Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2000 (1.41 mb, .pdf) - Natuurpunt Velpe-Mene
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Natuurreservaten Oost-Brabant • <strong>Jaarboek</strong> <strong>natuurstudie</strong> <strong>2000</strong><br />
ten zuiden en westen van Brussel, de omgeving van Mechelen, de omgeving van en de regio tussen<br />
Aarschot en Leuven en de Dijlevallei ten zuiden van Leuven. Hierbuiten zijn er twee schijnbaar<br />
geïsoleerde vindplaatsen in de Kleine Getevallei te Ezemaal en de Maasvallei te Maasmechelen. In<br />
totaal komt de soort in Vlaanderen in 28 atlasblokken (5x5 km) voor. (Maes & Van Dyck, 1999).<br />
Op de Sint-Pietersberg te Kanne en het Westvlaamse Heuvelland werd de soort vroeger waargenomen,<br />
maar recente gegevens ontbreken. Merkwaardig is het ontbreken van de soort in vrijwel heel Zuid-<br />
Li<strong>mb</strong>urg, hoewel deze Haspengouwse regio nochtans op het eerste zicht zeer geschikt lijkt voor de<br />
Sleedoornpage.<br />
Net als in Nederland (van der Velden, 1996), wordt de soort in Vlaanderen vooral waargenomen in<br />
stedelijke milieus (Maes, 1997). Buiten het feit dat tuinen zeer geschikt kunnen zijn voor deze vlinder<br />
en dat de populaties van het landelijk gebied ongetwijfeld reeds geruime tijd een achteruitgang<br />
kennen, is de aanwezigheid van potentiële (en toevallige) waarnemers in het stedelijk gebied groter.<br />
Mogelijk kan dit een foutief beeld van de actuele verspreiding geven.<br />
De inventarisatie wordt bemoeilijkt door de verborgen levenswijze van de Sleedoornpage en het aantal<br />
zichtwaarnemingen is dan ook eerder beperkt.<br />
Een gerichte inventarisatie van de eitjes in de winter zou heel wat bijkomende plaatsen kunnen<br />
opleveren (Tax, 1989; Maes & Van Dyck, 1999).<br />
Winterse zoektochten naar Sleedoornpage-eitjes in Oost-Brabant.<br />
De inventarisatie en korte bespreking van de eerste resultaten.<br />
(kleine titel)<br />
In de periode van 1999 tot en met <strong>2000</strong> is gedurende de winterperiode in de regio tussen Brussel en<br />
Tienen gezocht naar de aanwezigheid van Sleedoorn en gespeurd naar de eitjes van de Sleedoornpage.<br />
Het onderzochte gebied komt ongeveer overeen met het Vlaamse deel van kaartblad 32 (Leuven-<br />
Tienen).<br />
Het zoeken naar deze eitjes is vrij makkelijk aangezien ze door hun witte kleur goed opvallen tegen<br />
het donkere, soms bijna zwarte hout van de Sleedoorn. Eens men het eitje, dat ongeveer zo groot is als<br />
een speldenknop, ziet, kan men het zelfs van op een redelijke afstand waarnemen.<br />
Er is weinig verwarring mogelijk gezien de typische vorm van het eitje en het feit dat er in de winter<br />
weinig andere soorten eitjes op sleedoornschors te vinden zijn. Het enige andere eitje, van dezelfde<br />
kleur en grootte, dat we tijdens onze inventarisaties tegenkwamen was platter en heel ovaalvormig.<br />
Deze andere eitjes werden wel steeds op typische Sleedoornpage-eiafzetplaatsen gevonden en<br />
eveneens meestal één, soms twee en zeer zelden drie tezamen. De producent van deze eitjes werd nog<br />
niet geïdentificeerd maar vermoedelijk gaat het hier om een nachtvlinder.<br />
Vindplaatsen in periode 1999-<strong>2000</strong><br />
Vindplaatsen in periode 1990-1998<br />
Hoofdrivier<br />
Provincies<br />
Grens Vlaanderen<br />
• 27 •<br />
De verspreiding van de Sleedoornpage in Vlaanderen.