Toelichting - Gemeente Haarlemmermeer
Toelichting - Gemeente Haarlemmermeer
Toelichting - Gemeente Haarlemmermeer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5.2 Bodem<br />
5.2.1 Wet- en regelgeving en beleid<br />
Het bodembeleid onderscheidt drie soorten grond en bodem met ieder hun eigen beleid en wet- en regelgeving:<br />
Sterk verontreinigde grond (boven interventiewaarden);<br />
Licht verontreinigde grond (boven streefwaarden, na 1 juli 2008 AW2000-waarden);<br />
Schone bodems (beneden streefwaarden, na 1 juli 2008 AW2000-waarden).<br />
Voor alle typen grond speelt de Wet Bodembescherming, het Bouwstoffenbesluit (BsB) en de Vrijstellingsregeling<br />
grondverzet een rol. Indien gesaneerd moet worden, bestaan specifieke regels voor het<br />
bepalen van de terugsaneerwaarde en de milieuhygiënische kwaliteit van een aan te brengen leeflaag<br />
(zogenaamde bodemgebruikswaarden (BGW‟s). Bodemgebruikswaarden zijn een product van het functiegericht<br />
saneringsbeleid "Van Trechter naar Zeef". Sinds 2008 is het Besluit bodemkwaliteit van kracht.<br />
Dit besluit hanteert voor het toepassen van grond en bagger, een toets op de ontvangende bodem en<br />
aan de gebruiksfunctie. Tevens biedt het besluit meer mogelijkheden voor grondverzet.<br />
5.2.2 Bodemonderzoek<br />
De regionale bodem bestaat uit een deklaag van veen, lemige klei en middelfijn tot uiterst fijn zand met<br />
veenbrokjes. In hydrologische zin is de deklaag een slecht doorlatend pakket. Deze heeft een dikte van<br />
ca. 13 m tot een diepte van NAP – 16 m.<br />
Onder de deklaag liggen het eerste en tweede watervoerende pakket. Dit pakket bestaat uit matig grof<br />
tot uiterst grof zand, met een totale dikte van ca. 60 m tot een diepte van NAP - 76 m. Het pakket wordt<br />
aan de onderzijde begrensd door de tweede scheidende laag, bestaande uit fijne zanden met kleilagen.<br />
De dikte van de tweede scheidende laag op de locatie bedraagt ca. 8 m en strekt zich uit tot een diepte<br />
van ca. NAP – 84 m. Onder deze tweede scheidende laag ligt het derde watervoerende pakket dat bestaat<br />
uit overwegend grof tot uiterst grof zand met lokaal middelfijn zand. (Gegevens uit de grondwaterkaart<br />
van Nederland van de Dienst Grondwater Verkenning (TNO Delft, 1979, kaartbladen 24, Zandvoort,<br />
25 west en oost, Amsterdam)).<br />
De gemiddelde maaiveldhoogte komt overeen met ca. NAP – 3,3 m. De grondwaterspiegel van het eerste<br />
watervoerend pakket bevindt zich op ca. NAP – 4,4 m.<br />
De locatie is niet gelegen in een waterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied (provincie Noord-<br />
Holland, Provinciale Milieuverordening, 5e tranche, 2006).<br />
Het gebied valt binnen de Bodemkwaliteitskaart Schiphol (BKK), met uitzondering van het blauw weergegeven<br />
deelgebied.<br />
Voor de zones binnen de BKK zijn voldoende gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit beschikbaar<br />
geweest om de BKK op te stellen. Na de vaststelling ervan zijn aanvullend bodemonderzoeken<br />
uitgevoerd ten behoeve van (bouw)projecten.<br />
5.2.3 Conclusie<br />
Uit onderzoeken is vastgesteld dat ter plaatse van de onverdachte delen de bovengrond in het algemeen<br />
licht verontreinigd is en dat de ondergrond geen verontreinigingen bevat. Vanuit het verleden kan bodemverontreiniging<br />
aanwezig zijn onder wegen en erven door puinverhardingen, puinfunderingen of<br />
erfenissen van (historische) bebouwing of ter plaatse van voormalige brandstoftanks. Tevens kan binnen<br />
het gebied bodemverontreiniging aanwezig zijn door de aanwezigheid van een voormalige tankgracht en<br />
historische luchthavenactiviteiten. Het met blauw aangegeven niet gezoneerde deelgebied is gezien de<br />
historische activiteiten mogelijk verdacht qua bodemverontreiniging. Over het algemeen vormen deze<br />
verontreinigingen geen belemmering voor het huidige gebruik.<br />
Zodra sprake is van (bouw)activiteiten in de grond zal de betreffende bodemkwaliteit worden bepaald uit<br />
de BKK of, indien nodig, via bodemonderzoek. In geval van bodemverontreiniging zal Schiphol in overleg<br />
met het bevoegde gezag conform geldende wet- en regelgeving een sanering uitvoeren.<br />
Bestemmingsplan Schiphol 80