19.09.2013 Views

Revitalisatie van rietoevers in het Zuidlaardermeer Perspectieven ...

Revitalisatie van rietoevers in het Zuidlaardermeer Perspectieven ...

Revitalisatie van rietoevers in het Zuidlaardermeer Perspectieven ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

A&W rapport 1576 <strong>Revitalisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>rietoevers</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Zuidlaardermeer</strong> 23<br />

Ook aan de westelijke zijde <strong>van</strong> <strong>het</strong> meer ter hoogte <strong>van</strong> Midlaren werden <strong>in</strong> 1957 de oeverlanden tot op<br />

globaal 50 m afstand <strong>van</strong> <strong>het</strong> meer nog beweid (figuur 3.6). Ten zuiden <strong>van</strong> de huidige uitkijktoren lag<br />

voor de oever een groot rieteiland. De waterrietzone lijkt ook <strong>in</strong> deze periode al smal te zijn geweest.<br />

Tussen 1957 en 1978 heeft de uitbreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de oeverzone plaatsgevonden, evenals aan de oostzijde<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> meer. In 1978 blijkt aanzienlijke bosvorm<strong>in</strong>g te zijn opgetreden. In 1995 is <strong>het</strong> rietland <strong>in</strong><br />

maaibeheer genomen en is <strong>het</strong> eiland <strong>in</strong> om<strong>van</strong>g gekrompen. In 2010 is <strong>het</strong> eiland geheel verdwenen<br />

Ter hoogte <strong>van</strong> Zuidlaren is een vergelijkbare ontwikkel<strong>in</strong>g zichtbaar, met sterke bosvorm<strong>in</strong>g tussen 1957<br />

en 1978, en start <strong>van</strong> rietlandcultuur tussen 1978 en 1995 (figuur 3.8). Opvallend <strong>in</strong> dit oevertraject is <strong>het</strong><br />

ontstaan <strong>van</strong> een waterrietzone voor de oeverlijn tussen 1957 en 1978. In 2010 was hier sprake <strong>van</strong><br />

sterke polvorm<strong>in</strong>g, een teken dat <strong>het</strong> waterriet aan <strong>het</strong> degenereren is. Het is mogelijk dat slibvorm<strong>in</strong>g<br />

en/of afbraak <strong>van</strong> de venige oevers hier<strong>in</strong> een rol speelt, en dat de waterrietzone langzamerhand weer<br />

verdwijnt, zoals met <strong>het</strong> rieteiland <strong>in</strong> <strong>het</strong> noordelijker traject is gebeurd.<br />

Samenvattend is <strong>het</strong> beeld als volgt. Een eeuw geleden was <strong>het</strong> <strong>Zuidlaardermeer</strong> en matig voedselrijk<br />

meer met een sterk dynamisch waterpeil, een rijke waterplantenvegetatie en goed ontwikklede<br />

overvegaties, waar<strong>in</strong> Riet, Kle<strong>in</strong>e lisdodde en Mattenbies dom<strong>in</strong>eerden. In de loop <strong>van</strong> decennia zijn de<br />

waterplantenvegetaties goeddeels verdwenen. Bij een stabiel <strong>in</strong>gesteld waterpeil heeft de oeverlijn zich<br />

m<strong>in</strong> of meer gehandhaafd, maar is b<strong>in</strong>nen de oeverlanden een streke successie opgetreden.<br />

In de jaren vijftig was <strong>het</strong> gebied rond de oeverlanden <strong>in</strong> gebruik als beweid grasland tot op relatief korte<br />

afstand <strong>van</strong> de oever (globaal 50 m). Kavelsloten liepen (nu buitendijks) door tot ver <strong>in</strong> de oeverlanden. In<br />

de jaren zestig heeft tijdens peilverlag<strong>in</strong>g <strong>het</strong> rietareaal zich uitgebreid <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> meer. In de<br />

jaren zeventig is bosvorm<strong>in</strong>g opgetreden en <strong>in</strong> de jaren tachtig zijn grote delen <strong>van</strong> <strong>het</strong> rietland <strong>in</strong><br />

maaibeheer genomen. De structuur <strong>van</strong> de waterrietzone was <strong>in</strong> de jaren vijftig aan de oostzijde <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

meer nog open <strong>van</strong> structuur. Deze heeft zich verdicht <strong>in</strong> de jaren zestig en/of zeventig. De breedte en de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> de waterrietzone lijkt afgezien daar<strong>van</strong> tientallen jaren <strong>in</strong>tact te zijn gebleven, als gevolg <strong>van</strong><br />

erosie <strong>in</strong> <strong>het</strong> w<strong>in</strong>terhalfjaar (door w<strong>in</strong>d- en golfwerk<strong>in</strong>g). Ook <strong>in</strong> <strong>het</strong> verleden was deze zone waarschijnlijk<br />

aan de oostzijde smal en aan de westzijde breed. In de loop <strong>van</strong> tientallen jaren is vegetatiesuccessie<br />

voortgeschreden, waarbij de natte en vochtige rietmoerasvegetaties hebben plaatsgemaakt voor een<br />

spoelzone met ruigte, droog ruig riet en bos. De overgang <strong>van</strong> een natte rietzone naar droog riet en ruigte<br />

lijkt <strong>in</strong> de jaren negentig langs de gehele overzone zijn beslag te hebben gekregen. Uitzonder<strong>in</strong>gen zijn de<br />

delen die <strong>in</strong> rietmaaibeheer zijn genomen en de kraggen, waar veenmosrietland zich heeft ontwikkeld.<br />

Opvallend is dat aan de westzijde <strong>van</strong> <strong>het</strong> meer een rieteiland is verdwenen en dat een duidelijke<br />

steilrand langs de oever is ontstaan, die aan de oostzijde ontbreekt. Mogelijk is hier sprake <strong>van</strong> afslag. De<br />

oevers aan de oostzijde zijn zandig, die aan de westzijde venig. Mogelijk dat <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met<br />

verslechter<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de waterkwaliteit <strong>van</strong>af de jaren zestig (met een hoge fosfaat- en sulfaatbelast<strong>in</strong>g)<br />

afbraak <strong>van</strong> de veenbodem heeft plaatsgevonden, met als gevolg afslag, slibvorm<strong>in</strong>g en vertroebel<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> oppervlaktewater. Dit zal ook zijn weerslag gehad hebben <strong>in</strong> de waterplantenbedekk<strong>in</strong>g, maar dat is<br />

op de luchtfoto’s (die <strong>in</strong> <strong>het</strong> voorjaar genomen zijn) niet zichtbaar. Tenslotte speelt <strong>het</strong> rietmaaibeheer een<br />

rol. In natte, relatief voedselrijke rietlanden, die jaarlijks worden gemaaid, ontbreekt geschikt nesthabitat.<br />

Bij een maaicyclus <strong>van</strong> m<strong>in</strong>imaal 3-5 jaar zou locaal geschikt nesthabitat aanwezig kunnen zijn.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!