laten<br />

leiden door het goede dat hebben wij, maar de kracht ontbreekt vaak.<br />

Dat is waar wij Hasjem om vragen, om ons niet te brengen tot zonde. Dat betekent ons te<br />

helpen met de kracht, ons kracht te geven, bekrachtigen, bij onze keuze. De keuze die bepalen<br />

48


wij zelf, dat is aan ons gegeven. Hasjem kan dat niet voor ons doen, want dan zouden wij<br />

geen schepping zijn. Wij zouden dan niet aan de voorwaarden kunnen voldoen om schepping<br />

te zijn. Schepping bestaat uit twee kanten. We hebben geleerd en weten dat wij Hasjem<br />

moeten liefhebben wanneer het ons goed gaat en wanneer het ons slecht gaat.<br />

Dat is waar wij Hasjem om vragen: een steuntje, dat telkens wanneer wij keuze bepalen om te<br />

kiezen voor het goede dat Hasjem ons ook nog kracht geeft om gestalte te geven aan deze<br />

beslissing.<br />

En hij gaat verder andere dingen op te sommen, dingen die wij Hasjem vragen om het niet te<br />

doen):<br />

(w'lo lidee awera): en breng ons niet tot overtreding (Er zijn nuances tussen al die woorden<br />

- we hebben dat ook in de Zohar geleerd, ergens nog in de eerste tientallen… ik weet niet<br />

precies waar. We hebben daar geleerd over chet, de zonde die het minst krachtig is en daarna<br />

awera dat echte overtreding is. Hij gaat in een steeds versterkende vorm): (w'awon) en niet<br />

tot misdaad (Dus: breng ons niet tot zonde, niet tot overtreding - een zwaardere vorm van<br />

zonde en niet tot avon. Avon is echt misdaad.)<br />

(w'lo lidee nisajon): en niet tot verzoeking (zoals hij dat vertaalt.<br />

Nisajon is ook beproeving in de zin van dat wij het niet kunnen doorstaan. Wij willen graag<br />

beproeving. Zonder beproeving, het werk in de linkerlijn... Het kan niet zonder beproeving.<br />

Let op: zonder nisajon/beproeving kunnen wij niet op twee voeten gaan. Zonder beproeving<br />

kan een mens niets doen. Daarom leren zij duizenden jaren Thora en spreken zij al die<br />

gebeden en helpt het voor geen millimeter. Waarom? Omdat zij dat allemaal in één lijn doen.<br />

Chochma kan men niet ontvangen zonder nisajon, zonder een beproeving te doorstaan.<br />

Waar vragen wij Hasjem dan om als wij zeggen ' breng ons niet tot beproeving'?<br />

Beproeving.... breng ons niet in beproeving, zodanig dat het voor ons ondraaglijk zou zijn, dat<br />

wij daardoor niet zouden uitstappen van het werk te doen. Dat wij daardoor in verzoeking<br />

zouden komen.)<br />

(w'lo lidee wizajon): en niet tot vernedering (Door wie? Wat vragen wij hier Hasjem? Door<br />

wie willen wij niet vernederd worden? Er staat toch geschreven dat de Thorageleerden,<br />

tsaddiekiem - chassidiem zoals men hen noemt, dat zij hen vernederen en zij worden niet<br />

vernederd. Dat is de hoogste traptrede: niet vernederd te raken wanneer een mens wordt<br />

vernederd. Natuurlijk vragen wij Hasjem t.a.v. de enige vernederaar die er is en dat is de s'a.<br />

Dat wij door de s'a niet vernederd raken. Dat is 'breng ons niet tot vernedering', dat wij niet<br />

worden vernederd door de s'a, maar dat wij ons hoofd a.h.w. erboven... eruit komen en<br />

overwinnen op de s'a.)<br />

(We zien dat het inderdaad over de s'a gaat, want hier wordt het al expliciet gevraagd):<br />

(w'al tasjlet banoe jeetser hara): laat de slechte neiging in ons niet heersen (Het doet er niet<br />

toe dat het qua grammatica niet klopt in het Nederlands. Voor ons is het belangrijk de<br />

verbanden te zien zoals het in de heilige taal is.<br />

'W'al tasjlet banoe: en laat in ons. Banoe betekent 'in ons' en niet 'buiten mij'. Laat de slechte<br />

neiging in ons niet heersen, want alles - goed en kwaad - hebben wij binnen onszelf. Wij<br />

hebben alleen met onszelf te maken. Elk mens heeft alleen met zichzelf te maken. In zichzelf<br />

is er kwaad en in zichzelf is er ook de redding van elk kwaad.<br />

(w'harchiekeenoe mi-adam ra en doe ons afstand nemen (ons verre houden) van een slecht<br />

mens (Hier wordt uitdrukkelijk gezegd 'van een slecht mens'. Betekent het dat ik goed ben?<br />

Betekent het dat wij vragen dat Hasjem ons beschermt oftewel ons moet weerhouden -dat wij<br />

49


op afstand blijven - van een kwaad/slecht mens? Dat betekent dat wij te maken hebben met<br />

iets dat sociaal aspect is, dat het buiten mijzelf is. Dat is helemaal niet zo. Het is allemaal<br />

binnen mijzelf.<br />

'Laat mij verre houden van een slecht mens': in mijzelf moet ik keuzes maken, afstand nemen,<br />

mij verre houden van een slecht mens. Let goed op: niet zoals hij ons vertaalt ' houd ons verre<br />

van slechte mensen en slechte vrienden', want dat is een verschrikkelijke vertaling. Dat is een<br />

vertaling van wij Joden en daartegenover de hele wereld. Er zijn misschien wel wat goede<br />

integere mensen onder de gojiem en misschien ook tegen slechte joden. Nee, geen sprake<br />

van. Waar heeft Dasberg 'mensen' gevonden? Er staat geen woord ‘mensen’, er staat alleen<br />

mi-adam ra , van een slecht mens. Duidelijk? Aan het einde van regel 1 staat: mi-adam ra ,<br />

van een slecht mens.<br />

Waarom vertaalt hij het dan als slechte mensen? Hij vertaalt het natuurlijk als trouw lid van<br />

het collectief, de groep die zich wij-Joden noemen. Daarom vertaalt hij het als: wij zijn goed<br />

en zij zijn slecht; wij vragen Hasjem ons voor slechte mensen te behoeden. Wat een<br />

verschrikking. Wij vragen: moge het de wil zijn van Hasjem om ons verre te houden van de<br />

slechte mens in onszelf. Dus weer de keuzebepaling, dat wij niet kiezen voor de slechte<br />

mens.)<br />

(oemechawer ra): en van een slechte kameraad (dus iemand binnen mijzelf die mij slechte<br />

raad geeft. Binnen mijzelf, die kameraad is, een slechte kameraad. Bij mijn bepalen wie er in<br />

mij spreekt, het kan een slechte kameraad zijn. Allemaal krachten binnen mijzelf.<br />

Waarom brengt hij het niet onder één noemer: jeetser hara? Natuurlijk komt het allemaal van<br />

jeetser hara, het slechte beginsel, s'a. Waarom brengt hij het niet zo? Omdat het allemaal<br />

verschillende aspecten zijn in de mens, verschillende bekledingen. Het kan zich manifesteren<br />

als een mens, als een kameraad en ik moet erg goede keuzen...ik moet goede ogen hebben,<br />

maar ook geleid worden door Hasjem om mij niet te vergissen en om mij te behoeden, afstand<br />

te nemen, van een slecht mens en een slechte kameraad. Kijk nou wat wij Hasjem vragen: om<br />

ons verre te houden; dat betekent inspanningen te leveren om hoger te komen. Hoe hoger wij<br />

komen, hoe meer de afstand wordt tussen ons en de kliepot.)<br />

(w'dabkeenoe b'jeetser hatow): en doe ons aanhechten/aankleven aan het goede beginsel<br />

(in onszelf natuurlijk. Het goede beginsel is boven de chaze, het slechte beginsel is onder de<br />

chaze.<br />

Die dat gebed uitspreek, meent allesbehalve dan dat die goed is, want anders zou die - let<br />

goed op - niet Hasjem smeken om hem te doen aanhechten aan het goede beginsel. Als je zo<br />

goed bent dat je geen contact wilt hebben met een slecht mens en een slechte kameraad buiten<br />

jouw huid om - jouw buurman of wie dan ook - dan zou jij dat niet nodig hebben. Het zou<br />

betekenen dat jij goederik bent. Dat is wat zij allemaal menen dat zij goederikken zijn. Maar<br />

nee, de thorageleerden van de grote Sanhedrin hadden degelijk gezien en opgesteld al onze<br />

gebeden vanuit de positie van iemand die op zichzelf niets kan uitvoeren. Iemand komt in zijn<br />

gebeden vanuit de kliepot en smeekt Hasjem om kracht om hem uit de kliepot te laten komen,<br />

als uit moeras, uit fecaliën en hem de kracht te geven in alle mogelijke facetten om op te<br />

stijgen en aan te hechten aan het goede beginsel. We kunnen zeggen: om boven de chaze te<br />

komen.)<br />

(Het werkwoord 'aanhechten' wordt niet herhaald, maar gesuggereerd):<br />

(oewema'asiem towiem): en ons aan te hechten aan de goede daden<br />

50


(Zie je dat? Wij zeggen niet: laat ons goede daden maken/doen, dingen die goed zijn, maar:<br />

aanhechten aan de goede daden. Wij die alleen maar slechte daden weten te doen omdat het<br />

onze aard is om dat te doen, moge het Jouw wil zijn Hawajah onze Elokiem Koning van de<br />

wereld dat Jij ons doet aanhechten aan de goede daden. M.a.w. dat Jij ons aanwijst, dat Jij ons<br />

helpt om goede daden… dat betekent: daden van geven. Wij weten alleen maar om te<br />

ontvangen voor onszelf, wij weten niets anders. Wie meent dat hij wel kan geven is natuurlijk<br />

een kind, onbewust van zijn eigen hart, zijn eigen aard.)<br />

(Hij zegt het weer geweldig. Hij laat ons onze natuur zien):<br />

(w'chof et jitsreenoe l'hisjta'bed lach): en ondermijn onze wil (buigen...ondermijn onze wil.<br />

Kof betekent ondermijnen.) om aan Jou onderworpen te zijn<br />

(Zie je dat? Ieder van ons die dat zegt die moet degelijk bewust er van zijn dat die de aard<br />

heeft, de jeetser/neigingen/wil heeft om tegenover de wil van Hasjem te doen die geven is. En<br />

dat betekent niet alleen onze wil, zoals ook Dasberg vertaalt, maar jitsreenoe, onze jeetser,<br />

ons slecht beginsel. Nog een keer: niet alleen onze wil zoals hij vertaalt.<br />

Ondermijn onze jeetser hara om aan Jou onderworpen te zijn. Zie je? Niet kapot maken of<br />

ogen dicht doen alsof het niet bestaat, want dat helpt voor geen millimeter. Hem te<br />

ondermijnen betekent ook om te buigen, aan te sluiten aan datgene wat boven de chaze is, de<br />

jeetser hatov, het goede beginsel, het geven.)<br />

(oetneenoe hajom oe-w'chol jom l'cheen oe-l'chessed oe-l'rachamiem b'eenecha): en geeft ons<br />

vandaag en elke dag aan aardigheid/welwillendheid en voor liefde (M.a.w. laat ons<br />

functioneren naar welwillendheid. Het voorzetsel lamed: aan/voor.) en voor barmhartigheid<br />

in Jouw ogen (Laat ons functioneren, onszelf voelen voor welwillendheid, voelen voor liefde,<br />

voelen voor barmhartigheid en dat is in Joúw ogen. Niet dat wij zullen menen dat wíj<br />

daarvoor in staat zijn, voor welwillendheid, liefde en barmhartigheid. Dat zijn allemaal<br />

eigenschappen van het geven. In Jóuw ogen, het moet van Jouw perspectief gezien worden<br />

dat wij overeenkomen naar Jouw eigenschappen van welwillendheid, liefde en<br />

barmhartigheid.)<br />

( oe-w'enee chol ro-eenoe ) en in de ogen van alle die ons zien (Wie zijn dat die ons zien?<br />

Iemand van buiten, van de straat? Een mens die moet zien dat ik een goederik ben? Absoluut<br />

niet. ' In de ogen van alle die ons zien', alle krachten die er zijn in Jouw schepping, de<br />

krachten van alle werelden die Jij hebt geschapen: engelen, alles wat bestaat naar krachten.<br />

Laat alle zien dat zij mij zullen zien en ervaren wat die drie eigenschappen die ik door Jou<br />

Hasjem aan de dag breng.)<br />

(En natuurlijk ontbreekt aan mij iets bijzonders/belangrijks om die drie eigenschappen aan de<br />

dag te brengen. Ik weet dan natuurlijk dat ik het zelf niet kan opbrengen en ik vraag Hasjem):<br />

(w'tigmeleenoe chassadiem towiem): en doe ons goede daden<br />

(Wij vragen Hasjem om ons liefelijke goede daden te doen. Dat Hasjem het doet en niet dat<br />

wij het doen. Wij vragen Hasjem dat Hij die liefelijke daden aan ons bewijst. Dat zijn de<br />

liefelijke daden dat Hasjem ons steunt in elk van onze innerlijke handeling, elk van onze<br />

beslissing om met Hem in contact te treden, in overeenstemming te komen naar<br />

eigenschappen, dat Hij ons daarmee steunt.<br />

Net zoals we hebben geleerd van Mosje. Mosje was zich er van bewust dat hij niets zelf kon.<br />

Hij had absoluut geen vermogen om maar iets te doen, iets bij te dragen om het volk Jisraël<br />

uit mitsrajiem/egypte te doen uittrekken. Wat hebben wij geleerd? Hij begon te klagen voor<br />

Hasjem toen Hij hem gevraagd had om naar egypte terug te keren om het volk te bevrijden: ‘<br />

51


ik kan dit niet, ik kan niet spreken, mijn lippen zijn niet zo goed in het spreken, en dit en<br />

dat…’. Hasjem zei tegen hem: Ik ga mee. Hasjem had gezegd: Ik zal mijn engel meesturen.<br />

Wat had Mosje gezegd? Nee, niet een engel, Jijzelf moet ons helpen, dan wordt het de ware<br />

bevrijding. Hasjem ging mee met Mosje d.w.z. Mosje droeg in zichzelf de kracht van Hasjem<br />

of beter te zeggen: in die verbondenheid. Mosje bleef al zijn weg naar egypte, in egypte en tot<br />

zijn dood verbonden met Hasjem. Er wordt gezegd dat vanaf het moment dat Hasjem hem<br />

deze taak had opgedragen dat Mosje Hasjem tête à tête zag, in zijn omgang, gewoon in een<br />

heldere dag en niet zoals alle anderen in allerlei vormen van verrukking, extase, dromen enz.)<br />

(baroeg ata adonaj gomel chassadiem toviem l'amo jisrael): Gezegend ben Jij Hawajah die<br />

goede daden van genade bewijst aan Zijn volk Jisraël.<br />

(Zie je hoe het einde, deze zegening, is opgebouwd? Er wordt niet gezegd: Hawajah onze<br />

Elokiem en Elokiem van onze vaderen enz. Hier wordt de naam Elokiem niet genoemd, want<br />

Elokiem is de naam van zware dien; het is absoluut ook heilig, maar het is dien. Wij richten<br />

ons in deze zegening tot Hasjem alleen als Hawajah zonder Hem Elokiem te noemen. Alleen<br />

Hawajah, om bewijzen te geven, om liefelijke goede daden van genade te bewijzen aan Zijn<br />

volk Jisraël, daar noemen wij alleen Zijn barmhartige naam van Hawajah die was, is en zal<br />

zijn, zonder Elokiem erbij.<br />

Waarom? Omdat als wij Zijn naam Elokiem erbij zouden doen dan zouden wij naar de<br />

strengheid van de wet niet in aanmerking komen om van Hasjem goede daden van genade<br />

bewezen te krijgen. Duidelijk? Want op zichzelf genomen zijn wij de wens om te ontvangen<br />

natuurlijk. De naam Elokiem veronderstelt dat het wel de kracht is die dat wel onderkent in<br />

ons. Wij kunnen niet naar de naam Elokiem helemaal rechtop staan in de ogen van Hasjem.<br />

Wij hebben onze diepe grote gebreken. Onze aard is ontoereikend. Daarom noemen wij hier<br />

alleen Zijn naam Hawajah.<br />

Uit Jouw naam Hawajah - van Jouw eigenschap van barmhartigheid, niet naar de strenge wet<br />

want daarvoor kunnen wij niet in aanmerking komen, vanuit dat perspectief, maar doe het<br />

alleen maar vanuit Jouw barmhartigheid aan ons, omdat Jouw volk Jisraël dat niet heeft<br />

verdient. Überhaupt geen mens heeft dat kunnen verdienen. Jouw volk Jisraël betekent zij die<br />

uitverkoren zijn - natuurlijk ook weer in één mens en niet een massa, een kudde die zich volk<br />

Jisraël noemt, maar binnen de mens zelf. Zijn volk Jisraël betekent zij die boven de chaze<br />

zijn, zij die dus in de keliem van het geven zijn.<br />

Waarom heet dat Zijn volk Jisraël? Boven de chaze hebben wij de keliem van Hasjem en wij<br />

zijn net zoals in de zejr anpien, wij worden ook gezien als de zo'n, kinderen van zo'n, zelfde<br />

structuur als de zo'n, boven de chaze z'a en onder de chaze is de noekwa. Boven de chaze...<br />

we hebben geleerd dat boven de chaze biena zich strekt tot de chaze. En de biena is dan<br />

eige<strong>nl</strong>ijk de kracht van het hogere, van Hasjem in onszelf. Boven de chaze zijn de keliem van<br />

Hasjem, ook in ons, en onder de chaze zijn de keliem van kabbala, de keliem van onszelf.<br />

