Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Natuurreservaten Oost-Brabant • <strong>Jaarboek</strong> <strong>natuurstudie</strong> <strong>2000</strong><br />
De Waterspitsmuis houdt van een zeldzame biotoop<br />
Inderdaad, deze spitsmuis leeft aan de oevers van propere poelen of helder klaterende beekjes met een<br />
laag nutriëntengehalte. Dat is de reden waarom ze zeldzaam is in Vlaanderen, waar eutrofiëring van<br />
waterlopen en plassen immers een algemeen verschijnsel is. Een laag nutriëntengehalte hangt samen<br />
met de aanwezigheid van een rijke watervegetatie. Een Waterspitsmuis houdt van ruig begroeide<br />
oevers en bode<strong>mb</strong>edekkende vegetatie in de buurt van haar watergebied. Daarom vormen waters met<br />
een laag nutriëntengehalte het geliefkoosde plekje van de Waterspitsmuis. Het behoeft dan ook geen<br />
uitleg dat de kanalisatie van beken mee instaat voor de bedreiging van deze soort. In verborgen holtes<br />
en zelfgegraven gangen langs de oever maken ze een bolvormig nest van gras, wortels en mos. Soms<br />
worden ook gangen van andere kleine zoogdieren gebruikt.<br />
Voedsel<br />
De waterspitsmuis is een excellente zwemmer en kan tot twintig seconden onder water blijven. Onder<br />
water zoeken ze, wroetend met hun voorpootjes, naar ongewervelden zoals insecten, slakken, wormen<br />
en ook wel jonge gewervelden zoals amfibieën, vissen, … en hun eieren. Hun jachtterrein blijft niet<br />
beperkt tot het water, maar houdt eveneens het omringende land in. Opdat ze hun prooi beter de baas<br />
zouden kunnen, bevat hun speeksel een verlammende stof. Hun vangst verorberen ze ook steeds op het<br />
droge en die bedraagt dagelijks minstens hun eigen lichaamsgewicht (9-25 g).<br />
Voortplanting<br />
Hun levenswijze is solitair, de voortplantingsperiode van mei tot septe<strong>mb</strong>er uitgezonderd. Tijdens die<br />
periode brengen zij twee tot drie keer drie tot acht jongen ter wereld, waarbij de jongen van de eerste<br />
worp datzelfde jaar nog geslachtsrijp zijn. Hun maximumleeftijd bedraagt negentien maanden.<br />
Aangezien ze redelijk opmerkzaam zijn voor veranderingen in hun gebied zijn ze vrij moeilijk te<br />
vangen in trip-traps. Dit zijn inloopvallen die de zoogdieronderzoeker gebruikt. In braakballen van<br />
Ransuil en vooral Kerkuil komen spitsmuizen regelmatig voor. Als je geluk hebt, kan je ze ook al<br />
zwemmend of trippelend langs de oever waarnemen.<br />
Muizeninventarisatie in Papenbroek te Bekkevoort<br />
Een bezoek aan het kleine natuurreservaat maakte duidelijk dat dit gebiedje een aantal interessante<br />
zoogdieren herbergt: Eikelmuis, Bunzing, Steenmarter en uiteraard Waterspitsmuis.<br />
Nagaan of de Waterspitsmuis, die volgens de annalen in het Papenbroek voorkwam, daar nog altijd<br />
aanwezig was, was een ideale beweegreden voor JNM Hageland-Zuiderkempen om er een kampje in<br />
te richten en wat meer te weten te komen over het leven in het reservaat.<br />
De inventarisatie bestond uit het plaatsen van een veertigtal trip-trap vallen, verspreid over het<br />
reservaat en de aangrenzende boerderij. Het betrof de klassieke, plastieken trip-traps zonder<br />
omgebouwd achterstuk. De omgebouwde versies met houten achterstuk zijn beter voor de muizen en<br />
leveren dus een verhoogd vangresultaat. Onze afdeling beschikt jammer genoeg niet over deze vallen.<br />
De controle van de vallen vond elke drie uur plaats, tenzij de weergoden ons slecht gezind waren.<br />
Natte vallen zijn immers ongezond voor de muizen, die dan al snel onderkoeld raken en gemakkelijker<br />
sterven door stress. Bovendien klappen de vallen bij nat weer gewoon niet meer dicht. Er werd alleen<br />
’s nachts gevangen omdat muizen vooral dan actief zijn. Overdag werden de vallen omgedraaid zodat<br />
ze buiten werking waren gesteld, maar toch nog toegankelijk voor de muizen, die er het lokaas komen<br />
weghalen. Dit werd gedaan om bij het aanvangen van de nachtelijke vangst een idee te hebben van de<br />
plaatsen met een hoge vangstkans. Als aas werd een mengeling van havermout, pindakaas en stukjes<br />
fruit of vis gebruikt.<br />
• 59 •