CODEX VOOR GEVAARLIJKE GOEDEREN - Port of Antwerp

More documents

Recommendations

Info

25. SECTIE IX BIJLAGEN A. Flow charts aanvullende aangiften expediteurs/agenten bij ex- en import gevaarlijke en/of verontreinigende goederen A1/A3 B. Aanvragen “uitzonderingen” B1/B2 C. Overzicht der EDI-aangiften C1/C24 D. Formulieren “EDI-aangiften voor derden” D1/D2 E. Vergelijkende tabellen classificatie IMDG-Code en Belgische reglementering op de springstoffen. 1. Klasse van de ontplofbare stoffen (klasse 1) van de IMDG-Code/Belgische reglementering op de springstoffen E2/E23 2. Producten, andere dan nitrocellulose, welke in de IMDG-Code niet in de klasse van de ontplofbare stoffen (klasse 1) gerangschikt zijn. E24/E26 F. Door de havenkapitein-commandant erkende containerterminals. F1 G. Door de havenkapitein-commandant erkende Container Freight Stations. G1 H. (Langdurige) stockagemogelijkheden voor verpakte gevaarlijke goederen. H1/H2 I. Aanschaf gevaarsetiketten enz. I1 J. Geldende normen voor kledij en uitrusting van brandwachten bij behandelingen van technisch zuiver ammoniumnitraat en gelijkgestelde mengsels J1 K. Erkende bedrijven voor het uitvoeren van brandwachten bij behandelingen van technisch zuiver ammoniumnitraat en gelijkgestelde mengsels K1 L. Door de havenkapitein-commandant erkende fumigatiezones L1 C.G.G. – 1/2007
A1 Flow charts aanvullende aangiften expediteurs/agenten bij ex- en import gevaarlijke en/of verontreinigende goederen 1 Export Indien bij aanvoer de expediteur gekend is, doet de expediteur de aangifte. Hij stuurt hiervan (per fax of elektronisch) een kopie aan de agent. Bij FOB-levering doet de FOB-leveraar aangifte met kopie aan de FOB-ontvanger en agent. Is bij aanvoer de expediteur niet gekend, doet de agent de aangifte als “both”. Dit houdt in dat de agent de datum van aanvoer moet opgeven. Treedt toch een andere expediteur op, doet deze laatste een aangifte met kopie aan de agent. Zodra de agent kopie van de aangifte ontvangt, doet hij zelf zijn aangifte. Worden de goederen daaropvolgend geladen aan boord van een zeeschip, stopt hier verdere actie. Indien de goederen niet geladen worden, dient de expediteur verlengd vertoef aan te vragen. De agent op zijn beurt verstrekt (per fax of elektronisch) de vereiste informatie i.v.m. de ETA van het schip aan de laatste aangever. Indien het verlengd vertoef niet toegestaan wordt, dient de lading afgevoerd te worden en de aanvraag geannuleerd. Wordt het verlengd vertoef wel toegestaan, gebeurt er een correctie van de aangifte door de expediteur met kopie aan de agent. De agent doet vervolgens in zijn hoedanigheid aangifte waarop de goederen aan boord van het zeeschip kunnen geladen worden. 