Daarom heet boven de chaze: amo israel. Hasjem bewijst Zijn goede daden van genade aan<br />

amo Jisraël, deze plaats in onszelf die boven de chaze is. Waarom? In overeenkomst naar<br />

eigenschappen, want onder de chaze is het werk van ons. Onder de chaze is de wens om te<br />

ontvangen voor onszelf en daar komt geen schijnen van chochma. En daarom is onze taak om<br />

van beneden al deze krachten - ook in ons gebed - omhoog te trekken naar boven de chaze en<br />

dan worden wij amo Jisraël, Zijn volk Jisraël. En dan gaat Hasjem ons Zijn goede daden van<br />

genade bewijzen. Telkens weer, als gevolg van ons werk aan onszelf, ons op te brengen naar<br />

52


oven de chaze waar wij de kracht ontvangen, ons transformeren in amo Jisraël, Zijn volk<br />

Jisraël.<br />

53


Les 11<br />

Pag. 6 r.8<br />

Op de vorige les in regel 6 en 7 was een zegening:<br />

'Gezegend ben Jij Hawajah die goede daden van genade bewijst aan Zijn volk Jisraël'.<br />

Ik had jullie gezegd dat l'amo Jisraël, aan Zijn volk Jisraël... dat alles wat wij leren in de<br />

Thora, in de <strong>Siddoer</strong>, in de hele leer over de verlossing, alleen over één mens gaat. De heilige<br />

boeken spreken alleen van één mens en niet tot een gemeente - dat is een primitieve fase van<br />

geestelijk bewustzijn, het is nog in ontwikkeling. Wanneer een mens rijp wordt of streeft naar<br />

de geestelijke rijpheid d.w.z. om een tête à tête relatie op te bouwen met Hasjem, dus via de<br />

kav, dan ervaart die mens dat alle boeken geschreven zijn van en voor zijn individuele ziel.<br />

En ' aan Zijn volk Jisraël bewijst Hij goede daden...' enz. betekent aan Jisraël in een mens<br />

zelf.<br />

Dat is duidelijk, maar je moet altijd zoeken naar... Behalve wat ik zeg in de lessen... Ik spreek<br />

nooit van stellingen, dat het een principe... maar er zit altijd iets achter die lettertjes: de<br />

bevestiging, het bewijs van wat ik zeg. Altijd wanneer je hoort wat ik zeg, ga dan zelf<br />

onderzoeken, ga kijken naar de samenstellingen van woorden en letters. ' Wat heeft Michael<br />

gezegd'? Het is allemaal in één mens. Dus 'aan Zijn volk Jisraël' zei hij dat het betrekking<br />

heeft op één mens, in de mens zelf. Hoe komt dat? En dat ga je dan onderzoeken.<br />

De hele bedoeling van onze studie is dat jij leert zelf verbanden te leggen, door die letters<br />

heen te komen, dan kom je tot Hasjem. Er komt dan een ontploffing, een bevatting die met<br />

niets te meten valt. Je doet dat via je eigen inspanning en door je eigen keliem.<br />

Als je dat zou willen onderzoeken in dit concrete geval - regel 7 - l'amo Jisraël, aan Zijn volk<br />

Jisraël... Je kan verschillende grepen/procedé's/manieren gebruiken om dat te onderzoeken.<br />

Herinner jij je nog dat we één van de manieren geleerd hebben om te onderzoeken en dat is<br />

om de eerste letters - resjee teewot, de eerste letters van samenstelling van woorden die een<br />

bepaald begrip of een bepaald stukje vers samenstellen. Of sofee teewot, eindletters van zo'n<br />

samenstelling. Dit is één van de manieren. Ook gematria, woordvolgorde en van alles zoals<br />

we hebben geleerd zoals het systeem van atbasj enz. En dan zal je induiken in het begrip 'l'<br />

amo Jisraël' , aan Zijn volk Jisraël. Je zal dan zien dat de eerste letters van deze samenstelling<br />

is lamed - eerste letter van l'amo, en joed - eerste letter van tweede woord, Jisraël. Schrijf dit<br />

op. De heilige boeken zijn op de manier gedrukt dat de mens kanttekeningen kan maken aan<br />

de zijkant. Hier aan de linkerkant bij het Hebreeuws is plaats om<br />

aantekeningen/kanttekeningen te maken. We zien dan dat de eerste letters - resjee teewot van<br />

l'amo Jisraël, aan Zijn volk Jisraël, het woord li vormt. Li met de betekenis 'aan mij'.<br />

Kijken we naar de eindletters van deze samenstelling: l'amo eindigt met waw en het tweede<br />

woord eindigt met lamed. Let goed op wat ik probeer te zeggen: In de regel is het zo - niet<br />

altijd, want er zijn verschillende aspecten in deze kwestie - dat je de begi<strong>nl</strong>etters achter elkaar<br />

moet plaatsen zoals zij staan in de volgorde van die woorden, zoals in dit geval begint het<br />

eerste woord met lamed en het tweede met joed en dat maakt li.<br />

Maar eindletters komen normaliter in een andere volgorde: van de laatste naar de<br />

voorafgaande; hier is dat lamed waw. Waarom is dat zo? Het is altijd zo dat wat van voor naar<br />

achteren komt - wat ik jullie nu vertel is een stukje diepe kabbala, een principe - dat is<br />

hetzelfde als van boven naar beneden, dat is mochin wat er ook mag zijn, het komt van een<br />

hogere traptrede naar een lagere traptrede. Terwijl sofee teewot, eindletters van samenstelling<br />

van woorden omgekeerd is: van het laatste naar voorafgaande woord. Waarom? Omdat het or<br />

54


chozer voorstelt of ma'n wat van beneden naar boven komt. In dat licht zien wij dat de sofee<br />

teewot, eindletters, van deze samenstelling lamed waw zijn, in deze volgorde.<br />

Wat hebben we dan? Geestelijk beginnen we altijd vanaf de schepping, vanaf de lagere<br />

traptrede die ma'n omhoog brengt naar een hogere. We hebben dan lo, als ma'n. Lo betekent<br />

'aan hem'. M.a.w.: wij geven aan Hem door ma'n omhoog te doen, door een gebed te doen aan<br />

Hasjem. Lo, aan Hem, van beneden naar boven. Dan krijgen we van de eindletters van deze<br />

samenstelling lo, aan hem. En dan komt er van boven, van Hem, li - de eerste letters van deze<br />

samenstelling - 'aan mij'; ma'd, zegening, licht, mochin komt aan mij. In dit licht zie je dat het<br />

een eenduidige relatie aangeeft 'l'amo Jisraël', aan Zijn volk Jisraël. Lo, ik geef aan Hem en<br />

Hij geeft aan mij, li.<br />

Duidelijk? Op deze manier ga je aan een kritisch opbouwen werken, het verdiepen van jouw<br />

bevatting van wat je o.a. hier leert in de kwestie van gebed. Duidelijk? Ik geef je a.h.w. een<br />

richting door in het algemeen te zeggen dat het op één mens slaat. Jij moet nadenken hoe dat<br />

dan intrinsiek in de tekst zelf zit, in het origineel zelf. 'Hoe kan ik wat Michael had gezegd, in<br />

algemene bewoordingen, verifiëren?' Niet dat je mij niet vertrouwt, maar de bedoeling is dat<br />

jij zelf dieper, verder gaat zoeken. Niet dat ik het voor jou moet uitkauwen. Nu en dan geef ik<br />

alleen als voorbeeld zo'n diepere uitleg vanuit de tekst gezien en niet in elk geval. Ik laat het<br />

aan jou over om dat werk te doen.<br />

Duidelijk? Ik wil niet en ik mag niet het werk van jou ontnemen. Dat is een principe van deze<br />

methode van de individuele studie van Luriaanse Kabbala. Men mag geen werk van een<br />

ander ontnemen, men mag het niet uitkauwen enz. Men mag zich niet bemoeien met<br />

andermans geestelijk werk, ook geen adviezen geven. Elk mens moet doormaken wat<br />

voor hem staat om door te maken, wat hem beterschap zal brengen. Natuurlijk is het<br />

kinderlijk als één mens een ander mens wil helpen. Hoe kan een blinde een ander helpen?<br />

Men moet eerst uitzoeken, komen tot de ziende en dat is Jesjoea. Jesjoea en de hele middelste<br />

lijn van de vijf stadia van de Masjiach, dat is de ziende lijn. Als je een ander advies vraagt - ik<br />

bedoel op geestelijk gebied of emotioneel en op allerlei vlakken die jouw geestelijke toestand<br />

kunnen beïnvloeden - weet je zeker dat jij buiten de redding zit.<br />

En ook als jijzelf adviezen geeft. Je moet opletten. Je moet erg voorzichtig zijn. Het hoort er<br />

niet bij. Het is slecht voor jou en slecht voor de ander. Let goed op wat ik probeer te zeggen:<br />

een waar teken van geestelijke groei is het afnemen bij jou van de drang om een ander te leren<br />

-persoo<strong>nl</strong>ijk advies te geven. Een ander op een volwassen manier te leren betekent geven,<br />

maar geen adviezen geven. Geven, leren, het algemene aspect, de kabbala zonder in te duiken<br />

in het probleem van die mens. Belangrijk daarbij is niet alleen sfirot, een sfira hier en een<br />

sfira hier. Eerst het algemene maar op de manier, met de kawanna, dat het deze persoon kan<br />

helpen. Dus met de bedoeling dat het hem helpt. Wel betrokken zijn bij hem - niet bij zijn<br />

problemen, dat soort dingen moet je absoluut los laten. Communiceren, dat betekent<br />

betrokkenheid. Dat je het geeft op de manier, met de kawanna, dat wat jij hem leert dat het<br />

hem helpt, moet helpen.<br />

55


.8<br />

J'hie ratson milfanecha adonaj elohaj w’elohee awotaj sjetatsileeni hajom oe-w'chol jom<br />

mi-azee faniem oemi-azoet paniem mi-adam ra oemichawer ra oemisjachen ra oemipega<br />

ra oemisatan hamasjchiet midien kasje oemiba-al dien kasje ben sjehoe ben briet oewen<br />

sje-eeno ben briet.<br />

Moge het de wil zijn van jouw paniem hawajah elokiem en elokiem van mijn vaderen<br />

dat jij mij zal redden vandaag en elke dag van een brutaal gezicht (Niet zoals hij zegt 'van<br />

een brutaal mens'. Wij hebben niets met mensen te maken, brutale of goederikken. Het is nog<br />

een vraag wie beter is: een brutaal mens of een goederik. Duidelijk? Beiden hebben hun<br />

nadeel. Een brutaal mens heeft tekort aan chassadiem en een goederik heeft tekort aan<br />

chochma. Hoor wat ik zeg: beiden zijn eige<strong>nl</strong>ijk gehandicapt. Alleen een mens die op twee<br />

benen loopt, langs twee lijnen, langs de lijn van goederikken en langs de lijn van brutaliteit -<br />

ik zeg het natuurlijk tussen aanhalingstekens, aan de ene kant is chessed en aan de andere kant<br />

is gwoerot/dien, die kan het goede aantrekken. Hij spreekt hier met name over 'red ons<br />

vandaag en elke dag van een brutaal gezicht')<br />

en van de brutaliteit van het gezicht (We zullen zien wat het verder betekent.) van een<br />

slecht mens (We zullen ook zien wat een slecht mens is. We hebben op deze pagina<br />

bovenaan in regel 1 en 2 gesproken over slecht mens en slechte kameraden enz.) en van een<br />

slecht mens en van een slechte kameraad en van een slechte buurman (natuurlijk heeft<br />

ook dat niets te maken met mijn buurman de in het huis ernaast woont.) en van een slechte<br />

gebeurtenis/pech/ongeluk en van de satan de vernietiger en van een zware dien (r.12) en<br />

van de bezitter van die zware dien (van wie de zware dien uitgaat) of die van het verbond<br />

is of die niet van het verbond is.<br />

(Ik zal zo proberen uit te leggen wat hier staat. Natuurlijk dat voor Dasberg 'hij die van het<br />

verbond is' een Jood is, van het verbond van Awraham en dat de andere niet van het verbond<br />

van Awraham is, een goj, een niet-Jood. Natuurlijk heeft het er niets mee te maken. Dat<br />

aspect interesseert ons niet, want het helpt ons voor geen millimeter om met een vinger te<br />

wijzen aan een ander die geen verbond heeft. 'Verbond van Awraham' doet hij tussen haakjes,<br />

omdat het zijn bedenksel is. Verbond met Hasjem, met Kedoesja, met het Heilige. Wie met<br />

het heilige verbondenheid heeft dat is degene die verbond heeft en niet Jood of niet-Jood.<br />

56


Duidelijk? als een Jood wordt aangetrokken in zijn dagelijks leven of op een bepaald<br />

moment...<br />

Let goed op. Weet dat een mens niet is wat hij is - geen mens weet wat hij was, wat hij is en<br />

wat hij zal zijn. Een mens is een opeenvolging van toestanden. Duidelijk? Dat zij zich Jood,<br />

Christen, Moslim noemen of wat er ook mag zijn, het is aangeleerd; zij hebben er een etiketje<br />

opgeplakt, maar in de ogen van het hogere, van de waarheid, is het alleen een opeenvolging<br />

van toestanden waarin men zich bevindt. Op elk willekeurig moment wordt alleen maar<br />

geteld...een momentopname dat is de waarheid. En als bijv. een Jood op een bepaald moment<br />

bedriegt/zondigt, het doet er niet toe op wat voor manier -zondigen betekent ontvangen voor<br />

zichzelf op welke manier dan ook - op dat moment behoort hij niet tot het verbond van<br />

Awraham oftewel het verbond met het heilige. En het omgekeerde is ook waar: als een niet-<br />

Jood op een bepaald moment wel ernaar streeft om niet te zondigen en zich te verbinden met<br />

het heilige, probeert te geven lisjma, op een koosjere manier, op dat moment, in die toestand,<br />

is hij wel ben briet, behoort hij tot het verbond van Hasjem.<br />

Nog een keer: verbond van Hasjem en niet verbond van Awraham. Hasjem sloot verbond met<br />

Awraham en daarmee had Hij ook gezegd: ieder die zal nastreven/proberen om zich in<br />

overeenstemming te brengen met het hogere, met Mij/ Z'A/ het operationeel systeem van het<br />

heelal, met die zal ik verbond aanhouden. Het is geen verbond van Awraham, het is verbond<br />

van elke mens met Hasjem. Let goed op. Dat Awraham Zijn lieveling was, dat hij dit verbond<br />

op aarde bracht dat is een andere kwestie, dat is niet te ontkennen. Alle waardering is<br />

natuurlijk aan hem, maar elk mens moet het zelf doen en niet rekenen op Awraham of iemand<br />

anders.<br />

Interessant is dat wanneer men individueel werkt aan zichzelf, men natuurlijk in zijn<br />

toestanden dat niveau van Awraham oftewel het schijnen vanuit het niveau van Awraham<br />

tegenkomt. Dat wil niet zeggen dat men streeft naar het verbond van Awraham. Het verbond<br />

is het verbond van elk mens met Hasjem. En uiteindelijk is dat verbond met Jesjoea. Met<br />

Awraham was het verbond gesloten naar vlees. Awraham heeft zichzelf gecorrigeerd en<br />

zichzelf daarna nog fysiek besneden, als zijn stempel. Niet dat het iets betekende...eerst heeft<br />

hij zijn harten, al zijn vijf sfirot gecorrigeerd, al die vijf sfirot die onder de paraplu stonden, de<br />

kracht hadden, van de chessed en daarna onderging hij het verbond naar jessod. Hij bracht dus<br />

eige<strong>nl</strong>ijk zijn correctie tot jessod, dat is de hele clou. Dat hebben we ook van hem. Daarom is<br />

hij in deze zin een voorvader van het volk Jisraël.<br />

Aan de andere kant bracht hij deze eigenschap van chessed met zich mee, zij het voorlopig<br />

alleen nog naar vlees. Kijk nou hoe hij a.h.w. bezeten was door de wil om genade te tonen.<br />

Hij zat voor zijn tent en in elke toestand in de hitte van de dag wilde hij gastvrijheid tonen aan<br />

voorbijgangers. Het was absoluut niet belangrijk voor hem wie dat waren, joden of arabieren<br />

of wie dan ook. Het is a.h.w. het zinnebeeld van degene die later zal komen en het verbond<br />

met zich meeneemt, het verbond naar geest: Jesjoea.<br />

Hier spreken we natuurlijk van het verbond naar geest, maar het verbond naar geest is<br />

onmogelijk zonder het verbond naar vlees. Eerst kwam verbond naar vlees en daarna verbond<br />

naar geest. En vanaf Jesjoea is het voor een niet-jood niet nodig om zich fysiek te besnijden.<br />

Voor een jood is het een traditie geworden om dat te doen, wat het ook betekent, of het iets<br />

betekent. Als bestempeling van het innerlijk geestelijk werk misschien wel, maar als iemand<br />

niet geestelijk aan zichzelf werkt dan heeft het geen zin, het wordt nog erger. Waarom? Een<br />

mens is wel besneden maar doet niet de wil van Hasjem en wordt hij nog harder aangepakt.<br />

Hij ontvangt de kedoesja door zijn besnijdenis en sluist het door naar de kliepot.<br />

57


Nu keren wij terug naar de regel 8. De tekst richt zich tot 'Hawajah mijn Elokiem en Elokiem<br />

van míjn vaderen'. De intentie is dus om te zeggen: ik ben verbonden met Jou, ik maak de<br />

eerste beweging naar Jou toe; moge het Jouw wil zijn van Jouw gezicht, Jouw voorkant dat Jij<br />

mij zal redden vandaag en elke dag - vandaag is in het bijzondere aspect, in mijn huidige<br />

toestand, in het nu en elke dag betekent in het algemene aspect.<br />

Dit gebed geeft een reeks van tien bepalingen van wat ik Hasjem vraag om mij te redden. Let<br />

op. Tien...We weten dat Elokiem maakte het ene tegenover het andere: kedoesja en kliepot. In<br />

dit gebed vraag ik Hasjem om mij te redden van... Er zijn tien sfirot in het heilige en tien<br />

sfirot in de kliepa, de s'a. Ik vraag hem een opeenvolging van tien eigenschappen, tien sfirot<br />

van de s'a weergegeven door verschillende specifieke woorden in de taal van het gebed.<br />

