handleiding 'Waardering van kantoorgebouwen' - Vlaanderen
handleiding 'Waardering van kantoorgebouwen' - Vlaanderen
handleiding 'Waardering van kantoorgebouwen' - Vlaanderen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Evaluatie <strong>van</strong> kantoorgebouwen - Waardering met het oog op duurzaamheid<br />
Groep 1:<br />
Leefbaarheid en welzijn<br />
Toegankelijkheid<br />
Comfort<br />
Thermisch<br />
Akoestisch<br />
Trillingen<br />
Visueel<br />
Luchtkwaliteit en<br />
ventilatie<br />
4<br />
4<br />
3<br />
2<br />
3<br />
4<br />
Groep 2:<br />
Energie<br />
Peil <strong>van</strong> primair<br />
energieverbruik<br />
Groep 3:<br />
Milieu en duurzaamheid<br />
20 Ligging<br />
Voorzieningen<br />
Levensduur<br />
Watergebruik<br />
Materiaalgebruik<br />
3<br />
3<br />
5<br />
3<br />
6<br />
Beoordelingskader<br />
Groep 1: leefbaarheid en welzijn<br />
Hier kijken we naar zes onderdelen, die samen zorgen voor leefbaarheid en welzijn: de toegankelijkheid,<br />
het thermische comfort, het akoestische comfort, het trillingscomfort, het visuele comfort en<br />
het binnenmilieu. In dat laatste blok zitten luchtkwaliteit en ventilatie. Toegankelijkheid heeft een<br />
gewichtsfactor 4. Bij de comfortblokken wordt het meeste gewicht toegekend aan het thermische<br />
comfort: gewichtsfactor 4 in totaal, de som <strong>van</strong> winter- en zomercomfort, tocht en gradiënt in luchttemperatuur.<br />
Uit ervaring blijkt immers dat hierover veel klachten zijn. Het akoestische en het visuele<br />
comfort krijgen elk een totale gewichtsfactor 3. Aan het trillingcomfort hangt een gewichtfactor 2<br />
vast, terwijl aan het binnenmilieu een totale gewichtsfactor 4 vast zit, de som <strong>van</strong> luchtkwaliteit en<br />
ventilatie. Die gewichtsfactor 4 vertolkt opnieuw het belang <strong>van</strong> een goede luchtkwaliteit voor het<br />
welzijn en de productiviteit <strong>van</strong> de medewerkers.<br />
Groep 2: energie<br />
De evaluatie <strong>van</strong> groep 2 “energie” wordt volledig bepaald door de energieprestatie regelgeving<br />
(EPB). Binnen de groep energie is er slechts één criterium dat de groepscore bepaalt, dit is het E-peil.<br />
Bepaalde deelcriteria kunnen de groepscore wel beperken of tot uitsluiting leiden.<br />
Groep 3: milieu en duurzaamheid<br />
Hier worden de gewichten vrij gelijkmatig verdeeld: ligging, voorzieningen en watergebruik elk 3,<br />
levensduur 5 en materiaalgebruik 6. Ligging en voorzieningen hebben beide te maken met verplaatsing.<br />
Omdat verkeer een groeiend aandeel in de emissies <strong>van</strong> CO 2<br />
, NOx, P2.5 stof en VOC’s heeft, lijkt<br />
het logisch dat beide samen een stevig gewicht krijgen. Watergebruik moet het daartegen doen met<br />
een gewichtsfactor 3. In kantoorgebouwen ligt het waterverbruik normaal gezien niet aan de hoge<br />
kant in vergelijking met andere verbruiken. Levensduur is dan weer erg belangrijk uit het oogpunt<br />
<strong>van</strong> duurzaamheid. Hoe minder ‘ver<strong>van</strong>ging’, hoe materiaalzuiniger het gebouw. Eenzelfde redenering<br />
geldt voor de materialen op zich. Zijn die duurzaam gewonnen, blijven de emissies beperkt,<br />
wijst een levenscyclusanalyse (LCA) op heel wat positieve elementen en zijn ze kwalitatief in staat bij<br />
de verwachte omgevingsbelasting de functie die ze in het gebouw krijgen langdurig te vervullen?<br />
Alleen dan kan er sprake zijn <strong>van</strong> duurzaamheidswinst.<br />
5<br />
uitgave 12/2010