19.09.2013 Views

Revitalisatie van rietoevers in het Zuidlaardermeer Perspectieven ...

Revitalisatie van rietoevers in het Zuidlaardermeer Perspectieven ...

Revitalisatie van rietoevers in het Zuidlaardermeer Perspectieven ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

56 A&W rapport 1576 <strong>Revitalisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>rietoevers</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Zuidlaardermeer</strong><br />

5.2.10 Instellen <strong>van</strong> rustzones<br />

De Roerdomp is als ‘kantjesfoerageerder’ langs moerasoevers gevoelig voor verstor<strong>in</strong>g door pleziervaart.<br />

Het is daarom essentieel dat <strong>in</strong> deelgebieden, waar foerageerzones tot ontwikkel<strong>in</strong>g komen, rust<br />

gewaarborgd wordt. In besloten, voor vaartuigen niet toegankelijke deelgebieden zal dit geen probleem<br />

zijn. Op <strong>het</strong> <strong>Zuidlaardermeer</strong> zelf, waar de waterrecreatie een hoge vlucht heeft genomen, is <strong>het</strong> <strong>in</strong>stellen<br />

en handhaven <strong>van</strong> rustzones nodig. Het betreft de ondiepe <strong>in</strong>hammen aan de oostzijde <strong>van</strong> <strong>het</strong> meer.<br />

Voor een deel zijn deze al afgebakend met stokken en aangemerkt als niet toegankelijk voor<br />

recreatievaart. Aansluitend op herstelmaatregelen <strong>in</strong> de oeverlanden is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang om een zoner<strong>in</strong>g<br />

tussen recreatievaart en rustgebied ter plekke te realiseren of te handhaven waar dat nog niet <strong>het</strong> geval<br />

is. Deze zones betreffen een beperkt deel <strong>van</strong> oeverlijn <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Zuidlaardermeer</strong>, zodat de <strong>in</strong>perk<strong>in</strong>g voor<br />

recreatievaart ger<strong>in</strong>g is.<br />

5.3 Overzicht <strong>van</strong> herstelmaatregelen met perspectief voor de Roerdomp<br />

Per oevertraject zijn de verschillende toepasbare herstelmaatregelen geïnventariseerd (figuur 5.1). Een<br />

gedetailleerde uitwerk<strong>in</strong>g is opgenomen <strong>in</strong> bijlage 1. Daar<strong>in</strong> is per oevertraject een beknopte karakteristiek<br />

<strong>van</strong> de vegetatie gegeven, evenals de mogelijke maatregelen en <strong>het</strong> perspectief voor de Roerdomp.<br />

Het effect is <strong>in</strong> een overzicht per traject aangegeven (tabel 5.4). De perspectieven zijn voor nesthabitat en<br />

foerageergebied afzonderlijk aangegeven. Voor nesthabitat is dat <strong>in</strong> kwalitatieve z<strong>in</strong> gedaan. Het<br />

potentiële aanbod aan foerageerhabitat <strong>in</strong> de vorm <strong>van</strong> beschut gelegen overjarige<br />

moerasoevervegetaties met voldoende breedte om dekk<strong>in</strong>g te bieden, is geschat op basis <strong>van</strong> de lengte<br />

aan rietsloten (of sloten met andere moerasoevervegetatie <strong>in</strong> ondiep water, zoals Grote lisdodde, Kle<strong>in</strong>e<br />

lisdodde, Pitrus, Gele lis en Mattenbies) b<strong>in</strong>nen de verland<strong>in</strong>gszones of langs rieteilanden, en de lengte<br />

aan bestaande rietoeverzones, die beschut komen te liggen. Deze schatt<strong>in</strong>g is <strong>in</strong>dicatief, omdat zij sterk<br />

afhangt <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal en de lengte <strong>van</strong> de sloten en de breedte. Indien relatief brede sloten gerealiseerd<br />

worden (5-10 m breed) dan kunnen beide oevers geschikt foerageergebied bieden. De hier<br />

gepresenteerde <strong>in</strong>ventarisatie moet opgevat worden als een groslijst <strong>van</strong> mogelijke maatregelen. De<br />

locaties voor de uit te voeren <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gsmaatregelen zijn <strong>in</strong>dicatief en moeten bij nadere uitwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

deze voorstellen op basis <strong>van</strong> alle beschikbare biologische gegevens en een veldbezoek def<strong>in</strong>itief worden<br />

bepaald. Afhankelijk <strong>van</strong> de keuze die wordt gemaakt m.b.t. de verwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> plagsel zal <strong>het</strong><br />

rendement toenemen. De voorkeur verdient verwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> plagsel <strong>in</strong> vooroevers, met als doel <strong>het</strong><br />

creëren <strong>van</strong> extra waterriet. De Roerdomp heeft hier meer baat bij dan <strong>het</strong> verwerken <strong>van</strong> plagsel <strong>in</strong><br />

blijvende ribben. Daar moet bij bedacht worden, dat <strong>het</strong> aanleggen <strong>van</strong> vooroevers de eroderende<br />

werk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> golfslag op de oever <strong>in</strong> hoge mate beperkt. Dit heeft als nadeel dat uitspoel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> oud riet<br />

m<strong>in</strong>der optreedt en aanslibb<strong>in</strong>g plaats kan v<strong>in</strong>den. Het waterriet gaat dan <strong>in</strong> kwaliteit achteruit, kan<br />

degenereren en ver<strong>van</strong>gen worden door Grote lisdodde. Dit proces is duidelijk zichtbaar <strong>in</strong> de<br />

veluwerandmeren en noordelijke randmeren, waar eilanden voor de <strong>rietoevers</strong> zijn aangelegd. Deze<br />

maatregel wordt daarom alleen voorgesteld <strong>in</strong> oevertrajecten waar voldoende expositie <strong>van</strong> de rietoever<br />

bewaard blijft.<br />

In een deel <strong>van</strong> de trajecten kan zowel nest- als foerageerhabitat tot ontwikkel<strong>in</strong>g komen. Bij nesthabitat<br />

gaat <strong>het</strong> om vlakdekkende rietontwikkel<strong>in</strong>g na <strong>het</strong> afplaggen <strong>van</strong> de spoelzone of <strong>van</strong> verdroogd, ruig<br />

rietland. Bij foerageerhabitat gaat <strong>het</strong> om nieuwe moerasoeverzones (veelal riet) na <strong>het</strong> uitgraven <strong>van</strong><br />

sloten <strong>in</strong> de verland<strong>in</strong>gszone, herprofileren <strong>van</strong> bestaande oevers of aanleg <strong>van</strong> rieteilanden. In sommige<br />

trajecten is alleen <strong>het</strong> realiseren <strong>van</strong> foerageerhabitat realistisch. In comb<strong>in</strong>atie met nesthabitat <strong>in</strong><br />

aangrenzende trajecten kan als geheel voldoende leefgebied voor een “paar” Roerdompen (territorium en

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!