יזעמ Mi azee faniem, van een brutaal gezicht; dat is de hoogste van allen, de kether van kliepa.<br />

תוזעמו Oe mi azoet paniem, van de brutaliteit van het gezicht. Het lijkt erg veel op elkaar die<br />

twee bepalingen, sfirot kether en chochma in het hoofd. Dit is dan chochma.<br />

ער םדאמ Mi adam ra, van een slecht mens. Dat is de biena van kliepa.<br />

ער רבחמו Oe-mi chawer ra, en van een slechte kameraad. Dat is chessed van de s'a. Waarom?<br />

Dat laat ik aan jou over. Ik wil graag uitleggen waarom zulk soort begrippen hier staan,<br />

waarom van een slechte kameraad chessed is van de kliepa. Natuurlijk als het chessed is dan<br />

weet je wat chessed is in het heilige. Als er gezegd wordt 'van een slechte kameraad' dan<br />

begrijp je dat het een slechte kameraad is die zich voordoet alsof hij jou genade/chessed wil<br />

geven, maar in wezen bedoelt die het kwade. Zo kan je ook alle overige sfirot of bepalingen,<br />

zoals zij hier staan in de woorden van het gebed, analyseren, bekijken i.p.v. dat ik jou jouw<br />

werk ontneem. Ik geef alleen maar het algemene aan.<br />

ער ןכשמו Oemisjachen ra, en van een slechte buurman. Duidelijk? Niet zoals hij zegt: slechte<br />

mensen, slechte vrienden, slechte buren... een jood die dat zegt projecteert dat op de<br />

buitenwereld: ik richt mij tot Hasjem, ik ben een goederik, ik behoor bij het verbond van<br />

Awraham en die zijn slecht - leven slecht, zondigen, maar ik niet. En dat terwijl het heel iets<br />

anders is. Oemisjachen ra, en van een slechte buurman, is gwoera van de s'a.<br />

ער עגפמו Oemipega ra, letterlijk is dat 'en van het slechte ongeluk'. Ongeluk is al slecht, maar<br />

van het kwade gebeuren. Dat is tiferet van de kliepa.<br />

En dan, dat is interessant, twee aan elkaar staande zonder verbondenheid door 'van':<br />

תיחשמה ןתשמו Oemisatan hamasjchiet, dit zijn twee hoewel niet 'mi' vooraf gaat aan<br />

hamasjchiet, omdat misatan en hamasjchiet netsach en hod zijn. We weten dat netsach en hod<br />

twee delen van het lichaam vormen. Hier zie je dat ook. Oemisatan, en van de satan, en van<br />

hamasjchiet, de vernietiger. Satan en de vernietiger. De vernietiger heeft een sterkere<br />

betekenis van kwaad dan alleen satan. De satan hoeft niet per se een mens te vernietigen, die<br />

kan een mens tot verleiding brengen, op allerlei manieren. Natuurlijk is het allemaal een vorm<br />

van vernietiging, maar het is niet zo sterk als hamasjchiet. Dat komt omdat we lager komen in<br />

de sfirot en hod lager is waardoor de kwade kracht nog sterker is.<br />

השק ןידמ Midien kasje, dat is jessod van de kliepa. Dat betekent zware dien.<br />

En de laatste, malchoet van de kliepa, lilith:<br />

השק ןיד לעבמו Oemiba-al dien kasje, en van de bezitter van zware dien of die wel behoort tot<br />

het verbond of niet. Duidelijk? Hij laat ons zien dat wie dan ook -hier wordt het algemene<br />

aspect gegeven...Het heeft niets te maken met religie of toebehorigheid aan een bepaald<br />

58


groepsverband van wie dan ook. Of die behoort tot het volk Jisraël - in het algemene aspect,<br />

of niet behoort tot het volk Jisraël dat doet er niet toe. Ieder heeft te maken met die tien sfirot<br />

van de s'a.<br />

Er komt nu een nieuw stuk van het gebed en dat zullen wij b'ezrat Hasjem de volgende keer<br />

doen.<br />

En nog even dit: het ligt niet in mijn bedoelingen om de hele <strong>Siddoer</strong> van Dasberg tot het<br />

einde toe door te nemen, 350 pagina's of zo. Ik zeg niet dat het geen zin heeft, maar er wordt<br />

dan veel dubbel werk gedaan en wij moeten spaarzaam zijn met de tijd die wij aanwenden aan<br />

andere belangrijke dingen, studieonderdelen die wij nog moeten doen van Ari. Voor ons is<br />

afdoende om tot en met het ochtendgebed te gaan. Alles zit daar in wat nodig is.<br />

Wat het middaggebed, avondgebed en feestdagen verschilt van het ochtendgebed is alleen<br />

maar kleine toevoegingen die betrekking hebben op een desbetreffende dag of gedeelte van de<br />

dag. Het heeft geen zin om ons daarmee bezig te houden. Het eerste gebed, het ochtendgebed,<br />

dekt alles. Voor ons zal dat absoluut voldoende zijn. We eindigen met de Amidah t/m pag. 52.<br />

Dat is wat wij gaan doen b'ezrat Hasjem. We zullen dan b'ezrat Hasjem klaar zijn met deze<br />

studie. Er is nog veel te gaan, veel te doen. Kijk nou, we hebben net een les gehad van zes<br />

regeltjes, misschien gaan het er meer of minder worden. Het doet er niet toe hoeveel tijd het<br />

in beslag zal nemen. Eén keer per week doen wij zo'n les.<br />

Ik wil nu alvast iets aan jullie beloven, b'ezrat Hasjem natuurlijk, wat wij gaan doen na deze<br />

52 pagina's. Interessant 52 pagina's. Bo'N, gewoon symbolisch, dat wij zien dat na 52 pagina's<br />

wij klaar zijn en gekomen zijn tot Bo'N, de volledige partsoef van de malchoet. Dan zullen we<br />

b'ezrat Hasjem iets anders doen. Ik voel sterk dat we direct na het beëindigen van dit<br />

studieonderdeel zullen beginnen aan het werk van Ari waarover ik zoveel suggesties heb<br />

gegeven in de loop der jaren, in het bijzonder in Zohar, maar ook in de Tes heb ik daarover<br />

gesproken. De suspense en ook de verwachtingen zijn zeer hoog 'Ah...wat zal het zijn...' Sjaar<br />

haGilgoeliem, de poort van incarnaties. Niet dat dan iets geweldigs zal komen dat wij nu niet<br />

hebben.<br />

Het is geen manier om kabbala te leren om te denken dat later iets anders zal zijn wat wij nu<br />

niet hebben, dat het spannender is, wij meer te weten zullen komen. Dat is een domme manier<br />

van denken. Jij zal anders zijn en dan zal je ook kunnen proeven wat Sjaar haGilgoeliem zal<br />

zijn. B'ezrat Hasjem zullen wij dat gaan doen. Ik heb gezegd dat wij dat ooit zullen doen. Het<br />

is niet het einde van alles. Er zijn nog andere zeer belangrijke boeken van Ari die we naar ik<br />

hoop b'ezrat Hasjem zullen gaan leren zoals Sjaar haKawanot, Poort van alle kawannot.<br />

Geweldige dingen die niet minder belangrijk zijn dan Sjaar haGilgoeliem. Toch wil ik het<br />

doen. Alleen wil ik jullie vragen om niet aan te raken wat er in de wereld is van Sjaar<br />

haGilgoeliem. Niemand begrijpt het. Er is geen kabbalist in de wereld waarvan ik zou weten<br />

dat die het op een kosjere manier zal kunnen geven. Ik zeg het jullie omdat door mijn innige<br />

verbondenheid met Ari ik weet .... natuurlijk zijn er wel enkelingen die dat wel leren. Wij<br />

moeten geloven dat er mensen zijn die dat wel kunnen leren, maar om het te onderwijzen…<br />

dat vind je nergens. Dat mag ik zeggen want ik schrijf mijzelf niets toe.<br />

59


Les 12<br />

Pag. 6 van Dasberg r.14<br />

L'olam j'hee adam j'ree sjamajiem baseter oemode al ha-emet w'dower emet bilwawo<br />

w'jasjkeem w'jomar.<br />

(Zo'n i<strong>nl</strong>eidende zin die een mens ertoe moet brengen om zichzelf klein te maken. Tot nu toe<br />

was het hulde aan Hasjem, zegeningen enz. die tot doel hadden om te danken in zekere zin.<br />

En nu na het danken komt er een moment van een beroep te doen op eigen keliem, vanuit<br />

eigen keliem te spreken tot Hasjem. Natuurlijk, die eigen keliem -die de wens om te<br />

ontvangen zijn - moeten wij zuiveren. Om te doen zuiveren moeten wij ons klein maken<br />

d.w.z. de wens om te ontvangen verkleinen.)<br />

Laat de mens altijd hemelvrezend zijn in het verborgene en laat hem de waarheid<br />

erkennen en laat hem de waarheid spreken in zijn hart en vroeg in de ochtend op te<br />

staan en te zeggen.<br />

(Het woord ובבלב bilwawo - 3e woord r.15 - bestaat voor Dasberg niet. Hij heeft het<br />

weggepromoveerd. Kijk, geweldig hoe we zien hoe die traditionele aanpak steeds de ware<br />

kawanna mijdt. Hier in de tekst staat 'en laat hem waarheid zeggen in zijn hart' en Dasberg<br />

zegt dat niet. Hij fantaseert dan nog 'met innerlijke overtuiging uitspreken'. Dat staat absoluut<br />

niet in de tekst wat hij vertaalt. Het belangrijkste woord bilwawo/in zijn hart dat bestaat voor<br />

hem niet. Zie je dat? Dat is de cruciale houding om zich überhaupt tot Hasjem te mogen<br />

richten. Waarom? Anders is het discrepantie naar eigenschappen. Dan kan je zoveel woorden<br />

uitspreken als je wilt en komt er niets an terecht. Bovendien, het eerste woord l'olam betekent<br />

overdrachtelijk 'altijd', maar eige<strong>nl</strong>ijk ten behoeve van de wereld/l'olam, z'a en noekwa. Ten<br />

behoeve van de wereld die Hasjem heeft geschapen - z'a en noekwa - laat de mens j’ree<br />

sjamajiem zijn. Het woord 'vader' zoals hij dat vertaalt zit er niet in. J’ree sjamajiem: vrees<br />

hebbende voor de hemelen. Wat is de hemelen? Z'a van atsieloet.<br />

Beseter: in het verborgene moet hij vrees hebben en niet van buiten, het moet geen komedie<br />

zijn. Daarom zegt hij daarna: en moet hij de waarheid kennen en zeggen. En de waarheid<br />

zeggen in zijn hart. Het gaat zoals wij dat zeggen om 100% oprechte kawanna. En dat is<br />

mogelijk. Zie je? We hebben de krachten niet, het is absoluut onmogelijk voor ons - een<br />

lagere traptrede - op te stijgen naar een hogere, we hebben dat geleerd. Hoe kan een lagere<br />

opstijgen naar een hogere? Een hogere is zuiverder, dunner, verhevener. Wie geeft de kracht<br />

aan een lagere? Hoe kan een lagere de kracht krijgen om te komen naar een hogere? Een<br />

lagere is grover enz. Het begin daarvan is om in zijn hart de waarheid te erkennen en te<br />

zeggen en dat is wel mogelijk: 100% kawanna te geven. 100% betekent naar jouw vermogen,<br />

dat het jouwlimiet is. Tot het uiterste gaan in jouw kawanna/intentie om de waarheid te<br />

erkennen en te zeggen. Dan komen de woorden van erkenning van de waarheid.<br />

60


Let op, nu komen de woorden die ook het hart geschikt maken om zich tot Hasjem te<br />

wenden:)<br />

(r.16)<br />

Ribon kol ha-olamiem lo al tsidkoteenoe anachnoe mapieliem tachanoeneenoe l'fanecha<br />

ki al rachamecha harabiem, ma anachnoe ma chajeenoe ma chasdeenoe ma tsidkoteenoe<br />

ma j'sjoeateenoe ma kocheenoe ma gwoerateenoe ma nomar l'fanecha adonaj eloheenoe<br />

w'elohee awoteenoe halo chol hagiboriem k'ajin l'fanecha w'ansjee hasjem k'lo hajoe<br />

wachachamiem kiwlie mada oenwoniem kiwlie haskel ki row ma'aseehem tohoe wiemee<br />

chajeehem hewel l'fanecha, oemotar ha-adam min ha-bheema ajin ki hakol hawel.<br />

(Dit is een geweldig stuk gebed dat ons hart zuivert en vult met waarheid.)<br />

Meester van alle werelden niet vanwege onze rechtvaardigheid storten wij onze<br />

smeekgebeden voor Jouw aangezicht maar vanwege Jouw grote barmhartigheid<br />

(Er komt nu een reeks van retorische vragen die wij stellen... eigenschappen die wij niet<br />

hebben. Iemand die dit gebed zegt richt zicht tot Hasjem uitgaande van 'wij' en niet 'ik'. Wie<br />

zijn 'wij'? Het Joodse volk? Geen sprake van. Iemand die dat gebed zegt die stort al zijn<br />

smeekgebeden vanuit al zijn wensen, want al zijn wensen zijn niet gecorrigeerd. Een mens is<br />

bewust dat die tekortschiet en al zijn wensen die brengen ma'n omhoog en daardoor maakt<br />

een mens zichzelf leeg.)<br />

Wat (ma) zijn wij wat (me. Dat is volgens de vocalisatie regels. Voor de chet wordt het me)<br />

is ons leven (het leven om alleen te ontvangen voor zichzelf. Zie je wat hij zegt? Wie zijn wij<br />

en niet wat zijn wij. Waarom 'wat'? Leve<strong>nl</strong>oze objecten duidt men aan met ma/wat. Een mens<br />

die zo'n gebed zegt, zich bewust is dat al zijn wensen zijn als 'wat', er zit daar geen leven,<br />

61


alleen de wens om te ontvangen voor zichzelf en dat is leve<strong>nl</strong>oos. Het is het bestaande uit<br />

niets. Daarom richt een mens zich tot Hasjem die mi/wie is. Hasjem is mi i.p.v. ma. We<br />

weten dat Hasjem mi is van Elokiem. Mi betekent wie, dat is levend.) wat is onze genade<br />

(Zie je hoe de mens moet structureren? Aan het begin van het gebed om te erkennen dat zijn<br />

genade absoluut niets is. Er bestaat geen genade bij een mens van vlees en bloed d.w.z. een<br />

mens die alleen de vier stadia van de wens om te ontvangen zijn.) wat is onze (daden van)<br />

rechtvaardigheid (niet zoals hij dat zegt 'wat onze welwillendheid', dat is verschrikkelijk hoe<br />

hij dat vertaalt. Hij richt zich tot wij, het Joodse volk.)<br />

(r.19) wat is onze Jesjoea (wat is onze redding. Natuurlijk zal rabbijn Dasberg dat woord niet<br />

in zijn mond nemen. Hij vertallt het zoals gebruikelijk bij hem met hulpvaardigheid. Hier<br />

erkent iemand dat hij Jesjoea niet kent. Duidelijk? In onszelf hebben wij geen Jesjoea, dat is<br />

wat men wil zeggen. Wat is onze redding in onszelf die er natuurlijk niet is. Wat is onze<br />

Jesjoea - niet alleen redding. In onszelf kennen wij hem niet. Daarvoor richt ik ook mijn<br />

gebed aan Jou om daardoor te komen - mij te verbinden, met Jesjoea, want via Jesjoea kom ik<br />

tot Jou Meester van alle werelden.) wat zijn onze krachten wat is onze gwoera (hij vertaalt het<br />

als macht. We weten dat gwoera een heel andere betekenis heeft dan macht. De kracht van<br />

gwoera, van de linkerlijn.) wat zullen wij zeggen voor Jouw aangezicht Hawajah onze<br />

Elokiem en Elokiem van onze ouders (Duidelijk wie onze ouders zijn? Chaga't, dat zijn<br />

altijd onze ouders. In elke toestand als we van ouders spreken bedoelen we chaga't. Wij die<br />

spreken dat is nh'j in de mens die zich tot Hasjem richt als wij. Duidelijk? Wanneer de nh'j<br />

nog van onder de chaze van ons zich richt tot Hasjem dat is wij.)<br />

(pag.7 r.1) alle machtigen zijn toch als niets voor Jouw aangezicht en de aanzie<strong>nl</strong>ijken<br />

zijn alsof die er niet waren en de wijzen die zijn alsof die zonder kennis zijn (r.3) en de<br />

wetenden alsof die geen verstand/intellect hebben, want veelheid van hun daden is niets<br />

(tohoe: vormloos, niets, inhoudsloos) en de dagen van hun leven is als damp voor Jouw<br />

aangezicht (dus als niets) en wat een mens meer heeft (het voordeel) dan een dier is niets<br />

want alles is damp (ijdelheid. Dat zijn de woorden van Prediker.)<br />

(Laten we even van dichtbij kijken op de vorige pagina, onze oorspronkelijke pagina.<br />

Waarom een hele reeks van ma - me is een variant - 'wat zijn wij, wat is ons leven...het<br />

betekent niets. Waarom zo'n hele reeks? Als we er aandachtig naar gaan kijken dan zullen wij<br />

iets ontdekken wat ons zal helpen om al die ma te begrijpen, waarom die siddoer wat en wat<br />

en wat gebruikt. De hele bedoeling van die reeks en van dit gebed is om ons te zuiveren -<br />

zoals we gezegd hebben: klein maken. Wij die onderaan staan, wij die malchoet zijn - ik zeg<br />

nh'j omdat malchoet is opgestegen naar de chaze en alles wat daaronder is is haar domein<br />

a.h.w., nh'j zitten daar inbegrepen. Onder de chaze kunnen we malchoet zeggen en nh'j als we<br />

bedoelen wat de malchoet nu a.h.w. in haar macht heeft en anders is het malchoet.<br />

