handleiding 'Waardering van kantoorgebouwen' - Vlaanderen
handleiding 'Waardering van kantoorgebouwen' - Vlaanderen
handleiding 'Waardering van kantoorgebouwen' - Vlaanderen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Evaluatie <strong>van</strong> kantoorgebouwen - Waardering met het oog op duurzaamheid<br />
Groep 3: milieu en duurzaamheid<br />
Levensduur<br />
Gewichtsfactor: 5<br />
Levensduur betreft de als ‘normaal’ ervaren tijdspanne dat een gebouw en zijn bouwdelen, mits het<br />
juiste onderhoud, functioneel blijven. Het woord ‘normaal’ slaat bij binnenafwerking op maximaal<br />
twee decennia. Daken en gevels daartegen moeten veel langer goed functioneren, al zijn afwerkingslagen<br />
zoals verf of een dakafdichting door natuurlijke veroudering al na 15-20 jaar aan ver<strong>van</strong>ging<br />
toe. Het woord ‘veroudering’ omvat hier alle fysisch, biologisch en chemisch niet uit te sluiten<br />
degradatie, die, als ze veel sneller dan ‘normaal’ gebeurt, ‘schade’ wordt genoemd. De dragende<br />
structuur ten slotte dient het 50 jaar en meer uit te houden, zonder voor onoverkomelijke duurzaamheidproblemen<br />
te zorgen.<br />
Levensduur<br />
Als noodzakelijke randvoorwaarden voor een normale levensduur hebben we:<br />
− Een bouwfysisch/bouwkundig correct ontwerp. Voldoende sterke en stijve structuur, de nodige<br />
zetting- en uitzettingvoegen, een juiste opbouw <strong>van</strong> de verschillende bouwdelen, enz.<br />
− Een correcte materiaalkeuze. Dit betekent dat men materialen gebruikt die de mechanische<br />
en atmosferische belasting, eigen aan de plaats in de sectie en de aard <strong>van</strong> het bouwdeel,<br />
aankunnen zonder versneld te degraderen.<br />
− Een juist onderhoud. Onderhoud betekent zowel het tijdig ver<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> lagen en afwerkingen<br />
met een kortere levensduur als het reinigen, bijwerken en herafwerken <strong>van</strong> buiten<br />
en binnenvlakken<br />
Omgevingsfactoren die een grote impact hebben op de levensduur zijn wisselende mechanische<br />
belasting, vocht, temperatuur, licht en UV. Ook de tijd speelt een belangrijke rol. In dat geheel <strong>van</strong><br />
factoren is vocht globaal de belangrijkste. Vandaar dat we de vochthuishouding onderdeel gemaakt<br />
hebben <strong>van</strong> het scoresysteem. Op de andere factoren zijn veel moeilijker scores te kleven. We kunnen<br />
dan ook moeilijk meer doen dan eisen dat het ontwerp, de uitvoering en het onderhoud <strong>van</strong><br />
een nieuw of te renoveren gebouw rekening houdt met en steunt op de kennis die in Technische<br />
voorlichtingen <strong>van</strong> het WTCB, ATG’s, normen en handboeken zit opgeslagen.<br />
Vochthuishouding<br />
Als vochtbronnen gelden:<br />
− Bouwvocht. Kan schade veroorzaken, zij het door condensatie in lagen die niet vochtig mogen<br />
worden (de warmte-isolatie), zij het door een veel te trage droging en daardoor lange<br />
tijd een hogere U-waarde dan wenselijk (cellenbeton), zij het door een grote kans op aantasting<br />
<strong>van</strong> de bouwvochtige laag zelf, zo die vochtgevoelig is (hout, <strong>van</strong> hout afgeleide producten),<br />
zij het door herbevochtiging bij een te vroeg afdekken met een dampremmende<br />
laag (blaasvorming in vloerbekledingen).<br />
− Opstijgend vocht. Kan worden vermeden door juist geplaatste horizontale waterdichte lagen.<br />
− Regendoorslag. Om de gevels en het dak correct op te bouwen, zijn zijn er 3 keuzemogelijkheden:<br />
88<br />
uitgave 12/2010