INFORMATIEF GEDEELTE - Stad Aarschot
INFORMATIEF GEDEELTE - Stad Aarschot
INFORMATIEF GEDEELTE - Stad Aarschot
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
STRUCTUURPLAN AARSCHOT – <strong>INFORMATIEF</strong> <strong>GEDEELTE</strong> 132<br />
7.1.1.2. Open bevolkingsprognose<br />
Methodologie<br />
Doordat bij een open prognose rekening wordt gehouden met het natuurlijk saldo van de bevolking (geboorten en sterftes) en de migratie (in-<br />
en uitwijking), geeft deze berekening een betere benadering van de werkelijkheid. Voor het berekenen van de open bevolkingsprognose wordt<br />
dezelfde methodologie gehanteerd, als voor de gesloten bevolkingsprognose, wat betreft de basisbevolking, de overlevingskansen en de<br />
leeftijdspecifieke vruchtbaarheidscijfers.<br />
De invloed van migraties op de bevolking binnen deze prognose wordt uitgedrukt in migratiecoëfficiënten. Deze werden als volgt berekend:<br />
- Voor de periode 1988-1997 werd per jaar en per leeftijd het migratiesaldo berekend en vergeleken met de totale bevolking binnen<br />
deze leeftijdscategorie. Aangezien er grote schommelingen merkbaar waren tussen de jaren onderling, o.a. te wijten aan de<br />
schrappingen van ambtshalve en herinschrijvingen, werd een tienjaarlijks gemiddelde berekend. In de prognose worden deze<br />
migratiecoëfficiënten constant gehouden.<br />
- Migraties zijn leeftijdsgebonden, dit blijkt o.a. uit onderzoek van Michel Poulain15. Volgens Poulain is de mobiliteit het grootst bij 24-<br />
25 jarigen. Tussen 25 en 60 jaar neemt de mobiliteit voortdurend op exponentiële wijze af. Exact op de leeftijd van 60 jaar voor<br />
vrouwen en op 65 jaar voor de mannen, zijn er plaatselijke maxima te meten en dit door pensioensgebonden migratie. Boven de 65<br />
jaar neemt de mobiliteit verder langzaam af en bereikt tenslotte op 74 jaar bij de mannen en 72 jaar bij de vrouwen een absoluut<br />
minimum. Op die leeftijd speelt fysieke afhankelijkheid nog geen uitgesproken rol en zijn er weinig elementen die een verandering<br />
van woonplaats verantwoorden. Boven de 75 gaat de mobiliteitscurve - en dit vooral bij de vrouwen - weer omhoog. Het is de leeftijd<br />
waarop men weduwe, weduwnaar of fysiek afhankelijk wordt en naar het rusthuis verhuist of bij één van de kinderen zijn intrek neemt.<br />
Tussen de 72 en 95 jaar verdrievoudigt het mobiliteitsniveau bij de vrouwen, maar dat valt niet zo op in het absolute aantal migraties<br />
aangezien het risico blootstaande bevolking dan zeer snel afneemt.<br />
Voor <strong>Aarschot</strong> zien we een gelijkaardige proces. <strong>Aarschot</strong> kent gemiddeld een positief migratiesaldo, slechts voor enkele leeftijden kent men<br />
een negatief migratiesaldo (d.w.z. dat er meer uitwijkelingen zijn dan inwijkelingen). De leeftijdsgroepen 33 tot 36 jarigen en hun kinderen<br />
van 0-4 of tussen 6 en 9 jaar verlaten <strong>Aarschot</strong>. De 40-jarigen, en ook de 47 en 56 jarigen kennen meer verlaters van de stad dan nieuwe<br />
15 POLAIN M. : ‘Interne Migraties’ in, Bevolkingsvooruitzichten 1995-2050, NIS en het Federaal Planbureau, Brussel, 1997.