Hoe kunnen wij dan komen tot de zuivering? Wat is de zuivering? Wat is zichzelf klein<br />

maken? Dat is malchoet laten opstijgen naar de biena. Malchoet die de 10e sfira is moeten wij<br />

verheffen tot de biena, de 8e sfira van beneden. Het wordt dan een klein partsoefje maar wij<br />

kunnen dan wel een begin maken, licht ontvangen van biena. Van de malchoet moeten wij<br />

acht stappen maken naar de biena. Dat is wat wij ook hier doen.)<br />

ונחנא המ ma anachnoe, wat zijn wij. Eerste keer. Malchoet stijgt op, verkleint zichzelf dus de<br />

wens om te ontvangen, tot de jessod.<br />

ונייח המ ma chajeenoe, wat is ons leven. Nog een stap, naar de hod.<br />

ונדסח המ me chasdeenoe, wat is onze chessed, de derde.<br />

62


וניתוקדצ המ ma tsidkoteenoe, de vierde<br />

ונתעושי המ ma j'sjoeateenoe, de vijfde<br />

ונחכ המ ma kocheenoe, de zesde<br />

ונתרובג המ ma gwoerateenoe, de zevende<br />

(En de laatste is de achtste, zich verdunnen tot de biena):<br />

ךינפל רמאנ המ ma nomar l'fanecha, wat zullen wij zeggen voor Jouw aangezicht. (Zie je dat pas<br />

nu in het achtste geval zeggen wij: wat zullen wij zeggen voor Jouw aangezicht. Malchoet is<br />

dan verbonden met de biena met de eigenschap van geven. Wij noemen dan ook<br />

וניתובא יהלא ' וניהלא יי Hasjem Elokeenoe (Biena) en Elokee awonoteenoe (Elokiem van onze<br />

ouders oftewel chaga't. Voor onze ouders oftewel chag'at in elke traptrede is ook Biena<br />

Elokiem.<br />

Dat is in acht traptreden van zich zuiveren. Duidelijk? Dat is wat we hier zien. Het proces van<br />

zichzelf te zuiveren. Daarna komen gebeden waarin wij ons opbouwen, maar eerst moeten wij<br />

klie maken. Altijd eerst klie maken, ook in gebeden is het niet anders. Eerst moeten wij<br />

klie...ons huis van binnen opruimen om daarin Hasjem te halen a.h.w. Hasjem is altijd daar,<br />

maar vanwege onze onzuiverheden kunnen wij hem niet ervaren en geen hulp/redding van<br />

Hem ontvangen alleen door onze eigen onzuiverheid. Niets komt van boven als het niet van<br />

beneden eerst wordt opgewekt. Dat is wat wij doen hier in dit gebed.<br />

En nog iets interessants wat hier staat op r.4, 2e gedeelte na het puntje. Let op, het is zeer zeer<br />

diep wat hier staat:<br />

המהבה ןמ ם דאה רתומו oemotar ha-adam min habheema, en wat de mens meer heeft dan een dier<br />

- b'heema betekent niet alleen dier, het betekent vee/huisdier - is ajin.<br />

ןיא Ajin is niets. In een andere volgorde is ajin ani. We hebben dat geleerd: ani is malchoet en<br />

ajin is kether. Wat staat hier verborgen? Wat een mens meer is dan een dier is ajin is kether.<br />

De enige die een mens meer maakt dan gewoon een dier is ajin is kether, de wens om te<br />

geven, alleen Jesjoea.<br />

לבה לכה יכ ki hakol hawel, want alles - alles wat er bestaat, de hele schepping die betrekking<br />

heeft alleen maar op de vier stadia van de wens om te ontvangen - is als damp.<br />

Wat is damp? Damp is vluchtig. Het is het bestaande uit niets. We zien wel een verborgen<br />

referentie op Jesjoea, de Kether. Verborgen getuigenis van de enige.... Het enige dat een mens<br />

meer heeft dan een dier dat is ajin/kether. M.a.w.: het enige dat een mens tot mens maakt,<br />

hem boven de dierlijke natuur haalt, is de verbondenheid met Kether. Kether is niet de mens<br />

zelf. Jesjoea is boven de mens. Kether is vertegenwoordiger van het G'ddelijke in de mens.<br />

Elke kether verwijst naar Jesjoea in de mens, de hoogste Kether. M.a.w.: hier geven wij aan,<br />

hier erkennen wij - verborgen erkenning en dat is opgemaakt door Sanhedrin, de Grote<br />

Vergadering van de grote wijzen die de <strong>Siddoer</strong> hadden opgemaakt. Erkenning dat zonder<br />

verbondenheid met Jesjoea een mens tot een dier blijft. Dat is dan de erkenning die wij al aan<br />

d edag hebben gelegd in dit gebed. Zonder Jesjoea blijven wij als vee/dier - de wens om te<br />

ontvangen; het heeft dus niets te maken met een dier wat buiten loopt zoals katten, poezen<br />

enz. Alles wat buiten de kether leeft is hawel, vluchtig, heeft niet het leven intrinsiek in<br />

zichzelf.<br />

63


.6)<br />

Awal anachnoe amcha bnee wrietecha bnee awraham ohawcha sjenisj'bata lo b'har<br />

hamorieja, zera jitschak j'chiedo sjene'ekad al gaw hamizbeach, adat ja'akow bincha<br />

w'chorecha, sjemee-ahawatcha sje-ahawta oto oemisimchatcha sjesamachta bo karata<br />

et-sjmo Jisraël wisjoeron.<br />

Maar wij Jouw volk de zonen van Jouw verbond (zie je dat? Van Jouw verbond. Dat slaat<br />

op het verbond van vlees. Er was even een verwijzing over de ajin, de kether. Het was even<br />

aangewezen dat het zonder Kether niets is. Impliciet was er wel erkenning van het tweede<br />

verbond, verbond naar geest, verbondenheid met Jesjoea, met ajin, de hoge Kether. En nu<br />

richt degene die in gebed is... die laat a.h.w. zien wie hij is.... eige<strong>nl</strong>ijk zijn troef, zijn<br />

verdienste a.h.w. - niet zijn eigen verdienste maar de verdienste van de voorvaderen - te<br />

noemen om zichzelf binnen de vier stadia, binnen de schepping, het fijnste te noemen<br />

waarvoor Hasjem dit volk heeft uitverkoren, maar dan het gedeelte horende aan het verbond<br />

naar vlees.<br />

Elk mens heeft ook dit verbond naar vlees met Hasjem. Elk mens heeft ook Jisraël in zichzelf.<br />

Jisraël is ook verbondenheid naar vlees. We weten dat er vier naturen in de mens zijn.<br />

Verbondenheid naar vlees zijn de drie lagere naturen van de mens: lichamelijke-, emotionele-<br />

en psychische natuur.<br />

'Maar wij Jouw volk de zonden van Jouw verbond', wie spreekt nu? Niet 'wij het Joodse volk',<br />

vergeet het, er is geen sprake van. Het is nu Jisraël in de mens die tot Hasjem spreekt over het<br />

verbond ook naar vlees, maar dan Jisraël in de mens en niet nh'j; Jisraël oftewel nh'j die<br />

opgestegen zijn naar boven de chaze. We hebben geleerd dat wij zijn opgestegen naar de<br />

Biena, we hebben onze keliem verdund naar de Biena en dat is boven de chaze. We kunnen<br />

dan ook terecht zeggen: 'maar wij Jouw volk...'. Jouw volk, omdat we spreken vanuit de<br />

toestand van boven de chaze.<br />

'De zonen van Jouw verbond', verbond met Hasjem is boven de chaze.)<br />

de zonen van Awraham (Wij zijn de zonen van Awraham. Waarom? Wij zijn nh'j. Awraham<br />

is chessed, Jitschak is gwoera en Ja'akow is tieferet. Terecht zeggen we dat wij zonen zijn van<br />

Awraham, Jitschak en Ja'akow.) Jouw lieveling die Jij hebt gezworen op de berg van<br />

Moriah (dat is de naam van de berg. Moriah...het betekent ook de berg van het leren van JK.<br />

De berg waar Awraham die chessed is was opgeklommen. Hij ontmoette Hasjem op de berg<br />

64


van Moriah. Wat betekent de berg Moriah? Hij klom ook naar JK, chochma en de biena. JK<br />

van de naam Hawajah.)<br />

het zaad van Jitschak (gwoera) zijn enige zoon die gebonden werd op het altaar<br />

gemeenschap van Ja'akow (Waarom gemeenschap? In Ja'akow zit rechts en links. Alle<br />

krachten van rechts en alle krachten van links dat is gemeenschap.) jouw zoon (Zie je 'Jouw<br />

zoon'? Hij zegt niet Awraham is Jouw zoon. Wij zijn wel de zonen van Awraham, maar<br />

Ja'akow is Jouw zoon. Ja'akow is de binnenste lijn en die staat in één lijn, de middelste lijn,<br />

met de Kether en dan Hasjem. Hasjem manifesteert zich via de middelste lijn.) jouw<br />

eersteling (Jouw eerstgeboren zoon. Zie je? Ja'akow Jouw eerstgeboren zoon, want Ja'akow<br />

was de eerste die de middelste lijn heeft verkregen - tussen zijn vader en grootvader in.)<br />

(r.9) van zo'n liefde waarmee jij Hem hebt lief gehad (r.10) en van jouw vreugde<br />

waarmee jij je verheugde in Hem (In Hem. Niet 'met' maar 'binnen' Hem.) noemde jij zijn<br />

naam Jisraël en Jesjoeroen. (We weten wat Jisraël allemaal inhoudt: direct naar Hasjem en<br />

andere betekenissen daar in en Jesjoeroen, het woord jasjar, die direct/rechtstreeks met<br />

Hasjem verbonden is.)<br />

65


Les 13<br />

Pag. 7 van Dasberg r.12<br />

L'fichaf anachnoe chajawiem l'hodot l'cha oel’sjabechacha oel'fa'arecha oelwarech<br />

oel'kadesj w'latet-sjewach w'hodaja lisjmecha.<br />

En daarom zijn wij verplicht om Jou dank te geven en Jou te huldigen en Jou kracht te<br />

geven (Jou groot te prijzen) en Jou te zegenen en te heiligen en te geven hulde en dank aan<br />

Jouw naam.<br />

(Kijk nou wat hier allemaal staat. Ten eerste, tot wie richten wij ons? Tot z'a. Dan zijn er<br />

zeven bepalingen. We zijn verplicht om:<br />

1- l'hodot l'cha, Jou te danken.<br />

2-oelsjabechacha, om Jou te huldigen<br />

3-oel'fa'arecha - om Jou roem/grootheid te geven<br />

4-oelwarech - zegenen<br />

5-oel'kadesj - heiligen<br />

6-w'lat´t sjewach<br />

7-w'hodaja<br />

Zeven bepalingen, zeven uitingen van dankbaarheid, van hulde. Bepalingen die eige<strong>nl</strong>ijk<br />

duiden op dank in allerlei facetten. Zeven, zeven sfirot van malchoet. Alles wat wij zeggen<br />

wordt gezegd lisjmecha, aan Jouw naam. De naam is malchoet. Aan Jouw naam is aan de<br />

Malchoet. Zie je hoe de relatie is? Eige<strong>nl</strong>ijk brengen wij onze ma'n naar de malchoet. Wij<br />

doen dat vanuit onze jessod en komt het eige<strong>nl</strong>ijk tot aan de jessod van de Z'A en dat is<br />

HaKadosj baroeg Hoe, de Heilige gezegend is Hij. Het komt dan naar Hem toe - de malchoet<br />

zelf brengt het naar Hem toe, die komen in zievoeg. Het opstijgen van ma'n komt langs die<br />

zeven sfirot die overeenkomen met die zeven bepalingen van dank. Wij vragen dan om dank<br />

te geven aan Jouw naam. Dank in allerlei facetten natuurlijk, maar aan Jouw naam. Wij<br />

richten ons eige<strong>nl</strong>ijk tot Z'A om dank oftewel mochin te geven aan de Malchoet en daardoor<br />

ontvangen wij van Malchoet zelf de mochin wat toebehoort aan ons.<br />

In de regel 14 het eerste woord zien wij הידוהוw'hodaja. Het woord is hodaja en w' is het<br />

voorvoegsel. Hodaja betekent dank. Kijk nu goed naar de heilige taal want alles zit in die<br />

letters, in de samenstelling van die letters. Het is niet zo te praten om interpretaties te geven,<br />

alles zit in die letters. Wat ik aan jullie zeg, alles ontleen ik aan die letters, aan de vormgeving<br />

van de letters, aan de samenstelling, aan de volgorde van de letters in een woord en<br />

samenstelling van woorden.<br />

Kijk nou naar het woord w'hodaja. Hodaja betekent dank. Kijk hoe dat woord gevormd is. De<br />

eerste vier letters zijn de letters van Hawajah alleen in een speciale volgorde. Okay, je kan<br />

zeggen dat het niet helemaal zo is, want er zit joed kej waw... W'hodaja, de letter waw staat<br />

erbij en dat is niet toevallig. W'hodaja, de letter waw die steeds terugkeert. We zien wel zes<br />

66


letters waw en die zinspelen op z'a. W'hodaja, kijk hoe dat eruit ziet. Het woord zelf is hodaja.<br />

Hodaja is - kijk goed naar dat woord. Hodaja is dank. Wat hebben we dan? De 1e 2e en 2<br />

laatste letters vormen de naam Hawajah in een speciale volgorde: hej waw joed hej -een<br />

speciale houding - dat is de naam z'a oftewel de jessod van z'a. En daartussen in, tussen die<br />

vier letters van Hawajah in is dalet ingelast, malchoet in de toestand wanneer zij alleen de vier<br />

onderste sfirot van z'a bekleedt, alleen onder de chaze, tanh'j - onderste helft van t't, netsach,<br />

hod en jessod.<br />

We zien dan wat dank betekent. In het woord zit dus z'a zijn jessod die in zievoeg nauw<br />

verbonden is met die malchoet. Dat maakt de houding, het effect, van dank.<br />

Het volgende woord is lisjmecha, aan Jouw naam. We zien dan dat we ons daadwerkelijk<br />

richten tot Z'A in dit gebed.<br />

Asjreenoe ma-tow chelkeenoe oema-najiem goraleenoe oema-jafa j'roesjateenoe<br />

asjreenoe sje'anachnoe masjkiemiem oema'ariewiem erev wawoker w'omriem<br />

pa'amajiem b'chol-jom, sjma jisrael adonaj eloheenoe adonaj echad.<br />

Gelukkig zijn wij hoe goed is ons deel en hoe aangenaam is ons lot en hoe prachtig is<br />

onze erfenis gelukkig zijn wij dat wij vroeg opstaan 's avonds en 's ochtends en zeggen<br />

twee keer elke dag hoor israel Hawajah is onze elokiem Hawajah is één.<br />

(Ook hier zien wij herhalingen van verschillende bepalingen. Gelukkig zijn wij hoe goed is<br />

ons aandeel... 'ma' wordt herhaald: ma tow chelkeenoe, manajiem en nog een keer ma jafa.<br />

Ma zinspeelt ook op de z'a die de naam ma'h heeft waaruit wij alles ontvangen. Herinner jij je<br />

nog de naam ma'h? Hawajah gevuld met alef heeft gematria ma'h.<br />

En zie je, twee keer en niet vier keer wordt Sjma gezegd volgens wat het gebed hier zegt: 's<br />

ochtends en 's avonds. Volgens de Thora moet twee keer, alleen 's ochtends en 's avonds Sjma<br />

worden gezegd. Maar de Thorageleerden hebben nog twee keer toegevoegd. Natuurlijk is dat<br />

niet omdat zij er iets hebben bijgebracht wat niet in de Thora stond, G'd verhoede, want zij<br />

hebben nog twee Sjma zeggingen toegevoegd in het ochtendgebed bij de korbanot/offerdienst<br />

hebben zij één toegevoegd en 's avonds voordat men gaat slapen, op bed.<br />

Natuurlijk zijn er standaard twee Sjma nodig: 's ochtends en 's avonds in de toestand wanneer<br />

de Tempel overeind stond, maar door onze zonden is het zo geworden dat het nu niet<br />

voldoende is, nu in de galoet/ballingschap hebben we nog twee keer nodig om Sjma te zeggen<br />

om a.h.w. te compenseren dat verlies dat ontstond door het zondigen waardoor wij in<br />

ballingschap terecht zijn gekomen.<br />

67


In r.14 ונירשא 'asjreenoe', gelukkig zijn wij -dat wordt verschillende malen herhaald. In<br />

asjreenoe zit een deel van de naam israel zonder naam kel. Regel 14 derde woord asjreenoe en<br />

dan wordt het nog een keer gezegd: asjreenoe/gelukkig zijn wij. Asjreenoe, alef sjin resj joed.<br />

Eige<strong>nl</strong>ijk ontbreekt alleen de letter lamed aan de naam israel, vier letters van israel zijn al in<br />

het woord 'gelukkig zijn wij'. Asjreenoe, uitgang noe geeft bezittelijke bepaling van wij aan.<br />

Zonder die letters: asjri/ik ben gelukkig. Zie je dat? In de naam van israel zit ook asjri en de<br />

letter lamed, ik ben gelukkig en dan nog apart de letter lamed. Wat voegt de letter lamed toe?<br />

We hebben dat geleerd. De letter lamed die hier -asjri- ontbreekt aan de naam israel is de<br />

verbondenheid tussen mij en de hogere werelden. We hebben geleerd dat lamed in de lucht<br />

zwevende toren is. Kijk, het lusje gaat naar boven en naar beneden. Jissoe't die verbindt de<br />

zo'n met de hogere wereld, met aw'i. Zo bij ons ook de verbondenheid tussen ons en de<br />

hogere traptreden, onze familie, onze ouders, zo'n. Lamed is de verbindingsschakel.)<br />

r.19<br />

Ata hoe ad sjelo niwara ha-olam ata hoe misjeniwra ha-olam, ata hoe ba-olam haze,<br />

w'ata hoe l'olam haba, kadesj et sjimcha al makdiesjee sj'mecha, w'kadesj et sjimcha<br />

b'olamecha oewiesjoeatcha tariem w'tagbieja karneenoe, baroeg ata adonaj m'kadesj et<br />

sjimcha barabiem.<br />

(Wat zien wij nu? In dat stukje gebed wat wij vandaag gedaan hebben vanaf regel 12 is de<br />

verbinding met jissoe't. Let op, hij zegt ons dan):<br />

Jij bent nog van voor de wereld werd geschapen (We hebben gezegd dat wij ons tot de<br />

zo'n richten, z'a is HaKadosj baroeg Hoe, maar kijk goed het is veel meer. Natuurlijk spreken<br />

we van z'a, van HaKadosj baroeg Hoe, want wij spreken dan van de belendende hogere<br />

traptrede, dat is de zo'n. Daarom spreken we van HaKadosj baroeg Hoe daarmee bedoelend<br />

dat het z'a is van de wereld atsieloet. Natuurlijk dat de naam Hawajah ook in de hogere<br />

traptrede is. Elke hogere traptrede t.a.v. een lagere traptrede heeft ook dezelfde verhouding.<br />

