11.07.2015 Views

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

• Onder drugsgebruikers die deelnamen aan de Amsterdamse Cohort Studies naarhiv/aids daalde het aantal bezoeken aan de GGD waarin zij aangaven te hebbengespoten in de voorafgaande periode van 57 procent in 1985 naar 21 procent in2004 (Lindenburg et al., 2006).• In 2008 stond 9 procent van de opiaatcliënten van de verslavingszorg te boek alsspuiter en 75 procent als roker, ongeveer evenveel als in 2007 (respectievelijk 9 en71 procent). Het overige deel gebruikte op een andere manier (Ouwehand et al.,<strong>2009</strong>). In 1994 spoot nog 16 procent de drug en in 2001 nog 12 procent.• De jarenlange daling in het aantal naalden en spuiten dat wordt omgeruild bij spuitomruilprogramma’sin Amsterdam en Rotterdam is ook een indicatie voor de afnamevan het injecteren van opiaten. Recent is echter een toename in het aantal omgeruildenaalden en spuiten geregistreerd (zie § 4.7 onder Risicogedrag).• Via het percentage spuiters onder de harddrugscliënten in de verslavingszorg en deschatting van het totaal aantal problematische harddrugsgebruikers in Nederland kanhet totaal aantal injecterende drugsgebruikers worden geschat. In 2005 waren ernaar schatting ongeveer 3 100 injecterende drugsgebruikers binnen een marge vanminimaal 2 200 en maximaal 4 300 gevallen.• Sleutelinformanten in een kwalitatief onderzoek signaleren een toename van aantaljonge Oost-Europese heroïnegebruikers, die veelvuldig injecteren (zie § 4.7 onderRisicogedrag). Ook bestaat het vermoeden dat naast deze Oost-Europeanen inbepaalde steden andere groepen heroïnegebruikers aanwezig zijn, die buiten hetbeeld van de verslavingszorg blijven. Onder deze zorgmijders wordt veel psychischeproblematiek vermoed. Tevens komen illegalen, zwerfjongeren, Marokkanen,Chinezen en Portugezen nauwelijks in de hulpverlening terecht. In hoeverre in dezegroepen risicovol wordt geïnjecteerd is onduidelijk; in een aantal culturen is injecterenechter niet gebruikelijk.4.5 Gebruik: internationale vergelijkingGebruik scholieren• Volgens de ESPAD-peiling kwam in 2007 het percentage ooitgebruikers van heroïneonder vijftien- en zestienjarige scholieren in Europa niet boven twee procent uit.Een uitzondering waren Frankrijk en Italië, waar drie procent van de scholieren ervaringhad met heroïne. In Nederland had een procent van de scholieren ooit heroïnegebruikt (Hibell et al., <strong>2009</strong>).Probleemgebruik• De Europese Unie telt naar schatting tussen 1,3 en 1,7 miljoen probleemgebruikersvan opiaten, ofwel circa vier tot vijf per duizend inwoners van 15 tot en met 64 jaar.Het totale aantal probleemgebruikers van harddrugs is hoger want in sommige landenvormen probleemgebruikers van amfetamine en cocaïne een belangrijk aandeel(EMCDDA, <strong>2009</strong>).88 <strong>Nationale</strong> <strong>Drug</strong> <strong>Monitor</strong> – Jaarbericht <strong>2009</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!