18.09.2013 Views

Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene

Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene

Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wulp.<br />

Op 29-5-1993 en 24-5-1994 noteerde men telkens 2<br />

Witwangsterns (ZZ).<br />

Wulpen (AE: 141, P: 0.06, HPV: 0.048, HPN: 0.2, HPW:<br />

0.9) worden jaarlijks, in sterk wisselende aantallen (1 tot<br />

44 expl.), waargenomen. Een zwakke voorjaarstrek (met<br />

maart als maximum) en een onregelmatig verloop tijdens<br />

najaarstrek tekenen zich af. In 1980 en 1981 noteerde<br />

men relatief hoge dece<strong>mb</strong>eraantallen (vorsttrek). Sinds<br />

1997 broeden er vermoedelijk één tot twee koppels in de<br />

aangrenzende weilanden.<br />

De Zanglijster (AE: 7941, P: 6.3, HPV: 4.5, HPN: 31) is<br />

een jaarvogel met hoge aantallen gedurende de<br />

najaarstrek (maximum gedurende de eerste helft van<br />

oktober). Buiten de najaarstrek verblijven er gemiddeld 4<br />

vogels.<br />

Gedurende de winter verblijven er jaarlijks enkele<br />

Zilvermeeuwen (AE: 926, P: 0.73, HPV: 0.9, HPW: 7.1).<br />

Van midden januari tot midden februari ziet men<br />

gemiddeld 5 vogels. Zomerwaarnemingen zijn zeldzaam.<br />

Jaarlijks worden 0 tot 10 Zilverplevieren (AE: 41)<br />

waargenomen. Men zag slechts 2 voorjaarstrekkers.<br />

Najaarstrekkers neemt men waar van eind augustus tot<br />

eind nove<strong>mb</strong>er.<br />

Vanaf begin maart arriveert de Zomertaling (AE: 599, P:<br />

0.27, HPV: 1, HPN: 0.03). Van midden maart tot midden<br />

april worden de hoogste aantallen waargenomen. De<br />

voorjaarstrek eindigt begin mei. De onopvallende<br />

najaarstrek, die eind juli op gang komt, duurt tot in<br />

oktober. Groepen van meer dan 10 exemplaren zijn<br />

uitzonderlijk.<br />

Natuurreservaten Oost-Brabant • <strong>Jaarboek</strong> <strong>natuurstudie</strong> <strong>2000</strong><br />

• 50 •<br />

Een Zwarte Ibis werd éénmaal na 1990 waargenomen.<br />

Vermoedelijk ging het om een Puna-Ibis, een Zuid-<br />

Amerikaanse soort die in gevangenschap wordt<br />

gehouden.<br />

De Zwarte Kraai (AE: 16683, P: 13.2, HPV: 38, HPW:<br />

46) is een jaarvogel. De hoogste aantallen overwinteraars<br />

worden geteld van midden dece<strong>mb</strong>er tot midden januari.<br />

De hoge aantallen van midden februari tot midden maart<br />

zijn een gevolg van de voorjaarstrek. Tijdens de zomer<br />

verblijven er enkele plaatselijke broedvogels.<br />

Doortrekkende Zwarte Mezen (AE: 17) werden tijdens<br />

de voor- en najaarstrek slechts enkele malen<br />

waargenomen.<br />

Een juveniele Zwarte Ooievaar zag men van 3 tot 11-9-<br />

1987 en van op 27-9 tot 14-10-1987. Na 1990 werden<br />

nog een 5-tal vogels gesignaleerd. Zie ook Herroelen P.,<br />

1991.<br />

Tussen eind maart en midden oktober noteerde men<br />

jaarlijks een broedend paartje Zwarte Roodstaart (AE:<br />

97) en een aantal doortrekkende vogels.<br />

Zwarte Ruiters (AE: 374, P: 0.17, HPV: 0.17, HPN: 1.4)<br />

pleisteren er van begin april tot in oktober. Enkele<br />

voorjaarstrekkers bezoeken bijna jaarlijks het gebied,<br />

voornamelijk tussen midden april en midden mei. De<br />

voorjaarstrek bedraagt ca. 13% van de totale trek. De<br />

najaarstrek voltrekt zich grotendeels tussen midden<br />

augustus en midden septe<strong>mb</strong>er.<br />

Op 15-9-1996 vloog een Zwarte Specht (!) over het<br />

gebied.<br />

De voorjaarstrek van de Zwarte Stern (AE: 341) duurt<br />

van eind maart tot in juni. De najaarstrek verloopt<br />

minder opvallend en speelt zich af tussen eind juli en<br />

begin oktober. De najaarstrek heeft een piek gedurende<br />

de tweede helft van augustus.<br />

De Zwarte Wouw (AE: 18), wordt op één uitzondering<br />

na enkel waargenomen tijdens de voorjaarstrek (april en<br />

mei).<br />

Op 23-10-1993 zag men een Zwarte Zee-eend (!).<br />

De Zwartkop (AE: 1390, P: 1.1, HPV: 3, HPN: 3) is er<br />

zowel broedvogel als doortrekker. De eerste vogels<br />

arriveren begin april. Het optimum van de voorjaars- en<br />

najaarstrek situeert zich in resp. begin mei en augustus.<br />

Na septe<strong>mb</strong>er worden Zwartkoppen slechts uitzonderlijk<br />

waargenomen.<br />

Een 30-tal Zwartkopmeeuwen (!) werden na 1990<br />

waargenomen, vooral tijdens de tweede maandhelft van<br />

maart.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!