Kijk nou wat hij zegt:)<br />

'Jij bent nog van voor de wereld werd geschapen'. Wij weten dat de wereld werd geschapen<br />

door... De wereld is de zo'n van de wereld atsieloet en als hij zegt 'Jij bent nog van voor de<br />

68


wereld werd geschapen dan is er spraken van aw'i. Zo komen we langzamerhand in dit gebed<br />

steeds hoger naar de jissoe't en de aw'i.)<br />

Jij bent degene van toen de wereld werd geschapen (Hier HKBH bekleedt de traptrede van<br />

de z'a. Verschillende hoogten van de bekleding van deze naam Hawajah),<br />

Jij (volgende pag.) bent in deze wereld, (deze wereld is zo'n. We bedoelen niet de aardbol.<br />

Deze wereld is de zo'n en natuurlijk alles wat daaruit voortvloeit. Jij bent ín deze wereld, jij<br />

bent ingebed in deze wereld) en jij bent voor de toekomstige wereld,<br />

(Goed opletten. Hier moet een enorm fijne manier zijn om zeer aandachtig te kijken hoe het in<br />

elkaar zit, ook die voorzetsels. Ata hoe ba-olam haze, Jij bent ín deze wereld. En daarna staat:<br />

w'ata hoe l'olam haba, en Jij bent voor de toekomstige wereld. Niet: Jij bent in deze wereld en<br />

Jij bent in de toekomstige wereld. Natuurlijk dat Dasberg niet weet wat hij vertaalt. Hij<br />

vertaalt het als: U bent er in deze wereld die komen zal. Maar ata hoe l'olam haba- we moeten<br />

dat fijntjes bekijken - is niet Jij bent in de toekomstige wereld, maar Jij bent voor de wereld<br />

die zal komen.<br />

Wat betekent dat? Dat betekent dat Jij bent in deze wereld -z'a - en Jij bent ook voor de<br />

toekomstige wereld, want de toekomstige wereld - hij brengt ons nog steeds eerst de<br />

verbondenheid qua omringend licht, hij brengt ons omhoog naar jissoe't. Let op wat ik zeg:<br />

het is alleen nog qua schijnen op afstand. Niet dat wij al de plaats van jissoe't beklimmen en<br />

straks komt ook de plaats van aw'i, want het is nog niet de plaats ervoor. Waar hij het over<br />

heeft is nog op een afstand, als or makief.<br />

En hij zegt ons dan in r.1: w'ata hoe l'olam haba, Jij bent voor de wereld die zal komen. Dus<br />

bij het opstijgen van ma'n ook Jij/ z'a/ HKBH stijgt op naar de plaats van olam haba, de plaats<br />

van jissoe't. Daarom staat er l'olam haba en niet in. Daardoor zal ook de toekomstige wereld<br />

zijn mochin ontvangen zoals we weten dat de ma'n omhoog gaat tot de hoogste van de<br />

hoogste plaats en dan vanuit Ejnsof komt de ma'd en die bereikt van de hogere traptreden<br />

steeds lagere. Op deze manier Jij/z'a/HKBH bent ook voor de toekomstige wereld, voor de<br />

jissoe't.<br />

Tot hier zijn wij nu gekomen tot jissoe't als or makief. We ontvangen dan het schijnen ook<br />

vanuit deze plaats.)<br />

heilige Jouw naam op (in Ned. 'aan', maar volgens de heilige taal 'op') degene die Jouw<br />

naam heiligen, en heilig Jouw naam in Jouw wereld en in Jouw redding (Jesjoea zit daar<br />

in: in/door/met Jouw Jesjoea) zullen wij horen (Hij vertaalt het met aanzien. Het is<br />

overdrachtelijk hoe hij het vertaalt. Garneenoe betekent wat Mosje ook had op zijn gezicht<br />

toen hij van de berg Sinaj met de Thora naar beneden kwam, die straling. Gern betekent<br />

ook...gern hamisbeach, de vier hoeken van het altaar. Kijk nou hoeveel verschillende niveau's<br />

van het begrijpen. Wat zegt hij dan? )<br />

verheven worden en omhoog gebracht worden (onze horens, onze straling van ons gezicht;<br />

refererend op Mosje, maar hetzelfde begrip wordt ook gebruikt voor de vier hoeken van het<br />

altaar, gern hamisbeach. De vier hoeken van ons altijd worden verheven. Wat betekent dat?<br />

Ons altaar is de innerlijke plaats waaruit wij ma'n omhoog brengen. Er zijn vier hoeken op het<br />

altaar. Altaar is de plaats waaruit men de offers brengt. Vier hoeken zinspeelt eige<strong>nl</strong>ijk op de<br />

vier stadia van de wens om te ontvangen voor zichzelf wat wij als ma'n omhoog geven, als<br />

offer op het altaar binnen ons hart.<br />

En nog iets belangrijks: vanaf de regel twee - het doet er niet toe dat we de vertaling niet in<br />

één keer afmaken, alles komt bij elkaar, maar eerst moet ik ter plekke zeggen wat ik zie. De<br />

hele vertaling in één keer is niet zo relevant, dat kan je straks zelf opmaken voor jezelf.<br />

69


Kadesj op regel 2. Hij gaat over naar Heilig Jouw naam. Kadesj/heilig. Wie is heilig? We<br />

hebben dat geleerd, dat is aw'i. Eige<strong>nl</strong>ijk wordt men verheven tot aw'i, maar dan alleen nog in<br />

prille fase, door or makief, op afstand. Verheven betekent dat men op afstand het schijnen<br />

ontvangt van aw'i. Dat is kadesj et sjimcha. Kadesj is aw'i.<br />

Heilig Jouw naam op degene die Jouw naam heiligt. Wat wil dat zeggen? Degene die Jouw<br />

naam heiligen... Wat betekent degene die Jouw naam heiligen? Zij die Jouw naam heiligen is<br />

ook het woord heiligen. Makdisjee sj'mecha, hij die Jouw naam heiligen. Wat betekent dat?<br />

Degene die in staat zijn om ma'n omhoog te brengen tot aw'i, dat is heiligen van de Naam.<br />

Kodesj/heilig dat is aw'i. Zij die de Naam/Hasjem heiligen brengen door ma'n malchoet naar<br />

aw'i. Natuurlijk dat z'a ook meestijgt. Z'a bekleedt abba en noekwa/malchoet bekleedt iema.<br />

We zeggen dan: heilig Jouw naam op/over degene die Jouw naam heiligen. Eige<strong>nl</strong>ijk zijn<br />

degene die ma'n omhoog brengen - dat zijn de volledige rechtvaardigen zoals wij weten.<br />

Iemand die de kracht heeft, de innerlijke intentie maar ook de zuiverheid en de kracht dat die<br />

zichzelf opbouwt in het geestelijke, die is in staat om samen met zijn ma'n de zo'n naar aw'i te<br />

brengen. Natuurlijk dat de z'a abba bekleedt, zie je dat? Z'a treedt nu op als abba. HKBH die<br />

bekleedt nu de plaats van abba en wij vragen die om Zijn naam, de malchoet die iema<br />

bekleedt dat Hij Zijn naam, de malchoet die iema bekleedt, dat komt naar ons toe dat wij ook<br />

dat niveau bekleden en dan ontvangen wij natuurlijk vanuit dat niveau deze heiliging.<br />

Zie je dat? Ik probeer in mijn armoedige bewoordingen even aan te stippelen waar het over<br />

gaat. Alleen maar de topjes, uitleg waar het hier over gaat. Dat men zich tot HKBH richt in<br />

allerlei hoedanigheden en bekledingen van het licht, dat het allemaal uit één hart komt en niet<br />

een gemeente, niet wij-Joden of wie het allemaal zijn. Het is van toepassing op elk mens.)<br />

r.4 vanaf het midden)<br />

gezegend ben Jij Hawajah die heiligt Jouw naam met velen. (Velen betekent alle<br />

traptreden die door mijn gebed, door mijn ma'n, door de ma'n van een volledige rechtvaardige<br />

die ma'n doet opstijgen naar aw'i oftewel op de manier dat die or makief ontvangt vanuit deze<br />

verheven plaats van aw'i, dat het ten goede komt aan velen, aan alle traptreden die daar onder<br />

zijn.<br />

70


.6)<br />

Ata hoe adonaj eloheenoe basjamajiem oewa-arets oewisjmee hasjamajiem ha-eljoniem,<br />

emet ata hoe risjon, w'ata hoe acharon, oemibaladecha ejn elohiem, kabets kowecha<br />

mee-arba kanfot ha-arets jakiroe w'jeedoe kol-baee olam ki ata hoe ha-elohiem<br />

l'wadcha l'chol maml'chot ha-arets ata asieta et-hasjamajiem w'et-ha-arets et-hajam<br />

w'et kol asjer bam, oemie b'chol-ma' asee jadecha ba-eljoniem o watachtoniem,<br />

sjejomar l'cha ma-ta' ase, awienoe sjebasjamajiem ose imanoe chesed ba-awoer sjimcha<br />

hagadol sjenikra aleenoe, w'kajem lanoe adonaj eloheenoe ma-sjekatoew, ba-et hahie<br />

awie etchem oewa-et kabtsi etchem ki eten etchem l'sjem oe'lithila b'chol amee ha-arets<br />

b'sjoewie et sj'woeteechem l'eeneechem amar adonaj.<br />

71


Jij bent Hawajah onze Elohiem in de hemel (Het is duidelijk tot wie wij ons richten: hemel<br />

is z'a. Jij bent ingebed in de z'a, de naam Hawajah. Hoe heet de kracht van Hawajah ingebed<br />

in de z'a? Hawajah gevuld met de letter alef, gematria ma'h, 45.) en in de aarde (ba heeft de<br />

betekenis van in/binnen. Arets/aarde is malchoet. Dus: Jij bent in de zo'n. De kracht tot wie<br />

wij ons richten is de zo'n.) en in de hemelen van de hogere hemelen (Wie zijn de hemelen<br />

van de hemelen? Jissoe't. Hemelen zijn z'a. Hemelen boven/van de hemelen is jissoe't. Hogere<br />

slaat op de aw'i; dat is eige<strong>nl</strong>ijk waar wij het over hebben. We getuigen van Hasjem, de plaats<br />

waar die is i.p.v. blabla hoe zij duizenden jaren deze woorden herhalen en abosluut niet<br />

begrijpen waar zij het over hebben. Wat betekent hemelen van de hemelen? Wat betekent dat<br />

voor een religieus mens? Nul komma nul, niets. Wat begrijpt die van Hasjem? Waar heeft hij<br />

het over? Tot wie spreekt hij? Tot niemand. Van de lippen en naar buiten dat is wat zij doen<br />

omdat zij geen kabbala leren. Het komt niet naar boven want om tot Hasjem te komen moet er<br />

wel overeenstemming zijn tussen het hart van de mens...de mens moet weten en ook de<br />

bewegingen maken van binnen, vanuit de juiste plaatsen overeenkomen naar krachten met<br />

deze plaats waar wij het over hebben, waar het gebed het over heeft.)<br />

dat is waar, Jij bent de eerste en Jij bent de laatste (Jij bent de eerste op de traptrede van<br />

ets chajiem, de boom des levens. Jij bent de eerste in de set van tien sfirot. Alles wat bestaat,<br />

bestaat uit tien sfirot oftewel vijf stadia. Jij bent de eerste en Jij bent de laatste. Jij bent de<br />

kether en Jij bent de malchoet. In precies dezelfde zin slaat het ook op Jesjoea, de zoon van<br />

Hasjem. Hasjem is ingebed in de kether en door de inbedding van de kether is die de eerste.<br />

Wanneer de mens alle correcties doet dan betekent het dat die de naam van Hasjem tot de<br />

plaats brengt wanneer Hij de laatste wordt, de plaats van de malchoet.)<br />

en behalve Jou is er geen Elohiem, (Kijk nou wat hij vertaalt: en behalve U is er geen G'd.<br />

Wat heeft hij gezegd? Behalve Jou is er geen Elohiem mogelijk, zonderJouw inbedding in de<br />

zo'n en in de biena is er geen Elohiem. Zonder Jouw inbedding ben Jij alleen maar Hawajah,<br />

zonder Jou zou geen naam Elohiem zijn, zou zich geen kracht Elohiem manifesteren in ons en<br />

in de wereld.)<br />

r.9) verzamel degene die hopen op Jou vanuit vier uithoeken van de aarde (Spreekt hij<br />

van de aardbol? Natuurlijk niet. Verzamel al die krachten die in mij, in de mens. Die hopen op<br />

Jou: die ma'n omhoog brengen want dat is hoop. Die door het gebed waarvan de pijltjes van<br />

de krachten omhoog kijken... Alleen wanneer alle pijltjes omhoog kijken dan geven wij<br />

Hasjem, dan heten wij: zij die op Jou hopen. Dat is hoop. Hoop is naar krachten, innerlijke<br />

handeling die een mens verricht om zichzelf ontvankelijk te maken voor Hasjem. Hij zegt:<br />

verzamel al degene die op Jou hopen vanuit vier uithoeken van de aarde...Aarde is malchoet,<br />

ook in de mens. Er is natuurlijk algemeen en bijzonder aspect. Vanuit alle uithoeken van de<br />

aarde/malchoet/wens om te ontvangen voor onszelf. M.a.w.: verzamel alle ma'n die wij<br />

omhoog brachten door al onze tiekoeniem die wij verrichten door gebeden, goede daden,<br />

mitswot enz.)<br />

r.10) alle die komen in de wereld zullen erkennen en zullen weten dat alleen Jij bent de<br />

Elohiem voor alle koninkrijken van de aarde (De wereld is zo'n en alle koninkrijken is<br />

onder de chaze van elk mens, daar bevinden zich alle koninkrijken van de wereld. Er wordt<br />

geen woord gesproken over onze wereld -Rusland, Amerika, Frankrijk etc.<br />

Jij bent de Elohiem voor alle koninkrijken van de aarde...hij zegt niet: Jij bent Hawajah voor<br />

alle koninkrijken van de aarde. Hij zegt: Jij bent Elokiem voor alle koninkrijken van de aarde,<br />

dus alle volkeren der wereld... Waar bevinden zich de volkeren der wereld? Alle volkeren der<br />

72


wereld bevinden zich... 7x10=70 volkeren die zich in de mens bevinden en daar heerst de<br />

naam Elokiem.)<br />

Jij hebt gemaakt de hemel en de aarde (We hebben het hier over Hasjem -Elokiem - die de<br />

hogere aw'i is, in Zijn hoedanigheid van aw'i. Aw'i hebben de hemel en de aarde gemaakt, de<br />

zo'n - zejr anpin en noekwa.)<br />

de zee en alles wat daarin is, (De zee is alles wat voortvloeit uit de malchoet, alles wat<br />

daaronder is wordt genoemd de zee met alles wat daarin is, alle bewoners van die zee.)<br />

en wie is in alle daden van Jouw hand in de hogeren en in de lageren, die zou Jou<br />

kunnen zeggen wat Jij zal moeten doen, (Duidelijk? Ejn od milwado, er is niemand buiten<br />

Hasjem. We leren dat Hasjem overal is, in de hogere sferen, de kedoesja en ook in de lagere<br />

sferen. Niets is buiten Hasjem. Duidelijk? Hasjem heeft gemaakt het ene tegenover het<br />

andere, ook de kliepot. Alles wat er is, is Zijn schepping.)<br />

onze vader die in de hemel is (We spreken tot Hasjem als onze vader.) doe met ons genade<br />

omwille van Jouw grote naam die over ons geroepen/geschreven is (Jouw grote naam,<br />

malchoet in de grote toestand, in de gadloet.)<br />

en breng tot vervulling over ons Hawajah onze Elokiem van wat geschreven staat (in het<br />

heilige schrift. Hij citeert hier een vers:) in die tijd zal Ik jullie thuis brengen (brengen naar<br />

de destinatieplaats) en in die tijd verzamel Ik jullie want Ik zal jullie geven aan de naam<br />

(aan de malchoet. Dus: Ik zal jullie verheffen.) en aan de huldiging (sjem is malchoet en<br />

tehilla/hulde is z'a) met alle volkeren der arde (Let goed op wat hij ons vertelt i.p.v.<br />

fabeltjeskrant wat Dasberg ons...Ik heb niet gelezen wat hij schrijft, maar natuurlijk denkt hij<br />

dat het gaat over het volk Israel naar vlees en bloed, dat naar Israel zal worden gebracht, maar<br />

het is heel iets anders wat hij ons zegt: Ik zal jullie geven aan de z'a en noekwa met alle<br />

volkeren der wereld. Volkeren der wereld zijn de zeven onderste sfirot van jullie. Aan jullie is<br />

aan Israel in de mens. Hij zegt: met alle volkeren der wereld, dus niet alleen jullie zal Ik<br />

geven aan de naam, aan de z'a en noekwa.) wanneer Ik jullie terug zal doen keren uit jullie<br />

ballingschap voor jullie ogen (want dan zullen jullie zien) zei Hasjem (Dat is een vers van<br />

de profeet Sefanja).<br />

73


Les 14<br />

Pag. 9 r.1 van Dasberg 8e druk. (pag. 4 r.10 in de 4e druk)<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam asjer kidsjanoe b'mitswotaw w'tsiwanoe<br />

la-asok b'diwree torah.<br />

(Dit is een zegening) Gezegend ben Jij Hawajah (ik spreek nu de namen uit als in een<br />

leerproces en niet als in een gebed:) onze Elokiem Koning van de wereld die ons heeft<br />

geheiligd door zijn voorschriften en ons heeft opgedragen zich bezig te houden met de<br />

woorden van Thora.<br />

(Kijk nou wat de <strong>Siddoer</strong> ons leert. La-asok b'diwree Thora. Zich bezighouden met de<br />

woorden van de Thora. Er wordt niet gezegd om het te begrijpen, het intellectueel te doen,<br />

slim te zijn, maar alleen maar zich bezig te houden met de woorden van Thora. Let goed op,<br />

dat is precies wat wij ook leren. In Ets Chajiem zeg ik jullie vaak gewoon ontvankelijk te zijn<br />

voor de woorden van Thora, zich ermee bezig te houden en niets anders. Niet om dingen te<br />

onthouden en uit te blinken, jezelf te verheffen om meer te weten dan anderen, om te<br />

begrijpen. Alleen onszelf ermee bezighouden dat is ons opgedragen.<br />

Zie je dat? Hasjem heeft ons opgedragen om ons bezig te houden met de woorden van Thora.<br />

