11.07.2015 Views

Jaargang 109, nummer 2, april 2008 - Theosofische Vereniging in ...

Jaargang 109, nummer 2, april 2008 - Theosofische Vereniging in ...

Jaargang 109, nummer 2, april 2008 - Theosofische Vereniging in ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

W i e w a s . . .door geen uiterlijke verschillenlaten verdeelen”.Als lid van de Rotary hieldCochius zich aan hun guldenwet: “Alle d<strong>in</strong>gen dan, die gijwilt dat u de menschen zoudendoen, doet gij hun ook alzoo”.In al deze beweg<strong>in</strong>genvonden kunstenaars en ondernemershet gedachtegoeddat hen aantrok. Onderhen waren de theosofen: DeBazel, Lauweriks, de Zwollo’s,Piet Mondriaan en deondernemers Van Dissel, ende gebroeders Van derLeeuw van de Van Nellefabriek.Zij maakten deel uitvan een richt<strong>in</strong>ggevendeelite.In 1920 schreef Cochius <strong>in</strong>het blad Regeneratie: “In eenwereld waar <strong>in</strong> broederschapwordt geleefd, moeten de tegenstell<strong>in</strong>gendie nu bestaanop den duur wegvallen. Daar isgeen armoe mogelijk, daar isdictatuur van aristocratie ofvan proletariaat onmogelijk,daar verdwijnt de klassenstrijd,omdat zowel werkgever alswerknemer iets zullen opofferenom tot elkaar te komenomdat zij op’t broederschapsstandpuntstaande samen willenwerken om het socialevraagstuk op te lossen”.De idealen van Cochiuswaren moeilijk te verwezenlijkenzeker <strong>in</strong> de f<strong>in</strong>anciëlecrisis van de jaren dertigmaar <strong>in</strong> 1937 stelde hij dat ereen culturele kern was gegroeidvan mensen die zichvoor schoonheid <strong>in</strong>teresseerden.Dat de ethische idealenvan Cochius een hoge prijshadden blijkt uit zijn biografie.Hij werd geboren <strong>in</strong> 1874als Petrus Mar<strong>in</strong>us (Marijn)Cochius, als zoon van deburgemeester van Rijswijk.Via familierelaties kwam hij<strong>in</strong> 1895 terecht bij de glasfabriekLeerdam als procuratiehouder.Vijfjaar later werdhij adjunct-directeur. In 1907trouwde hij met de musicienneHarriet Selleger, dedochter van de theosoofE.L. Selleger. Prof. Ir. E.L.Selleger was voorzitter vande Nederlandse afdel<strong>in</strong>g vande <strong>Theosofische</strong> <strong>Verenig<strong>in</strong>g</strong><strong>in</strong> 1945 en 1946. Vanaf 1912voerde Cochius de directievan de glasfabriek samenmet J.H.O. Bunge. MaarBunge vertrok vijf jaar later.Hij gaf aan niet te kunnensamenwerken met Cochiusmet wie hij totaal van men<strong>in</strong>gverschilde. Ook vondhij dat Cochius het f<strong>in</strong>anciëlebeleid te veel onder zichhield. Meer conflicten volgden,van f<strong>in</strong>anciële maarvooral ook van ideologischeaard. In 1924 was de Raadvan Commissarissen van deglasfabriek Leerdam het nietmeer eens met het durekunstbeleid van Cochius. Erzou goedkoper geproduceerdkunnen worden.Cochius zelf zou te veel gelduitgeven en er was sprakevan: “een veelvuldige enzeer gewraakte afwezigheidzoowel voor zakenreizen alsvoor particuliere uitstapjes”.In 1927 ontstonden er weermoeilijkheden over het functionerenvan Cochius die zichte veel zou bezig houden metandere aangelegenheden dandie van de fabriek. De men<strong>in</strong>gwas dat iemand <strong>in</strong> zijnvrije tijd moet kunnen doenwat hij wil, maar de belangendie Cochius privé behartigdeweken af van de norm en datgaf kritiek. Men zei dat defabriek het hoofdkwartiervan de <strong>Theosofische</strong> <strong>Verenig<strong>in</strong>g</strong>was en dat de zaken <strong>in</strong>de tweede plaats kwamen.Cochius zelf zag geen conflicttussen zijn directeursfunctieen zijn particuliere functies.Maar de spann<strong>in</strong>g liep op. Inhet beg<strong>in</strong> van 1930 drongenenkele aandeelhouders aanop klaarheid <strong>in</strong> allerlei problemen.Een van de opmerk<strong>in</strong>genwas:“geen enkele zaakkan geleid worden alleen uitideële overweg<strong>in</strong>gen. Philantropieis uit den booze”.De bank van de fabriekg<strong>in</strong>g zich er mee bemoeienen eiste het aftreden vanCochius, een onderzoek naarde fabriek, het afschrijvenvan de aandelen en het aftredenvan enkele commissarissen.Met deze ‘kapitalistischeterreur’ g<strong>in</strong>g de fabriek nietakkoord. Maar de eis van hetontslag van Cochius bleefovere<strong>in</strong>d, alhoewel men erkendedat hij de kunstnijverheidhad gecreëerd en dat erop dat gebied niemand <strong>in</strong>staat was hem te vervangen.Daarnaast werd aangegevendat veel arbeiders hem erghoog achtten en hem niet zoTheosofia <strong>109</strong>/2 <strong>april</strong> <strong>2008</strong> 81

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!