CODEX VOOR GEVAARLIJKE GOEDEREN - Port of Antwerp
CODEX VOOR GEVAARLIJKE GOEDEREN - Port of Antwerp
CODEX VOOR GEVAARLIJKE GOEDEREN - Port of Antwerp
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
A1<br />
Flow charts aanvullende aangiften expediteurs/agenten bij ex- en import<br />
gevaarlijke en/<strong>of</strong> verontreinigende goederen<br />
1 Export<br />
Indien bij aanvoer de expediteur gekend is, doet de expediteur de aangifte. Hij stuurt hiervan (per<br />
fax <strong>of</strong> elektronisch) een kopie aan de agent. Bij FOB-levering doet de FOB-leveraar aangifte met<br />
kopie aan de FOB-ontvanger en agent.<br />
Is bij aanvoer de expediteur niet gekend, doet de agent de aangifte als “both”. Dit houdt in dat de<br />
agent de datum van aanvoer moet opgeven. Treedt toch een andere expediteur op, doet deze<br />
laatste een aangifte met kopie aan de agent.<br />
Zodra de agent kopie van de aangifte ontvangt, doet hij zelf zijn aangifte. Worden de goederen<br />
daaropvolgend geladen aan boord van een zeeschip, stopt hier verdere actie. Indien de goederen<br />
niet geladen worden, dient de expediteur verlengd vertoef aan te vragen. De agent op zijn beurt<br />
verstrekt (per fax <strong>of</strong> elektronisch) de vereiste informatie i.v.m. de ETA van het schip aan de laatste<br />
aangever.<br />
Indien het verlengd vertoef niet toegestaan wordt, dient de lading afgevoerd te worden en de<br />
aanvraag geannuleerd. Wordt het verlengd vertoef wel toegestaan, gebeurt er een correctie van de<br />
aangifte door de expediteur met kopie aan de agent. De agent doet vervolgens in zijn hoedanigheid<br />
aangifte waarop de goederen aan boord van het zeeschip kunnen geladen worden.<br />
2 Import<br />
Indien bij lossing van het zeeschip de expediteur gekend is, doet de agent aangifte met kopie (per<br />
fax <strong>of</strong> elektronisch) hiervan aan de expediteur, met vermelding van het containernummer en/<strong>of</strong><br />
beschrijving van de goederen. Bij overdracht <strong>of</strong> afstand aan een andere expediteur is de eerste<br />
expediteur verplicht een kopie van de eerste aangifte van de agent aan de “nieuwe” expediteur te<br />
bezorgen. De eerste expediteur verwittigt eveneens schriftelijk de agent van de afstand <strong>of</strong><br />
overdracht. Hierop dient de agent zijn eerste aangifte aan te passen <strong>of</strong> te annuleren en vervolgens<br />
een nieuwe op te stellen. Kopie hiervan wordt bezorgd aan de “nieuwe” expediteur.<br />
Indien bij lossing van het schip de expediteur niet gekend is, dient de agent een aangifte in als<br />
“both”. Dit houdt in dat de agent de datum van afvoer moet opgeven. Hij kan ook zijn aangifte als<br />
agent doen, waarbij de expediteur TBN is. Naderhand moet evenwel de correcte naam van de<br />
expediteur ingevuld worden.<br />
Na ontvangst van de kopie van de agent, doet de expediteur zijn aangifte. Indien de goederen<br />
afgevoerd worden, is geen verdere actie vereist. Indien de goederen evenwel niet afgevoerd<br />
worden, moet de expediteur verlengd vertoef aanvragen. Zolang het “laatvolgen” niet door de<br />
expediteur werd opgehaald, dient de agent als een goede huisvader te handelen en indien de<br />
container te lang op kaai staat de nodige informatie mee te delen i.v.m. de vervaldatum van<br />
toelating. Werd het “laatvolgen” al opgehaald door de expediteur dan ligt de volledige<br />
verantwoordelijkheid bij hem.<br />
Indien het verlengd vertoef werd toegestaan, dient de aangifte van de expediteur gecorrigeerd te<br />
worden en kan vervolgens de afvoer plaatsvinden.<br />
Indien het verlengd vertoef niet toegestaan wordt, moeten de goederen afgevoerd worden en dient<br />
de aanvraag tot verlengd vertoef verwijderd te worden.<br />
C.G.G. – 1/2002