Er valt niets te begrijpen. Duidelijk? De woorden van de Thora komen uit de wens om te<br />

geven. Wij kennen dat verschijnsel absoluut niet. Wie zegt dat hij dat kent, dat is een<br />

onbewust iemand. Natuurlijk dat 90% of meer zullen zeggen 'wij kunnen wel geven', maar het<br />

is absoluut onmogelijk. We kunnen alleen geven in verbondenheid met de wens om te geven.<br />

Wanneer wij verbonden zijn met Jesjoea dan kunnen wij dankzij deze verbondenheid met<br />

Jesjoea en ook door Hem een handeling doen die lijkt op geven - een projectie van het geven<br />

is. Geen mens kan geven. Onthoud dat erg goed. Als jij nog denkt dat je het kan dan ben je<br />

met iets anders bezig dan Kabbala. Probeer jezelf steeds te pakken te krijgen, steeds bewust<br />

blijven dat jij niets kan geven, want dat is de waarheid. Juist daardoor kom je dichter bij<br />

Hasjem, door dat bewustzijn dat je het niet kan.<br />

Hier zien we zeer krachtig de bevestiging daarvan. De woorden van Thora komen van Hasjem<br />

en dat is de wens om te geven. Z'a is de wens om te geven en wij zijn de wens om te<br />

ontvangen. Hoe kunnen wij allerlei wetten van het heelal begrijpen die dus opgebouwd zijn<br />

naar de wens om te geven terwijl wij alleen de wens om te ontvangen zijn, vier stadia van de<br />

wens om te ontvangen. Hoe? De zegening hier zegt ons dat Hasjem ons heeft opgedragen zich<br />

bezig te houden met de woorden van de Thora. Duidelijk? Wanneer wij ons bezighouden met<br />

de woorden van de Thora dan door het zich bezig te houden met de woorden van de Thora<br />

transformeert stap voor stap het licht van de Thora onze keliem van het ontvangen naar de<br />

keliem van het geven, omdat we met de woorden van de Thora te maken hebben met de<br />

eigenschap die wij niet kennen, de eigenschap van de wereld van het geven.<br />

Aan ieder van ons moet dat een steun zijn in ons werk. Aan ons is alleen maar opgedragen<br />

ons bezig te houden. Er wordt niet gezegd dat je goed moet begrijpen, dat je examens moet<br />

doen, knap moet zijn in Thora. Nee, alleen jezelf bezig te houden. Thora spreekt tot allen, tot<br />

74


elk mens, natuurlijk tot Jisraël in de mens, maar dan zonder onderscheid tussen hen dus niet<br />

dat de ene rabbijn is en dat die dan meer weet dan die andere. Er wordt geen woord 'weten'<br />

gerept. Duidelijk? Weten, begrijpen... Je er alleen maar mee bezig te houden. Probeer het,<br />

concentreer je op het aspect zich bezig te houden met de woorden van de Thora dat het uit<br />

Hasjem zelf stamt. Dat zal je helpen om vele passages te begrijpen in die geest.<br />

r.3)<br />

W'ha-arew na adonaj eloheenoe et diwree toratecha b'fienoe oewfie amcha bet Jisrael,<br />

w'nihje anachnoe w'tse-etsaeenoe w'tse-etsaee amcha bet Jisrael koelanoe jodee<br />

sj'mecha w'lomdee toratecha (lisjma) (Lisjma ook uitspreken), baroeg ata adonaj<br />

hamlamed torah l'amo Jisraël.<br />

(Hoe krachtig is dit. Men richt zich hier tot Hasjem met een verzoek, eige<strong>nl</strong>ijk een wens.)<br />

Laat Hawajah onze Elokiem de woorden van Jouw Thora aangenaam zijn alsjeblieft in<br />

onze mond (r.4) en in de mond van Jouw volk het huis van Jisraël,<br />

(Hier -r.4 na komma - even pauzeren. Kijk nou wat wij Hasjem vragen. Wij vragen: mogen de<br />

woorden van Jouw Thora aangenaam zijn alsjeblieft in onze monden enz. Wat betekent dat?<br />

Natuurlijk dat de woorden van Thora normaliter zonder Jouw hulp in geen geval aangenaam<br />

kunnen zijn in onze mond en in de mond van Jouw volk het huis van Jisraël. In het licht van<br />

wat we net hebben geleerd: wij zijn de wens om te ontvangen.<br />

Hoe kunnen de woorden van het geven, de woorden van Thora, de woorden van een hele<br />

andere dimensie aangenaam voor ons zijn als zij niets aa<strong>nl</strong>everen/brengen aan onze wens om<br />

te ontvangen? Ze zijn voor ons als stro, want zij geven niets aan ons, aan de wens om te<br />

ontvangen. Daarom is het passend voor ons om Hasjem te vragen om ons ook daarin te<br />

helpen, om het aangenaam te maken in onze mond - in het bijzondere van elk individu, in de<br />

wens van één mens - en in de mond van Jouw volk het huis van Jisraël in het algemene aspect<br />

of alle wensen van het huis van Jisraël, boven de chaze in één mens.<br />

Alleen Hasjem kan ons helpen om smaak te krijgen in die woorden van de Thora.<br />

Hoe krijgen wij deze smaak? Wij gaan geven aan Hasjem en ontvangen omwille van het<br />

geven; daar vragen wij Hasjem om: laat ons de woorden van Jouw Thora ontvangen maar dan<br />

omwille van het geven, want dat kunnen wij zelf niet.)<br />

zodat wij en onze nakomelingen en de nakomelingen van jouw volk het huis van Jisraël<br />

allemaal zijn wij kenners van jouw naam en leren (letterlijk: lerende) jouw Thora<br />

(lisjma),<br />

(Het staat tussen haakjes. In de andere, Oosterse, <strong>Siddoer</strong>iem daar staat het voluit in vet. Hier<br />

doen ze het tussen haakjes. Natuurlijk moet het zo zijn zoals die <strong>Siddoer</strong>iem van Oosterse<br />

75


origine die het zonder haakjes plaatsen. De Nederlandse siddoer doet het hier tussen haakjes:<br />

het is optioneel. Het lijkt optioneel, de ene kan het wel uitspreken... Het lijkt niet zo<br />

belangrijk lisjma. Het staat tussen haakjes, zo van het is een variant, misschien wil/kan<br />

iemand dat wel lisjma doen, maar het is en blijft optioneel. Terwijl het absoluut noodzakelijk<br />

is anders hebben wij er niets aan, kunnen de woorden van Thora -van Hasjem - ons niet<br />

aangenaam worden. Duidelijk? Lisjma is absoluut noodzakelijk. Zelfs de kindertjes moet<br />

geleerd worden om intentie te maken lisjma. Direct, of ze het begrijpen of niet. Zij zeggen dat<br />

kinderen het niet begrijpen, maar dat doet er niet toe. Je hoeft niet te begrijpen. De mitswa is:<br />

la-asok b'diwree Thora, zich bezig te houden met de woorden van Thora, lisjam. Of ik kan,<br />

wil of... Wij willen niets, niet eens lo lisjma willen wij doen. Lisjma doen betekent zonder<br />

bijbedoeling. Hij vertaalt lisjma als: zonder bijbedoeling. Terwijl het bevestigend staat:<br />

lisjma, voor de Naam en niet alleen zonder bijbedoeling. De houding is wel dat het zonder<br />

bijbedoeling is, maar lisjma is bevestigend, t.b.v. Hasjem, voor de Naam, voor Hasjem.<br />

Hoe kunnen wij ons voor Hasjem bezighouden met de Thora? Alleen door onze ma'n omhoog<br />

te brengen, alle pijltjes van onze energieën omhoog laten kijken dat is lisjma. als al mijn<br />

pijltjes omhoog kijken betekent het dat ik niets wil ontvangen, dat betekent automatisch<br />

zonder bijbedoeling, dan doe ik het voor de Naam, voor Hasjem. Lisjma is voor Hasjem.<br />

Sjem is malchoet. Lisjma: voor Hasjem, voor malchoet.<br />

Kijk nou naar de woorden die hij gebruikt in r.5: tse'etsa-eenoe, nakomelingen en tse'etsa-ee<br />

dat is allemaal hetzelfde en heeft een dubbele wortel - in het Nederlands zegt men dubbele<br />

stam. Een speciaal woord wat erg zelden wordt gebruikt. Kijk nou waaruit het opgemaakt is:<br />

tse en tse, tsadi alef en tsadi alef. Tse betekent ga uit. In dit geval hebben we twee maal<br />

uitgaan/uitkomen. Ook hier zegt hij anachnoe/wij en onze nakomelingen, dat is in het<br />

bijzondere aspect en tse'etsa-ee amcha bet Jisraël is het algemene aspect. Daarna komen de<br />

nakomelingen van Jouw volk het huis van Jisraël.<br />

Ook hier kunnen wij dat zien als individuen en het gehele volk Jisraël in het algemene aspect<br />

of binnen één mens. Koelanoe jodee sjmecha, allemaal zijn wij kenners van Jouw naam, zij<br />

die leren kennen Jouw naam en lerende van Jouw Thora. Lerende van Jouw Thora.)<br />

Baroeg ata adonaj hamlamed torah l'amo jisraël’.<br />

Gezegend ben jij Hawajah die onderwijst Thora aan zijn volk Jisraël.<br />

(Volk Jisraël dat is in de mens. Wij leren alles in één mens, dus het volk Jisraël zijn de<br />

wensen boven de chaze. Wat zijn dat voor keliem boven de chaze? Dat zijn keliem van<br />

Hasjem, keliem van het geven. Wij zijn keliem van het ontvangen, onze persoo<strong>nl</strong>ijke en<br />

boven de chaze zijn de keliem van Hasjem, ook bij ons. Hasjem onderwijst de Thora Zijn<br />

volk Jisraël. Zijn volk, dat zijn de wensen - als we dat in één mens nemen - boven de chaze,<br />

de wensen die zich ook in de mens bevinden in het domein/de keliem van Hasjem. Het zijn<br />

natuurlijk onze keliem, maar keliem van het geven, lichtere keliem, keliem van Hasjem. We<br />

zien wel dat alleen Hasjem de onderwijzer is van de Thora aan Zijn volk. Duidelijk? Niet<br />

iemand anders, een rabbijn of een andere leraar, maar alleen Hasjem. Een ander - op welk<br />

niveau dan ook, die moet hier een goed lesje leren: Jisraël heeft geen andere leraar dan HKBH<br />

zelf.<br />

Hier wordt gezegd Hawajah en niet Hawajah Elokeenoe, er wordt alleen Zijn naam van<br />

JKWK genoemd, Zijn barmhartige naam. Door Zijn eigenschap van barmhartigheid<br />

76


onderwijst Hij de Thora Zijn volk Jisraël. Ook hier moeten wij leren - ook die leraar is of wil<br />

zijn - het voorbeeld van Hasjem. In deze zegening zien wij alleen Hawajah. Zie je dat,<br />

bovenaan in regel 1: Baroeg ata adonaj elokeenoe, Hawajah onze Elokiem, een hele reeks van<br />

zijn attributen/eigenschappen. Elokeenoe betekent ook onze Elokiem die Zijn<br />

dien/gestrengheid in de wereld manifesteert. Daar zeggen wij ook Hawajah Elokeenoe, die<br />

liefdevol is en tegelijkertijd strenge meester is. Wij zegenen Hem voor beide. Wij willen hem<br />

liefhebben voor beide: wanneer het ons goed gaat en wanneer het ons slecht gaat. Maar hier<br />

staat over Zijn leraarschap alleen Hawajah, alleen maar in genade. Door Zijn barmhartigheid<br />

leert Hij ons Zijn Thora. D.w.z. dat ook wij wanneer wij Thora leren en zelfs wanneer wij<br />

zwoegen in de Thora, wij dat moeten doen met dezelfde barmhartigheid maar dat ook met<br />

vreugde doen.<br />

Hasjem onthult ons Zijn woorden, de woorden van Thora, in barmhartigheid. Daarom moeten<br />

ook wij ons barmhartig instellen. In hoeverre het ons lukt natuurlijk. Hoe kunnen we weten of<br />

het ons lukt of niet? Van ons wordt alleen maar één ding gevraagd: alle pijltjes van onze<br />

energieën - nog een keer, het kan niet vaak genoeg herhaald worden - omhoog te krijgen. Aan<br />

iedereen die Kabbala doet is het al duidelijk. Hoe kan je iemand dan dit of dat vertellen? Richt<br />

alle pijltjes van jouw energieën omhoog...dat kunnen zij wel doen. Wanneer Ajax of het<br />

Nederlands elftal wint dan staan ze op het Museumplein of zo en zingen zij We are the<br />

champions. Kijken naar hun gezichten: inderdaad voel je wel dat al hun energieën omhoog<br />

kijken, omhoog naar de troon van wereldkampioenen of Europese kampioenen van<br />

voetballen. Je ziet dan dat zij wel de pijltjes omhoog kunnen brengen, eige<strong>nl</strong>ijk om niets. Om<br />

pijltjes omhoog te brengen om Iets, om Degene die eeuwig leeft, Die altijd Kampioen is dag<br />

in dag uit, dat is iets wat men moet leren. Dat is wat wij steeds - dag in dag uit - leren in de<br />

Kabbala.)<br />

r.8)<br />

Baroeg ata adonaj eloheenoe melech ha-olam asjer bachar-banoe mikol ha-amiem<br />

w'natan lanoe et-torato, baroeg ata adonaj noten hatorah.<br />

Gezegend ben Jij Hawajah onze Elokiem Koning van de wereld die in ons een keuze<br />

heeft gemaakt van alle volkeren en gaf ons de Torah, gezegend ben Jij Hawajah de<br />

Gever van de Torah.<br />

(Wat wordt hier gezegd? Er staat niet: Die ons heeft gekozen. Er staat bachar banoe, in ons<br />

een keuze heeft gemaakt, in ons. Binnen onszelf heeft hij ons uitverkoren/uitgekozen van alle<br />

volkeren. Zie je dat? Kijk nou goed: bachar banoe, in onszelf, want in onszelf hebben wij volk<br />

Jisraël - de plaats van boven de chaze - en alle volkeren, want wij hebben ook nog 70<br />

volkeren onder de chaze - wij noemen dat het lichaam van een partsoef. 70 Volkeren heeft Hij<br />

geen Thora gegeven, maar Hij heeft Zijn Thora aan ons gegeven, aan Jisraël. Waarom? De<br />

keliem van het geven ontvingen ook de Thora met de woorden van het geven. Duidelijk? En<br />

niet alleen kijken naar het volk Jisraël in het algemene aspect en alle andere volkeren van<br />

77


deze wereld, want al deze woorden van Thora behoren ook aan hen. Alleen aan Jisraël in de<br />

mens wordt de Thora gegeven in overeenkomst naar eigenschappen.<br />

‘Gezegend ben Jij Hasjem Gever van de Thora’.<br />

Zie je, dat is Hasjem: Hij heeft ons de Thora gegeven en met de Thora heeft Hij ons de weg<br />

gegeven naar het geven. Door de woorden van Thora leren wij geven. Er is geen andere<br />

manier om geven aan te leren dan door Zijn Thora, want het licht van de Thora brengt de<br />

mens tot het geven.<br />

78


Les 15<br />

Pag. 9 van Dasberg r.11 (8e druk. 4e druk: blz.5 r.1)<br />

J'warech'cha adonaj w'jisjmerecha. Ja-er adonaj panaw elecha wichoenekka. Jisa<br />

adonaj panaw elecha w'jasem l'cha sjalom.<br />

(De <strong>Siddoer</strong> geeft ons hier de woorden uit de Thora van zegening van de priesters. Eige<strong>nl</strong>ijk<br />

de kwintessence van de zegening van de priesters. Dat was in de Tempel. Tot nu toe gebeurt<br />

dat nog in de synagoge. In de regel op feestdagen, op speciale dagen, degenen die menen dat<br />

zij kohaniem zijn, afstammelingen van Aaron de hogepriester, komen op het 'podium' voor<br />

aan, keren hun gezicht...wenden zich tot het publiek in de synagoge. Zij doen daarbij allerlei<br />

handelingen, levieten wassen hun handen zoals het in de Tempel was, zij gooien de<br />

gebedsmantels over hun schouders, doen hun handen op een speciale manier uit elkaar...<br />

