LEVENDE TALEN - Koninklijke Bibliotheek
LEVENDE TALEN - Koninklijke Bibliotheek
LEVENDE TALEN - Koninklijke Bibliotheek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
36<br />
Anglist in ons land al lang bekend waren. Men kan zich slechts verwonderen<br />
dat de erkenning zo veel moeite gekost schijnt te hebben;<br />
maar wij weten dat de studie van de levende talen nog slechts zeer<br />
gedeeltelik een in universitaire kringen voor „vol" aangeziene studie<br />
is. Over de oorzaken van die positie van de levende talen in ons<br />
land uit te weiden schijnt me op deze plaats niet gewenst.<br />
Het onderwerp dat van der Gaaf voor zijn rede gekozen heeft is<br />
voor de beoefenaars van het Engels ongetwijfeld belangwekkend.<br />
Ook zij die van de klankgeschiedenis van Oud- en Middel-Engels<br />
meer gehoord en gelezen hebben dan hun lief is, kunnen zich nog<br />
wel interesseren voor de ontwikkeling van het lokale Londense dialekt,<br />
van de vroege middeleeuwen af, tot de omgangstaal in schriftelik<br />
en mondeling gebruik van meer dan één wereldrijk. Die laatste<br />
biezonderheid moge van linguisties standpunt vrij onverschillig zijn —<br />
een Indianendialekt is voor een linguist altans in sommige opzichten<br />
leerzamer — het is toch ook van linguisties standpunt niet onverschillig<br />
te zien hoe een dialekt wordt tot een voertuig van een<br />
groote kuituur. In de rede van van der Gaaf wordt vrij uitvoerig<br />
verhaald hoe het met het onderzoek van de schaarse bronnen voor<br />
het Londens van de oudere tijd gegaan is sedert Morsbach zijn baanbrekend<br />
boek schreef (1888). Na die tijd is er door leerlingen van<br />
Morsbach aan de Göttinger universiteit, door andere Duitse en<br />
Skandinaviese geleerden, en door enige Engelsen, veel gedaan om<br />
de gang van zaken op te helderen. Dit alles wordt door de schrijver<br />
met interessante biezonderheden geïllustreerd. Hij vestigt er niet de<br />
aandacht op dat er onder al die onderzoekers geen enkele Nederlandse<br />
naam voorkomt, ofschoon dat voor een hoogleraar, die zich<br />
toch ook tot leerlingen richt, geenszins misplaatst had kunnen worden<br />
genoemd. Maar het kan zijn dat hij de feestelike stemming niet<br />
wilde storen door een opmerking over de onbeduidende positie die<br />
ons land totnogtoe in de wetenschappelike studie der levende talen<br />
inneemt.<br />
Een enkele opmerking over de titel: een bewijs, dunkt me, dat de<br />
schrijver zich weinig met algemeen-linguistiese problemen bezig<br />
houdt, ongetwijfeld in de overtuiging dat de studie van het Engels<br />
alleen al meer is dan één mens kan omvatten. Die opvatting heeft<br />
veel waars — in der beschrankung zeigt sich erst der meister —<br />
maar het blijft toch altijd gevaarlik zich te zeer te beperken. De<br />
juiste middelweg te vinden zal wel weinigen gegeven zijn, maar ik<br />
waag toch te zeggen dat de Nederlandse term schrijftaal in de laatste<br />
jaren voldoende ontleed is om te mogen verklaren dat hij voor