11.07.2015 Views

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Uit een studie waarin de waargenomen beschikbaarheid en gebruik van alcohol onderscholieren tussen veertien en zeventien jaar werd vergeleken tussen Nederland enFrankrijk bleek het volgende (Knibbe et al., 2005; Knibbe et al., 2007):• Nederlandse jongeren vinden het gemakkelijker om alcohol te verkrijgen dan Fransejongeren; 72 procent van de Nederlandse en 59 procent van de Franse jongeren vindthet gemakkelijk om alcohol te verkrijgen.• Bij Franse jongeren is de kans groter dat leeftijdgenoten en/of ouderen kritiek hebbenop hun drankgebruik, zelfs voordat het nadelige gevolgen heeft. De (informele) socialecontrole op drankgebruik van jongeren is in Frankrijk groter dan in Nederland.• In beide landen is er een verband tussen waargenomen beschikbaarheid en alcoholgebruik;jongeren die het gemakkelijk vinden om aan alcohol te komen, drinken vakeren drinken vaker vijf glazen of meer bij één gelegenheid.7.6 HulpvraagVerslavingszorgHet Landelijk Alcohol en <strong>Drug</strong>s Informatie Systeem (LADIS) registreert hoeveel mensenhulp vragen bij de (ambulante) verslavingszorg, inclusief de verslavingsreclassering en deverslavingsklinieken die zijn gefuseerd met de ambulante verslavingszorg (Ouwehandet al., <strong>2009</strong>; IVZ, <strong>2009</strong>). (Zie in bijlage A: Cliënt LADIS.)• In 2008 stonden er 33 205 personen geregistreerd bij de (ambulante) verslavingszorgmet als primaire problematiek alcoholgebruik. Dit is naar schatting drie procent vanhet aantal probleemdrinkers.• Het absolute aantal cliënten met een primair alcoholprobleem in de (ambulante)verslavingszorg is tussen 2001 en 2008 met 48 procent toegenomen (figuur 7.5).Van 2006 naar 2007 ging het om een stijging van tien procent en van 2007 naar2008 ging het om een stijging van minder dan een procent.• Per 100 000 inwoners van 15 jaar en ouder steeg het aantal primaire alcoholcliëntenvan 170 in 2001 naar 247 in 2008.• Het aandeel van alcohol in alle verzoeken om hulp bij de ambulante verslavingszorgvarieerde van 1994 tot 2000 tussen de 37 procent en 40 procent. Daarna is eenduidelijke stijging te zien van 41 procent in 2001 naar 47 procent in 2005. In 2007en 2008 stabiliseerde dit aandeel op 47 procent.In 2008 was een vijfde (20%) vande primaire alcoholcliënten een nieuwkomer. Zij stonden niet eerder ingeschreven bijde (ambulante) verslavingszorg vanwege een alcoholprobleem. Dit is lager dan hetpercentage nieuwkomers onder de primaire alcoholcliënten in 2007 (26%).• Voor bijna tweederde van de primaire alcoholcliënten was alcohol het enigeprobleemmiddel (62%). Bijna vier van de tien rapporteerden een bijmiddel (38%),voornamelijk cannabis (12%), cocaïne/crack (11%), of benzodiazepinen (4%).In 2007 rapporteerde ook ongeveer een vierde een bijmiddel (43%).• Het aantal cliënten van de (ambulante) verslavingszorg dat alcohol als secundairprobleem noemt is tussen 1996 en 2008 twee keer zo groot geworden (figuur 7.5).166 <strong>Nationale</strong> <strong>Drug</strong> <strong>Monitor</strong> – Jaarbericht <strong>2009</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!