Allemaal met handen en voeten, mechanisch, zoals dat gebruikelijk was in de Tempel en<br />

daarna werd het keurig voorgeschreven door de rabbijnen.<br />

Natuurlijk is dat het zinnebeeld van de ware zegening die alleen maar van boven, van Hasjem<br />

afkomt. Aangezien het volk nog niet ontwikkeld was - het ik-tijdperk was nog niet<br />

aangebroken. Het laatste-, ik-tijdperk was gekomen met Jesjoea, moest iemand anders het<br />

voor hen doen, wij Joden, het wij-tijdperk. Zij behoorden tot een groepsgeest. Alles moest<br />

zich geleidelijk aan ontwikkelen. In die tijd was het een groepsgeest. Mosje wist in zijn<br />

wijsheid - en hij kreeg het ook van Hasjem te horen, dat het voorlopig op die manier moest<br />

gebeuren, alleen via de lijn van Aaron. De nakomelingen van Aaron moeten zinnebeeldig al<br />

die handelingen doen, al die woorden uitspreken tot de tijd zal komen, de mens zijn ziel rijp<br />

zal worden dat hij niemand meer nodig zal hebben, niet één of andere lummel die zich<br />

nakomeling van Aaron waant. Welke zegening kan een mens jou geven? Hij is net zo blind<br />

als jij, of hij van Aaron komt of van wie dan ook, het is en blijft een zwarte doos. Wat kunnen<br />

zij aantrekken naar jou toe? Maar toen de mens nog als groepsgeest was - in de tijd voor<br />

Jesjoea en natuurlijk ook nog in de tijd daarna. Die Jesjoea niet heeft aangenomen blijft in<br />

groepsgeest en dan hebben zij iemand nodig die voor hem zegening aantrekt. Het is allemaal<br />

zinnebeeldig, een mantel van wat waarheid zou kunnen zijn. Verborgen, bekleding op<br />

bekleding van de waarheid en er komt bitter weinig uit ondanks het feit dat zij de ware<br />

woorden uitspreken.<br />

Duidelijk? Wie waren dat? Levieten en kohaniem. De kohaniem waren de afstammelingen...<br />

vertegenwoordigen chessed, waren het zinnebeeld van de kracht van chessed van de z'a<br />

oftewel de rechterlijn. Levieten vertegenwoordigen de linkerlijn, die moeten de krachten<br />

uitbeelden van gwoerot. Twee lijnen, rechts en links en לארשי Jisraël de derde, middelste lijn.<br />

Hoor wat ik zeg: Door hun werk moest לארשי Jisraël de middelste lijn ontvangen. Beiden<br />

moesten hard werken. De kohaniem werkten keihard in de Tempel met al die<br />

dierenofferandes...Het is verschrikkelijk, nu in onze ogen, al dat diere<strong>nl</strong>eed dat absoluut<br />

onnodig is. We kunnen niet zeggen dat het toen onnodig was, maar nu is het onnodig. Nu<br />

kunnen we het zien vanuit het perspectief van ik, vanuit het perspectief van iemand die<br />

individueel geestelijk werk doet. De zielen zijn nu al rijp in deze tijd dat we dat zo kunnen<br />

zeggen, maar in principe was het alleen het zinnebeeld van het geestelijk werk. Er was geen<br />

79


geestelijk werk. Zij wisten natuurlijk wel erg goed wat zij deden, die kohaniem/priesters en<br />

levieten, maar het was allemaal met handen en voeten.<br />

Deze zegening is een voortreffelijke zegening, alleen begrijpt dit volk in zijn blindheid geen<br />

woord van wat er staat, weten niet de kracht van deze woorden, van deze zegening van de<br />

kohaniem. Ik zou zeggen dat het een sublieme en verheven zegening is, één van de hoogste<br />

zegening als het niet de hoogste zegening is die in geschreven vorm opgemaakt was.<br />

Waarom zeg ik het zo: één van de hoogste? De hoogste is uiteraard de zegening die wij<br />

aantrekken van Jesjoea. Duidelijk? Let goed op wat ik probeer te zeggen. Elk woord...<br />

ondanks het feit dat ik stotter, want ik moet het overbrengen naar jou op de manier dat het<br />

bruikbaar is, dat het helpt en dan komt het op deze manier over. Kijk nou waar vandaan werd<br />

het aantrokken? De hogepriester in de Tempel heeft het aangetrokken van wie? Van de sfira<br />

chessed van z'a. En wat is Jesjoea? Jesjoea is immens hoger. Jesjoea in zijn afdalen naar onze<br />

wereld is kether van z'a. Duidelijk? Een zegening ontvangen door de verbondenheid met<br />

Jesjoea is immens hoger dan alle zegeningen die aangetrokken werden door de kohaniem, de<br />

hogepriesters in alle Tempels in alle tijden.<br />

Hebben wij dan deze kohaniem nu nodig? Absoluut niet. Duidelijk? Het is het zinnebeeld dat<br />

overgebleven was omdat dit volk zich nog steeds alleen maar houdt aan het verbond naar<br />

vlees. Het verbond naar geest hadden zij niet aangenomen, daarom blijven zij dingen zo<br />

herhalen die hen geen millimeter dichter bij de Schepper brengen oftewel het helpt hen<br />

helemaal niet.<br />

Kan jij je voorstellen dat zij zoiets doen? Hoeveel energieën, krachten, gaan verloren door al<br />

die uren elke dag van al die gebeden die allemaal niet helpen. Duidelijk? Je kan mij dan<br />

zeggen: waarom leren wij dan <strong>Siddoer</strong>?<br />

We leren niet <strong>Siddoer</strong> zelf. We leren elementen van de <strong>Siddoer</strong> om de manier te begrijpen<br />

waarom ma'n omhoog gaat, in de taal van de <strong>Siddoer</strong> oftewel in de taal van de Thora - het is<br />

de taal van de TaNaCh. Dat is wat wij leren. We gaan alleen maar een stuk leren uit de<br />

<strong>Siddoer</strong>. Jullie zullen straks zien dat ik ook ga overschakelen naar andere dingen. We gaan<br />

niet alles doen, maar alleen wat nodig is, wat het proces illustreert van het opstijgen van ma'n.<br />

Dat is wat wij hier leren door dit studie onderdeel dat additioneel is, alleen als illustratie.<br />

Natuurlijk helpt het ook wat wij doen, maar G'd verhoede niet dat ik jullie aanzet om de<br />

<strong>Siddoer</strong> te leren om zelf te gaan bidden op deze manier, die woorden uit te spreken enz. Ik<br />

doe het allang niet meer. Het is voor mij niet meer nodig. Het is een zinnebeeldige - en ook<br />

beeldige - manier om zich met het gebed bezig te houden, maar het helpt voor geen<br />

millimeter. Onthoud dat erg goed. Wij leren hier ook de structuur van Ets chajiem<br />

uitgedrukt/weergegeven in de taal van gebed zoals het opgesteld was door de Grote<br />

Vergadering in Jisraël. Natuurlijk dat al die hogere wetmatigheden hier aanwezig zijn.<br />

Wat ik nog wil toevoegen, waarom wij het leren: wat kracht geeft aan deze studie van de<br />

<strong>Siddoer</strong> is dat wij in de <strong>Siddoer</strong> uitkijken naar verwijzingen naar Jesjoea, want alleen dat<br />

helpt. Wij leven in het tijdsperk van persoo<strong>nl</strong>ijke individuele verlossing en wij kijken uit naar<br />

e individuele verlossing i.p.v. verwachtingen van groepsgeest, van wij Joden. Precies<br />

hetzelfde geldt voor wij Christenen, wij Hindoes... Precies hetzelfde. Alle gebed van een<br />

groepsgeest is weerzinwekkend voor אוה ךורב שודקה HaKadosj baroeg Hoe, de Heilige<br />

gezegend is Hij. Hij luistert en geniet alleen van een gebed van een individu die zijn hart naar<br />

Hem openmaakt en oprechte ma'n omhoog brengt. Alleen dat geldt voor Hasjem. Daardoor<br />

ontstaat de verbondenheid tussen Hasjem en de mens en niet door al die gebouwtjes,<br />

80


instellingen, waar zij bij elkaar komen al die groepsgeest-gerichte mensen die proberen daar<br />

samen iets te doen. Dat is walgelijk in de ogen van Hasjem. Ik weet wat ik zeg.<br />

Hasjem verhoort alleen maar het individuele hart van de mens, dat is het enige verband tussen<br />

een mens en de Schepper, het eeuwige leven, de Maker van de wereld. Daarom zoeken wij<br />

hier de verbondenheid, de verwijzingen naar עושי Jesjoea en dat is ook voor ons één van onze<br />

cruciaalste momenten in onze studie. Wij willen zien waar de kracht van עושי<br />

Jesjoea zit,<br />

want natuurlijk voordat alle gebeden tot stand waren gekomen was de kracht van עושיJesjoea<br />

er al. עושי Jesjoea was in potentie nog vóór de Grote Vergadering die de <strong>Siddoer</strong> hebben<br />

opgemaakt en na de Grote Vergadering. Duidelijk? En tot nu toe is de kracht van Jesjoea niet<br />

minder, alleen maar toegenomen in de wereld en neemt steeds toe naar kracht naarmate de<br />

dagen van de Masjiach naderen.<br />

Het was nodig om voordat ik begin met deze grote zegening te vertalen deze een beetje toe te<br />

lichten.)<br />

: ךרמשיו יי ךכרבי<br />

J'warech'cha adonaj w'jisjmerecha.<br />

Hawajah zal jou zegenen en zal waken over jou. (Dit is één zin, dat is één afgemaakte<br />

handeling.)<br />

: ךנחיו ךילא וינפ יי ראי<br />

Ja-er adonaj panaw elecha wichoenekka.<br />

Hawajah zal Zijn gezicht schijnen aan jou en zal jou genade geven.<br />

: םולש ךל םשיו ךילא וינפ יי אשי<br />

Jisa adonaj panaw elecha w'jasem l'cha sjalom.<br />

Hasjem zal Zijn gezicht naar jou optrekken en zal jou sjalom plaatsen.<br />

(We zien helder drie handelingen. Drie handelingen bestaande uit twee elementen.<br />

Let op, het is nog nooit onthuld aan de wereld wat ik nu aan jullie probeer in de meest<br />

eenvoudige, mijn armoedige bewoordingen probeer weer te geven, de essentie wat het<br />

allemaal betekent. Jisraël kent het niet wat ik zeg. Tot nu toe, 3700 jaar of meer, zeggen zij<br />

gewoon boe boe boe, elke dag die woorden. Op de feestdagen zeggen die priesters dat, maar<br />

zij begrijpen het niet. Het is net als apen, die na-apen wat er allemaal staat. Het helpt voor<br />

geen millimeter terwijl er donderende kracht uitkomt, uit wat het allemaal betekent.<br />

r.11) : ךרמשיו יי ךכרבי J'warech'cha Hasjem w'jisjmerecha.<br />

De eerste handeling bestaat uit twee. De eerste handeling, het gaat erom dat de priesters, die<br />

moesten zegening uitspreken over het volk. Wat betekent dat? Het volk is לארשי Jisraël en<br />

natuurlijk is alles in één mens. Wat is überhaupt zegening? Zegening is wanneer wij de<br />

rechterlijn opbouwen, de linkerlijn opbouwen en daarna de middelste lijn. Eige<strong>nl</strong>ijk het<br />

verkrijgen van םולש sjalom in de middelste lijn, dat is de hoogste zegening die de mens<br />

ontvangt, het verlost worden van de kliepot. De volgende dag, steeds weer... Niets verdwijnt<br />

in het geestelijke, vandaag zijn wij tijdelijk verlost van de kliepot. Deze kracht van de<br />

verlossing die wij al hebben geïncasseerd blijft in ons werken. Dat betekent dat als ik de<br />

volgende dag deze zegening uitspreek dat natuurlijk ook diepere verlossing, noch krachtiger<br />

overwinning op de kliepot zal plaatsvinden. Duidelijk? Recht, links en het midden.<br />

En kijk nou naar het wonder van deze zegening. De eerste is de rechterlijn. De priester,<br />

binnen de mens dat is de mens zelf, de plaats in de mens zelf die zich richt vanuit de chessed.<br />

Vanuit zijn toestand tijdens zijn gebed richt hij zich vanaf zijn chessed - dus boven de chaze -<br />

naar de chessed van z'a. Op een afstand, als or makief, ontvangt hij deze zegening. En<br />

natuurlijk dat de ene het via een langere afstand ontvangt, die heeft een langere afstand tussen<br />

81


zijn particuliere chessed op het moment van het gebed en de chessed van z'a. En de andere die<br />

heeft meer kracht, meer verlossende krachten al geïncasseerd enz.<br />

En nu goed kijken, het eerste vers is de correctie van de rechterlijn bestaande uit twee: יי ךכרבי<br />

j'warech'cha Hasjem, Hawajah zal jou zegenen - dat is de rechterlijn van de rechterlijn. In de<br />

rechterlijn moeten wij twee lijnen bij elkaar brengen. In de rechterlijn moeten we ook rechts<br />

en links hebben, rechts en links van de rechterlijn. We moeten rechts hebben, dat is dan<br />

chessed/chassadiem en links gwoerot. Rechterlijn en linkerlijn en beide onder de paraplu van<br />

de rechterlijn, de rechterlijn domineert. ךכרבי J'warech'cha is rechterlijn, chessed wordt<br />

aangetrokken in de rechterlijn.<br />

ךרמשיו W'jisjmerecha, Hij zal waken over jou. Waken komt van gwoera. Waken in de<br />

rechterlijn zodat je gwoera niet aantrekt via de linkerlijn naar onder de chaze.<br />

Dan hebben we de rechterlijn gecorrigeerd door deze zegening; de rechterlijn van jouw<br />

partsoef, tijdens jouw gebed.<br />

: ךנחיו ךילא וינפ יי ראי Ja-er Hasjem panaw elecha wichoenekka.<br />

Hawajah zal Zijn gezicht naar jou doen stralen. Wat betekent dat? ךנחיו Wichoenekka... Hier<br />

is het omgekeerd omdat hier eerst links staat en daarna rechts. ךנחיו Wichoenekka, jou<br />

genadig zal zijn is rechterlijn binnen de linkerlijn. We zitten in de linkerlijn en die bestaat uit<br />

zijn eigen sublijnen rechts en links. Deze bijzondere rechterlijn hier in de linkerlijn is ךנחיו<br />

wichoenekka, en zal jou genadig zijn, door de chessed. In de linkerlijn moet ook chessed<br />

aangesloten worden.<br />

: ךנחיו ךילא וינפ יי ראי Ja-er Hasjem panaw elecha, Hasjem zal Zijn gezicht naar jou stralen, dat<br />

is de linkerlijn van de linkerlijn. Gezicht stralen dat is licht chochma. Daarmee hebben we<br />

ook de linkerlijn gecorrigeerd in deze zegening van de kohaniem/priesters.<br />

De volgende is de middelste lijn:<br />

ךילא וינפ יי אשי Jisa Hasjem panaw elecha<br />

Het woord אשי jisa is geweldig. Normaal zouden we denken van boven naar beneden, maar<br />

hier staat: ךילא וינפ יי אשי jisa Hasjem panaw elecha, Hasjem zal Zijn gezicht omhoog doen bij<br />

jou. Wat betekent dat? Dat is de linkerlijn in de middelste lijn. Wat hebben wij in de<br />

middelste lijn? De linker betekent chochma. Waar kijkt de chochma naartoe? Kijk goed, het is<br />

nooit eerder aan de mensheid vertelt wat ik jullie vertel. Probeer het meerdere malen door te<br />

nemen. We hebben veel geleerd in de Zohar van het principe van de middelste lijn. Kijk nou:<br />

Hasjem zal Zijn gezicht, chochma, bij jou doen omhoog brengen/optrekken. Wat betekent<br />

dat? De hele bedoeling van de middelste lijn is om wat de linkerlijn betreft, de chochma, niet<br />

de ga'r van de chochma naar beneden naar onder de chaze door te trekken, maar de wa'k en<br />

dat betekent dat de chochma omhoog kijkt.<br />

Dat is wat hier gezegd wordt. Zonder kabbala is het onmogelijk iets te begrijpen wat hier<br />

staat. Daarom staat er אשי jisa, Hasjem zal Zijn gezicht omhoog keren voor jou. Dat is de<br />

linkerlijn van de middelste lijn.<br />

םולש ךל םשיו W'jasem l'cha sjalom, en Hij zal jou םולש sjalom plaatsen. Hasjem plaatst םולש<br />

sjalom in de mens. םולש Sjalom is in de middelste lijn jessod, daar komt םולש sjalom van<br />

Hasjem binnen. םולש Sjalom is de rechterlijn van de linkerlijn. De middelste lijn heeft ook<br />

iets van de rechterlijn en iets van de linkerlijn. We hebben altijd gezegd dat het jessod is en<br />

natuurlijk is het zo, jessod is de middelste lijn, maar in de middelste lijn hebben we ook rechts<br />

en links. Nu weten we dat םולשsjalom in de middelste lijn ligt, in de jessod, maar leunt wel<br />

aan de rechtervleugel oftewel aan de rechterkant, aan de chassadiem.<br />

82


Een beetje duidelijk? Nogmaals, probeer het goed te bekijken. Zie je, in de kabbala kunnen<br />

we terug zien het geheim van de correctie wat eige<strong>nl</strong>ijk de hoge zegening betekent, hoe dat<br />

werkt, door de correctie van drie lijnen.<br />

De bedoeling met deze zegening was, is, om zichzelf te corrigeren, je hele partsoef te<br />

corrigeren in alle drie lijnen. Natuurlijk is deze zegening niet alles, alleen is deze zegening het<br />

aantrekken van deze krachten in de toekomst. Zie je, de toekomstige tijd: ךכרבי j'warech'cha.<br />

