INFORMATIEF GEDEELTE - Stad Aarschot
INFORMATIEF GEDEELTE - Stad Aarschot
INFORMATIEF GEDEELTE - Stad Aarschot
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
STRUCTUURPLAN AARSCHOT – <strong>INFORMATIEF</strong> <strong>GEDEELTE</strong> 100<br />
6.2.3. GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR – BEBOUWDE RUIMTE<br />
De provincie wenst de complementariteit tussen de verschillende steden, buitenkerngebieden en alleenstaande bebouwing te versterken.<br />
Daarom hanteert de provincie het begrip bebouwde ruimte, zijnde gebieden waar de bebouwing overheerst los van de bestemming of van de<br />
activiteiten die er worden uitgevoerd. De gewenste bebouwde structuur wordt opgesplitst in twee delen, zijnde de nederzettingsstructuur en de<br />
economische structuur.<br />
Gewenste nederzettingsstructuur<br />
Binnen de nederzettingsstructuur worden volgende taakstellingen ingevuld:<br />
- selectie van de hoofddorpen en woonkernen<br />
- verdeling van de behoefte aan bijkomende woningen naar buitengebiedgemeenten en gemeenten opgesomd als kleinstedelijk gebied<br />
- ontwikkelingsperspectieven voor specifieke doelgroepen<br />
Daarbij dient de relatie tussen de bebouwde ruimte en de open ruimte versterkt te worden.<br />
Als stedelijke kern worden op grondgebied van <strong>Aarschot</strong> geselecteerd: <strong>Aarschot</strong> en Ourodenberg. Indien Ourodenberg niet wordt opgenomen<br />
binnen de afbakening van het kleinstedelijk gebied <strong>Aarschot</strong>, dan wordt ze geselecteerd als woonkern Geen enkele kern wordt door de<br />
provincie geselecteerd als hoofddorp. Gelrode en Rillaar worden geselecteerd als woonkern en Gijmel, Langdorp en Wolfsdonk als kernen in<br />
het buitengebied.<br />
De taakstelling voor <strong>Aarschot</strong> bedraagt 2.079 woningen (periode 1992-2007). Deze taakstelling moet als een minimum richtkader gehanteerd<br />
worden bij de afbakening van deze stedelijke gebieden. Evoluties sinds 1992 worden uiteraard verrekend. Om het aanbod aan sociale<br />
huurwoningen in de stedelijke gebieden ook naar de toekomst op een voldoende peil te houden wordt een streefcijfer voor de realisatie van<br />
sociale huurwoningen vooropgesteld van 5% op het totaal aantal gezinnen en van 5% van de taakstelling aan bijkomende woningen.