Natuurreservaten Oost-Brabant • <strong>Jaarboek</strong> <strong>natuurstudie</strong> <strong>2000</strong> ontwikkeling van de eieren en de larven) en anderzijds met een steil aflopend, diep deel zonder begroeiing, zijn ideaal. De Kamsalamander heeft deze diepe onbegroeide plaatsen nodig om zijn balts te kunnen uitvoeren. Poelen die voldoende diep zijn zullen zeker tot het einde van de zomer water bevatten. Dit is van belang daar de Kamsalamander een sterk aan water gebonden soort is die als laatste van de watersalamanders aan de voortplantingcyclus begint, waardoor er nog tot eind augustus larven in de poel aanwezig kunnen zijn. Verbindingen van de voortplantingsplaats met andere waterlopen (grote visvijvers, beken en rivieren) moeten afgesloten worden om de voortplantingspoel visvrij te houden. In de nabijheid van de poel moet er voldoende schuilgelegenheid zijn. Omdat hij nachtactief is moet hij zich in zijn landfase kunnen verschuilen onder grote stenen, puin, in graspollen, onder houtstapels en in of onder boomstammen en -stronken. Conclusie De Kamsalamander komt nog maar op enkele plaatsen voor in Oost-Brabant. Zijn achteruitgang is te wijten aan het verlies en de degradatie van zijn biotoop door de moderne landbouwvoering en inrichting van de open ruimte. Daarom is het belangrijk hem zo goed mogelijk te beschermen door de aanleg van poelen in de buurt van plaatsen waar hij nog aanwezig is. Wil die maatregel effectief zijn, dan moet bij aanleg en onderhoud rekening gehouden worden met de habitatnoden van de Kamsalamander. Dankwoord en vervolgonderzoek Het verzamelen van deze gegevens werd mogelijk door de inzet van een tiental vrijwilligers. De volgende jaren zet TRITURUS haar inventariswerk voort. Onze bedoeling is heel de herpetofauna van Oost-Brabant in kaart te brengen. Het is evident dat dit alleen maar mogelijk wordt door de hulp van een grote groep vrijwilligers. Personen die mee willen inventariseren nemen best contact op met Freddy Huyskens (013/77 23 02) of Mark Lehouck (016/44 49 36). Literatuurlijst BAUWENS, D. en CLAUS, K., “Verspreiding van amfibieën en reptielen in Vlaanderen”, De Wielewaal, 1996. LENDERS, R., SCHOPS, I., “De Kamsalamander in Nederland en België”, De Levende Natuur, 6, 1998. MUNSTERS, K., “De aanwezigheid van amfibieën in Li<strong>mb</strong>urgse waterpartijen”, <strong>Jaarboek</strong> Likona, 1997. SCHOPS, I.., Amfibieën en reptielen in Li<strong>mb</strong>urg, Likona, 1999. SPARREBOOM, M., De amfibieën en reptielen van Nederland, België en Luxe<strong>mb</strong>urg, A.A. Balkema, Rotterdam, 1981. VAN BERKEL, C. en STEINHAUER, I., Drinkpoelen en sloten in het boerenland, Stichting Landelijk Overleg Natuur- en Landschapsbeheer, Utrecht. VAN DER COELEN, J.E.M., Verspreiding en ecologie van amfibieën en reptielen in Li<strong>mb</strong>urg, Stichting Ravon Natuurhistorisch genootschap Li<strong>mb</strong>urg, 1992. WILLOCKX, R., “Bijdrage tot de individuele erkenning van de Kamsalamander”, De Wielewaal, 1991. Bescherming van de Kamsalamander in de ruilverkaveling Melkwezer, Vlaamse Landmaatschappij, 1999. Meer dan drinken alleen, De Wielewaal. Veedrinkpoelen, Hyla werkgroep, 1989. • 20 •
Mannetje Kamsalamander tijdens de paartijd. Foto: Hugo Willockx Wijfje kamsalamander. Foto: Mark Lehouck Natuurreservaten Oost-Brabant • <strong>Jaarboek</strong> <strong>natuurstudie</strong> <strong>2000</strong> • 21 •