2 Import Indien bij lossing van het zeeschip de expediteur gekend is, doet de agent aangifte met kopie (per fax of elektronisch) hiervan aan de expediteur, met vermelding van het containernummer en/of beschrijving van de goederen. Bij overdracht of afstand aan een andere expediteur is de eerste expediteur verplicht een kopie van de eerste aangifte van de agent aan de “nieuwe” expediteur te bezorgen. De eerste expediteur verwittigt eveneens schriftelijk de agent van de afstand of overdracht. Hierop dient de agent zijn eerste aangifte aan te passen of te annuleren en vervolgens een nieuwe op te stellen. Kopie hiervan wordt bezorgd aan de “nieuwe” expediteur. Indien bij lossing van het schip de expediteur niet gekend is, dient de agent een aangifte in als “both”. Dit houdt in dat de agent de datum van afvoer moet opgeven. Hij kan ook zijn aangifte als agent doen, waarbij de expediteur TBN is. Naderhand moet evenwel de correcte naam van de expediteur ingevuld worden. Na ontvangst van de kopie van de agent, doet de expediteur zijn aangifte. Indien de goederen afgevoerd worden, is geen verdere actie vereist. Indien de goederen evenwel niet afgevoerd worden, moet de expediteur verlengd vertoef aanvragen. Zolang het “laatvolgen” niet door de expediteur werd opgehaald, dient de agent als een goede huisvader te handelen en indien de container te lang op kaai staat de nodige informatie mee te delen i.v.m. de vervaldatum van toelating. Werd het “laatvolgen” al opgehaald door de expediteur dan ligt de volledige verantwoordelijkheid bij hem. Indien het verlengd vertoef werd toegestaan, dient de aangifte van de expediteur gecorrigeerd te worden en kan vervolgens de afvoer plaatsvinden. Indien het verlengd vertoef niet toegestaan wordt, moeten de goederen afgevoerd worden en dient de aanvraag tot verlengd vertoef verwijderd te worden. C.G.G. – 1/2002
Page 1 and 2:
Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen
Page 3 and 4:
INHOUDSOPGAVE SECTIE I SECTIE II SE
Page 5 and 6:
1.0 SECTIE I A. INDEX..............
Page 7 and 8:
2.0 SECTIE I B. ALGEMENE VOORSCHRIF
Page 9 and 10:
2.2 5. Voorgeschreven wijze van beh
Page 11 and 12:
2.4 Deze lijst moet minimaal volgen
Page 13 and 14:
2.6 13. Doorstroming van informatie
Page 15 and 16:
2.8 - Bij het opstellen van het int
Page 17 and 18:
2.10 16. Voorschriften i.v.m. het v
Page 19 and 20:
2.12 17.2.4. signalisatie die gebru
Page 21 and 22:
2.14 4. veiligheidsmap: a. steeds b
Page 23 and 24:
3.0 SECTIE I C. DOCUMENTATIE - PRAK
Page 25 and 26:
3.2 2.1.3 Ingeval van een samenwerk
Page 27 and 28:
3.4 (2) - Indien lossen uit zeeschi
Page 29 and 30:
3.6 h) Op te geven elementen inzake
Page 31 and 32:
3.8 - afvoer met vrachtwagen of tre
Page 33 and 34:
3.10 b) Scheldekaaien (nrs.1-29):la
Page 35 and 36:
3.12 Indien niet gekend is welke ha
Page 37 and 38:
3.14 HAVENKAPITEINSDIENST Havenhuis
Page 39 and 40:
3.16 8. Voorgeschreven wijze van be
Page 41 and 42:
3.18 VN-nr Wijze van VN-nr Wijze va
Page 43 and 44:
3.20 1716 A3 1718 A3 1719 A3 1722 A
Page 45 and 46:
3.22 2572 A3 2573 A3 2574 A3 2576 A
Page 47 and 48:
3.24 3264 A3 3265 A3 3266 A3 3267 A
Page 49 and 50:
4 SECTIE II A. INDEX...............
Page 51 and 52:
5.1 2. Scheidingsvoorschriften. (zi
Page 53 and 54:
5.3 TOELICHTING SEGREGATIE TRANSPOR
Page 55 and 56:
6.1 3. Abnormale voorvallen i.v.m.
Page 57 and 58:
8. SECTIE III B. BIJZONDERE VOORWAA
Page 59 and 60:
8.2 2.1.2 Rook- en warmteafvoer. a)
Page 61 and 62:
8.4 c) Het inhoudsvolume van de ink
Page 63 and 64:
9.1 3. Abnormale voorvallen i.v.m.
Page 65 and 66:
10. 3.1 Magazijnen.................
Page 67 and 68:
11.1 5.3.2. op de aanvraag of in ee