Het is niet dat het al klaar is, het is nu alleen als or makief/omringend licht. We moeten nog<br />

verder totdat wij de Amida, het hele staandgebed uitspreken/zeggen en daarna komt nog iets,<br />

het vallen op zijn gezicht zo hebben we geleerd is een hele cyclus. Daarom zien wij hier al die<br />

werkwoorden in de toekomstige tijd: ךכרבי j'warech'cha, Hasjem zal jou zegenen, Hasjem zal<br />

waken over jou. Allemaal voorafgaand met de letter joed die een soort prefix is om aan te<br />

duiden dat het toekomstige tijd is, 3e pers. enkelvoud.<br />

Duidelijk hoe dat in elkaar zit? We hebben dan a.h.w. al onze connectie met die hoge chessed,<br />

dus de chessed van de z'a hebben we daardoor al ontvangen en daardoor komt al een straling,<br />

een vorm van het schijnen daarvan op afstand als or makief op ons af.<br />

Probeer deze zegening te leren. Probeer goed door te hebben wat hier staat, want hier staat<br />

eige<strong>nl</strong>ijk de cruciaalste zegening die er is. Natuurlijk dat we ook hier de naam עושי Jesjoea<br />

terug kunnen vinden, hier aan het einde van deze zegening het woord םולש sjalom heeft de<br />

gematria 376, dat is 10 minder dan de naam עושי Jesjoea. +10 Sfirot van עושי Jesjoea die jij<br />

als mens zelf moet doorlopen. םולש Sjalom heb jij van עושי Jesjoea, maar te komen naar םולש<br />

sjalom moet je zelf al deze 10 sfirot corrigeren a.h.w. doorlopen naar עושיJesjoea, jezelf<br />

zuiveren, doorlopen vanaf de malchoet naar de kether - dat zijn 10 sfirot - en dan verkrijg je<br />

vanuit עושי Jesjoea, door de verbondenheid met עושי Jesjoea םולש sjalom.)<br />

83


Les 16<br />

Deze les wordt de laatste les van de i<strong>nl</strong>eiding tot <strong>Siddoer</strong>.<br />

Zoals ik al eerder had gezegd, zoals ik zelf van plan was, was ik van gedachte om <strong>Siddoer</strong> te<br />

behandelen tot het staandgebed Amida. Maar zoals in al onze studie is het niet ik die verkies,<br />

die plannetjes maak, maar zoals ik het ervaar - wat ik ook leer, direct of indirect, van mijn<br />

grote leraar Ari. En zoals hij mij aanzet om iets te doen, zo komt er een einde van een bepaald<br />

onderwerp wat ik behandel. Dat is dan het einde van het leren van <strong>Siddoer</strong>.<br />

Het hoofdprincipe van onze studie is dat we alleen die onderwerpen leren die ons kunnen<br />

helpen. De i<strong>nl</strong>eidende studie van <strong>Siddoer</strong> hebben wij niet gekozen omdat het helpt. Het helpt<br />

niet. Het enige wat ons ertoe heeft gebracht om het even onder ogen te nemen is om te kijken<br />

naar de taal van de <strong>Siddoer</strong>. Even een kijkje te nemen om het te verbinden met de taal van<br />

Kabbala a.h.w. als een ondergeschikte studie aan Prie Ets Chajiem.<br />

Duidelijk? Prie Ets Chajiem is een studieonderdeel dat ons helpt. Het is de taal van Ari, de<br />

taal van het gebed in de taal van Kabbala. Alleen dat helpt ons die eige<strong>nl</strong>ijk leven aan de<br />

vooravond van de komst van de Masjiach.<br />

Let goed op wat ik probeer te zeggen. Míjn bedoeling was wel om door te gaan met de<br />

<strong>Siddoer</strong>, maar het blijkt nu dat het genoeg is. Ik heb een introductie gegeven en verder is het<br />

niet meer nodig. We zetten er een punt achter zodat ieder van ons niet meer inzage hoeft te<br />

doen in de <strong>Siddoer</strong> die aan het volk Jisraël werd gegeven alleen maar tot de komst van<br />

Jesjoea. Duidelijk?<br />

Let goed op. Anticiperend op de vernietiging van beide Tempels hadden... Probeer elk<br />

woord... Ik probeer uit mijn woorden te komen. Ik hoop dat het mij wel zal lukken. Mijn<br />

gestoter...probeer te horen wat ik zeg zo in mijn armoedige bewoordingen.<br />

De leden van de Grote Vergadering hadden de <strong>Siddoer</strong> opgesteld nog anticiperend op de<br />

vernietiging van de twee Tempels, de Tempels die door de mens van steen en bloed<br />

opgebouwd werden. De tempels zijn ook van steen, goud en andere dingen. Materiële tempel<br />

die niet van haKadosj baroeg Hoe was, die symboliseerde krachten van respectievelijk de<br />

eerste tempel: aw'i, en de tweede: jissoe't.<br />

De ware tempel is de tempel in het hart van de mens, dat is de derde tempel en die is eige<strong>nl</strong>ijk<br />

al gekomen. De eerste tekenen zijn al gekomen al vanaf de komst van Jesjoea. De<br />

tempeldienst moest dus vervangen worden door de dienst van de lippen en hart. Dat was het<br />

idee -natuurlijk geïnspireerd van boven - dat de leden van de Grote Vergadering dreef om de<br />

<strong>Siddoer</strong> voor elk mens, elk Jisraël in de mens en ook in het algemene aspect voor het hele<br />

Jisraël op te stellen. Want de tempeldienst zoals die in de materiële werkelijkheid verricht<br />

werd door Jisraël was alleen maar aan tijd gebonden totdat de zielen rijp zouden zijn om uit<br />

hun eigen hart ma'n omhoog te brengen, in hun eigen harten het altaar voor Hasjem op te<br />

bouwen en dienst aan Hasjem te doen d.w.z. de mens die uit vier naturen bestaat moet elke<br />

dag offers brengen vanuit zijn vier naturen. Vanuit zijn lichamelijke natuur moet hij zijn<br />

vlees, zijn dierlijk element opofferen, dat zijn de stukken vlees van stieren enz. waar de Thora<br />

over spreekt. De Thora spreekt geen woord over stieren, over duiven die gebracht werden van<br />

vlees en bloed zelf. Dus niet de dieren die in de natuur lopen.<br />

Let op wat ik probeer te zeggen: elk woord in de Thora is de naam van Hasjem, de krachten<br />

van Hasjem die ook terug te vinden zijn in de mens zelf. Duidelijk? Hasjem had, heeft en zal<br />

84


niet iets nodig hebben wat van buiten de mens is. Hoe kan een mens in G'ds naam een dier<br />

aan Hasjem brengen? Een dier is van Hasjem is niet van de mens. Het is iets dat van buiten de<br />

mens is. Maar de Thora spreekt in de taal van de mens en daarom, op deze manier met handen<br />

en voeten, moesten zij godsdienst doen buiten hun eigen harten en op deze manier konden zij<br />

spijt hebben van zonde die zij begingen. Zij gingen dan naar de tempel, gingen zij met een<br />

lammetje, een stier, twee duifjes, een beetje meel, broodjes... om die daar op te offeren.<br />

Natuurlijk doet het pijn om iets uit zichzelf te geven, je eigen lammetjes onder bloed te zien<br />

enz. Op deze manier moesten zij rijp worden om uiteindelijk na de komst van de zoon van<br />

Hasjem, het hoogste offer dat Hasjem zelf heeft gebracht omwille van de mens... Vanaf dat<br />

moment zou het niet meer nodig zijn...het was het i<strong>nl</strong>eiden van het tijdperk van de rijpe mens,<br />

de geestelijke rijpheid waarbij de mens offers moest brengen alleen uit zijn eigen systeem, uit<br />

al zijn vier naturen. We kunnen dat in de volgorde zetten zoals wij dat geleerd hebben: uit zijn<br />

stenen/leve<strong>nl</strong>oze natuur, uit zijn vegetatieve natuur, uit zijn dierlijke natuur en uit zijn mens.<br />

Of in andere opstelling zoals we dat geleerd hebben: lichamelijk, emotionele, psychische en<br />

geestelijke naturen binnen de mens.<br />

Duidelijk? Dat is eige<strong>nl</strong>ijk het ontwikkelingsproces van het zoeken en leggen van contact<br />

tussen een lagere en een hogere, tussen de mens en zijn Maker. De mens, de wens om te<br />

ontvangen voor zichzelf, en Hasjem, de Bron van het Eeuwig leven. En daarvoor werd - let op<br />

wat ik probeer te zeggen - als tussenschakel tussen die twee, binnen het verbond naar vlees<br />

de <strong>Siddoer</strong> opgemaakt. Vanaf het i<strong>nl</strong>uiden van het verbond naar geest was het niet meer nodig<br />

de geordende <strong>Siddoer</strong> zoals de leden van de Grote Vergadering hem hebben opgesteld. Het is<br />

absoluut in tact.<br />

Let goed op wat ik probeer te zeggen, het is niet dat ik zeg: kijk nou, het is afgeschaft. De<br />

<strong>Siddoer</strong> is volledig opgemaakt naar de manier waarop de mens van binnen door zijn verbond<br />

naar geest ma'n omhoog brengt en in relatie komt met Hasjem ontvangt ma'd, ontvangt<br />

zegening. Alles wat in de <strong>Siddoer</strong> staat kan de mens doen zonder <strong>Siddoer</strong>. Het is niet meer<br />

nodig om al die woorden te gebruiken als die mens van binnen zijn keliem in<br />

overeenstemming brengt met de wetmatigheden van de hogere. Duidelijk? Absoluut niet<br />

nodig.<br />

Het wil niet zeggen dat het niet meer geldig is. Het is geldig in de zin - let op wat ik probeer<br />

te zeggen - dat het helemaal koosjer is opgebouwd, alleen is het naar het verbond naar vlees.<br />

Het is daarom niet meer nodig, na de komst in deze wereld van Jesjoea.<br />

Alles waar het om draait in de <strong>Siddoer</strong> is het brengen van offers, zowel als in het begin van de<br />

<strong>Siddoer</strong>, het voorlezen/opnoemen van verzen van de Thora over die tempeldienst, over de<br />

offerdienst als het verdere gebed dat ook een offerdienst is. Sjma Jisraël, Baroeg sje'amar,<br />

Amida enz. is eige<strong>nl</strong>ijk allemaal offerdienst wat een mens doet om in contact te komen met de<br />

wetmatigheden buiten de placenta van het heelal, met het eeuwige leven in verschillende<br />

gradaties waarbij de mens het schijnen van mochin ontvangt uit die of andere geestelijke<br />

werelden. Wat de leden van de Grote Vergadering hadden opgemaakt is lawoesj, bekledingen<br />

op de ware individuele geestelijke contacten met Hasjem.<br />

Het brengen van innerlijke offers door zijn eigen wens om te ontvangen door het gebed van<br />

binnen te laten transformeren in de wens om te geven door het contact met de wens om te<br />

geven. Hoe kan men dat anders doen? De wens om te geven is Jesjoea. Door geen ander<br />

kunnen wij dat doen.<br />

Wij doen het via Ari omdat Ari in absolute verbondenheid staat... Al onze leraren die wij<br />

hebben: Mosje, Sjimon bar Jochaj, Ari en Jehoeda Ashlag bevinden zich in absolute<br />

85


samenvloeiing met Jesjoea en via Jesjoea met haKadosj baroeg Hoe. Eige<strong>nl</strong>ijk is het niet dat<br />

wij door iemand anders... Wij worden verlost door onze verbondenheid met Jesjoea. Ik ook<br />

precies hetzelfde, met Ari hetzelfde. Ari is verbonden/gekoppeld aan Jesjoea. Daarom als ik<br />

mij o<strong>nl</strong>osbrekelijk aanhecht aan Ari dan raak ik op dezelfde wijze verbonden met Jesjoea.<br />

Duidelijk? En alleen de verbondenheid met Jesjoea brengt ons de verlossing.<br />

Men kan zich in deze tijd niet meer beroepen op de <strong>Siddoer</strong>. Geen mens op de hele aarde<br />

krijgt verlossing door iets te zeggen uit de <strong>Siddoer</strong>. Onthoud erg goed wat ik zeg. Het lijkt wel<br />

dat ik iets tegensprekelijks zeg en doe. Waarom moeten wij dan <strong>Siddoer</strong> leren? Waarom<br />

begonnen wij de <strong>Siddoer</strong> te leren? Om het daarna te bekritiseren, G'd verhoede? Absoluut<br />

niet. We hebben een begin gemaakt. Het belangrijkste eige<strong>nl</strong>ijk, de eerste pagina's om even te<br />

kijken. We hoeven zoals ik vaker heb gezegd niet het hele brood op te eten om te weten hoe<br />

het brood smaakt. Je pakt een sneetje brood en dan weet je hoe dat is. Je kan zeggen: waarom<br />

passen we niet hetzelfde principe toe bij Zohar, bij Ets Chajiem enz. Dat is heel iets anders.<br />

Hier is het de studie die eige<strong>nl</strong>ijk steeds nieuwere diepere keliem in onszelf aanboort en van<br />

verschillende kanten. Hier is het wel nodig om steeds jezelf op te wekken om van ons - elk<br />

van ons is eige<strong>nl</strong>ijk één brok ongedifferentieerd gevoel - een transparant iemand te maken.<br />

Transparant voor het licht. Ontvankelijk te maken voor het licht door zijn keliem in<br />

overeenstemming te brengen met het hogere. Het heeft verder geen nut om iets te bekritiseren.<br />

De tempeldienst te vergelijken met de ma'n zoals wij die van binnen dienen op te stijgen...we<br />

hebben genoeg materiaal in Prie Ets Chajiem. Voor de rest zullen wij ons verder bezighouden<br />

met dingen die ons wel helpen. De studie die ons helpt om naar onze persoo<strong>nl</strong>ijke vervulling<br />

te komen en geen moment te wijden aan iets dat niet meer de kracht geeft om onze verlossing<br />

tegemoet te gaan, tegemoet doen komen. Het is het verloren gaan van de tijd en krachten en<br />

dat doen wij in de Kabbala niet.<br />

Wat zij allemaal in religieuze godsdiensten doen, allerlei dieren brengen als offer...wat buiten<br />

de mens is...Nog een keer: geen offer helpt een mens dat een mens brengt buiten zichzelf. Je<br />

moet dat goed inprenten in jezelf, dat je het goed begrijpt. Alleen uit je diepste, uit je hart.<br />

Hasjem hoort alleen je hart. Hasjem hoort niet de klanken die uitkomen van de lippen en naar<br />

buiten. Als dit volk dat zich uitverkoren waant zich nog bezighouden aan de <strong>Siddoer</strong>, dan is<br />

het hun verantwoordelijkheid. Het is gewoon traditie waar zij zich mee bezighouden. Nog een<br />

keer vertel ik het u: vanaf de komst van de Masjiach helpt het voor geen millimeter. Het was<br />

alleen maar nodig als een tussenmiddel voordat de mensheid de ware redding kon zien.<br />

Hasjem zelf heeft het eeuwig offer gebracht, Zijn eigen zoon, de hoge Kether. Welke<br />

offerdienst kan men elke ochtend lezen, wat zij allemaal doen, in de <strong>Siddoer</strong> en andere<br />

gebeden die zij schijnheilig - misschien wel met goede bedoelingen maar toch wel<br />

schijnheilig doen. Waarom schijnheilig? Omdat het niet helpt. Hasjem luistert niet naar dat<br />

boe boe-boe wat zij zeggen, de prachtige woorden uit de <strong>Siddoer</strong>.<br />

Ook de Thorageleerden, parafriserend aan wat zij hadden gezegd -misschien had ik het wel al<br />

eens verteld: er wat waterovervloed, overstroming en het huis van een joods iemand kwam<br />

onder water te staan. Hij zit op het dak en bidt zo vurig naar Hasjem 'help mij, help mij'.<br />

Uiteindelijk hebben de wateren hem helemaal bedolven, hij kwam onder water en verdronk.<br />

Hij komt in de hemel en daar staat hij voor Hasjem. Hij beklaagt zich en zegt: 'Hasjem<br />

waarom heb Jij mij niet gered? Ik heb al mijn leven al die gebeden gezegd, 's ochtends, 's<br />

middags, 's avonds. Ik heb de <strong>Siddoer</strong> geleerd, ik heb de Thora geleerd. Ik ben een keurige<br />

Jood, heb alle mitswot/voorschriften gedaan. Waarom heb Je mij niet gered? Toen ik op het<br />

dak zat heb ik gebeden uitgesproken. Ik heb Sjma Jisraël gezegd, vele malen. Waarom heb Jij<br />

86


mij niet gered?' Hasjem zei tegen hem: 'Ik had een keer een bootje voorbij laten gaan, er<br />

waren redders op het bootje en zij schreeuwden naar jou: kom op ons bootje en wij zullen jou<br />

redden. Jij luisterde niet, jij bleef in jouw gebed tot Mij en jij nam Mijn redding niet. Daarna<br />

zond Ik nog een andere grotere boot met andere mensen/redders naar jou toe. Ook die<br />

weigerde jij toe. Je schold hen uit toen zij jou redding aanboden. Je zei: 'Nee, nee, ik wil<br />

Hasjem, Hasjem, Hasjem'. 'En laatst' zei Hasjem 'heb Ik jou van boven een helikopter<br />

gestuurd met Mijn eigen zoon en hij heeft vanuit de helikopter een trap naar jou doen afdalen,<br />

maar ook hem wilde jij niet. Je schold hem uit en zei tegen hem mamzer/bastaard.'<br />

Zo bidt dit volk elke dag, opent de <strong>Siddoer</strong>, zegt al die woorden vanuit de lippen en naar<br />

buiten, maar de redding is al gekomen. Zij blijven zitten en zeggen: Hasjem, help, redt ons.<br />

Van wat? Van wie? Van de sitra achra. Zij blijven elke dag dezelfde woorden herhalen terwijl<br />

Hasjem de ware redding al heeft gebracht in deze wereld. Het enige dat nodig is nu is deze<br />

reddende hand te accepteren, te begrijpen dat het de enige manier is. Het komt direct van<br />

Hasjem. Grijp die trap en klim tot Jesjoea en verbind je met hem, dan ben je gered.<br />

Het was zinvol om een stukje uit de <strong>Siddoer</strong> te doen. Het is voor mij ook onverwachts dat ik<br />

zo abrupt a.h.w. eindig met de studie van <strong>Siddoer</strong>, maar zoals jullie weten do ik alleen dingen<br />

die ik moet doen en niet iets dat ik zelf uit mijn eigen aards verstand inplan.<br />

Verder zullen wij doorgaan b'ezrat Hasjem met Prie Ets Chajiem en daar zullen wij<br />

daadwerkelijk leren, eige<strong>nl</strong>ijk ook de woorden uit <strong>Siddoer</strong> die in de taal van Kabbala tot<br />

krachten komen, tot de reddende krachten.<br />

87

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!