19.09.2013 Views

Revitalisatie van rietoevers in het Zuidlaardermeer Perspectieven ...

Revitalisatie van rietoevers in het Zuidlaardermeer Perspectieven ...

Revitalisatie van rietoevers in het Zuidlaardermeer Perspectieven ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6 A&W rapport 1576 <strong>Revitalisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>rietoevers</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Zuidlaardermeer</strong><br />

2.2 Terre<strong>in</strong>keus <strong>in</strong> Nederland<br />

Op basis <strong>van</strong> onderzoek naar de terre<strong>in</strong>keus <strong>in</strong> een steekproef aan moerasgebieden <strong>in</strong> Nederland is<br />

onderzocht welke terre<strong>in</strong>kenmerken de aanwezigheid <strong>van</strong> Roerdompterritoria bepalen (<strong>van</strong> der Hut 2001).<br />

De Roerdomp blijkt een vogel <strong>van</strong> halfopen moerasgebieden met <strong>in</strong> water staande, opgaande overjarige<br />

moerasvegetaties (doorgaans riet), afgewisseld door m<strong>in</strong> of meer kle<strong>in</strong>schalig oppervlaktewater en/of<br />

extensief beheerde graslanden. Essentiële kenmerken hierbij zijn de schaal <strong>van</strong> en <strong>het</strong> waterpeil <strong>in</strong><br />

moerasvegetaties, de lengte <strong>van</strong> randen <strong>van</strong> moerasvegetatie (Riet, lisdodde, Mattenbies, Pitrus e.d.)<br />

langs oppervlaktewater en de lengte <strong>van</strong> randen <strong>van</strong> nat tot vochtig riet langs extensief beheerd vochtig of<br />

ruig grasland of hooiland (tabel 2.1). De nesthabitat bestaat uit overjarig, <strong>in</strong> water staande, goed<br />

ontwikkelde riet- of grote lisdoddenvegetaties met voldoende schaal. De optimale waterdiepte op<br />

broedlocaties <strong>in</strong> Nederland lijkt ca. 30 cm (Oostvaardersplassen; Beemster et al. 2002). Roerdompen<br />

vestigen zich <strong>in</strong> rietopstanden <strong>van</strong> m<strong>in</strong>imaal 3-4 jaar oud. Roerdompen foerageren <strong>in</strong> of langs rietzomen<br />

op vis (<strong>in</strong> m<strong>in</strong> of meer open waterriet langs open water), op amfibieën (waterriet langs geïsoleerde sloten<br />

of poelen) en kle<strong>in</strong>e zoogdieren (extensief grasland en hooiland langs rietzomen).<br />

De terre<strong>in</strong>kenmerken, die verklaren of een Roerdomp voorkomt b<strong>in</strong>nen deelgebieden (vakken) met een<br />

oppervlakte <strong>van</strong> 16 ha, zijn verwerkt <strong>in</strong> een habitatmodel. Cruciale kenmerken zijn de oppervlakte <strong>van</strong><br />

overjarig riet <strong>in</strong> water, de breedte of schaal <strong>van</strong> rietvegetaties en de randlengte <strong>van</strong> moerasvegetaties<br />

langs beschut open water of grasland. Uit een analyse op gebiedsniveau rolde als vuistregel dat<br />

gemiddeld 1,1 km randlengte aan geschikte foerageerzone nodig is voor een roerdomppaar.<br />

Tabel 2.1 - Habitatmodel Roerdomp. Overzicht <strong>van</strong> kritische kenmerken die de aanwezigheid verklaren <strong>in</strong> vakken <strong>van</strong><br />

400 x 400 m, met drempelwaarden (m<strong>in</strong>imumwaarden) en mediane waarden. Bron: <strong>van</strong> der Hut 2001.<br />

terre<strong>in</strong>kenmerk drempelwaarde mediaan<br />

breedte opgaand moeras 6,4-12.5 m 26-50 m<br />

oppervlak nat moeras 0,125 - 0,25 ha 1-2 ha<br />

oppervlak laag moeras (onderlaag) 40-78 m² 0,5 – 1ha<br />

oppervlak oud opgaand moeras 0,125 - 0,25 ha 1-2 ha<br />

randlengte moeras 400-800 m 1,6 – 3,2 km<br />

randlengte beschutte moerasoever +<br />

riet/grasrand<br />

200-400 m 0,8 – 1,6 km<br />

oppervlakte oppervlaktewater 0,25 – 0,5 ha 1-2 ha<br />

De ecologische <strong>in</strong>terpretatie <strong>van</strong> dit habitatmodel richt zich op eisen aan broedplaatsen en<br />

foerageergebieden. Nesten zijn <strong>in</strong> de onderzochte gebieden gelokaliseerd <strong>in</strong> opgaande moerasvegetaties.<br />

In de meeste gevallen betreft <strong>het</strong> Riet, <strong>in</strong> sommige gevallen Grote lisdodde, met een onderlaag <strong>van</strong> oude<br />

gebroken stengels, <strong>in</strong> ondiep water. In veenweidemoerassen broeden Roerdompen <strong>in</strong> relatief kle<strong>in</strong>e<br />

rietpercelen en bescheiden rietkragen met een breedte <strong>van</strong> m<strong>in</strong>imaal 6-10 meter. De beperkte<br />

bereikbaarheid voor grondpredatoren <strong>in</strong> deze zeer waterrijke gebieden maakt dit waarschijnlijk mogelijk.<br />

Indien de toegankelijkheid voor predatoren groter is, zou de drempelwaarde hoger kunnen zijn. De<br />

onderlaag is <strong>van</strong> belang als fundament voor <strong>het</strong> nest. Deze laag kan bestaan uit ondergroei <strong>in</strong> de vorm<br />

<strong>van</strong> grote zeggen, varens of andere lage moerasplanten zoals Pitrus, Gele lis of Liesgras, die een dichte<br />

laag, horst of bult vormen. Het lijkt erop dat een ger<strong>in</strong>ge bedekk<strong>in</strong>g al voldoende is (40-78 m²). Blijkbaar<br />

zijn enkele zeggenbulten of riet- en lisdoddenhorsten voldoende.<br />

Roerdompen zijn <strong>in</strong> de onderzoeksgebieden foeragerend waargenomen <strong>in</strong> beschutte rietkragen, waarbij<br />

de Roerdomp <strong>in</strong> de zone met m<strong>in</strong> of meer open oeverriet <strong>van</strong> stengel naar stengel klautert en <strong>in</strong> <strong>het</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!