Page 69 and 70: 11.3 8. Behandelingsvoorwaarden. 8.
Page 71 and 72: 11.5 12. Samenladingsverbod. In zee
Page 73 and 74: 12.1 Hieronder vindt men de verschi
Page 75 and 76: 12.3 2.2 Indienen/invullen der aang
Page 77 and 78: 12.5 - dhr. Goossens Marcel Groenst
Page 79 and 80: 14.0 SECTIE V B. BIJZONDERE BEPALIN
Page 81 and 82: 14.2 AMMONIUMNITRAATMESTSTOFFEN DIE
Page 83 and 84: 14.4 26) NSM, Sluiskil (Nederland)
Page 85 and 86: 15.1 3. Opslag van de in hoofding v
Page 87 and 88: 17.0 SECTIE VI B. BIJZONDERE VOORWA
Page 89 and 90: 18.0 SECTIE VI ZEER TOXISCHE GASSEN
Page 91 and 92: 18.2 De expediteur/scheepsagent die
Page 93 and 94: 18.4 8. Model faxmelding behandelin
Page 95 and 96: 18.6 bromochloride 2901 E bromure d
Page 97 and 98: 18.8 fluorure de perchloryle 3083 F
Page 99 and 100: 18.10 oxyde azoteux, liquéfié 106
Page 101 and 102: 18.12 tétrafluorosulfurane 2418 F
Page 103 and 104: 20.0 SECTIE VII B. BIJZONDERE BEPAL
Page 105 and 106: 21.0 SECTIE VII RADIOACTIEVE STOFFE
Page 107 and 108: 22. SECTIE VIII A. INDEX...........
Page 109 and 110: 23.1 Indien een verzending uit spri
Page 111 and 112: 23.3 BIJLAGE I: Maximum toegelaten
Page 113 and 114: 23.5 KLASSE C (VUURWERK) 2. Pillen
Page 115 and 116: 23.7 KAAIEN Nrs DEURGANCKDOK IMDG-k
Page 117 and 118: 24.1 Klasse A2 a) randnummer A2 - 3
Page 119: 24.3 Afdeling Zeeschelde Copernicus
Page 123 and 124: IMPORT nee of A3 expediteur gekend
Page 125 and 126: B3 BIJLAGE B2 AANVRAAG UITZONDERING
Page 127 and 128: C1. Laden zeeschip door agent na aa
Page 129 and 130: C3. Bulk laden zeeschip door agent.
Page 131 and 132: C5. Lossen zeeschip voor rechtstree
Page 133 and 134: C7. Transit - bulkgoederen. Op te g
Page 135 and 136: C9. Lossen zeeschip voor afvoer met
Page 137 and 138: C11. Laden zeeschip na aanvoer met
Page 139 and 140: C13. Aanvoer met vrachtwagen of tre
Page 141 and 142: C15. Aanvoer met vrachtwagen of tre
Page 143 and 144: C17. Aanvoer met binnenschip voor a
Page 145 and 146: C19. Afvoer met binnenschip na loss
Page 147 and 148: C21. Afvoer met vrachtwagen of trei
Page 149 and 150: C23. Geen bulkgoederen Op te geven
Page 151 and 152: D1. GG FORMULIER 05/1 HAVENBEDRIJF
Page 153 and 154: E1. BIJLAGE E VERGELIJKENDE TABELLE
Page 155 and 156: E3. 0019 TRAANVERWEKKENDE MUNITIE,
Page 157 and 158: E5. 0099 SCHEURVORMENDE MIDDELEN, O
Page 159 and 160: E7. 0159 GRONDSTOF VOOR ROOKZWAK BU
Page 161 and 162: E9. 0225 OVERDRACHTSLADINGEN MET SL
Page 163 and 164: E11. 0284 GRANATEN, hand- of geweer
Page 165 and 166: E13. 0333 VUURWERK 1.1 G C (overig)
Page 167 and 168: E15. 0363 MUNITIE VOOR BEPROEVINGEN
Page 169 and 170: E17. vereist 0397 RAKETTEN MET VLOE
Page 171 and 172:
E19. 0431 PYROTECHNISCHE VOORWERPEN
Page 173 and 174:
E21. vereist 0466 ONTPLOFBARE VOORW
Page 175 and 176:
E23. 0495 VOORTDRIJVENDE STOF, VLOE
Page 177 and 178:
E 25. 1355 TRINITROBENZOËZUUR, bev
Page 179 and 180:
F1. Door de havenkapitein-commandan
Page 181 and 182:
H1. (Langdurige) stockagemogelijkhe
Page 183 and 184:
I1. Aanschaf gevaarsetiketten enz.
Page 185 and 186:
K1. Bijlage K - Erkende bedrijven v
show all

CODEX VOOR GEVAARLIJKE GOEDEREN - Port of Antwerp

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?