Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Natuurreservaten Oost-Brabant • <strong>Jaarboek</strong> <strong>natuurstudie</strong> <strong>2000</strong><br />
perimeter Hoegaarden, Hoksem, Vertrijk, Neervelp, Beauvechain en Melin. Vervolgens werd er ook<br />
een mannetje gezien. Tenslotte werd op 8 mei voor het eerst balts waargenomen door Koen Abts nabij<br />
het Bois d’En Haut in Beauvechain boven een koolzaadveld. Het koolzaad werd echter kort daarop<br />
gemaaid en de weken daarna werden de vogels weer op zeer verspreide plaatsen in de omgeving<br />
gezien.<br />
Bescherming van het nest<br />
Op 31 mei kwam dan het nieuws: Robin Guelinckx had de nestplaats gevonden in een tarweakker ten<br />
zuiden van de Hazenberg, net over de taalgrens op het grondgebied van Beauvechain en helemaal op<br />
de rand van de perimeter waarbinnen de Grauwe kiekendieven te zien waren geweest. De nestplaats<br />
bevond zich slechts enkele tientallen meters van een veldweg.<br />
Er dienden nu een aantal zaken te worden georganiseerd: eigenaar en gebruiker van het perceel bleek<br />
meneer Havet uit Opvelp te zijn, die onmiddellijk begrip toonde voor de situatie en zijn volle<br />
medewerking verleende. Met de plaatselijke jagers langs Vlaamse kant werden afspraken gemaakt om<br />
vanuit het nabijgelegen bos te observeren, de lokale milieuvereniging (Eric Weyns, Jean-Marie Tricot)<br />
en de milieua<strong>mb</strong>tenaar van Beauvechain (Vincent Bulteau) werden ingelicht (Beauvechain zorgde<br />
nadien ook voor de subsidie voor de betrokken landbouwer) en contact werd opgenomen met Guy<br />
Robbrecht van het FIR (Fonds voor Instandhouding van Roofvogels) voor advies. Besloten werd het<br />
nest niet te zoeken en een politiek van niets doen aan te houden. Iedereen die bij de reservatenwerking<br />
in de streek is betrokken, werd op de hoogte gebracht, maar om evidente redenen werd het nieuws niet<br />
verder verspreid. Het idee was om te proberen de bredere vogelkijkergemeenschap te informeren bij<br />
het uitvliegen van de jongen.<br />
Het veld werd daarop zowat dagelijks in het oog gehouden. Naast schitterende waarnemingen van<br />
balts en prooioverdrachten van Grauwe kiekendieven leverde dat ook andere mooie<br />
roofvogelwaarnemingen op zoals die van de in de omgeving broedende Havik en Boomvalk en van<br />
twee Bruine kiekendieven die in de buurt overzomerden. Twee keer werd een Slechtvalk gezien.<br />
Bezorgdheid om de nestplaats was er dikwijls wegens allerlei agrarische activiteiten maar ook wegens<br />
voorbijrijdende mountainbikers, motorcrossers en galopperende paarden, wildkampeerders,<br />
overvliegende luchtballons, een boer die door het veld wandelde om zijn erachter gelegen veld te gaan<br />
inspecteren (ik dacht met een eierverzamelaar te maken te hebben) en vooral loslopende honden.<br />
Vanuit zijn ervaring in Frankrijk relativeerde Guy Robbrecht onze bezorgdheid enigszins: Grauwe<br />
kiekendieven zijn gewoon in agrarische gebieden te broeden en kunnen dus wel tegen wat menselijke<br />
aanwezigheid.<br />
Alles verliep voortreffelijk tot de ‘zondvloed’ van juli. Vanaf de tweede week van juli kwam het<br />
mannetje niet meer opdagen. Het vrouwtje stond alleen in voor het aanbrengen van voedsel en kort<br />
nadien bleek één jong te hebben overleefd en dat vloog uiteindelijk ook uit. In tegenstelling tot wat de<br />
literatuur vermeldt, vertoefden de vogels niet lang meer in de omgeving. De laatste waarneming was<br />
op 2 augustus. Nadien werden bij het nest de kadavers van twee relatief kleine jongen gevonden.<br />
Wat was er gebeurd? Was het mannetje afgeschoten? Langs Vlaamse kant zijn de contacten met jagers<br />
goed, maar aan Waalse kant was er geen absoluut vertrouwen in een lokale jachtwachter. Toch is<br />
afschot niet de enige mogelijkheid: het broedsucces van Grauwe kiekendieven is sterk afhankelijk van<br />
het weer en het is niet onmogelijk dat het mannetje zijn interesse voor het nest verloor toen er maar<br />
één jong overbleef.<br />
Wat leert de opgedane ervaring ons?<br />
Welke lessen kunnen we hieruit nu trekken en wat is de kans dat we Grauwe kiekendieven de<br />
komende jaren nog als broedvogels te zien krijgen?<br />
Goede contacten met landbouwers en jagers zijn een absolute noodzaak. Wat de inrichting van het<br />
landschap betreft, blijkt het netwerk van reservaten dat Natuurreservaten v.z.w. in de omgeving<br />
• 54 •