Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Natuurreservaten Oost-Brabant • <strong>Jaarboek</strong> <strong>natuurstudie</strong> <strong>2000</strong><br />
Voor de watersalamanders valt het op dat de verschillende soorten onderling specifieke eisen stellen<br />
aan hun biotoop zowel aan hun voortplantingsgebied (water) als hun voedselgebied (land) of hun<br />
overwinteringsgebied (water en land). Zo is de Kleine watersalamander tevreden met een kleine poel<br />
in vlak, open cultuurland met een klei- of veenbodem. ’s Winters is hij vaak te vinden in een<br />
bebouwde omgeving. Hij wordt in kelders van woningen aangetroffen. De Alpenwatersalamander is<br />
minder kieskeurig wat zijn voortplantingsbiotoop betreft, maar hij stelt hogere eisen aan zijn<br />
landbiotoop. Zijn poelen liggen meestal in de buurt van bossen, heggen of struwelen, die als<br />
landbiotoop voor deze soort van groot belang zijn. De Kamsalamander verkiest een waterpartij die<br />
permanent water houdt, vrij diep is, visvrij en die gedeeltelijk open water en gedeeltelijk een dichte<br />
vegetatie bevat. Deze poelen liggen meestal in een kleinschalig landschap met een hoge diversiteit aan<br />
biotooptypes. De Vinpootsalamander tenslotte, heeft zich als kleinste van de vier soorten aangepast<br />
aan biotopen waarin de andere soorten niet of bijna niet aangetroffen worden. Hij wordt gevonden in<br />
zure (lage pH) poelen in heidegebieden, in zandgroeven en in grotere visrijke waterpartijen. Hij mijdt<br />
cultuurlandschap en wordt vooral gevonden in of nabij grote boscomplexen en hellingbossen in<br />
heuvelachtige gebieden.<br />
Als we deze inventarisatiegegevens op de kaart van Oost-Brabant bekijken, kunnen we stellen dat de<br />
verspreiding van de Kleine watersalamander zich vooral in de noordelijke helft situeert (laagland),<br />
terwijl de Vinpootsalamander meer voorkomt in het zuidelijk gedeelte (heuvelland). De<br />
Alpenwatersalamander leeft meer in het centraal en oostelijk gedeelte, nabij de boscomplexen. Van de<br />
Kamsalamander werden er maar weinig waarnemingen gedaan. Uit oude inventarisatiegegevens blijkt<br />
nochtans dat de soort toen in de meeste rivier- en beekvalleien van Oost-Brabant voorkwam. Als we de<br />
inventarisatiegegevens van Triturus bekijken, zien we, van west naar oost, een geïsoleerde vindplaats<br />
in Herent, de Demerbroeken, Zoutleeuw en de Getevallei als huidig verspreidingsgebied. Nu moeten<br />
deze gegevens enigszins genuanceerd worden omdat de onderzochte waterpartijen ongeveer 1/10<br />
uitmaken van het totaal aan waterpartijen dat Oost-Brabant rijk is.<br />
Bedreigingen van de Kamsalamander<br />
Hoe komt het dat het zo slecht gaat met de Kamsalamander in Oost-Brabant?<br />
1 Biotoopverlies<br />
Door biotoopverlies worden populaties rechtstreeks in hun voortbestaan bedreigd. Het vroeger rijk<br />
geschakeerde kleinschalige cultuurlandschap is door ruilverkavelingen en landinrichtingen veel<br />
minder geschikt geworden voor amfibieën. Veel poelen en andere kleine landschapselementen zijn<br />
verdwenen. Waterbeheersingswerken hebben op grote schaal geleid tot het kanaliseren van rivieren en<br />
beken en het verdwijnen van de begeleidende moerassen en meanders. Tot overmaat van ramp werden<br />
de overblijvende meanders vaak omgevormd tot visvijvers. Het voorkomen van vissen in een<br />
voortplantingspoel van Kamsalamanders is heel nadelig voor de populatie.<br />
2. Versnippering<br />
Vele grote aaneengesloten natuurgebieden zijn in de loop der tijd kleiner geworden en van elkaar<br />
geïsoleerd geraakt. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: wegenaanleg, bebouwing, de intensieve<br />
landbouwmethodes en het verdwijnen van lijnvormige landschapselementen. Hierdoor geraken de<br />
verschillende populaties Kamsalamanders van elkaar geïsoleerd zodat er vrijwel geen uitwisseling van<br />
individuen tussen de populaties meer mogelijk is en de kans op uitsterven van populaties extra groot<br />
wordt. In droge zomers kunnen poelen soms volledig droogvallen, waarbij de dieren geen goede<br />
uitwijkmogelijkheden krijgen en herbevolking vanuit andere populaties evenmin mogelijk is.<br />
Genetische isolatie leidt bovendien tot inteelt waardoor populaties zich onder veranderende<br />
omstandigheden minder goed kunnen aanpassen. In het kader van versnippering dient ook gewezen te<br />
worden op het belang van het dicht bij elkaar voorkomen van zowel water- als landbiotoop. Door het<br />
ontstaan van barrières tussen deze twee biotopen zijn veel leefgebieden ongeschikt geworden.<br />
Amfibieën in het algemeen zijn zeer gevoelig voor versnippering van hun leefgebied.<br />
• 17 •