23.11.2013 Views

LEVENDE TALEN - Koninklijke Bibliotheek

LEVENDE TALEN - Koninklijke Bibliotheek

LEVENDE TALEN - Koninklijke Bibliotheek

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

55<br />

Maar nu blijft een veel belangrijker vraag. De heer Kruisinga heeft volkomen<br />

gelijk, dat de aandacht van de lectuur wordt afgeleid door de vele aanteekeningen.<br />

Dat er veel „idioom" geleerd moet worden, betwist hij niet. Hij wenscht<br />

dit evenwel te bereiken door „het nauwkeurig lezen en interpreteren van goedgekozen<br />

teksten".<br />

Ik ben dit tot mijn spijt niet met hem eens. Tot mijn spijt, want ook ik zou<br />

het liever doen. Maar zoo langzamerhand heb ik al een veeljarige ondervinding,<br />

en daarin heb ik moeten constateeren, dat de heer Kruisinga op dit punt ongelijk<br />

heeft. Als ik in de vijfde klas zeg: „Herinner je je die uitdrukking niet? Hebben<br />

we indertijd gehad in The Wheels of Chance, of in A Christmas Carol",<br />

is het resultaat gewoonlijk een goedig zwijgen, gepaard aan een uitdrukking op<br />

de gezichten, die ik mag interpreteeren als: „Jij zal het wel weten, ouwe, maar<br />

wij niet". Maar toen ik enkele dagen geleden bij schriftelijk werk in de vijfde<br />

klas opgaf het woord „very" te gebruiken als een adjectief, schreven de dit<br />

jaar voor het eindexamen gezakte candidaten, die drie jaar geleden met mij The<br />

Dutch Cheese gelezen hadden, allen met hartverscheurende originaliteit: on his<br />

very doorstep (ld. Read. pag. 15). De anderen, met wie ik het niet gelezen had,<br />

schreven niets. Waarom schreven ze niet: It was the very thing he liked? (A<br />

Christmas Carol, with notes by E. Kruisinga, pag. 8).<br />

Dit punt wordt wel heel lang, vrees ik. Maar er is toch nog iets. Is de heer<br />

Kruisinga wel volkomen eerlijk, wanneer hij de aandacht vestigt op de aanteekeningen,<br />

die „uitgaan" van dit of dat woord, en dan neerkomen op andere, en<br />

wanneer hij zegt, dat het veel beter is nauwkeurig te lezen? Het schijnt mij toe<br />

van niet. Want dan had hij toch behooren te zeggen: „Het eerste, volgens mij<br />

geheel verkeerde, hebben de schrijvers gedaan in de prozastukken: The Dutch<br />

Cheese, Mr. Franklyn's Adventure, en Roast Pig (hier reeds in veel mindere<br />

mate). De volgens mij goede methode hebben zij bij alle overige stukken toegepast,<br />

met misschien een heel enkele toevallige uitzondering."<br />

Ik heb dit tot mijn verbazing in het artikel van den heer Kruisinga gemist. Toch<br />

moet het zijn aandacht wel getrokken hebben, dat wij bij verreweg de meeste<br />

stukken geen geestelijke acrobatensprongen hebben gemaakt. Immers, bij de<br />

meerderheid daarvan staan de aanteekeningen naast de text, en een knappe kerel,<br />

die in de ruimte naast een regel kans ziet één woord meer te zeggen dan het<br />

absoluut noodzakelijke.<br />

Uit mijn laatste opmerkingen merkt de heer Kruisinga, dat wij het geheel eens<br />

zijn met zijn beginsel. Dat wij datgene, waarover hij ons aanvalt, alleen maar<br />

doen in enkele stukken, omdat wij het daar noodzakelijk vinden. Die stukken<br />

komen in het tweede leerjaar (de 3de klas), waarin veel „idioom" geleerd moet<br />

worden. Daarna laten wij de methode varen.<br />

Ik herhaal, mijnheer Kruisinga, dat U dit hadt behooren te vermelden. Althans,<br />

indien U het heeft opgemerkt.<br />

8. Het nieuwe boek enz. is volkomen onbruikbaar. Heusch niet!<br />

C. VAN HEERIKHUIZEN.<br />

Het is niet mijn gewoonte op anti-kritiek te antwoorden: wanneer een zaak van<br />

twee zijden belicht is kan de deskundige lezer zich ook zonder dat een oordeel<br />

vormen.<br />

Natuurlijk zijn er in het stuk van Kollega v. Heerikhuizen wel enkele dingen<br />

recht te zetten: omdat wij elkaar niet volkomen begrepen hebben. Maar dat komt<br />

beter tot zijn recht bij mondelinge behandeling. Ik hoop de schrijver op onze<br />

a.s. vergadering te ontmoeten, en te spreken. E. K.<br />

BOEKBESPREKINGEN.<br />

Eugen Lerch, Hauptprobleme der französischen Sprache. Algemeineres.<br />

Georg Westerman, Berlin. 1930. (9 Mark.)<br />

Het ligt niet in mijn bedoeling hier een kritische bespreking van bovengenoemd<br />

werk te geven, maar nu ik het eenmaal met groote belangstelling heb doorgelezen,<br />

kan ik toch niet nalaten er de aandacht op te vestigen. De bekende schrijver

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!