04.04.2015 Views

IN 3, oktober 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

IN 3, oktober 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

IN 3, oktober 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

het onderzoek. Dit leidt tot een vertekening van het totale beeld, waar Johansson<br />

zich overigens ook terdege van bewust is. Dezelfde problematiek komt trouwens<br />

ook in het Zweeds <strong>voor</strong> (bij<strong>voor</strong>beeld de werkwoorden framkomma, utkomma).<br />

Na een bespreking van de syntactische functies die de werkwoorden kunnen<br />

hebben, namelijk hoofdwerkwoord, koppelwerkwoord (enkel <strong>voor</strong> komen) en<br />

hulpwerkwoord, volgt een bespreking van de variabelen die in het kwalitatieve<br />

gedeelte van het onderzoek worden gebruikt. De zes eerste variabelen (onder<br />

meer fysieke beweging, levend/niet-levend onderwerp) worden afzonderlijk van<br />

de vier laatste besproken (onder meer accidentialiteit, aanwezigheid van het<br />

<strong>voor</strong>zetsel te <strong>voor</strong> de infinitief), vermoedelijk omdat deze laatste alleen betrekking<br />

hebben op de werkwoorden in de functie van hoofdwerkwoord. In het<br />

onderzoek zelf is de bespreking van elk van de variabelen niet expliciet aangegeven,<br />

maar verweven met de analyse van de semantiek van de werkwoorden<br />

uitgaande van hun syntactische functie.<br />

De resultaten van het onderzoek geven aan dat de prototypische betekenissen<br />

van de werkwoorden komen en komma in het Nederlands en het Zweeds gelijk<br />

zijn, terwijl er <strong>voor</strong> de meer perifere betekenissen, zoals in kaart gebracht in de<br />

overzichtelijke netwerkschema’s, opvallende verschillen bestaan. Zo komt het<br />

Nederlandse komen vaker <strong>voor</strong> als koppelwerkwoord met de daaraan verbonden<br />

resultatieve betekenis, terwijl het Zweedse komma overwegend een temporele<br />

betekenis uitdrukt in zijn hoedanigheid van hulpwerkwoord van toekomende<br />

tijd. De studie geeft verder ook aan dat frequentie geen afdoende indicator is<br />

<strong>voor</strong> het bepalen van prototypische en afgeleide betekenissen. Op welke basis<br />

deze betekenissen dan wel vastgelegd werden is mij echter niet helemaal duidelijk<br />

geworden.<br />

Het onderzoek is in eerste instantie synchroon opgevat, ook al wordt er een<br />

aantal vragen geformuleerd met betrekking tot de diachrone ontwikkeling van<br />

de werkwoorden. Zo stelt Johansson de vraag of komen ooit in de Middelnederlandse<br />

pseudocoördinaties is <strong>voor</strong>gekomen. Ook stelt ze de vraag hoe de grammaticalisatiepatronen<br />

er <strong>voor</strong> komen respectievelijk komma uitzien, met andere<br />

woorden of de ontwikkeling van meer grammaticale betekenissen uit de algemene<br />

lexicale betekenissen van deze werkwoorden in beide talen gelijk is opgegaan.<br />

Binnen dit promotieonderzoek blijven deze boeiende vragen onbeantwoord,<br />

maar ze bieden interessante perspectieven <strong>voor</strong> de toekomst.<br />

Dit proefschrift levert een waardevolle bijdrage aan de contrastieve taalkunde<br />

in het algemeen en aan het contrastief onderzoek naar dit Germaanse talenpaar<br />

in het bijzonder. Het is misschien een beetje jammer dat het boek in het<br />

Zweeds en niet in het Nederlands is geschreven, hoewel de nadruk van het<br />

onderzoek op het Nederlands ligt. Daardoor is het helaas minder toegankelijk<br />

<strong>voor</strong> neerlandici.<br />

– Gudrun Rawoens<br />

1 Langacker, Ronald W., Concept, image and symbol. The cognitive basis of grammar. 1. Berlin &<br />

New York, Mouton de Gruyter, 1990.<br />

62

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!